Posts tonen met het label werkgevers. Alle posts tonen
Posts tonen met het label werkgevers. Alle posts tonen

maandag 15 april 2013

Er is nog lang geen akkoord met het sociaal akkoord.

Het ledenparlement van de FNV heeft gisteren ingestemd met het sociaal akkoord. In een eerder artikel heb ik geschreven, dat dit akkoord bijzonder vaag is over wat er moet gebeuren met de Participatiewet. Het ziet ernaar uit, dat na het sociaal akkoord deze wet die al in kannen en kruiken was, toch weer in de ijskast wordt gezet, waarbij men met frisse moed alle onderhandelingen opnieuw begint. In de Participatiewet werden bijstand, Wajong en WSW samengevoegd. Dit betekende, dat voor iedereen die als werkzoekende of arbeidsongeschikte een beroep moest doen op deze wet een middelentoets werd ingevoerd. Er zijn nu nog 350.000 mensen in de bijstand, maar met de nieuwe Participatiewet zouden op den duur nog vele honderdduizenden meer onder dezelfde voorwaarden moeten leven. Vermogenstoets, partnertoets, toets op extra inkomen en dus strenge mensonterende controles middels huisbezoeken en maatregelen als het leveren van een tegenprestatie voor je uitkering (dwangarbeid). WSW-ers hebben nu nog een cao loon, en Wajongers hebben een geïndividualiseerde uitkering zonder partner en vermogenstoets. Bij invoering van de nieuwe Participatiewet zoals die er nu ligt zou voor nieuwe groepen van vele honderdduizenden dus een middelentoets wordt ingevoerd, en de nieuwe Participatiewet wilde mensen aan het werk zetten ook in het reguliere bedrijfsleven, onder het minimumloon of zelfs geheel gratis (werken met behoud van uitkering). Het betekende dat op den duur vele honderdduizenden meer zouden moeten leven onder een onleefbaar bijstandsachtig regime, ook al hebben ze geen kansen op de arbeidsmarkt, waarbij de invoering van d e Participatiewet in feite een creatie en legalisering was van een tamelijk rechteloze onderklasse zonder perspectieven. De vraag doet zich voor, of de vakbonden bij de onderhandelingen die nu weer opnieuw beginnen medeverantwoordelijk worden hiervoor en meer nog – of ze medeverantwoordelijk worden voor het nu al bestaande repressieve systeem van de uitvoeringsorganisaties om die onderklasse er ook inderdaad onder te houden.

Plan van het sociaal akkoord

Het sociaal akkoord is bijzonder vaag over wat er moet gebeuren, en je moet echt tussen de regels doorlezen om uit te vinden wat ze nu eigenlijk willen in dit compromis, maar volgens mij staat de sociale partners het volgende plan voor ogen. De bijstand, de WSW en de Wajong blijven naast elkaar bestaan. Maar daar zijn ze vaag over. Nu nog is het UWV verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wajong. Dit moet veranderen. De gemeenten moeten ook verantwoordelijk worden voor de uitvoering van de Wajong, zoals ze nu al verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de WSW en de bijstand. De gemeenten krijgen dan 1 ongedeeld budget voor de uitvoering van die 3 regelingen. Daarmee wordt bijvoorbeeld voorkomen, dat verschillende instanties met verschillende financieringsstromen de verantwoordelijkheden afschuiven naar een ander. (Van de Wajong bij het UWV naar de bijstand bij de gemeenten en omgekeerd). Op verschillende plaatsen wordt in het sociaal akkoord genoemd dat dit een groot nadeel is van de huidige situatie. En-belangrijk voor de vakbonden- de mogelijkheid blijft bestaan, dat een deel van de arbeidsongeschikten die niet verzekerd waren voor de werknemersverzekeringen toch in een regeling terecht kunnen komen die geïndividualiseerd is en waar geen middelentoets bestaat. Maar zo duidelijk staat het niet in het sociaal akkoord. Laten we er dus maar eens de kabinetsbrief bijhalen, die de regering naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Daarin wordt in ieder geval duidelijk, dat de Participatiewet in zijn huidige vorm er niet komt en dat de invoering inderdaad opschuift naar 2015 en niet op 1 januari 2014 wordt ingevoerd. Hierover had ik nog twijfels bij alleen lezing van het sociaal akkoord. De regering gebruikt hetzelfde argument als de sociale partners dat er wat moet veranderen: nu schuiven teveel instanties die over verschillende financieringsstromen gaan verantwoordelijkheden op elkaar af. Maar het kabinet geeft daarbij uitdrukkelijk aan, dat de huidige regelingen vergaand zullen moeten worden ‘gestroomlijnd”. Dus dat de huidige regelingen WSW, Wajong en bijstand moeten worden gewijzigd. Hoe of wat wordt weer niets over gezegd. Het is duidelijk dat tussen de sociale partners onderling en met de regering hierover nog lang geen overeenstemming bestaat. Ook over andere belangrijke punten bestaat geen overeenstemming.

