Posts tonen met het label spreekuurvragen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label spreekuurvragen. Alle posts tonen

donderdag 15 augustus 2019

Problemen met bijverdienen naast je bijstandsuitkering in Amsterdam

Op het spreekuur van de Bijstandsbond komen weer klachten binnen van bijstandsgerechtigden, die aanvullende bijstand hebben naast een deeltijdbaan, waarmee ze niet genoeg verdienen om definitief uit de Bijstand te komen. Werk, Participatie en Inkomen (WPI) zeg maar de voormalige sociale dienst, stelt mensen niet op een fatsoenlijke manier op de hoogte van de verrekeningen. Er worden geen brieven gestuurd met berekeningen en beslissingen. De mensen weten daardoor niet waar ze aan toe zijn en moeten uit de uitkeringsspecificatie van de volgende maand opmaken wat er verrekend is. Vaak zijn die bedragen onduidelijk en verder worden meerdere bedragen in één keer verrekend waardoor betrokkene een maand met veel te weinig geld komt te zitten. Twee voorbeelden.

Een bijstandsgerechtigde heeft twee maanden een deeltijdbaan gehad. Hij krijgt over de verrekening geen brief en op zijn uitkeringsspecificatie worden beide maanden in een keer afgetrokken, zodat hij die maand zonder geld zit. Wij hebben een klacht ingediend tegen deze gang van zaken. Verder voeren wij een procedure voor iemand, die ook geen brief kreeg, maar telefonisch even te horen kreeg: 'je krijgt de komende drie maanden geen uitkering'.

maandag 12 augustus 2019

Vertraging bij het inscannen van documenten bij de sociale dienst en de gevolgen

Veel sociale diensten digitaliseren tegenwoordig alles. Ingeleverde documenten worden ingescand en in de computer gezet. Maar daar gaat enige tijd overheen en dat kan problemen opleveren. Een voorbeeld. Iemand vroeg een bijstandsuitkering aan en moest aanvullende stukken inleveren voor de 19e juli. Hij leverde het in op de 18e. Op de 23e juli kreeg hij een brief dat de uitkering was afgewezen, omdat de stukken niet op tijd ingeleverd zouden zijn. Enige navraag leverde het volgende op. De ingeleverde stukken moesten gedigitaliseerd worden in de scanstraat. Dat is in dit geval blijven liggen tot de 24e juli. Als dat een dag of een paar dagen blijft liggen zijn er dus geen gedigitaliseerde stukken in de computer te vinden en denkt de klantmanager: o, hij heeft de stukken niet ingeleverd. En wordt de bewuste brief geschreven, terwijl de stukken wel op tijd ingeleverd zijn. Als dus er achterstanden ontstaan op de scanafdeling cq in de scanstraat gaat dat grote problemen opleveren.

maandag 3 juni 2013

Dwangarbeid in de zorg? NEE


Goede zorg of massaontslag?

Handen thuis, Rutte! Kom op 8 juni naar Amsterdam!

Het  actiecomité Dwangarbeid Nee in Amsterdam roept op voor de demonstratie van de Abva/Kabo op 8 juni voor een goede zorg.  

Rutte wil ruim 170.00 mensen hun thuiszorg afnemen. Dankzij de campagne Handen Thuis Rutte is het zorgakkoord gewijzigd. Sommige bezuinigingen zijn uitgesteld of verzacht. De bezuiniging op de thuiszorg is een jaar uitgesteld. En niet 75%, maar 40% van de thuiszorg wordt weggesneden. Het bewijs dat acties nut hebben. Tot resultaat leiden!. Maar…. Nog altijd 170.000 mensen moeten het straks zonder thuiszorg doen en ruim 50.000 thuiszorgers verliezen hun baan. Daarom moeten wij door, want de wedstrijd is nog niet afgelopen. Samen met duizenden thuiszorgers, andere medewerkers uit de zorg en clienten zeggen we: Handen Thuis Rutte!

Dwangarbeid in de zorg? NEE

Bij de dringende vraag wat die 170.000 mensen nu moeten, als ze straks geen noodzakelijke zorg meer hebben, zegt de regering en zeggen de gemeenten: dan kunnen werklozen mooi gedwongen worden het werk van de ontslagen thuiszorgmedewerkers over te nemen, waarbij ze met behoud van uitkering werken. Dat is lekker goedkoop. Zo wordt iedereen gepakt. De ontslagen thuiszorgmedewerkers, maar ook de uitkeringsgerechtigden, die tot in lengte van dagen gedwongen worden te werken onder een bijstandsregiem zonder perspectief op betaald werk.

Dwangarbeid anno 2013

Ook in andere sectoren werken uitkeringsgerechtigden vaak onder slechte voorwaarden, terwijl ze vernederend behandeld worden en er geen perspectief is op uitstroom naar betaald werk. Men heeft geen contract, weet niet hoelang het werken met behoud van uitkering gaat duren. Sommigen werken al jaren zo. Dit is dwangarbeid, vindt het actiecomité. Je moet er gedwongen aan mee doen. Als je dat niet doet,  wordt je uitkering gekort, of zelfs stopgezet. Door met behoud van uitkering te werken, verdwijnen er banen waar wel loon tegenover staat. Kijk maar naar wat de regering wil in de thuiszorg! . Dit moet stoppen! Bijstandsgerechtigden, de thuiszorgmedewerkers, ja alle burgers verdienen geen armoede, maar fatsoenlijke behandeling en respect en gewoon goed werk met loon voor wie dat wil en kan.

Wij willen op 8 juni tot 12.00 uur verzamelen op de hoek van de Csaar Peterstraat en de Oostenburgergracht bereikbaar met bus 22 vanaf het Centraal Station halte Oostenburgergracht. Door de Csaar Peterstraat rijdt ook tramlijn 10. Dan vormen we een blok achter het spandoek 'Dwangarbeid in de thuiszorg? NEE' en sluiten ons aan bij de demonstratie, die in de Csaar Peterstraat begint en die naar het Oosterpark leidt. Zie voor verdere info over de demonstratie: www.strijdvoordethuiszorg.nl

actiecomité Dwangarbeid Nee --info@dwangarbeidnee.nl. 020 6898806/020 5856174/020 6370158www.dwangarbeidnee.nl

A href=

woensdag 14 november 2012

Ik zie het niet meer zitten in dit reintegratieproject. Hoe kan ik protesteren?

Achtergrond:

Veel werkzoekenden die een WW-uitkering van het UWV of een bijstandsuitkering van de gemeente hebben worden naar allerlei reintegratietrajecten verwezen. Dat kan een sollicitatietraining zijn in verschillende vormen maar ook een werkproject, waarbij je gedurende een langere periode arbeid moet verrichten met behoud van uitkering, dus zonder dat je een loon krijgt. Veel gemeenten hebben dergelijke projecten. Er kunnen verschillende momenten zijn waarop je het werk in dergelijke projecten niet meer ziet zitten. Dat kan al aan het begin zijn, maar ook later in het traject, wanneer je bijvoorbeeld beloofd is dat je na een half jaar of een jaar een contract zult krijgen en dit blijkt niet het geval te zijn. Beloftes in dit opzicht worden lang niet altijd waargemaakt.

Het komt dan ook voor, dat werkzoekenden wel tot drie jaar in zo'n project zitten. Dat is in strijd met de wet Stimulering Arbeids Participatie, maar het gebeurt toch. Ook in andere opzichten opereren gemeenten wel in strijd met deze wet, bijvoorbeeld wanneer het geen additionele arbeid betreft zodat bestaande betaalde arbeid wordt verdrongen of concurrentievervalsing optreedt. Dit is vaak het geval bij werkzoekenden die met behoud van uitkering bij commerciële werkgevers tewerk worden gesteld. Maar ook gemeenten zetten werklozen in om projecten, bijvoorbeeld de digitalisering van archieven, goedkoop uitgevoerd te krijgen. Ook nemen dergelijke werkgevers vaak zo iemand om bedrijfseconomische redenen. (Goedkope arbeidskracht) en wordt er voor scholing en begeleiding niet voldoende gezorgd. Dat is ook in strijd met de wet. (Onder additionele arbeid wordt verstaan een speciaal gecreëerde functie of een al bestaande functie, bovenformatief, die de uitkeringsgerechtigde alleen met begeleiding kan verrichten.)

Ook kan het zijn, dat je tijdens je werkzaamheden wordt geïntimideerd door werkmeesters of begeleiders, waarbij je je vernederd voelt. Je kunt er niet meer tegen. Vaak wordt gedreigd met stopzetting van de uitkering wanneer je hun opdrachten niet meer vervult. Ook kunnen zich misstanden voordoen op het gebied van werkomstandigheden en is het werk vaak zeer eenvoudig inpakwerk dat erg afstompend en geestdodend is, zonder dat je perspectief hebt op een regulier contract.

Hieronder volgen enkele tips over wat je kunt doen als je het niet meer ziet zitten. Als je naar de jurisprudentie kijkt bepaalt Burgemeester &Wethouders, die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de bijstandswet, wat je moet gaan doen, moet je luisteren, moet je een gemotiveerde indruk maken, moet je geen stoorzender zijn, moet je je persoonlijke mening over trajecten, als ze negatief zijn, niet uiten, moet je op tijd komen, kortom de model werknemer zijn. Rechters toetsen het gemeentelijk beleid in dezen marginaal. Maar dit betekent niet, dat je rechteloos bent. Er zijn verschillende wegen om de misstanden aan de kaak te stellen.

