maandag 10 juli 2017

De G20 in Hamburg. Tijd voor grote veranderingen



Als politiek dakloze ben ik zaterdag, 9 juli 2017 met de bus naar Hamburg geweest om te protesteren bij de G20 top. De bus reis was georganiseerd door de SP. Het was de grootste demonstratie die ik in mijn leven heb meegemaakt. 200.000 mensen uit heel Europa hebben geprotesteerd tegen het neoliberale beleid in de wereld, tegen de macht van het geld en de wapens, tegen het beleid waarbij de basale mensenrechten worden geschonden en de basis van het menselijk bestaan wordt ondermijnd. Jongeren, kinderen en volwassenen hebben gedemonstreerd voor een meer rechtvaardige en schone wereld en tegen de moderne financiële slavernij.

Beeld van de media

Helaas hebben journalisten van de massa-media, afhankelijk van een rechtse lobby, een ander beeld van de werkelijkheid gecreërd. Op basis van de manipulatietechnieken en trucs die we van hen gewend zijn hebben ze een valse waarheid laten zien. De media benadrukten het geweld dat vrijdag in Hamburg naar voren kwam en daar gingen alle reportages over. Daardoor missen veel mensen in de media en de politiek het belangrijke feit dat de vreedzame demonstratie in Hamburg op zaterdag een historische gebeurtenis was, die hoop, inspiratie en perspectief biedt voor de toekomst. Het ergste nieuws over deze demonstratie is echter wel, dat er geen partijen meededen die regeringsverantwoordelijkheid dragen, alleen oppositiepartijen. Maar dit zal het begin zijn van demonstraties met een nog grotere opkomst. Ik ben nu een halve eeuw op deze aarde en ik ben heel enthousiast geworden over het feit, dat zoveel mensen zich ervan bewust worden dat verandering noodzakelijk is. De toenemende snelheid waarmee onrechtvaardigheid wordt gecreërd in de wereld, de vernietiging van mensenrechten, en de opkomende macht van de financiële instituties hebben een erg slechte gewelddadige omgeving geschapen waarin meer geweld gedijdt.

wereldregering


De bijeenkomst van de G20 is discriminatie ten opzichte van andere landen in de wereld. Deze benadering van de politiek, waarbij mensen worden verdeeld in groepen die heel veel rechten hebben en degenen, die geen rechten hebben zal niets goeds brengen. Meer dan ooit is het noodzakelijk, om de top van de G20 te vervangen door een wereld bestuur (Global Council) waar alle landen in de wereld deel van uitmaken. Verder wordt het tijd dat we allemaal beschaafd worden en ons baseren op wereldwijd geldende mensenrechten. Rechtvaardigheid als doelstelling is de enige weg naar een betere wereld. Muren bouwen en barrières oprichten is een signaal van onrechtvaardigheid. We leven met alle mensen op 1 planeet, en er is voor ons geen alternatief. Als het nog niet duidelijk was, dan is het wel nu dat we een ander systeem van regeren nodig hebben in onze maatschappij. Mensen voelen zich belazerd en misbruikt door de politiek en lobby groepen uit het bedrijfsleven die beschermd door de wetten en het financiële systeem hun bedrijfsbelang en hun winst doelstellingen doorzetten. De arme landen worden misbruikt door rijke en machtige bedrijven die daarbij enorme winsten realiseren over de ruggen van de arme mensen en landen en de locale samenlevingen. De politici die de macht hebben gebruiken hun positie om de de lobby van de bedrijven en rijken een betere werkomgeving te geven. Bedrijven steunen en financieren hun politieke campagnes. Maar dit model van politiek populisme is reeds aan een einde gekomen. Wij hebben allemaal maar 1 leven, we leven op 1 planeet en als mensen hebben we allemaal dezelfde basisbehoeften in het leven. Het is tijd voor grote veranderingen.

Petar Kapralov

vrijdag 7 juli 2017

“Als MS-patiënt ben ik gesloopt door de zorgbureaucratie”

Verscheen eerder op Doorbraak. Naam en adres bij Bijstandsbond bekend.