Het voorstel van de sociale partners is, dat het UWV in zijn huidige vorm wordt opgeheven en opgaat in een Rijksinstituut, waarin ook het CIZ opgaat, dat alle keuringen van mensen organiseert en uitvoert voor een veelheid van wetten en regelingen. (bijstand, Wajong, AWBZ, WMO, etc.) Daardoor hebben de mensen nog maar met 1 keuringsinstantie en 1 eenduidige keuring te maken. Daarmee wordt voorkomen dat er een wildgroei op lokaal niveau ontstaat van een veelheid van strenge en minder strenge keuringscriteria en bijvoorbeeld de belachelijke situatie waarin iemand zich kan bevinden die bij de ene instantie arbeidsongeschikt wordt verklaar den bij de andere niet. Hierover bestaat ook geen akkoord. Het kabinet zegt zuinigjes dit voorstel te zullen ‘onderzoeken’.

Maar nu komt het. In het plan van de sociale partners dat ik hierboven heb beschreven maar dat dus niet zo duidelijk in het sociaal akkoord staat, worden de gemeenten wel volledig financieel verantwoordelijk voor de uitvoering van die 3 regelingen maar ze verliezen een deel van de zeggenschap over de centen. Sociale partners willen, dat zij bij de besteding ervan ook een flinke vinger in de pap krijgen, vooral over de besteding van de reintegratie gelden, die nu nog aan ieder van de 3 regelingen verbonden zijn. Deze reintegratiegelden moeten worden ingebracht in op te richten 35 regionale Werkpleinen en 35 op te richten Werkbedrijven, waar- daarover is het sociaal akkoord tegenstrijdig- in ieder geval de werkgevers en de wethouders uit de regio samenwerken en overleggen over de doelstellingen van het re-integratiebeleid, de voorwaarden waaronder mensen in trajecten worden geplaatst en de controle daarop. En wellicht worden ook de vakbonden hierbij betrokken. De invloed van de sociale partners zal in deze structuur niet gering zijn. Zij gaan op sectoraal niveau afspraken maken over re-integratie en arbeidsmarktbeleid en het begeleiden van mensen van werk naar werk. Het regionaal beleid- uitgevoerd in de 35 regionale Werkpleinen waar ook de gezamenlijke regionale gemeenten iets te zeggen hebben) moet afgestemd worden op dit sectorale beleid.

Gaat dit gebeuren?

Als inzet hebben de werkgevers, dat ook zij bereid zullen moeten zijn afspraken te maken met gemeenten over de inzet van financiële middelen voor de Werkpleinen. Maar zeker de grote gemeenten, die nu nog alleen de zeggenschap hebben over de WSW en de bijstand, zowel het inkomensdeel als het werkdeel, en die bij een effectief uitstroombeleid de revenuen in eigen zak steken zullen niet gauw bereid zijn hun positie op te geven. In de Stichting van de Arbeid is de ‘Werkkamer’ opgericht, waarin werkgevers en werknemers met de VNG tot een akkoord hopen te komen. Op korte termijn wil men dat zelfs al, binnen een paar maanden. Als inzet hebben de sociale partners ook, dat ze hebben afgesproken met het kabinet dat er strengere keuringen komen voor Wajongers, waarbij ook het zittende bestand zal worden herkeurd, terwijl nota bene op basis van de Participatiewet door de regering was besloten, dat het zittende bestand nu volledig arbeidsongeschikt verklaarde Wajongers niet zou worden herkeurd en dat zij hun Wajong zouden behouden. Op deze wijze hopen de sociale partners wellicht tegemoet te komen aan de eis van de regering, dat bij de reorganisatie van de regelingen een fors bedrag aan bezuinigingen wordt gerealiseerd.  