Wat kan ik doen:

·

Het is mogelijk met ons te overleggen over een collectieve actie van meerdere mensen in het project wanneer je met je collega's hebt overlegd en van mening bent dat je gezamenlijk wat moet doen. Wij kunnen je daarbij ondersteunen met adviezen, ook juridische, en wij hebben ervaring in het leggen van contacten met de pers en met de politiek. Misschien wil je eerst een besloten bijeenkomst van mensen uit het project om te overleggen. Dat kan bij ons op kantoor. Er zijn verschillende actievormen mogelijk, varierende van voorzichtig een brief schrijven in eerste instantie tot een actie op het project of de Bijstandsbond vertegenwoordigers treden in contact met bv de politiek om misstanden aan de kaak te stellen. Of bv het inschakelen van de Inspectie SZW. (Voorheen de Arbeidsinspectie). Maar alles gaat in overleg en de groep beslist.

·

In ieder geval zorgen dat je als het ware bewijs hebt van alles wat je beweert of aan acties onderneemt. Probeer zo veel mogelijk schriftelijk vast te leggen. Wat sommige mensen doen is een dagboek bijhouden met alle namen, gebeurtenissen en contacten. Je kunt je later anders veel dingen niet meer herinneren. Maar niet iedereen is een dagboekschrijver. Het hoeven ook geen vloeiende teksten te zijn, je kunt kort noteren wat er gebeurd is. En dat per dag indelen. Vaak worden bepaalde dreigementen alleen mondeling geuit. Noteer die ook. Met tijdstip, datum en wie wat gezegd heeft.

·

Bij klachten over je chefs of bijvoorbeeld werkmeesters schriftelijk reageren en kopie van maken. Vaak is er een klachtenprocedure bij de sociale dienst.

·

Als je het echt niet meer ziet zitten kun je je ziek melden en naar de huisarts gaan. Bespreek met hem/haar de situatie. De procedure is dan meestal dat een keuringsarts gaat beoordelen of je echt niet meer daar kunt werken. Soms gaat de intimidatie zover dat er geen keuringsarts aan te pas komt en een re-integratie ambtenaar cq de klantmanager aan de deur komt. Je hoeft hem/haar geen medische gegevens te verstrekken. Hij/zij kan ook niet beoordelen of je ziek bent. Ook komt het voor, dat de gemeente bij een ziekmelding alleen via het werkproject een verzuimbureau inschakelt, waarbij ook een niet-arts zegt dat je weer aan het werk moet. Meestal de volgende dag. Ga in dat geval naar je huisarts, laat hem/haar beoordelen of je kunt werken, blijf ziek thuis en dien een klacht in bij de sociale dienst van je gemeente dat je niet gezien bent door een keuringsarts.

·

Bij klachten over gedrag van leidinggevenden, probeer te zorgen dat je getuigen hebt.

·

Voordat je actie onderneemt kun je het beste vertrouwelijk overleggen met derden, die meer met dit bijltje gehakt hebben. Niet alleen kun je de huisarts inschakelen, maar ook een advocaat, of personen uit je omgeving. Blijf er niet alleen mee zitten.

·

Hou er rekening mee, dat hoe meer personen vertrouwelijk van de informatie op de hoogte zijn, hoe sterker je staat als het tot een conflict komt. Je kunt ook een gemeenteraadslid inschakelen die je vertrouwt en hem/haar vertrouwelijk inlichten. Uiteindelijk is het de gemeenteraad die verantwoordelijk is voor de situatie. Je kunt ook een vertrouwelijk gesprek vragen met de wethouder, maar kijk wel hoe die wethouder er in zijn algemeenheid over denkt.

·

Als er werkelijk sprake is van intimidatie en misstanden kun je er toch zeker van zijn dat ze als de dood zijn voor publiciteit. Ze zijn erg bang negatief in het nieuws te komen met hun misstanden. Onze ervaring is, dat als een werkzoekende voor zijn rechten opkomt en 'reuring' maakt ze plotseling uit een heel ander vaatje gaan tappen, zeker als veel mensen op de hoogte gebracht zijn van de misstanden, en dat ze dan aan 'damagecontrol' gaan doen.

Waar kan ik terecht:

In Amsterdam kun je terecht bij de advocaat van de Bijstandsbond. Maar ook uit de rest van het land kunnen mensen bellen om advies te vragen. Je kunt ook een andere advocaat raadplegen, natuurlijk. Wij hebben ook contacten in de vakbonden en bij politieke partijen. Probeer iemand te vinden die met je meegaat naar gesprekken die je kan ondersteunen en die als getuige kan optreden. Een van de mogelijkheden om dingen aan de kaak te stellen is de publiciteit zoeken. Daar kunnen wij ook bij helpen. Maar weet wat dat betreft wel waar je aan begint. Soms zijn uitkeringsgerechtigden die met behoud van uitkering werken helemaal aan het eind van hun latijn en ondervinden ze ten gevolge van het werkproject grote psychische problemen. Je zult in eerste instantie misschien zwaar onder druk komen te staan omdat men gaat dreigen met stopzetting van de uitkering of opschorting en die druk moet je tegen kunnen. Onze ervaring is weliswaar, dat uiteindelijk alles op zijn pootjes terechtkomt, maar dat kan even duren. Wij publiceren dan ook niets zonder je toestemming. Alles gebeurt bij ons in overleg, overeenkomstig jouw wensen.

Bezoekadres Bijstandsbond: Da Costakade 162, 1053 XD in het gebouw Tetterode op de hoek van de Kinkerstraat ter hoogte van de Bilderdijkstraat, tram 7,17,12 en 10. Inloopspreekuur dinsdag en donderdag van 11.00 uur tot 16.00 uur. Telefoon: 020-6898806 info@bijstandsbond.org

dinsdag 11 september 2012

Criminalisering van bijstandsgerechtigden

De neoliberale strafstaat van law and order is nu zover doorgeschoten, dat bijvoorbeeld bijstandsgerechtigden bij een kleine misstap zwaar worden gestraft en in een spiraal naar beneden terechtkomen van grote schulden en armoede. Het effect van het beleid is dat het bestaan aan de onderkant van de samenleving wordt bestendigd en een onderklasse wordt gecreëerd in plaats van tegengegaan. Een concreet voorbeeld uit de praktijk.

Een 59 jarige man in de bijstand loopt ongeveer een half jaar geleden met zijn rollator op straat, ’s morgens vroeg en hij ziet bij de Albert Heyn een stapel kranten liggen. De winkel is nog niet open en de man loopt naar de kranten en pakt een Telegraaf van die dag. Toevallig rijdt er een politieauto langs op surveillance. De auto stopt en de man wordt gearresteerd wegens diefstal en meegenomen naar het bureau. Hier wordt hij 12 uur opgesloten en pas daarna komt een agent hem halen om een verklaring af te leggen. De man werkt aan alles mee en ondertekent de verklaring, dat hij een Telegraaf heeft gestolen van een stapel kranten die voor de opening van de winkel bij de Albert Heyn lagen.

Daarop ontving de man een brief van de Officier van Justitie dat de politierechter hem veroordeeld had tot een boete van 250 euro. Betaling in termijnen was niet mogelijk. De man met de bijstandsuitkering heeft geen geld en betaalde niet omdat hij het simpelweg niet kon betalen. Daarop ontving hij diverse aanmaningen die hij ook niet kon betalen. Het bedrag werd steeds hoger. Uiteindelijk legde deurwaarder De Klerk en Vis beslag op zijn bijstandsuitkering. Het te betalen bedrag was inmiddels opgelopen tot 567,14 euro.

Daar bleef het echter niet bij want Albert Heyn had zich gesteld als benadeelde partij. De politierechter oordeelde dat AH een schadevergoeding moest krijgen van 70 euro. Ook daar is de deurwaarder aan te pas gekomen zodat dat bedrag nu is opgelopen tot 300 euro en ook daarvoor is beslag gelegd..

De man betaalt nu 46,79 euro per maand van zijn bijstandsuitkering om de schuld af te lossen. Als in mei 2013 het vakantiegeld wordt ingehouden is de man van zijn schuld en straf af.

Bijna 900 euro voor een Telegraaf van 1,50 euro en 12 uur in de bak. Terwijl je al op het absolute minimum zit en meer dan een half jaar beneden het bestaansminimum moet leven.

donderdag 24 mei 2012

Voorbeeld bezwaarschrift verlaging langdurigheidstoeslag in de gemeente Amsterdam

Burgemeester & Wethouders van Amsterdam

Afdeling Bezwaar & Beroep

Postbus 9889

1006 AN  AMSTERDAM

 

 

Amsterdam,  24 mei 2012

Administratienummer:

 

BEZWAARSCHRIFT

 

 

Mevrouw/ de heer…….. komt hierdoor in bezwaar tegen uw besluit van  april 2012 (bijlage).

 

Blijkens het bestreden besluit is over 2012 een langdurigheidstoeslag toegekend ten bedrage van € 234,-

 

Eind maart 2012/begin april 2012 heb ik een aanvraag voor de langdurigheidstoeslag ingediend. Op het moment van aanvraag gold de verordening langdurigheidstoeslag Wet Werk en Bijstand als bekendgemaakt op 11 februari 2009 in het gemeenteblad 2009, AFD.3A, nr.35/77. Ingevolge deze verordening heb ik recht op een bedrag aan langdurigheidstoeslag van € 368,-- zijnde 40 % van de bijstandsnorm. In casu is echter slechts een bedrag toegekend van € 234,--. Alhoewel dit niet in het bestreden besluit staat vermeld, is inmiddels bekend geworden, dat hierbij is aangesloten bij de verordening langdurigheidstoeslag Wet Werk en Bijstand zoals die op 4 april 2012 door de gemeenteraad is aangenomen en welke verordening met terugwerkende kracht in werking is getreden tegen 1 januari 2012. Ingevolge die verordening heb ik slechts recht op een bedrag aan langdurigheidstoeslag van zijnde 25 % van de bijstandsnorm oftewel € 234,--.