De toenemende verbureaucratisering van de zorg en de bezuinigingen die daarmee gepaard gaan hebben de zwaar gehandicapte Nannie naar eigen zeggen “gesloopt”. “Doordat veel regelgeving van de gemeente en de zorgverzekeraars niet helder uiteen is gezet, wordt alles een grijs gebied en blijkt de kwaliteit van de zorg ver te zoeken”, laat ze weten. Een ervaringsverhaal over haar strijd.

De overheid heeft het in de wet vastgelegde recht op gezondheid praktisch onmogelijk gemaakt. De zorg is niet meer toegankelijk zoals het zou moeten zijn. Het hangt van het karakter, de conditie, de vastberadenheid en het cognitieve vermogen van de patiënt af in hoeverre hij of zij de strijd wil en kan aangaan met de bureaucratische molen die in feite geen “zorg” mag heten.

Bezwaarprocedures

Als progressieve MS-patiënt ben ik al tweeënhalf jaar bezig om mijn zorg op orde te krijgen. Daar horen ook hulpmiddelen bij als een rolstoel, een tillift, tilmatten en zitkussens. Voor alles dat ik nodig heb, moet ik een aanvraag indienen bij mijn zorgverzekeraar of bij de gemeente. Ontelbare keren hebben zorgmedewerkers vanwege mijn aanvragen huisbezoeken bij mij afgelegd. Elke keer moet ik tot vervelens toe het hele verhaal over mijn ziekte vertellen, en wat de gevolgen daarvan zijn. Op mijn aanvraag volgt een beschikking. Meestal zit er een flinke adder onder het gras en wordt mijn aanvraag afgewezen. Daar moet ik dan weer bezwaar tegen gaan maken. De ene keer is dat voldoende en wordt mijn aanvraag alsnog toegekend. Maar de andere keer wordt het bezwaar ongegrond verklaard en moet ik in beroep gaan. De ene bezwaarprocedure is nog niet afgehandeld of ik moet de volgende alweer opstarten. In tweeënhalf jaar tijd heb ik zo’n zes bezwaarprocedures moeten beginnen waarvan er nog twee lopen.
Ondertussen kan ik de zorg niet plannen en ben ik er ongerust over of ik nog wel geholpen kan worden en de zorgverleners kan laten uitbetalen. Niemand werkt voor niets. Er zijn zoveel dossiers over mij aangemaakt dat ik daar heel Nederland mee kan volplakken. Toch is er blijkbaar nooit informatie genoeg. En dan heb ik volgens het indicatie-adviesbureau dat door de gemeente wordt ingehuurd ineens een dochter! Ik ben een 48- jarige vrouw en ik ben kinderloos. Wat is mij hier ontgaan? Heb ik mijn eigen zwangerschap gemist? Ik kan wel tegen een stootje, maar stel nu dat ik altijd al een kinderwens zou hebben gehad, maar door mijn ziekte geen kind zou hebben kunnen krijgen…
Welke consequenties heeft mijn niet bestaande dochter voor mij op het gebied van zorg? Ik ben afhankelijk van een adviesbureau waarvan de gemeente gebruik maakt. En de gemeente gaat er vanuit dat ik een netwerk van mantelzorgers heb of zou moeten hebben. Dat is voor de gemeente goedkoper, want mantelzorgers hoeft men alleen maar het informele tarief uit te betalen. Dus een dochter die uit de lucht komt vallen is voor de gemeente wel heel aantrekkelijk.

