Persbericht
24-11-2015
Op
8 oktober heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Amsterdam zich
in verschillende rechtszaken bezig houden met de manier, waarop de
kostendelersnorm door de gemeente Amsterdam op bijstandsgerechtigden
wordt toegepast. De voorzieningenrechter had al geoordeeld, dat de
gemeente hier niet goed mee omgaat. Zie het item 'voorgeschiedenis'
hieronder. De meervoudige kamer van de rechtbank Amsterdam heeft op
19 november haar oordeel gepubliceerd. Het ging over een zaak,
waarbij de kostendelersnorm van toepassing werd verklaard omdat de
betrokkene geen commerciele huurprijs zou betalen. (Als er sprake is
van commerciele onderhuur is de kostendelersnorm niet van
toepassing). Betrokkene betaalde 210 euro per maand. Bovendien vond
er geen periodieke indexering van de huurprijs plaats en er konden
geen bankafschriften worden overlegd waaruit bleek dat de huur per
bank werd overgemaakt. Door betrokkene verstrekte kwitanties
beschouwt de gemeente als onvoldoende bewijs. De rechter heeft nu
geoordeeld dat de eisen van de gemeente in het geval van betrokkene
niet juist zijn. De gemeente moet de omstandigheden van betrokkene in
ogenschouw nemen bij de beoordeling of sprake is van een commerciele
huurprijs. Dat is niet gebeurt. Bovendien hoeft de indexering niet in
een huurovereenkomst te worden vastgelegd en tenslotte kunnen
kwitanties als bewijs dienen om aan te tonen dat er huur betaald
wordt. De rechter verklaart de kostendelersnorm niet op betrokkene
van toepassing. Zie voor de uitspraak van de rechter
Voorgeschiedenis
Op
26-08-2015 heeft de Bijstandsbond een persbericht gepubliceerd,
waarin gesteld werd dat de gemeente Amsterdam te streng is bij de
beoordeling of er sprake is van een kostendelersnorm bij
bijstandsgerechtigden. Hierover verschenen berichten in de pers.
De
wethouder werk en inkomen ontkende vervolgens dat de gemeente
Amsterdam te streng is, strenger dan de wet voorschrijft. 'Wat de
Bijstandsbond zegt is helemaal niet waar'.
De
voorzieningenrechter had al op 13 augustus een uitspraak gedaan, die
ook op 26 augustus is gepubliceerd en waaruit blijkt dat de
Bijstandsbond gelijk heeft. De wethouder had daarvan op de hoogte
kunnen zijn. Wanneer er sprake is van een commerciele
onderhuurrelatie is de kostendelersnorm niet van toepassing. De
gemeente Amsterdam verbindt veel te strenge eisen aan de
huurovereenkomst. Wordt niet aan die eisen voldaan, dan is volgens de
gemeente de kostendelersnorm van toepassing. Wij zeggen: die strenge
eisen zijn niet in overeenstemming met de wet. En de rechter zegt het
nu ook.
Citaat:
De voorzieningenrechter is van oordeel dat uit de bovenstaande
passage uit de wetsgeschiedenis naar voren komt dat betrokkene een
door hem gestelde zakelijke huurovereenkomst kan onderbouwen met
bijvoorbeeld het overleggen van een individueel contract dan wel een
commerciële overeenkomst. Het overleggen van bewijs heeft tot doel
om vast te stellen of sprake is van een zakelijke huurrelatie en van
een zakelijke (huur)relatie onderling. Gelet daarop brengt naar het
oordeel van de voorzieningenrechter een redelijke wetsuitleg van
'schriftelijke overeenkomst' als bedoeld in artikel 22a, vierde lid,
aanhef en onder c, van de Participatiewet met zich dat deze
voorwaarde ruim moet worden uitgelegd. De voorzieningenrechter is van
oordeel dat in het licht van deze bepaling voldoende is dat de
overeenkomst en de commerciële prijs aan de hand van schriftelijke
stukken, waaronder onder meer betalingsbewijzen, aannemelijk wordt
gemaakt.
Gelet
op het voorgaande kan verzoeker ook met andere schriftelijke stukken
dan een schriftelijk huurovereenkomst aannemelijk maken dat hij een
huurovereenkomst heeft gesloten. De voorzieningenrechter is in de
onderhavige zaak van oordeel dat verzoeker door overlegging van het
onder 3.2 genoemde vonnis, de verklaringen en betalingsoverzichten,
genoegzaam aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van een zakelijke
huurovereenkomst en van een commerciële prijs. De
voorzieningenrechter neemt daarbij in aanmerking dat de kantonrechter
in het vonnis heeft vastgesteld dat verzoeker op grond van de
overeenkomst gebruik maakt van een woonkamer, een keuken en een
slaapkamer en dat hij met andere bewoners een toilet en badkamer moet
delen. Verder bestaat er geen grond voor het oordeel dat de
maandelijkse huursom van € 640,- voor het gebruik van een
dergelijke woonruimte in het commerciële verkeer niet gebruikelijk
is. Verder blijkt uit de overgelegde verklaringen dat de huurprijs na
aanvang van de huur in december 2007 in elk geval drie maal
substantieel is verhoogd, waardoor ook is voldaan aan het vereiste
van periodieke aanpassingen.
Wethouder
Vliegenthart heeft aangekondigd, dat hij de kostendelersnorm wil
repareren. Daarvoor heeft hij de volgende maatregelen genomen:
1.
Alleenstaanden in de bijstand die samenwonen met een
niet-rechthebbende zonder inkomen krijgen voortaan weer 70% ipv 50%
van het Wettelijk Minimumloon.
2.
Een-ouder gezinnen in de bijstand die inwonen is de kostendelersnorm
niet van toepassing. Zij ondervinden moeilijkheden met de
kindertoeslag.
3.
Onderzocht gaat worden of mantelzorgers sterk getroffen worden door
de kostendelersnorm en er wordt nagedacht over maatregelen in dit
verband.
4.
De wethouder zegt dat Amsterdam geen extra strenge criteria hanteert
voor de bepaling of er sprake is van commerciele onderhuur. (De
kostendelersnorm is dan niet van toepassing.). Als wij gevallen
hebben waarbij dat wel het geval is, kunnen wij dat melden.
Bijstandsbond
Amsterdam
info@bijstandsbond.org