 

In art. 36, eerste lid WWB is de basis voor de langdurigheidstoeslag opgenomen. In art.8 WWB is bepaald dat de gemeenteraad een verordening dient vast te stellen met betrekking tot de langdurigheidstoeslag waarin de hoogte van de langdurigheidstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen langdurig en laag inkomen zijn geregeld.

De gemeente mag zelf de hoogte van de toeslag bepalen, wel wordt verwacht dat er tenminste aansluiting wordt gezocht bij de bedragen die onder de “oude” landelijke regeling golden. Voor een alleenstaande was dit “oude” bedrag aan langdurigheidstoeslag in 2004 € 318,--, zie hoofdstuk 4.3 MvT bij de WWB.

 

Tot 1-1-2009 was de (hoogte van) de langdurigheidstoeslag landelijk geregeld. Per 1-1-2009 is de Ldt gedecentraliseerd. Gemeenten mogen de Ldt zelf invullen. In de Memorie van Toelichting bij de Wet Decentralisering Langdurigheidstoeslag en op bevordering van maatschappelijke participatie gerichte ondersteuning huishoudens met schoolgaande kinderen is in hoofdstuk 2.3 het volgende neergelegd: “verwacht mag worden, dat de toekomstige regelingen op locaal niveau de huidige doelgroep niet zullen uitsluiten en dat gemiddeld genomen de hoogte van de locale langdurigheidstoeslag ook weinig zal afwijken van de huidige landelijke regeling, waardoor zich geen grote inkomenseffecten zullen voordoen”.

 

Het is dus de bedoeling van de wetgever geweest dat het bedrag aan langdurigheidstoeslag slechts gering zal afwijken van het normbedrag. Ingevolge de verordening zoals die is vastgesteld per 01-01-2009 geldt voor 2011 een bedrag voor een alleenstaande aan Ldt van € 368,--, welk bedrag dus weinig afwijkt van de vorige landelijke regeling, indien we op het aanvankelijke normbedrag een inflatiecorrectie toepassen. In casu is een bedrag toegekend van € 234,-- en dat is niet de wens geweest van de wetgever, waarbij kan worden verwezen naar hetgeen daaromtrent hiervoor is vermeld. In deze is er immers sprake van een toeslag die zeer fors afwijkt van de vroegere landelijke regeling en er doet zich een groot inkomenseffect voor. De toeslag  is met de nieuwe verordening met 37,5 % verlaagd ten opzichte van de vorige verordening.

 

Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dus dat de gemeente in de verordening regels moeten stellen met betrekking tot de hoogte van de toeslag en dat daarbij moet worden aangesloten bij het “oude” normbedrag. De gemeenteraad heeft in deze dan ook de grenzen van de verordeningsbevoegdheid overschreden door in de verordening, zoals die is vastgesteld op 4 april 2012, percentages op te nemen die substantieel lager zijn dan het oude normbedrag. Weliswaar heeft de gemeenteraad in deze beleidsvrijheid, maar die vrijheid is door de wetgever beperkt door expliciet aan te geven dat aansluiting moet worden gezocht bij het oude normbedrag. In de toelichting bij de huidige verordening langdurigheidstoeslag wordt dan ook ten onrechte gemeld dat in Amsterdam de bedragen nauw aan zouden sluiten op de oude bedragen. De gemeenteraad heeft dan ook haar beoordelingsvrijheid overschreden. Ik ben dan ook van oordeel dat dit onderdeel van de verordening onverbindend is.

 

De langdurigheidstoeslag is primair bedoeld voor de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen. Een duurzaam gebruiksgoed voor een alleenstaande is echter net zo duur als een duurzaam gebruiksgoed voor een gezin of een alleenstaande ouder. Desalniettemin is de toeslag fors lager dan de toeslag die een alleenstaande ouder ontvangt of een gezin met kinderen. In art. 26 IVBPR is een gebod neergelegd om wettelijke regels te vrijwaren van iedere vorm van door die bepaling verboden discriminatie. Wel mag er onderscheid worden gemaakt als daarvoor een redelijke en objectieve grond kan worden aangedragen. Echter iedere onderbouwing, voor het feit dat een alleenstaande slechts de helft krijgt toegekend van wat een alleenstaande ouder krijgt toegekend, ontbreekt. Nu duurzame gebruiksgoederen voor beide categorieën een gelijke prijs hebben, ontbeert het verschil een redelijke en objectieve grondslag en is derhalve strijdig met het bepaalde in art. 26 IVBPR. De hoogte van de langdurigheidstoeslag van dient dan ook gelijk te zijn aan die van bijvoorbeeld een éénoudergezin.

 

Ingevolge art. 6 van de huidige verordening langdurigheidstoeslag kan in gevallen waarin strikte toepassing van de regels leidt tot een onbillijke of onredelijke situatie voor de aanvrager, het college besluiten in gunstige zin van het hierin bepaalde af te wijken. In casu gaat het om een procentuele verlaging van 37,5 % en dit voor mensen die langdurig een laag inkomen hebben. In een dergelijk geval is er al snel bij een verlaging van 37,5 % sprake van een onbillijke of onredelijke situatie. In deze is echter in het geheel niet onderzocht of in dit onderhavige geval er sprake is van een onbillijke of onredelijke situatie. Overigens kan in zijn algemeenheid worden opgemerkt dat van de bevoegdheid als neergelegd in art. 6 van de verordening in geen enkel geval gebruik is gemaakt. De gemeenteraad heeft die opdracht echter wel gegeven aan B&W.

 

In casu is dus de verordening toegepast zoals die op 4 april 2012 door de gemeenteraad is aangenomen. Deze verordening is per 1 januari 2012 in werking getreden..In casu is direct de verordening met terugwerkende kracht gaan gelden vanaf 1 januari 2012. Een dergelijke wijze van handelen is in strijd met de rechtszekerheid. Voorts is het zo dat ik nadeel heb ondervonden, doordat op het moment dat ik de aanvraag deed, immers nog steeds de oude verordening gold met het hogere bedrag aan langdurigheidstoeslag. Een dergelijke wijze van handelen is ook in strijd met het vertrouwensbeginsel. Ik mag wanneer ik een aanvraag doe er immers op vertrouwen dat ik een toeslag toegekend krijg naar de hoogte van de op dat moment geldende verordening.

 

Ten aanzien van het aspect terugwerkende kracht in de huidige verordening kan allereerst worden opgemerkt dat deze terugwerkende kracht in mijn nadeel werkt. In casu was het voor mij ook niet voorzienbaar dat er in deze sprake zou zijn van een bijzondere omstandigheid die een inbreuk wettigt op de eisen van de rechtszekerheid berustende rechtsbeginsel dat wetgevende maatregelen alleen voor de toekomst behoren te gelden, zie ook het arrest van de Hoge Raad van 24 april 2009, Ljn: BG 4806.

 

In de jurisprudentie is er diverse malen aandacht besteed aan terugwerkende kracht bij verordeningen. Grote gemene deler in die uitspraken is dat er allereerst sprake moet zijn van bijzondere omstandigheden. Vervolgens komt de voorzienbaarheid aan de orde. Met betrekking tot het onderdeel terugwerkende kracht kan bijvoorbeeld worden verwezen naar CRvB 27 maart 1979, AB1980, 91. Volgens het Europese Hof van Justitie 26 april 2005, nr. C-376/02 verzet het vertrouwens- en rechtszekerheidsbeginsel zich niet op voorhand tegen de terugwerkende kracht van een wetswijziging. Terugwerkende kracht is alleen toegestaan als dit voor een doel van algemeen belang noodzakelijk is en het rechtmatig vertrouwen van de betrokkene naar behoren in acht wordt genomen. Van algemeen belang is sprake wanneer die terugwerkende kracht beoogt te voorkomen, dat tijdens de wetgevingsprocedure op grote schaal constructies worden toegepast, die juist met die wetswijziging worden tegengegaan. Voor het rechtmatig vertrouwen is van belang dat de marktdeelnemers van de komende wetswijziging en voorgenomen terugwerkende kracht ervan, op zodanige wijze in kennis zijn gesteld, dat zij in staat zijn te begrijpen welke gevolgen de voorgenomen wetswijziging voor hun handelingen heeft.

 

In casu kan niet worden gesteld dat het hier een doel betreft van algemeen belang, het voldoet immers niet aan de criteria als door het Europese Hof hiervoor geschetst.

 

Ook in een circulaire van de minister-president van 18 november 1992, met als citeertitel “aanwijzingen voor de regelgeving is in aanwijzing 167, sub 1” neergelegd, dat aan een regeling slechts terugwerkende kracht wordt verleend, indien daarvoor een bijzondere reden bestaat. Ik betwist dat er in casu sprake zou zijn van een bijzondere reden die de terugwerkende kracht in deze rechtvaardigt.

 

In deze kan voorts worden verwezen naar de Centrale Raad van Beroep 31 oktober 1935 AB1936, 169, waarbij de Centrale Raad de terugwerkende kracht heeft getoetst aan het algemene rechtsbeginsel van rechtszekerheid en waarin de Centrale Raad een verbod van terugwerkende kracht heeft geformuleerd van een voor de burger nadelige wijziging van een regeling, zoals in casu het geval is, zie ook Centrale Raad van Beroep 20 oktober 1983, AB1984, 100.

 

Het bestreden besluit kan dan ook niet gedragen worden door een deugdelijke motivering.

