woensdag 17 april 1996

Geen bijzondere bijstand en ook geen lening.


Gedeeltelijk gepubliceerd in het maandblad MUG

Onlangs kwam een mevrouw op het spreekuur van de bijstands­bond, die al meer dan tien jaar een bijstandsuitkering had. In die tijd had ze als hoofd van een een-ouder gezin haar kinde­ren opgevoed. Haar jongste zoon was inmiddels 12 jaar. Door de minimale uitkering was ze al die tijd niet met vakantie ge­weest, en ook de inrichting van het huis was in al die tijd niet vernieuwd. Daar wilde ze wat aan doen. Ze had de voor­lichtingscamapgne van de G.S.D. gevolgd over de mogelijkheden voor bijzondere bijstand. Op de trams waren leuzen te zien als: "Bijzondere kosten? Vraag bijzondere bijstand aan!. Ze stapte naar de G.S.D. om bijzondere bijstand aan te vragen voor het opknappen van haar woning en voor een nieuwe inrich­ting. De bank was versleten en een nieuw behangetje was na al die jaren ook wel nodig. De aanvraag werd afgewezen. 

De G.S.D. ambtenaar deelde daarbij mondeling mee, dat bijzondere bij­stand voor inrichtingskosten alleen werd gegeven bij een verhuizing in bijzondere omstandigheden. Dit was het zoveelste bewijs, dat de term "bijzondere omstandigheden" door de G.S.D. zeer eng wordt geinterpreteerd, zodat er in de pot die voor dit doel bestemd is steeds geld overblijft. Als reden voor het niet gebruiken van bijzondere bijstand wordt door politci altijd aange­voerd, dat de clien­ten niet op de hoogte zijn van de mogelijk­heden en dat er dus meer voorlichting moet komen. Het mag waar zijn, dat er aan de voorlichting het nodige schort, er zijn andere redneen voor het niet gebruiken van bijzondere bijstand, waaronder de hierboven genoemde enge interpretatie van de regels, zodat bijna niemand voor bijzon­dere bijstand in aanmerking komt.

Op de voorlichtingsbijeen­komsten over de nieuwe bijstandswet die het Komitee Amsterdam Tegen Verarming heeft gehouden werd echter duidelijk, dat er nog een andere reden is. Veel clienten krijgen angst gevoelens als ze naar de G.S.D moeten, of ze zijn kwaad over de behande­ling door de ambtenaren. Men wil zo weinig mogelijk met de dienst te maken hebben. Sommige clienten ervaren het als vernederend, om bijzondere bijstand aan te vragen waarbij weer allerlei formulieren moeten worden ingevuld, bewijsstukken overlegd, etc. Wanneer het om niet al te grote bedragen gaat, betalen sommigen het liever uit de uitkering, ook al is die laag en ook al heeft men recht op bijzondere bijstand. Dit heeft misschien te maken met opvattingen die in de maatschap­pij leven ( bijstand aanvragen is eigenlijk a-sociaal je hand ophouden) maar de behandeling door sommige ambtenaren is daar ook debet aan.

De mevrouw die ik aan het begin van het stukje noemde kreeg dus geen bijzondere bijstand. Dan maar een lening. Een oude lening bij de Kredietbank (tegenwoordig Crediam geheten) liep in augustus af. Ze had dan rente en aflossing keurig betaald. Ze twijfelde echter, of ze een lening zou aanvragen voor herinrichtingskosten of om na al die jaren eens met vakantie te kunnen. Het werd het laatste. Ze was 20 jaar niet naar het land van herkomst geweest. Dus naar Crediam om een nieuwe lening aan te vragen van fl 3000,-. Deze lening werd haar geweigerd. Crediam stelde zich op het standpunt, dat een lening om met vakantie te kunnen gaan geen consumptief krediet betrof, waarvoor duurzame gebruiksgoederen werden aanga­schaft.  Daarom zou de G.S.D. eerst een soort garnatieverklaring moeten afgeven, waarbij ze zich garant stelde voor afbetaling van de schulden. De G.S.D weigerde deze verklaring. De motivatie: mevrouw is 20 jaar niet naar het land van herkomst geweest, en het weerzien met familie en oude bekenden kan bij haar zoveel emoties losmaken, dat ze besluit daar te blijven. Er zijn dan geen mogelijkheden om de lening terug te vorderen. Daarom geven wij geen garantverklaring. Tegenargumenten telden niet.

Er waren verschillende argumenten voor haar om terug te keren naar Nederland. Haar kinderen woonden in Nederland en die waren niet van plan naar het land van herkomst te gaan. Wan­neer ze die wilde blijven zien zou ze terug moeten. Ze had in Amsterdam een huis en ze zou in het land van herkomst helemaal zonder inkomsten komen te zitten, zodat het niet mogelijk was daar te blijven. Het was allemaal niet van be­lang. De garant­stelling kwam er niet.

Crediam verstrekt in dit soort situaties alleen een krediet en de G.S.D geeft alleen een garantstelling als de client naar het land van herkomst moet in verband met het overl;ijden van een familielid. "Dan willen wij onze hand nog wel eens over het hart strijken" aldus een woordvoerder van Crediam.
Ondanks alle fraaie armoederapporten en intentieverklaringen van politici over maatregelen in het kader van een minimabe­leid die de financiele ruimte van mensen met een laag inkomen wat moeten vergroten en de noodzaak van een individule beoor­deling blijkt in de praktijk telkens weer, dat allerlei alge­meen toegepaste regels ook een incidentele vergroting van de financiele ruimte in de weg staan.

Piet van der Lende

Geen opmerkingen:

Een reactie posten