Keuringen

Als ik een aanpassing nodig heb voor mijn “in bruikleen verleende” invalidebus, moet ik de meest gênante vragen beantwoorden. In dit geval gaat het om katheteriseren. Daarbij wil de gemeente van mij weten in welke stoel en in welke positie mijn lichaam zich bevindt, in welke straat, dorp en stad, in welke provincie en op welke snelweg, als ik met de invalidebus op pad ga, en wanneer, waarom en hoe vaak. Voor mij is dat hetzelfde als in het geval dat ik zou vragen aan hen die zich “arts” mogen noemen, hoe vaak, wanneer, waarom, in welke stand en met wie zij seksueel verkeer hebben. Er bestaat nog zoiets als privacy, maar niet voor een zwaar gehandicapte. Ik maak geen moordkuil van mijn hart, maar er zijn grenzen.
De Nationale Ombudsman heeft vastgesteld dat fysieke keuringen “te belastend” zijn voor gehandicapten. De gemeente waar ik woon, is de enige gemeente die een eigen Ombudsman heeft. Die Ombudsman hoeft zich niets aan te trekken van de Nationale Ombudsman. De keuringen vinden op papier plaats, alleen maar om nog meer te kunnen bezuinigen en vaak ook zonder mijn medeweten, zo heb ik gemerkt, uitzonderingen daargelaten. Er wordt zomaar een regeling afgeschaft en een andere regeling in mijn mik geduwd, die uiteraard in mijn nadeel is. Vaak valt dan in de beschikking te lezen dat “de arts” geen medische noodzaak ziet, zonder de patiënt gezien of gesproken te hebben. Als ik dan al voor een keuring moet komen opdraven, dan blijkt het gebouw niet rolstoeltoegankelijk te zijn en wordt me doodleuk verteld dat “de arts” dan wel even naar buiten komt. Dus dan gaan we fijn mijn medische sores op straat bespreken. Nou, ik dacht het niet!

Weegschaal

En neem nu eens de hulpmiddelen die mij worden aangeboden. Omdat ik geen scootmobiel meer kon rijden, moest ik overstappen op een elektrische rolstoel. De gemeente gaf opdracht aan een paar leveranciers om eens in hun depot te kijken of daar misschien nog ergens een tweedehands rolstoel stond weg te kwijnen. Ik kreeg uiteindelijk een rolstoel van een paar jaar oud, die eerst ook nog eens helemaal aan mijn lichaam moest worden aangepast. Er was geen gebruiksaanwijzing bij en het was onbekend hoe vaak de rolstoel al was gerepareerd. Toen ik hem ging uitproberen, bleken de accu’s niet meer te werken en stond ik midden in het veld stil. Het ding bleek niet meer vooruit te branden. Na anderhalf jaar kwam men tot de conclusie dat de aanpassingen aan de rolstoel niet goed functioneerden. Toen ging men maar weer op huisbezoek bij de MS-patiënt en deed men het hele riedeltje gewoon overnieuw. Het mag wat kosten namelijk. Maar men wenst niet “cliëntgericht” te zijn, want dan zou men zogenaamd te ver gaan. Het gevolg is dat er zeker acht tot negen maanden voorbijgaan voordat ik weer over een hopelijk fatsoenlijke rolstoel kan beschikken.
Het is voor patiënten vaak niet duidelijk bij welke organisatie, instantie, gemeente of zorgverzekeraar hulpmiddelen kunnen worden aangevraagd. Dankzij internet lukt mij dat wel, maar er zijn zat mensen die dat niet voor elkaar krijgen, en wat dan? Dan heb je dus vette pech! Men gaat jou namelijk niet wijzer maken dan men zelf noodzakelijk acht. Ik kan best begrijpen dat ik bepaalde informatie moet verschaffen voor aanpassingen of hulpmiddelen. Maar ik vind het wel erg ver gaan dat ik medisch moet aantonen dat ik een speciale weegschaal nodig heb (ik zit immers in een rolstoel). Wat moet ik in hemelsnaam mankeren om in aanmerking te komen voor een weegunit voor mijn tillift? Ik heb niet een of ander griepje onder de leden, nee, ik heb progressieve multiple sclerose en hoe vaak moet ik dat dan nog melden? Dan kom ik bij de cardioloog, die vraagt wat mijn gewicht is. Ik moet het antwoord schuldig blijven en zeg dan ook altijd: “Als u het weet, dan weet ik het ook!”. Elk huishouden kan naar de Blokker gaan om een weegschaal te kopen, maar ik niet. Ondertussen blijk ik behoorlijk vermagerd te zijn, maar ja, we weten niet hoeveel kilo ik kwijt ben geraakt door al deze stress. Ik moet dan maar naar het revalidatiecentrum of naar het ziekenhuis gaan om me daar te laten wegen. Alsof dat niet belastend is voor een – ik zeg het nogmaals – progressieve MS-patiënt.