 

ik verzoek u het besluit te heroverwegen en mij een toeslag toe te kennen met inachtneming van het hiervoor vermelde.

 

Hoogachtend,

 

donderdag 15 maart 2012

Uitspraak Commissie Gelijke Behandeling (CGB): Stichting Pantar Amsterdam, gericht op sociale werkvoorziening, heeft zich schuldig gemaakt aan victimisatie

15-03-2012. Persbericht Bijstandsbond

Pantar heeft in 2011 geprobeerd te voorkomen dat een werkzoekende die zij bemiddelden een klacht indiende bij de Commissie Gelijke behandeling  omdat hij naar zijn mening door een potentiele werkgever, een uitgever, discriminerend behandeld werd. Hij was door Pantar naar de werkgever gestuurd om daar een participatieplaats te gaan vervullen, werken met behoud van uitkering.
Na het indienen van de klacht heeft Pantar de man op 17 augustus 2011 laten weten dat hij niet meer zou worden bemiddeld en begeleid in afwachting van het oordeel van de Commissie. Op 25 oktober 2011 heeft de stichting besloten de man voor interne trajecten weer te bemiddelen.
Dat ‘bemiddelen’ houdt echter in, dat de man kon kiezen tussen een traject voor ontspoorde jongeren, de Zeehoeve, of een half jaar schoffelen bij de plantsoenendienst.
In het nabije verleden hebben zich meer incidenten voorgedaan waarbij Pantar probeerde te voorkomen dat werkzoekenden die zij bemiddelden van hun rechten gebruik maakten. Hierover is onder andere een televisieuitzending gemaakt van het programma Twee Vandaag in mei 2011.
www.cgb.nl  zaaknr 2012-38 en 39

Mensen die onder de WSNP vallen en met de huishoudtoets te maken hebben moeten zo snel mogelijk contact opnemen met de bewindvoerder

Bijstandsgerechtigden die vanaf 1 juli 2012 onder de huishoudtoets of huishoudinkomenstoets vallen en die daardoor hun uitkering verliezen en die in de Wet Schuld Sanering Natuurlijke personen (WSNP) zitten moeten zo snel mogelijk contact opnemen met de bewindvoerder. Deze mensen hebben namelijk vanaf 1 juli geen eigen inkomen meer en de andere gezinsleden zijn niet verantwoordleijk voor de schulden en hoeven die niet over te nemen. Daardoor dreigen de bijstandsgerechtigden die hun uitkering verliezen uit de WSNP te vallen. Met de bewindvoerder moet contact worden opgenomen om te bezien hoe het vanaf 1 juli verder moet. Van belang hierbij is dat je niet verwijtbaar geen inkomen hebt. En dat in principe de WSNP dus gewoon door kan lopen. Zodat je na 3 jaar schuldenrvij/gesaneerd bent. De overkoepelende organisatie van bewindvoerders is hierover in overleg met de Rechtbanken.

maandag 30 januari 2012

Centrale Raad van Beroep zet de gang van zaken bij bijzondere bijstand nog eens op een rijtje

De Centrale Raad van Beroep heeft in een uitspraak/CRvB 20/12/2011, nr 10-2513 WWB, LJN BV0080- de gang van zaken bij het verlenen van bijzondere bijstand nog eens op een rijtje gezet. Het maakt maar weer eens duidelijk, dat in dagelijkse gesprekken vaak wordt gezegd als je krap zit, kun je toch bijzondere bijstand aanvragen. Maar dat dit in de praktijk dat nog niet zo eenvoudig is. De Centrale Raad deed uitspraak naar aanleiding van een geval, waarin de gemeente een aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van een wasmachine had afgewezen omdat de kosten niet voortvloeien uit bijzondere omstandigheden.
De CRvB baseert zich voor de criteria op artikel 35 lid 1 WWB
  • Eerst beoordeeld dient te worden of de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd zich voordoen
  • Vervolgens of die kosten in het individuele geval van de alleenstaande of het gezin noodzakelijk zijn
  • Daarna of die kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden.
  • Tenslotte dient de vraag te worden beantwoord of de kosten kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm. 
De CRvB oordeelt dat de kosten van een wasmachine tot de incidenteel voorkomende algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan behoren die in beginsel dienen te worden bestreden uit het inkomen op bijstandsniveau, hetzij door middel van reservering, hetzij door middel van gespreide betaling achteraf. Met andere woorden± je maakt eerst maar eens schulden, en dan zien we wel verder. Belanghebbende had een inkomen dat meer bedroeg dan de voor hem geldende bijstandsnorm en had voor de kosten van een wasmachine kunnen reserveren of op een lening voor een wasmachine kunnen aflossen. Het ontbreken van (voldoende) reserveringsruimte of aflossingsruimte in verband met schulden en de daaruit voortvloeiende betalingsverplichtingen, is niet aan te merken als een bijzondere omstandigheid in de zin van artikel 35 lid 1 WWB. Dat aan belanghebbende eerder bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen was toegekend, houdt niet een toezegging in dat in de toekomst aanvragen om bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen worden ingewilligd. Dit is een betreurenswaardige uitspraak volgens mij want tot nu toe was het beleid bijvoorbeeld in Amsterdam dat je met een afwijzing van een lening bij de Kredietbank wel bijzondere bijstand kon krijgen. Dat wordt hier onderuit gehaald. Ook als je al schulden hebt, kom je niet voor bijzondere bijstand in aanmerking.
P vdL

zaterdag 4 juni 2011

Megazitting Rechtbank Amsterdam op dinsdag 7 juni over regeling voor chronisch zieken en gehandicapten in Amsterdam

Persbericht Bijstandsbond
03-06-2011

Aanstaande dinsdag dienen 27 zaken voor de rechtbank Amsterdam over de chronisch zieken regeling van de gemeente Amsterdam. Vorig jaar heeft de gemeente Amsterdam een nieuwe regeling ingevoerd voor bijzondere bijstand aan chronisch zieken en gehandicapten in Amsterdam. Daarbij werd bij veel mensen de bijzondere bijstand soms met honderden euro’s per maand teruggebracht. De rechtbank heeft op 28 juli 2010 uitgesproken, dat deze nieuwe regeling niet deugt en in strijd is met de wet. Het beleid van de wethouder werd dus afgeschoten. Ook de landelijke voorzieningen voor chronisch zieken en gehandicapten worden in het kader van de bezuinigingen steeds meer uitgekleed. Zo zijn er plannen voor een grote groep het Persoonsgebonden Budget (PGB) af te schaffen. Maar het beleid van de gemeente Amsterdam is nu wederom onderwerp van discussie voor de rechter. De gemeente heeft in feite de uitspraak van de rechter van 2010 naast zich neergelegd. De mensen die de rechtszaak hadden aangespannen en hadden gewonnen kregen in oktober 2010 een brief, waaruit bleek dat ze alsnog onder de nieuwe regeling zouden worden gebracht, alsof er geen uitspraak van de rechter was geweest. Daartegen hebben verschillende mensen bezwaar aangetekend en enkelen van hen, waarbij gezegd werd: we gaan naar de daadwerkelijke kosten kijken, zijn in beroep gegaan. In werkelijkheid kijkt de gemeente nl niet naar de daadwerkelijke kosten maar volgt ze voor een vergoeding de standaardnormen van de belastingen voor belastingaftrek, zoals bij dieetkosten en maaltijdvergoeding.
In de nieuwe regeling zijn er modules voor bepaalde onkosten vanwege chronische ziekte of handicap. Je kunt maximaal 20 euro per module krijgen en het aantal modules is 8.
De rechtbank Amsterdam heeft afgelopen woensdag een kritische fax gestuurd aan de gemeente, met allemaal vragen, onder andere waar dat bedrag van maximaal 20 euro per module op gebaseerd is en hoe de gemeente aan dat bedrag komt. Aan het eind van de fax deelt de rechtbank mee, dat er nog veel meer vragen zijn, die op de zitting aan de orde zullen komen.

Voor meer informatie:
Piet van der Lende 020-6898806 info@bijstandsbond.org
Mark van Hoof 0647816228 info@vhmadvocaten.nl

03-06-2011

donderdag 28 april 2011

Verstrekken van informatie aan de werkzoekende over het traject en de voorafgaande cursus die hij/zij verplicht moet gaan volgen

Regelmatig komt op het spreekuur van de Bijstandsbond iemand met de klacht, dat hij door de klantmanager is verwezen naar een traject, en dat de betrokkene te verstaan werd gegeven dat hij verplicht is hier naartoe te gaan. Op vragen over de inhoud van het traject wordt dan geen antwoord gegeven, vaak omdat de klantmanager het ook niet weet omdat het traject wordt uitgevoerd door derden. Wanneer men na verwijzing een gesprek krijgt dat als een soort intakegesprek functioneert voor het volgen van het traject is de informatie vaak ook heel summier. Of u hier maar even wilt tekenen. De Centrale Raad van Beroep heeft nu in een situatie, die veel lijkt op voorgaande beschrijving een uitspraak gedaan. Een waarschuwing is daarbij wel op zijn plaats. Het betreft natuurlijk altijd individuele specifieke situaties, waaruit vaak moeilijk algemene richtlijnen uit af te leiden zijn. Denk dus niet zomaar: o, ik heb onvoldoende informatie naar mijn mening, ik ga niet naar een training.

De uitspraak luidt in het kort als volgt.

Het college bepaalt welke voorziening gericht op arbeidsinschakeling aan een belanghebbende wordt aangeboden. Op grond van artikel 9 lid 1 onderdeel b WWB is belanghebbende in beginsel verplicht om van deze aangeboden voorziening gebruik te maken.