De soap wordt voortgezet

Vooruitlopend of eigenlijk in plaats van een fundamentele reorganisatie van een regeling voor mensen met een minimuminkomen is vanaf 2008 in de bestaande wetgeving een reeks van wijzigingen en bezuinigingen doorgevoerd. Het is al begonnen in 2008 met de voorstellen van de zogenaamde commissie De Vries over de WSW. Daarna kwamen de voorstellen van de VVD over wat zij ook de Participatiewet noemden en in het najaar van 2010 werd een ‘programmateam’ geïnstalleerd bij het ministerie van Sociale Zaken die wat toen de Wet Werken naar Vermogen heette moest voorbereiden. Moeizame onderhandelingen met de gemeenten hebben toen in feite niet geleid tot een akkoord. Het nieuwe kabinet heeft de contouren van de WWNV overgenomen en daar een quoteringsregeling voor werkgevers aan toegevoegd, die hen zou verplichten een bepaald percentage arbeidsgehandicapten in dienst te nemen. Dat en in feite de gehele Participatiewet is inmiddels weer van tafel. Nieuwe wetgeving komt er in ieder geval niet voor 1 januari 2015. En dan is het weer tijd voor nieuwe verkiezingen zullen we maar zeggen.

Piet van der Lende

zondag 14 april 2013

Wat zegt het sociaal akkoord over de nieuwe Participatiewet? Komt die er nu wel of niet?

In het sociaal akkoord trekken de samenstellers een grote broek aan. Ze vinden het een historisch akkoord, al wordt dat niet zo gezegd. Impliciet verwijst men in de inleiding naar het historische akkoord van Wassenaar uit 1982. ‘’We kunnen ons in termen van welvaart, inkomen en productiviteit meten met de best presterende landen ter wereld. Dit is mede te danken aan structurele hervormingen in de afgelopen decennia op de markten van goederen, diensten  en arbeid. Hervormingen waarvoor de basis is gelegd in de overlegeconomie”.