Klachten

Voorkomen is beter dan genezen, dat is een ieder bekend. Maar niet bij de zorgverzekeraar. Als ik in het ziekenhuis word opgenomen, dan krijg ik een luchtwisselmatras om doorliggen te voorkomen. Maar die krijg ik niet van de zorgverzekeraar. Ik heb beginnende decubitus (beschadiging van de huid vanwege doorliggen). Maar voor zo’n matras zou de noodzaak er niet zijn, aldus de zorgverzekeraar, omdat ik nog geen wonden zou hebben. Pas als mijn huid flink kapot is, zou ik een dergelijke matras kunnen krijgen. In het ziekenhuis worden me ook altijd bloedverdunnende injecties toegediend, omdat ik rolstoelafhankelijk ben en er daarom een flink risico is op trombose. De eerlijkheid gebiedt mij om te zeggen dat ik zo’n drie jaar geleden een heftige zeldzame sinus trombose heb doorgemaakt. In het ziekenhuis mag ik vooral geen gevaar “lopen”, maar eenmaal weer thuis, ach, niet zo janken…
De nieuwe Wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen Zorg (WKKGZ) is waarschijnlijk bedacht aan de keukentafel, niet te verwarren met het keukentafelgesprek waarmee mensen in de bijstand te maken krijgen. Die wet zou erop gericht moeten zijn dat patiënten “laagdrempelig” een klacht kunnen indienen over een zorgverlener. In de praktijk blijkt dat het merendeel van de zelfstandige ondernemers in de zorg zich hier helemaal niet van bewust is en dus ook geen klachtenregeling aanbiedt. Is de patiënt eenmaal voorbij dit stadium en heeft hij of zij daadwerkelijk een klacht ingediend, dan komt hij of zij bij de “onafhankelijke” klachtencommissie waar de bewuste zorgverlener bij is aangesloten. Onafhankelijk my ass! Een gevalletje van de slager die zijn eigen vlees keurt! Zodoende kan een zorgverlener wegkomen met al het kwaad dat is aangericht en wordt hem of haar niets meer in de weg gelegd om de levens van gehandicapten te vernielen. Ook het Landelijk Meldpunt Zorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg doen helemaal niets en het is voor patiënten verspilde moeite om zich daarin te begeven.

Topje van de ijsberg

Ondertussen ben ik met dit gezeur zo een jaar van mijn leven kwijt, en voor wat? Professioneel/niet-professioneel, formeel/informeel, AGB-code, Kiwa-keurmerk, VOG, BIG-geregistreerd, klachtenregeling, geschillencommissie, Nederlandse Zorgautoriteit, casemanager, zomaar wat termen die voor mij dagelijkse kost zijn en toch word ik over één kam geschoren met “de gemiddelde Amsterdammer”. De gemiddelde burger van welke gemeente dan ook heeft hier totaal geen weet van. Zelfs de cliëntondersteuners die de gemeente aanbiedt aan patiënten weten hier niet eens het fijne van.
Ik denk dat dit het topje van de ijsberg is. Ik vind wel dat ik recht heb op compensatie, want de rijksoverheid, de gemeente en de zorgverzekeraar zijn verantwoordelijk voor gederfde levensvreugde, bewegingsvrijheid, woongenot, enzovoorts. Hoeveel tijd heb ik niet moeten besteden aan deze nonsens en aan de administratie die ik krijg opgelegd om de zorg voor mij te kunnen verantwoorden. Hoeveel tijd moet ik er niet in steken om hulpmiddelen te verkrijgen, om advocaten te woord te staan en om bewijsstukken te verzamelen? Dat is allemaal ten koste gegaan van mijn gezondheid. Ik ben moe, zo vreselijk moe… Wie gaat die rekening betalen?