Een belanghebbende kan niet worden verweten niet aan een training in het kader van een werkervaringsplaats te hebben deelgenomen als voorafgaand aan de training die is bedoeld als voorbereiding van de uitvoering van de werkzaamheden, ondanks daartoe strekkend verzoek van de belanghebbende, onvoldoende duidelijkheid is verschaft over de te verrichten werkzaamheden.

CRvB 28-02-2011, nr. 08/6846 WWB, LJN: BP8160

De betrokkene was door de gemeente aangemeld voor een werkervaringsplaats bij het zogenoemde Teli-project, een initiatief van tien gemeenten in de provincie Drenthe (waaronder de gemeente Midden-Drenthe) om huishoudens met lage inkomens te stimuleren energiebesparende maatregelen te nemen. Hiertoe worden huishoudens aangeschreven om pakketten te bestellen met energiebesparende producten. De pakketten worden na een telefonische afspraak door een adviseur thuisbezorgd, waarbij tevens advies wordt gegeven. Werkzoekenden - waaronder de betrokkene - zouden, na een technische opleiding en een sociale vaardigheidstraining, bij dit project worden ingezet als administratief (loket)medewerker, als adviseur of in een gecombineerde functie.

In het kader van het Teli-project heeft betrokkene op 11 oktober 2007 een kennismakingsbijeenkomst bijgewoond. Zij is vervolgens uitgenodigd voor een training op 30 november 2007. Bij die gelegenheid is zij niet verschenen. De projectleider heeft daarover met haar telefonisch contact gehad, waarbij ook de aard van de werkzaamheden aan de orde is geweest. Daarna is zij uitgenodigd voor een training op 7 december 2007. Ook op die training is zij niet verschenen. Op 2 januari 2008 heeft zij met haar consulente van de afdeling Werk van de gemeente Midden-Drenthe (hierna: consulente) gesproken over haar arbeidsverplichtingen. Daarbij is de weigering om op 7 december 2007 op de training aanwezig te zijn ook aan de orde geweest. Bij besluit van 16 januari 2008 heeft het College de bijstand over de maand januari 2008 met 50% verlaagd op de grond dat zij op 7 december 2007 niet is verschenen op de training voor het Teli-project, zodat zij niet voldoende gebruik heeft gemaakt van een door het College aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling. De betrokkene is van mening dat haar niet kan worden verweten dat zij niet heeft deelgenomen aan deze training, waartoe zij - samengevat - heeft aangevoerd dat haar voorafgaand aan de training niet duidelijk was geworden welke werkzaamheden nu precies van haar werden verwacht, waarbij met name haar vrees (wegens eerdere negatieve ervaringen) dat sprake zou zijn van colportageachtige activiteiten niet kon worden weggenomen. Bovendien had zij van haar consulente begrepen dat zij slechts bij de administratieve onderdelen van het project zou worden ingezet.

De Centrale Raad is van oordeel dat betrokkene op goede gronden vooraf meer duidelijkheid heeft verlangd over de door haar te verrichten werkzaamheden, in het bijzonder die van adviseur. Van de projectleiding mocht worden verwacht dat die duidelijkheid al was gegeven voorafgaand aan de training. Deze training was immers bedoeld als voorbereiding op de uitvoering van de werkzaamheden. Wat daarvan verder zij, ter zitting van de Raad heeft de vertegenwoordiger van het College niet kunnen bevestigen dat die duidelijkheid ook nog bij de start van de training op 7 december 2007 had kunnen worden verkregen. De Raad is van oordeel dat betrokkene niet kan worden verweten dat zij niet aan de training van 7 december 2007 heeft deelgenomen.

Piet
p
















woensdag 13 april 2011

Project opsporen vaders van bijstandsvrouwen met kinderen

12-04-2011. DWI spreekt vaders aan op zorgplicht, GroenLinks vindt dat middel niet erger mag zijn dan kwaal en stelt vragen in de gemeenteraad. (Zie ook bericht hier beneden)
GroenLinks vindt dat dit project zeer zorgvuldig moet worden uitgevoerd. Het middel mag niet erger zijn dan de kwaal. Niet voor niets willen sommige bijstandsmoeder niets meer met de vader van hun kinderen te maken hebben; sommige vaders zijn ook gewoon nare mannen die hun vrouw en kinderen mishandelen. Meer.........

dinsdag 5 april 2011

Nieuw project Dienst Werk en Inkomen om achter de naam van de vader van kinderen in een een-ouder gezin te komen.

De gemeente Amsterdam is van mening dat door betere handhaving en de nalevingsbereidheid er bespaard kan worden op het totale bedrag dat de gemeente uitgeeft aan de bijstand. In dit kader is bijvoorbeeld in de afgelopen tijd een speciaal project uitgevoerd door de afdeling handhaving waarbij bijstandsgerechtigden werden opgeroepen die naast hun uitkering inkomen uit arbeid hebben. Daarbij werd en wordt onderzocht in hoeverre die mensen meer kunnen gaan werken zodat de gemeente op de uitbetaling van uitkeringen kan besparen.

De afgelopen week kwamen veel vrouwen op het spreekuur van de Bijstandsbond die hoofd zijn van een een-ouder gezin en die een standaardbrief van de DWI hadden ontvangen waarin wordt aangekondigd dat zij een oproep kunnen ontvangen voor een gesprek. In dat gesprek is het onderwerp in hoeverre het mogelijk is om de vader van hun kinderen aan te spreken op zijn onderhoudsplicht. Volgens artikel 62 van de Wet Werk en Bijstand is de vader namelijk-indien hij over voldoende inkomen beschikt- verplicht alimentatie te betalen waardoor bespaard kan worden op de bijstandsuitkering van de moeder. Daarbij zijn er twee mogelijkheden. Ten eerste kan de bijstandsvrouw alimentatie ontvangen en ontvangt zij navenant minder bijstand. De bijstand vult aan tot de norm van een een-ouder gezin. Soms vordert de DWI rechtstreeks een bedrag bij de vader en krijgt de bijstandsvrouw de volledige uitkering.

In de brief staat dat de bijstandsvrouwen verplicht zijn aan een onderzoek mee te werken, cq de naam van de vader te noemen. En zijn verblijfplaats of adres. Dit omdat de bijstandsvrouw verplicht is alle inlichtingen te verstrekken die van belang is voor het vaststellen van het recht op een uitkering cq alle informatie te verstrekken die van belang is voor het vaststellen van de hoogte van de uitkering. Wij zijn van mening, dat er zich omstandigheden kunnen voordoen waarin de bijstandsvrouw kan zwijgen. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is geweest van huiselijk geweld of als de bijstandsvrouw kan aantonen, door het verstrekken van informatie over de vader in moeilijkheden te zullen komen. Dit is trouwens ook een risico dat ontstaat als de DWI zelf op zoek gaat naar de vader en bedragen bij hem gaat vorderen. Wanneer zij zwijgt kan de DWI zich op het standpunt stellen, dat de vrouw toch de naam moet noemen en dat het aan het DWI is om te bepalen of ze wel of niet actie ondernemen richting de vader.

In de tweede plaats is het zo, dat de bijstandsvrouw kan zeggen dat zij het niet weet. En soms is dat ook zo. Hou er echter wel rekening mee, dat in het kader van het project druk zal worden uitgeoefend ook op vrouwen die zeggen het niet te weten om toch informatie te verstrekken. Als je het werkelijk niet weet, houdt het op. Maar in andere situaties kun je het moeilijk krijgen. Er kunnen zich verschillende problematische situaties voordoen. Behalve de privacy aspecten kan bijvoorbeeld de vrouw de naam van de vader noemen en het DWI benadert de vader. Die wordt kwaad. Ik, de vader, de groeten, ik ben de vader helemaal niet. En vervolgens zoekt hij de vrouw op.

De woordvoerder van DWI geeft aan dat er vanzelfsprekend rekening wordt gehouden met de specifieke situatie van de moeder.

Gezegd moet worden dat het bij dit onderwerp gaat om een rechtsgebied, waarbij de rechten en plichten in sommige opzichten onduidelijk zijn. Er is nauwelijks recente jurisprudentie opgebouwd, en de gemeente Amsterdam heeft zich de afgelopen jaren nauwelijks met dit onderwerp bezig gehouden, bij veel bijstandsvrouwen is nooit naar de vader van de kinderen gevraagd.

Voor meer informatie:
Bijstandsbond 020-6898806
info@bijstandsbond.org

zaterdag 12 februari 2011

Geeft NOOIT uw Digid code af, ook niet aan functionarissen van de overheid

Op 25 maart van vorig jaar schreven wij een persbericht over een ambtenaar van de sociale dienst in Tilburg die bij een klant vroeg naar de inlogcode DigID.
Allerlei instellingen gaan in Nederland steeds meer over op de mogelijkheid, uitkeringen of andere diensten digitaal aan te vragen. Het voorbeeld uit Tilburg laat zien, dat deze methode tamelijk fraudegevoelig is.

Overheidszaken kun je via internet regelen met de Digitale Identificatie code (DigId). De aanvraag van een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie bijvoorbeeld, of uw belastingaangifte of ene uitkering aanvragen. Hierbij moet de overheid alleen wel zeker weten wie u bent. Aan het loket laat u dan uw paspoort of uw rijbewijs zien, of u zet een handtekening. Op internet gebruiken we hiervoor DigiD. Je kunt een DigId inlogcode aanvragen via een website. Je krijgt dan een inlognaam en een wachtwoord. Op de website staat duidelijk dat je deze gegevens NOOIT aan derden moet verstrekken. Ze zijn strikt persoonlijk en alleen voor jezelf bestemd om je als persoon tegenover de overheid op internet te identificeren.