Lezing van het sociaal akkoord levert op, dat de lezer met veel nieuwe maar soms vage plannen wordt geconfronteerd, met name op het gebied van het arbeidsmarktbeleid en de opzet van instituties die het arbeidsmarktgebeuren moeten structureren, op het gebied van de flexibilisering van de arbeidsrelaties en de ontslagbescherming en de opzet van de Wet Werkloosheid (WW). Ondanks de uitgebreide behandeling van deze onderwerpen blijft het vaag wat de gevolgen van het sociaal akkoord zullen zijn voor mensen in de Wajong, de WSW en de bijstand. De regering heeft de nieuwe Participatiewet in voorbereiding, maar dit woord komt in de tekst van het sociaal akkoord niet voor. Tussen de regels door kun je het een en ander opmaken over hoe de sociale partners daarover denken. De participatiewet heeft de bedoeling, bijstand, Wajong en WSW samen te voegen in een wet en door middel van werken met behoud van uitkering (dwangarbeid) , loondispensatie, subsidiering van werkgevers en andere arbeidsmarktinstrumenten te pogen werkzoekenden met of zonder handicap aan het werk te krijgen. Daarbij worden de gemeenten verantwoordelijk voor uitvoering van de wet. Van dit laatste neemt het sociaal akkoord duidelijk afstand. Wat betreft het arbeidsmarktinstrumentarium (nu het werkdeel van de WWB dat door gemeenten wordt uitgevoerd) moeten er op regionaal niveau publiek-private samenwerkingsvormen komen en wel landelijk gezien 35 Werkpleinen en 35 Werkbedrijven. Op de Werkpleinen moeten de werkzoekenden worden begeleid die geen handicap hebben en een WWB of WW uitkering hebben. In de werkbedrijven worden Wajongers en WSW-ers tewerk gesteld. Op de Werkpleinen werken regionale werkgevers, vakbondsbestuurders en wethouders van gemeenten in de regio samen om een regionaal arbeidsmarktbeleid tot stand te brengen en een verknoping te bewerkstelligen tussen sectorafspraken van werkgevers en werknemers (in de bouw, de metaal, de schoonmaak, etc., vroeger bedrijfstakken genoemd) en het regionaal arbeidsmarktbeleid van de Werkpleinen. Dit laatste is een antwoord op de veelgehoorde klacht, dat sectorale afspraken op dit moment totaal niet aansluiten op een arbeidsmarktbeleid of arbeidsbemiddelingsbeleid dat door de gemeenten wordt ontwikkeld. De gelden die nu het werkdeel van de WWB zijn zullen voor de Werkpleinen moeten worden ingezet. De gemeenten blijven dus niet meer alleen verantwoordelijk voor de inzet van die gelden. De werkgevers en de vakbonden krijgen een flinke vinger in de pap. Dat is ook het geval bij de Werkbedrijven, die dezelfde samenwerkingsstructuur krijgen als de Werkpleinen, terwijl nu de gemeenten verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de WSW.
Tussen de regels
Uit het bovenstaande blijkt al, dat de samenstellers van de tekst van het sociaal akkoord er tussen de regels door van uitgaan, dat WSW, Wajong en WWB naast elkaar blijven bestaan. In de inleiding wordt er nadrukkelijk op gewezen, dat wij in Nederland oorspronkelijk een onderscheid kenden tussen volksverzekeringen, werknemersverzekeringen (waarvoor vakbonden en werkgevers qua uitvoering verantwoordelijk waren) en sociale voorzieningen. De werknemersverzekeringen werden gefinancierd door premies van werkenden, de sociale voorzieningen uit de belastingen. In de loop van de tijd zijn deze onderscheidingen vager geworden, oa door fiscalisering van de WW en veranderingen in de ziektewet. Het sociaal akkoord wil terug naar bovengenoemd helder onderscheid. “ Nodig is een consistente ordening van de verantwoordelijkheden voor de sociale zekerheid, met een helder afgebakend onderscheid tussen volksverzekeringen, werknemersverzekeringen en sociale voorzieningen (met middelengetoetste uitkeringen). Daarbij fungeren werknemersverzekeringen als risicoverzekeringen. Zij zijn in eerste instantie gericht op de compensatie van schade als gevolg van het intreden en voortbestaan van sociale risico’s zoals werkloosheid en arbeidsongeschiktheid”. In het sociaal akkoord heeft dat meteen al gevolgen voor de financiering van de WW: dat moet weer meer een risicoverzekering worden gefinancierd uit oa premies van de werknemers. Maar ik lees er ook in- ik kan me vergissen- dat daarom samenvoeging van Wajong, WSW en bijstand niet wordt goedgekeurd. De Wajong is een volskverzekeringsachtige regeling, zonder middelentoets, de bijstand is een sociale voorziening met middelentoets. In het sociaal akkoord staat: “In de praktijk stellen sociale partners, vast dat er steeds meer sprake is van vervaging tussen werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en voorzieningen. Daardoor is sprake van een diffuse verdeling van verantwoordelijkheden en worden verantwoordelijkheden niet (volledig) gedragen of mogelijk afgewenteld. Het blijkt echter ook, dat men er wat de participatiewet nog niet uit is, al wordt dat niet expliciet zo gezegd. “gelet op de complexiteit van dit vraagstuk en de nauwe samenhang met de overheidsfinancien zullen sociale partners naar aanleiding van een gerichte adviesaanvraag van het kabinet meewerken aan een voor 1 mei 2014 uit te brengen advies over een consistente ordening van de verantwoordelijkheden van de sociale zekerheid”.