Nannie

maandag 3 juli 2017

Amsterdamse SP-wethouder weigert om individuele inkomenstoeslag te verhogen


Over de perikelen bij de nieuwe individuele inkomenstoeslag in Amsterdam heb ik al veel geschreven. De rechter verklaarde de gemeentelijke verordening over die toeslag ongeldig, nadat een uitkeringsgerechtigde een rechtszaak had aangespannen. De gemeente moest zijn aanvraag in behandeling nemen, ook al zat hij niet in de schuldsanering. Volgens de oude verordening kwamen alleen mensen in de schuldsanering voor de toeslag in aanmerking. Maar de rechter vond dat ook anderen de toeslag dienden te kunnen krijgen. De Bijstandsbond adviseerde iedereen met een minimuminkomen om de toeslag alvast aan te vragen. Ambtenaren en gemeenteraad wisten van niets. Zij werden niet door de wethouder en de hogere amtenaren, die wel op de hoogte waren, ingelicht. Dus iedereen kreeg te horen: “Nee hoor, u komt niet in aanmerking”.

Het duurde maar liefst twee maanden voor er een beetje schot in de zaak kwam, en het tot de uitvoerende ambtenaren en de gemeenteraad was doorgedrongen dat er iets aan de hand was, ook al had de Bijstandsbond diverse malen aan de bel getrokken en meerdere persberichten verstuurd. Een artikeltje in Het Parool bracht de zaak echter aan het rollen. Gemeenteraadsleden vroegen een actualiteit aan in de gemeenteraad en plotseling bleek dat men ermee bezig was: er zou een nieuwe verordening komen. Waarbij ook uitkeringsgerechtigden die niet in de schuldsanering zaten, een toeslag zouden kunnen krijgen. Het was al tweeëneenhalve maand na de rechterlijke uitspraak. Inmiddels had de uitkeringsgerechtigde die de rechtszaak had aangespannen, de gemeente in gebreke gesteld. Men had binnen acht weken op zijn verzoek moeten antwoorden, en dat antwoord was er nog steeds niet. Na de ingebrekestelling zou de gemeente twee weken de tijd hebben een beslssing te nemen. Zo niet, dan zou een dwangsom volgen.

Schande

Vorige week kreeg de uitkeringsgerechtigde een brief: hem werd vijftig euro toegekend. Let wel: in de gemeenteraad was er nog geen besluit genomen over de nieuwe individuele inkomenstoeslag, laat staan over de hoogte ervan. Geheel buiten de regels om had de gemeente dan maar vijftig euro toegekend om te voorkomen dat men een dwangsom zou moeten betalen. De uitkeringsgerechtigde was des duivels: "Zelf moet je je aan allerlei strenge regels houden, en dat wordt voortdurend gecontroleerd, en zij mogen de hand lichten met de regels en doen wat ze willen”.

Vorige week woensdag vond er een debat plaats in de gemeenteraad. SP-wethouder Arjan Vliegenthart had inmiddels een voorstel gemaakt met een nieuwe verordening, waarbij degenen die voor de toeslag in aanmerking kwamen, vijftig euro per jaar zouden krijgen. Velen spraken er schande van. Zelfs VVD-raadslid Marianne Poot noemde het bedrag “vlees noch vis”. Zo'n laag bedrag biedt geen soelaas voor de velen die in armoede leven, dat is wel duidelijk. GroenLinks diende daarop een amendement in om de toeslag te verhogen naar tweehonderdvijftig euro. Het geld hiervoor zou uit de egalisatiereserve moeten komen, die is opgebouwd in perioden dat er geld over was in het bijstandsbudget. Dat geld was bestemd voor moeilijke tijden, als het rijk zou bezuinigen. De wethouder had gemeld dat die egalisatiereserve voorlopig niet aangesproken hoefde te worden, omdat de landelijke overheid had toegezegd om de tekorten in Amsterdam voor zijn rekening te zullen nemen. Daarom zou de nieuwe inkomenstoeslag uit die reservepot gefinancierd kunnen worden, zo vonden GroenLinks en de PvdA.