De Dienst Werk en Inkomen in Amsterdam heeft aangekondigd, dat het in de toekomst mogelijk is uitkeringszaken te regelen via een digitaal loket op www.werk.nl
De mogelijkheden al je adminstratieve taken via de computer af te handelen breiden zich uit. Voorlopig zullen in Amsterdam alleen klanten van het marktplein Oost/Centrum van deze faciliteit gebruik kunnen maken. Dit is voor de Bijstandsbond aanleiding nog eens de volgende waarschuwing te doen uitgaan. Geef nooit je Digidcode af, aan niemand.

Een sociale dienst ambtenaar uit Tilburg blijkt haar positie misbruikt te hebben om een klant van de dienst haar inlognaam en wachtwoord af te troggelen in verband met (controle op) de aanvraag kinderopvangtoeslag bij de belastingdienst. De ambtenaar wilde toen gebruikersnaam en wachtwoord weten en de klant heeft haar deze gegeven en op een papiertje geschreven.

Er bestaan veel hulpverleningssituaties, waarin afhankelijkheids en machtsrelaties bestaan. Hoewel wij ervan overtuigd zijn dat de meeste hulpverleners en functionarissen van de overheid van goede wil zijn, betekent de invoering van de Digid code in dit soort situaties toch dat het fraudegevoelig is. Je kunt mensen onder valse voorwendselen hun code aftroggelen. ‘Ik help je wel even’. Vervolgens kun je je tegenover de overheid digitaal voordoen als meneer of mevrouw die en die en zonder dat de eigenlijke mevrouw of meneer die en die het weet, allerlei dingen aanvragen en op je giro laten storten. Hoewel misschien in de verschillende systemen waarborgen zijn ingebouwd om dit te voorkomen houdt de Digid code toch bepaalde risico’s in.

Het is absoluut niet toegestaan dat ambtenaren hiernaar vragen. Wij hebben de betrokken klant in Tilburg geadviseerd onmiddelijk haar wachtwoord te veranderen. GEEF NOOIT je inlognaam en wachtwoord af aan wie dan ook. (Ook niet aan personen die zich voordoen als ICT -ers en die zich via Email of telefonisch of aan het loket voordoen als functionarissen van de overheid.)
We gaan ervan uit, dat de Dienst Werk en Inkomen richtlijnen voor de klantmanagers en andere functionarissen zal uitvaardigen, waarin staat dat zij nooit naar de Digid code vragen en dat de Dienst ervan uitgaat, dat het aanvragen van een Digid code vrijwillig is. Klanten mogen niet onder druk gezet worden de code aan te vragen.
Dit is tevens bedoeld als een oproep aan mensen zich ook bij ons te melden als ze dit wel hebben meegemaakt.

Sparen voor de oude dag

Op 08 februari kwam een man op het spreekuur met het volgende probleem. Door de gebrekkige administratie van het bevolkingsregister in Marokko in het verleden werd van de man niet de geboortedatum genoteerd, wel het geboortejaar. Bij zijn komst naar Nederland lang geleden is bij inschrijving in het Nederlandse bevolkingsregister de datum 1 januari aangehouden. Dit schijnt in de gemeentelijke basisadministratie gebruikelijk te zijn. Toen de man de leeftijd van 62 jaar had bereikt, op 1 januari dus officieel, zei de werkgever dat de werknemer een beroep zou kunnen doen op een VUT regeling via het sociaal fonds waarbij die werkgever was aangesloten. Na die drie jaar zou de man dan een beroep kunnen doen op AOW, in dit geval met aanvullende bijstand ook uitbetaald door de Sociale Verzekerings Bank. (SVB) Dit laatste omdat de man niet vanaf zijn 18e in Nederland gewoond heeft maar pas op latere leeftijd hier is gaan wonen. Je bouwt als je in Nederland woont vanaf je achttiende iets meer dan 2 procent AOW rechten op en dus had de werknemer onvoldoende rechten opgebouwd voor een volledige AOW.

Het sociaal fonds dat de VUT regeling uitvoert en de werkgever hebben afgesproken dat de regeling voor 3 jaar geldt. Voor deze werknemer ging de regeling dus in op 1 januari van het jaar waarin hij 62 werd. En nu komt het. Bij de uitvoering van de sociale zekerheidswetten zoals de AOW wordt als ingangsdatum voor mensen waarvan de geboortedatum onbekend is niet 1 januari aangehouden maar het midden van het jaar, dus 1 juli. Dit op grond van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep uit de negentiger jaren van de vorige eeuw. Dit wordt door de SVB als richtlijn aangehouden. De werknemer heeft nu gebruik kunnen maken van de VUT regeling vanaf 1 januari van het jaar, waarin hij 62 werd tot 1 januari van het jaar waarin hij 65 is geworden. Dat kan niet langer, want de VUT regeling duurt maximaal 3 jaar. En de AOW gaat pas 1 juli in. Er ontstaat dus een gat van een half jaar waarin de man geen inkomen heeft. Hij zal voor zijn inkomen een beroep moeten doen op de bijstand en als hij vermogen heeft zoals spaargelden heeft hij pech gehad. In het onderhavige geval maakt dat niet veel uit, want ook na zijn 65ste zal deze man een beroep moeten doen op aanvullende bijstand. Anderen hebben dit soms niet nodig omdat zij naast een onvolledige AOW uitkering aanvullend pensioen ontvangen uit de tijd dat zij werkten waarmee zij op of boven het sociale minimum uitkomen. In dat geval is het wel schrijnend als iemand tijdelijk noodgedwongen ene beroep moet doen op bi9jstand, want dan mag je geen vermogen hebben boven een beperkt bedrag.

De werkgever en het sociaal fonds stellen zich op het standpunt, dat de VUT regeling maximaal 3 jaar duurt en geen 3 en een half jaar. Dus het is van tweeen een: de man krijgt nog een half jaar VUT en dan moet hij het eerste half jaar terugbetalen of hij krijgt het laatste half jaar geen VUT uitkering. Als de man en de werkgever dit geweten hadden en hij had op zijn 62ste nog een half jaar doorgewerkt dan was er niets aan de hand geweest. we gaan uitzoeken wat hieraan gedaan moet worden. Vooral voor migranten die in VUT regelingen zitten die beperkt zijn in tijd en die na hun 65ste geen beroep hoeven te doen op aanvullende bijstand kan het bijzonder schrijnend zijn dat bijstand de enige oplossing is, omdat zij daarvoor niet in aanmerking komen bij een gering vermogen. Zij moeten dan gedurende dat halve jaar leven van hun spaargeld, terwijl ze in hun werkzame leven tegelijkertijd premie betaald hebben voor een aanvullend pensioen. Ze betalen dus dubbel van hun spaargeld.

zondag 6 februari 2011

Automatiseringssysteem Dienst Werk en Inkomen werkt nog steeds niet goed

Niemand weet hoeveel mensen financieel de dupe zijn.

Per 1 januari 2010 werd door de Dienst Werk en Inkomen een nieuw automatiseringssysteem ingevoerd, dat sindsdien veel kinderziektes kende. Het nieuwe computersysteem is een samenwerkingsverband in het kader van de G4, de vier grote steden in Nederland. Dus in andere steden moeten de hier gesignaleerde problemen ook zijn. Zo werden in januari in Amsterdam uitkeringspecificaties te laat verstuurd, werden verrekeningen van eigen verdiensten niet goed berekend en kregen mensen in juni onterecht geen vakantiegeld omdat het DWI in het verleden een vordering op hen had gehad.

systeem werkt nog steeds niet goed

En nog steeds werkt het systeem niet goed. Er komen mensen op ons spreekuur met een beschikking van de gemeente waarin wordt gesteld dat de gemeente cq het DWI een vordering op hen heeft. In de beschikking wordt verwezen naar een terugvorderingsbesluit van 1 januari 2011. (Nieuwjaarsdag) Het blijkt nu dat alle terugvorderingsbesluiten van 2010 op 1 januari door de computer automatisch zijn gebruteerd. De computer heeft vervolgens automatisch een brief verzonden. Dus die mensen moeten behalve de netto uitkering ook de ingehouden belasting aan DWI terugbetalen. Terwijl de gemeente als beleid heeft, dat wanneer er geen sprake is van verwijtbaarheid (bv de persoon in kwestie heeft eigen verdiensten wel opgegeven, maar de DWI heeft fouten gemaakt) de terugvordering niet wordt gebruteerd. Maar de computer weet dat niet. Nogmaals, de verzonden beschikkingen zijn automatisch door de computer aangemaakt, daar is geen mens aan te pas gekomen.
andere knelpunten

Dit heeft bij terugvordering nog andere gevolgen. Zo wordt in beschikkingen van een terugvordering soms verwezen naar voorgaande brieven, waarvan de datum wordt genoemd. Ook hier komt geen mens aan te pas. De functionaris van het DWI vult wat basisgegevens in, en de rest gaat automatisch. Uitvoeren berekeningen, opstellen van teksten en verwijzen naar eerdere brieven, versturen van brieven naar de klant via de centrale computer in Utrecht. Wanneer klanten een bezwaarschrift schrijven blijkt in bezwaar, dat die brieven waarnaar wordt verwezen soms helemaal niet bestaan en dus ook niet zijn verzonden. Bovendien vult de computer willekeurige bedragen in, waarvan niemand weet hoe de computer eraan is gekomen. Fictieve bedragen, die zomaar uit de lucht lijken te vallen. In bezwaar moet men dan erkennen, dat bij het DWI niemand weet hoe men aan die bedragen is gekomen en dat de berekeningen opnieuw handmatig moeten worden uitgevoerd. Maar wee degene, die niet in bezwaar gaat en denkt het zal wel kloppen. Vaak betaal je dan bedragen terug die onterecht zijn. Bij de automatische berekeningen van de computer wordt ook geen rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden, zoals de hoogte van het actuele inkomen, de computer berekent zonder dat er een mens aan te pas komt eenvoudigweg uit, het is zoveel, binnen die en die termijn terugbetalen. Hoezo individuele beoordeling.
Ter illustratie hieronder een tekst uit een beslissing op bezwaar.

