Gedeeltelijk gepubliceerd in het maandblad MUG
Onlangs kwam een mevrouw op het spreekuur van de
bijstandsbond, die al meer dan tien jaar een bijstandsuitkering had. In die
tijd had ze als hoofd van een een-ouder gezin haar kinderen opgevoed. Haar
jongste zoon was inmiddels 12 jaar. Door de minimale uitkering was ze al die
tijd niet met vakantie geweest, en ook de inrichting van het huis was in al
die tijd niet vernieuwd. Daar wilde ze wat aan doen. Ze had de voorlichtingscamapgne
van de G.S.D. gevolgd over de mogelijkheden voor bijzondere bijstand. Op de
trams waren leuzen te zien als: "Bijzondere kosten? Vraag bijzondere
bijstand aan!. Ze stapte naar de G.S.D. om bijzondere bijstand aan te vragen
voor het opknappen van haar woning en voor een nieuwe inrichting. De bank was
versleten en een nieuw behangetje was na al die jaren ook wel nodig. De
aanvraag werd afgewezen.
De G.S.D. ambtenaar deelde daarbij mondeling mee, dat
bijzondere bijstand voor inrichtingskosten alleen werd gegeven bij een
verhuizing in bijzondere omstandigheden. Dit was het zoveelste bewijs, dat de
term "bijzondere omstandigheden" door de G.S.D. zeer eng wordt
geinterpreteerd, zodat er in de pot die voor dit doel bestemd is steeds geld
overblijft. Als reden voor het niet gebruiken van bijzondere bijstand wordt
door politci altijd aangevoerd, dat de clienten niet op de hoogte zijn van de
mogelijkheden en dat er dus meer voorlichting moet komen. Het mag waar zijn,
dat er aan de voorlichting het nodige schort, er zijn andere redneen voor het
niet gebruiken van bijzondere bijstand, waaronder de hierboven genoemde enge
interpretatie van de regels, zodat bijna niemand voor bijzondere bijstand in
aanmerking komt.
Op de voorlichtingsbijeenkomsten over de nieuwe bijstandswet
die het Komitee Amsterdam Tegen Verarming heeft gehouden werd echter duidelijk,
dat er nog een andere reden is. Veel clienten krijgen angst gevoelens als ze
naar de G.S.D moeten, of ze zijn kwaad over de behandeling door de ambtenaren.
Men wil zo weinig mogelijk met de dienst te maken hebben. Sommige clienten
ervaren het als vernederend, om bijzondere bijstand aan te vragen waarbij weer
allerlei formulieren moeten worden ingevuld, bewijsstukken overlegd, etc.
Wanneer het om niet al te grote bedragen gaat, betalen sommigen het liever uit
de uitkering, ook al is die laag en ook al heeft men recht op bijzondere
bijstand. Dit heeft misschien te maken met opvattingen die in de maatschappij
leven ( bijstand aanvragen is eigenlijk a-sociaal je hand ophouden) maar de
behandeling door sommige ambtenaren is daar ook debet aan.
De mevrouw die ik aan het begin van het stukje
noemde kreeg dus geen bijzondere bijstand. Dan maar een lening. Een oude lening
bij de Kredietbank (tegenwoordig Crediam geheten) liep in augustus af. Ze had
dan rente en aflossing keurig betaald. Ze twijfelde echter, of ze een lening
zou aanvragen voor herinrichtingskosten of om na al die jaren eens met vakantie
te kunnen. Het werd het laatste. Ze was 20 jaar niet naar het land van herkomst
geweest. Dus naar Crediam om een nieuwe lening aan te vragen van fl 3000,-.
Deze lening werd haar geweigerd. Crediam stelde zich op het standpunt, dat een
lening om met vakantie te kunnen gaan geen consumptief krediet betrof, waarvoor
duurzame gebruiksgoederen werden aangaschaft.
Daarom zou de G.S.D. eerst een soort garnatieverklaring moeten afgeven,
waarbij ze zich garant stelde voor afbetaling van de schulden. De G.S.D weigerde
deze verklaring. De motivatie: mevrouw is 20 jaar niet naar het land van
herkomst geweest, en het weerzien met familie en oude bekenden kan bij haar
zoveel emoties losmaken, dat ze besluit daar te blijven. Er zijn dan geen
mogelijkheden om de lening terug te vorderen. Daarom geven wij geen
garantverklaring. Tegenargumenten telden niet.
Er waren verschillende
argumenten voor haar om terug te keren naar Nederland. Haar kinderen woonden in
Nederland en die waren niet van plan naar het land van herkomst te gaan. Wanneer
ze die wilde blijven zien zou ze terug moeten. Ze had in Amsterdam een huis en
ze zou in het land van herkomst helemaal zonder inkomsten komen te zitten,
zodat het niet mogelijk was daar te blijven. Het was allemaal niet van belang.
De garantstelling kwam er niet.
Crediam verstrekt in dit soort situaties alleen
een krediet en de G.S.D geeft alleen een garantstelling als de client naar het
land van herkomst moet in verband met het overl;ijden van een familielid.
"Dan willen wij onze hand nog wel eens over het hart strijken" aldus
een woordvoerder van Crediam.
Ondanks alle fraaie armoederapporten en
intentieverklaringen van politici over maatregelen in het kader van een
minimabeleid die de financiele ruimte van mensen met een laag inkomen wat
moeten vergroten en de noodzaak van een individule beoordeling blijkt in de
praktijk telkens weer, dat allerlei algemeen toegepaste regels ook een
incidentele vergroting van de financiele ruimte in de weg staan.
Piet van der Lende