Onwil

Maar de collegepartijen wilden niet. Nee, het was volgens hen nog helemaal niet zeker dat dat de landelijk eoverheid de tekorten zou aanvullen, werd er plotseling gezegd door de wethouder en de collegepartijen SP, D66 en VVD. Nee, er was beslist geen geld voor meer dan vijftig euro, zo liet men weten. De wethouder schatte in dat twintigduizend mensen voor die vijftig euro in aanmerking zouden komen. Totaal: 1 miljoen euro, te financieren uit de bestaande pot armoedegelden (wat ten koste zou gaan van andere voorzieningen). Ongerust vroeg SP-raadslid Helmie Bijleveld tijdens het debat of de wethouder die twintigduizend mensen wel goed had ingeschat. Waren het er niet meer? Nee, zo vond zij ook, voor meer dan vijftig euro is beslist geen geld. Het amendement werd in stemming gebracht. Alleen GroenLinks en de PvdA stemden voor een toeslag van tweehonderdvijftig euro. Alle andere partijen, inclusief de Ouderenpartij, stemden tegen. De vertegenwoordiger van de Partij van de Dieren was wegens persoonlijke omstandigheden afwezig, maar de Ouderenpartij is er blijkbaar ook niet voor de oudere minima.

Geld over

Enige dagen later werd bekend dat er bij de presentatie van de Voorjaarsnota bleek dat er in de WMO-pot maar liefst negentien miljoen euro over is. De collegepartijen willen dit nu toevoegen aan de algemene middelen. Om dure toeristenfeestjes en evenementen van te betalen, denk ik, zodat de stad die al overvol is met toeristen nog voller wordt. Aangezien veel WMO-gebruikers een bijstandsuitkering of een ander minimuminkomen hebben, had men het overgebleven geld mooi kunnen gebruiken om de individuele inkomenstoeslag mee te financieren. Dan kunnen de mensen ervan profiteren die het geld echt nodig hebben, die in armoede leven. Maar nee, bij dit college ontbreekt, als het erop aankomt, de politieke wil om de individuele inkomenstoeslag te verhogen en minima zo althans nog enig soelaas te bieden. Met het nieuwe erfpachtstelsel gaat er drieëneenhalf miljard euro naar de huizenbezitters en vijftig euro voor de minima. Zo liggen helaas de verhoudingen.

Piet van der Lende

zondag 2 juli 2017

Enkele opmerkingen over de voorgeschiedenis van de Pim Fortuyn-revolte

Er is al veel over geschreven: de opkomst van Pim Fortuyn, de ruk naar rechts in de Nederlandse politiek en de opkomst van nieuw rechtse media in het kielzog van technologische ontwikkelingen als de opkomst en verbreiding van internet en sociale media. Politieke commentatoren uit de tijd van Paars II (de coalitie van de PvdA en de VVD onder leiding van Wim Kok) stellen vaak vast dat de opkomst van Fortuyn voor hen kwam als een donderslag bij heldere hemel. Ze waren in het geheel niet voorbereid. 

Even afgezien van het antwoord op de vraag of die waarnemingen wel geheel juist zijn, doet er zich een vraag voor. Namelijk, was die opkomst van de ruk naar rechts op basis van onder meer 'culturele' onderwerpen als de islamkritiek het gevolg van handig manoeuvreren van rechtse politici, die gebruik makend van massamedia de geesten rijp wisten te maken voor die ruk naar rechts? Of is er meer aan de hand? Deden zich aan het begin van de eenentwintigste eeuw ontwikkelingen voor die het gevolg waren van meer fundamentele verschuivingen in de opvattingen van de bevolking, die al in de tachtiger jaren van de vorige eeuw tot stand kwamen, groeiende tegenstellingen tussen belangengroepen en veranderingen in de positie van allerlei groepen in de maatschappij, op de arbeidsmarkt, de woningmarkt, de sociale zekerheid?