‘Voor wat betreft uw vragen en opmerkingen tot het in het bestreden besluit genoemde bedrag van 2006,06 euro en het besluit van 1 januari 2011 merken wij het volgende op.

Het is volstrekt onduidelijk waar het bedrag van 2006, 06 euro genoemd in het besluit van 3 december 2010 en het bedrag van 1.461,04 euro genoemd in het besluit van 1 januari 2011 op stoelen.

In de besluiten van 21 september 2010 wordt verwezen naar een besluit van 8 juni 2010 en een besluit van 15 april 2010. Er bestaan echter geen besluiten van 8 juni 2010 en 15 april 2010.

Het betreft hier waarschijnlijk bedragen verkregen uit inkomsten die niet met uw uitkering verrekend kunnen worden en later als terugvorderingsbedragen in het systeem zijn opgenomen. Voorzover is te achterhalen zijn die inkomsten door u opgegeven en mag van brutering geen sprake zijn.

Wij zijn, na overleg met de afdeling handhaving, tot de conclusie gekomen dat u niet op een juiste wijze van vorderingen die DWI op u heeft in verband met niet verrekende inkomsten en andere vorderingen niet op de juiste wijze bent geïnformeerd middels een besluit of besluiten.

In overleg met de afdeling Handhaving is besloten dat aan u een degelijk besluit zal worden gestuurd waaruit blijkt om welke bedragen en redenen van terugvordering het gaat.’. Einde citaat.

vrijdag 4 februari 2011

Erfenissen en de bijstand

We krijgen veel vragen op het spreekuur over erfenissen en de bijstand. Vandaag belde een mevrouw die ziek is en die in maart 2011 AOW krijgt. Haar vader is begin december 2010 overleden en ze heeft nu bijstand. Ze vraagt wat er nu gaat gebeuren. Het kan nog wel enige tijd duren, voor ze geld krijgt. Ze heeft wel een brief van de notaris gekregen dat ze erfgenaam is. Maar ze heeft de erfenis nog niet aanvaard. Wat zeer vaak voorkomt bij mensen in de bijstand is, dat haar relaties met de rest van de familie, gedeeltelijk ook erfgenamen, ernstig verstoord is. Ze is naar eigen zeggen het zwarte schaap van de familie. Ze heeft dus geen contact met andere familieleden over de voorliggende zaken. Het is haar verder niet bekend of er meer bezittingen zijn dan schulden bij de erflater. Ze zit vol met vragen.

Eerste vraag na enig praten: moet ik de sociale dienst melden dat ik misschien recht heb op een erfenis?. Het antwoord luidt: ja. De officiële procedure is, dat de bijstandsgerechtigde meldt, dat de erflater is overleden en wanneer. Dan wordt vanaf die datum de bijstand omgezet in leenbijstand. Je uitkering wordt dan dus wel uitbetaald, maar je moet hem later terugbetalen als de erfenis vrijvalt.

Tweede vraag: welk bedrag moet ik terugbetalen? Daarbij geldt een grens van een vrij te laten vermogen, voor een alleenstaande iets meer dan 5000 euro. Dat mag je altijd hebben in de bijstand. Eerst wordt uitgerekend, hoeveel vermogen je had voordat de erfenis vrijviel (bezittingen minus schulden) en dan mag je tot de grens van het vrij te laten vermogen de erfenis houden. Dus als je vermogen 2000 euro was, dan mag je van de erfenis 3000 euro houden. Maar als je schulden had, bijvoorbeeld 3000 euro, dan mag je van de erfenis iets meer dan 8000 euro houden. Het gaat bij de uitgangssituatie altijd om bezittingen minus schulden. Deze mevrouw krijgt in maart AOW. Haar vader is begin december overleden. Dus ze moet drie maanden en tien dagen bijstand terugbetalen als de erfenis vrijvalt. Tenzij ze minder dan 5000 krijgt en ze bij het verkrijgen van de erfenis beneden de grens van het vrij te laten vermogen in de bijstand blijft. Dan hoeft ze niks terug te betalen. In de AOW hoeft ze niks terug te betalen, want in de AOW is het vermogen vrij. Die uitkering is vermogensonafhankelijk. Dus deze mevrouw hoeft nooit meer dan drie maanden en tien dagen bijstand terug te betalen.

De notaris, die ze daarover gebeld had, formuleerde het wat cryptisch, waar ze niets van begreep. Hij zei: ‘u bent nu al aan het interen’. De mevrouw begreep daar niets van. Ze had toch nog geen geld ontvangen? Maar het gaat er dus om, dat na melding bij de sociale dienst de bijstand wordt omgezet in leenbijstand en dat die later van de erfenis moet worden terugbetaald. Wij ervaren wel vaker, dat notarissen zich tegenover bijstandsgerechtigden zeer onduidelijk uitdrukken en van de hier behandelde materie eerlijk gezegd ook niet zoveel verstand hebben.

Derde vraag. Ik heb de erfenis nog niet aanvaard. Mag ik de erfenis weigeren? Het antwoord luidt: nee, tenzij. De bijstandsgerechtigde is verplicht alles te doen wat in zijn of haar vermogen ligt om uit de bijstand te blijven of uit de bijstand te geraken. Dus als je in principe recht hebt op een erfenis als erfgenaam, mag je die niet weigeren, zonder gevolgen voor je bijstandsuitkering. Tenzij.. ….de schulden van de erflater groter zijn dan de bezittingen. Het zou een beetje raar zijn als je verplicht zou zijn in de bijstand schulden van een erflater te aanvaarden als die groter zijn dan de bezittingen. Dan kom je zelf in de schulden. Dus dat hoeft niet. Deze mevrouw weet nog niet of er meer bezittingen zijn dan schulden, ze heeft nog geen overzicht. Daar zal ze de notaris naar moeten vragen, want als je een erfenis aanvaard, aanvaard je ook de schulden. Voor je de erfenis aanvaard, moet je dat wel zeker weten.

Deze mevrouw had nog veel andere vragen, zoals: wat gebeurt er met de langdurigheidstoeslag? Ik heb als chronisch zieke ook bijzondere bijstand en maak gebruik van minimaregelingen wat gebeurt daarmee? Wat gebeurt er met mijn zorgtoeslag, moet ik die later ook terugbetalen? Etc. Deze vragen zal ik een andere keer beantwoorden bij een andere case.

Piet van der Lende

donderdag 28 oktober 2010

Inzien van giroafschriften of bankafschriften wanneer je een bijstandsuitkering hebt

Af en toe komen er vragen van bijstandsgerechtigden die willen weten welke privegegevens van giro en bankafschriften de sociale dienst wel mag inzien en welke niet. In oktober 2010 heeft de Centrale Raad van beroep hierover uitspraken gedaan. CRvB 12-10-2010, nrs. 09/3696 WWB e.a., LJN: BO0480 Het college is in het kader van het onderzoek naar het recht op bijstand in beginsel gerechtigd inzage te verlangen in de giro- en bankafschriften van een belanghebbende over de laatste drie maanden. Indien een belanghebbende bezwaar blijkt te hebben tegen het verlenen van inzage in zijn uitgaven, dient dit te worden gerespecteerd, tenzij deze gegevens werkelijk noodzakelijk zijn voor de beoordeling van het recht op bijstand. Hiervan is slechts sprake indien er in het betreffende geval gegronde redenen zijn om inzicht te verkrijgen in het uitgavenpatroon van de belanghebbende. CRvB 06-07-2010, nr. 09/4855 WWB e.a., LJN: BN0614 Het onleesbaar maken van mutaties en saldi op bankafschriften op een zodanige wijze, dat het onmogelijk is om te beoordelen of, en zo ja in hoeverre, over middelen wordt beschikt die in het kader van de bijstandsverlening in aanmerking moeten worden genomen, hoeft het college niet te accepteren.

donderdag 11 februari 2010

sociaal strategisch platform Amsterdam opgericht

11-02-2010 Vandaag hebben verschillende hulpverleningsorganisaties in Amsterdam, zoals het Rode Kruis, het Leger des Heils, Humanitas en de voedselbanken het zogenaamde Sociaal Strategisch Platform Amsterdam opgericht. Dat gebeurde aan het eind van een conferentie over verarming en sociale uitsluiting in boerderij Langerlust bij de Gaasperplas.

Doel van het Platform is onder andere te komen tot een coordinatie van de hulpverlening, uitwisseling van ervaringen en nauwe samenwerking. Voorafgaand aan de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst was er een discussie over een onderzoeksrapport van het Rode Kruis Amsterdam naar verarming en sociale uitsluiting in Amsterdam getiteld ‘van uitsluiting naar verbinding’.

Op de conferentie werd ervoor gepleit, dat mensen die hulp nodig hebben een vast aanspreekpunt moeten hebben. Vaak heeft een hulpvrager meerdere problemen en er moet 1 aanspreekpunt zijn die hem/haar helpt. Als een gezin of individu iemand vertrouwd, het geeft niet van welke organisatie, dan begin je daar en sluiten de andere organisaties zich daarbij aan. De werkwijze van Vluchtelingenwerk werd daarbij als voorbeeld aangehaald. Daar zijn professionele hulpverleners in dienst, die naar de verschillende instanties toe de hulpvragen coordineren. Dit geldt voor asylzoekers, maar zou ook moeten gelden voor andere doelgroepen.