Wordt de Wajong nu wel of niet afgeschaft?
Maar dan stuiten we op bladzijde 13. En dan weet ik het niet meer. Ik heb de bladzijde vier keer gelezen en ik kan niet concluderen of de Wajong nu wel of niet moet worden afgeschaft en of de WSW, de Wajong en de Bijstand nu wel of niet moeten worden samengevoegd. Het staat er niet in. Eerst wordt geconstateerd dat bij “ongewijzigd beleid” het aantal Wajongers zal toenemen van ruim 200.000 in 2013 tot ruim 400.000 in 2040. Men zegt dat deze groei moet worden omgebogen. Hoe? “er kan niet meer worden volstaan met het verstrekken van een vaak levenslange minimumuitkering (welke?) aan werknemers met een beperking. Men wil de mensen met een functiebeperking aan het werk hebben en zo de groei van het aantal Wajongers tegengaan. In de tweede alinea wordt het helemaal vaag. “per 1 januari 2015 komt er nieuwe wetgeving gericht op werken met een functiebeperking”. Ik snap het niet. De nieuwe participatiewet zou toch 1 januari 2014 ingaan, waarin dit geregeld is?. Of wordt gedoeld op andere wetgeving? Of vindt men dat de nieuwe regelingen een jaar moeten worden uitgesteld? Dan: “De verantwoordelijkheid voor het aan het werk helpen en houden van Wajongers en SW-ers is voortaan voor rekening van 35 regionale Werkbedrijven. Wethouders en regionale werkgevers worden hiervoor bestuurlijk verantwoordelijk.”. De vakbonden zijn hier plotseling wat dit betreft uit beeld verdwenen. En dan: “Gemeenten ontvangen van de rijksoverheid een totaalbudget voor de uitvoering van de WWB, SW en Wajong. Daaruit bekostigen zij hun aandeel van de activiteiten van het regionale Werkbedrijf”. Zorgvuldig wordt de term “participatiewet” vermeden en gesproken over drie afzonderlijke regelingen. Conclusie: ik kan er wat betreft bijstandsgerechtigden, Wajongers en WSW-ers geen spek van brouwen.
Ook over de loondispensatie en het werken met behoud van uitkering wordt helemaal niets gezegd. Wel komen op bladzijde 36 projecten aan de orde waar gewerkt gaat worden met “mentorbanen, stage banen, snuffelbanen in een andere sector en dergelijke”. Het schijnt dat de stichting van de Arbeid mbt dit soort banen een uitwerking heeft opgesteld. Het sociaal akkoord is in veel opzichten een vage tekst, waar je alle kanten mee uit kunt. Een historisch akkoord op basis van een springlevend poldermodel, waarin  de sociale vrede hoog in het vaandel staat?. Slechts een tussenfase in een zich chronisch voortslepende en verlammende machtsstrijd aan de onderhandelingstafel en in wandelgangen, van een reeks belangenorganisaties, instituties, werkgevers en verschillende bestuurslagen bij de overheid over hoe verarming moet worden bestreden en de maatregelen die mbt de mensen op een minimaal inkomen (werkenden en uitkeringsgerechtigden) moeten worden genomen en wie daarbij de macht krijgt over de uitvoering en vooral: het geld.  Deze machtsstrijd- waar bestuurders van verschillende politieke kleur in verschillende functies jarenlang een rol spelen,  zoals Marco Florijn, eerst onderhandelaar namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten VNG en nu wethouder in Rotterdam, duurt nu al minstens twee jaar. Het is begonnen toen voor het eerst de reorganisatie van regelingen voor de minima onder het vorige kabinet op de politieke agenda kwam. Daarbij hebben de rechtse krachten door het in de publiciteit brengen van schandalige aantijgingen in de richting van de verarmden en een voortdurende stroom van incidentele maatregelen in het verengde daarvan zoals de invoering van de huisbezoeken en de invoering van een generieke tegenprestatie voor je bijstandsuitkering, politiek de overhand. Deze situatie kan zonder protest van de mensen die getroffen worden nog jaren voortduren. Werkgevers en werknemers denken zoals we zagen in de zomer van 2014 een advies uit te brengen over verdeling van verantwoordelijkheden……… De instituties en verschillend lagen bij de overheid strijden om de macht en het geld ter wille van hun eigen voortbestaan, de mensen die in armoede leven hebben het nakijken.
Piet van der Lende

Uitsluiting van de Bijstandsbond bij de Adviesraad Participatiewet

  Open brief aan de sollicitatiecommissie voor de nieuwe Adviesraad Participatiewet Onderwerp: Uitsluiting van de Bijstandsbond...