We moeten toe naar een ontschotting van het denken, waarbij niet meer de situatie bestaat dat verschillende instanties een deelprobleem aanpakken en langs elkaar heen werken en elkaar niet inlichten. Ook werd op de conferentie de huidige manier van werken gehekeld waarbij in de relatie hulpverlener/hulpvrager de laatste in feite de ondergeschikte is, die volledig afhankelijk is/wordt van de hulpverlener. We moeten meer toe naar horizontaal georganiseerde relaties op voet van gelijkwaardigheid, waarbij er gemengde groepen en groepjes ontstaan van lotgenoten en mensen die een bepaalde deskundigheid in huis hebben, zeg maar ‘solidariteitskringen’ en waarbij men elkaar ondersteunt.

Het moet niet alleen gaan om ‘zelfredzaamheid’, dit is een geindividualiseerd begrip, maar om ‘samenredzaamheid’. Er werden op de conferentie verschillende voorstellen gedaan om die groepsvorming op basis van gelijkwaardigheid van lotgenoten vorm te geven. De huidige aanvechtbare praktijk in hulpverlenersland werd nog eens uit de doeken gedaan door professor Arnold Heertje, die inging op de ‘dehumanisering’ van de samenleving. De mensen waarom het gaat verdwijnen buiten beeld.

Schaalvergroting, bureaucratisering waarbij de regels belangrijker zijn dan de mensen, en tegelijkertijd een fragmentarisering van de hulpverlening waarbij iedere hulpverlener alleen zijn of haar kleine stukje doet, en het efficiency en effectiviteitsdenken waarbij alleen de cijfers gelden, alleen wordt gekeken wat het kost, leiden als eindresultaat tot een inadequate hulpverlening. Dit wordt veroorzaakt -door iedereen hier in de zaal, aldus Heertje- door mensen met de beste bedoelingen, maar het eindresultaat is negatief. Op de conferentie werd afgesproken dat er vervolgbijeenkomsten komen waar de samenwerking concreet wordt ingevuld. PvdL

maandag 8 februari 2010

Principiële uitspraak in dwangarbeidzaak aangedragen door advocaat Bijstandsbond

Principiële uitspraak in dwangarbeidzaak aangedragen door advocaat Marc van Hoof en de Bijstandsbond

De Centrale Raad van Beroep doet op 8 februari 2010 om 11.00 uur te Utrecht in het openbaar mondeling uitspraak over de vraag of het verplicht volgen van een re-integratietraject strijd oplevert met het verbod op dwangarbeid. De Bijstandsbond zal met enkele mensen bij de uitspraak aanwezig zijn.

Bezoekadres CrvB Graadt van Roggenweg 200-250 3531 AH Utrecht (Zie routebeschrijving met openbaar vervoer onderaan)

Anders dan in de welbekende zaak van de schoffelweigeraar komt de Raad hier wel tot een inhoudelijke beoordeling. Het is bijzonder dat de Centrale Raad van Beroep mondeling in het openbaar uitspraak doet, omdat- hoewel dat niet juist is- uitspraken meestal schriftelijk worden afgehandeld. De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het burgerlijke en militaire ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht. Op 17 november 2009 is deze bijstandszaak in een zitting van de meervoudige kamer van de Raad behandeld. De zaak werd aangedragen door advocaat Marc van Hoof, die samenwerkt met de Vereniging Bijstandsbond Amsterdam.

De advocaat heeft aangevoerd, dat er bij het Hoya project in Amsterdam sprake is van dwangarbeid. De rechtszaak gaat over een man, die verwezen werd naar het reintegratiebedrijf Consolid. De man vroeg nadere informatie over welk project dan, wat hij daar moest gaan doen en waarom dit voor hem geschikt was. De klantmanager gaf daar geen antwoord op. Daarop weigerde de man naar Consolid te gaan. Deze man werd verwezen naar het Hoyaproject. Uiteindelijk is het zo hoog opgelopen, dat hij twee maanden werd uitgesloten van de uitkering en de nodige kortingen heeft gehad. Toen dit speelde, had hij uit eigen beweging een stageplek gevonden van 3 dagen in de week bij een bedrijf in de media-sector waar hij driedimensionale onderdelen van films ontwierp. Inmiddels zit hij in een ander traject. Bij de rechtbank is de gemeente in het gelijkgesteld. In hoger beroep is uitvoerig betoogd dat de opgelegde verplichting in strijd komt met het in internationale verdragen neergelegde verbod op dwangarbeid of verplichte arbeid. Volgens de bijstandsontvanger heeft de gemeente hem om die reden ten onrechte verplicht aan het Hoyatraject deel te nemen en ten onrechte op zijn bijstandsuitkering gekort.

De Centrale Raad doet de uitspraak in het openbaar om 11.00 uur in het gebouw van de Centrale Raad aan de Graadt van Roggenweg te Utrecht.

Nadere toelichting

In het kader van het gemeentelijk ‘lik op stuk beleid’ heeft de gemeente Amsterdam een disciplineringstraject ingevoerd voor werklozen die volgens de gemeente niet willen werken of volgens de gemeente onvoldoende meewerken om hun herintreding op de arbeidsmarkt te bevorderen. Dit is het ‘Hoya-project’, uitgevoerd door het gemeentelijk reintegratiebedrijf Pantar. Hier worden Hoya planten gekweekt en Pantar is daarmee een van Europa’s belangrijkste exporteurs van deze planten, die in het Hoya-project gekweekt worden. Wanneer de klantmanager van de Dienst Werk en Inkomen meedeelt, dat je naar dat project moet, betekent weigering een korting op de uitkering, een boete of zelfs gedurende een bepaalde periode uitsluiting van de bijstandsuitkering.

Doelgroepen

Er zijn volgens de gemeente Amsterdam de volgende doelgroepen:
1. klanten die zijn teruggemeld door een ander reintegratiebedrijf vanwege uitval of niet meewerken
2. klanten die een of meerdere afstemmingen (sancties) hebben gehad wegens niet meewerken
3. klanten die hoger opgeleid zijn en blijven volharden werk te vinden in hun afstudeerrichting
4. klanten waarvan het VERMOEDEN bestaat dat er zwart wordt bijgeklust, zonder dat daar een bewijs van is.
Straf in plaats van reintegratie Dat het gaat om een soort straf en niet om het vergroten van je kansen op de arbeidsmarkt blijkt uit de rechtszaak die advocaat Marc van Hoof namens de client bij de Centrale Raad van Beroep heeft aangespannen. Het Hoya-disciplineringstraject vermindert de kansen van mensen op betaald werk die gezond zijn omdat ze in hun CV een disciplineringsproject hebben staan en is er op geen enkele wijze op gericht mensen die misschien tijdelijk zonder werk zitten meer kansen te geven door het aanleren van vaardigheden.

In het bovenstaande geval had de klant een regelmatig leefritme en hoefde niet te leren op tijd te komen en je aan de regels houden. Blijkens de verschillende activiteiten en werkzaamheden die hij verricht heeft had hij die vaardigheden al. De verwijzing naar het Hoyaproject was slechts een straf voor gedrag wat de klantmanager even niet beviel, zonder dat er sprake was van kijken naar hoe kunnen we van betrokkene de vaardigheden vergroten en hoe kunnen we op een positieve manier op de voorstellen van de klant ingaan om hun mogelijkheden te vergroten.

Het voldoet dus aan alle definieringsprincipes van een strafkamp waar dwangarbeid verricht wordt. Dergelijke dwangarbeid in strafkampen houdt mensen vast in de uitkerings- en reintegratie carroussel in plaats van hen daaruit te halen. Vaak willen mensen wel betaald werk aanvaarden, maar kunnen ze niet. Bijvoorbeeld omdat ze ziek zijn. De beoordeling of dit het geval is gebeurt zeer onzorgvuldig. Enkel het feit dat iemand zegt ik kan niet is al een reden om te veronderstellen dat ie niet wil en wordt het Hoyaproject aangeboden op straffe van boetes en kortingen.

Advocaat Marc van Hoof heeft ter zitting verschillende andere voorbeelden aangedragen waarin de beoordeling door het DWI onzorgvuldig was, de verwijzing naar het Hoyaproject slechts disciplinering ten doel had en de kansen op de arbeidsmarkt werden verkleind in plaats van vergroot. Dat het gaat om vergelding in een disiplineringsproject met dwangarbeid blijkt ook uit de volgende feiten.
Andere doelgroepen van het Hoya-traject zijn zogenaamde taakgestraften en mensen met een geestelijke handicap. Dit project heeft niets te maken met toeleiding naar betaalde arbeid. Bovendien is het belachelijk dat er mensen voor straf naartoe gestuurd worden waarvan alleen een vermoeden bestaat dat ze zwart werken zonder dat daar bewijs voor is. Dit is het opleggen van straffen aan mensen terwijl er in een rechtsstaat van uit moet worden gegaan dat zij onschuldig zijn tot het tegendeel bewezen is.

Routebeschrijving Vanaf Utrecht Centraal Station Lopend (10 minuten) Loop in de richting van het Jaarbeursplein. Steek de Croeselaan over en ga rechtsaf. Ga bij het verkeersplein linksaf de Graadt van Roggenweg op. Het kantoor bevindt zich na 200 meter aan de linkerkant.

Open monumentendag in woon werk pand Tetterode in Amsterdam

 Beste mensen, Dit weekend is woon werk pand Tetterode in Amsterdam geopend in het kader van Open Monumentendag. Ook de Bijstandsbond, geves...