zaterdag 8 april 2006

Discussieavond Bijstandsbond in het gebouw van het HTIB over FourstaR en reintegratie

Van: WAO-Café 08-03-2006

Discussie-avond Bijstandsbond

Afgelopen vrijdag 7 april organiseerde de Bijstandsbond Amsterdam een discussiebijeenkomst over toeleiding naar de arbeidsmarkt. Behalve voor discussie werd de gelegenheid aangegrepen om de brochure ‘Het perspectief van de baan’ te presenteren. Het is een boekje vol tips over rechten en plichten voor mensen met een uitkering die met reïntegratie te maken krijgen.

Onder voorzitterschap van Piet van der Lende werd het een onrustige avond. Te gast waren de directeur van het reïntegratiebedrijf FourstaR de heer Bob Bergkamp, hoogleraar Joep Sonnemans, econoom aan de Universiteit van Amsterdam en Sander Janzweert, ervaringsdeskundige reïntegrant en langdurig uitkeringsgenieter. Eerstgenoemde kreeg van de ongeveer vijftig aanwezige uitkeringsgerechtigden en reïntegranten nauwelijks de gelegenheid zijn zegje te doen. Het ontbrak zelfs maar aan het minste beetje respect voor de man, die zich deze avond toch maar in het hol van de leeuw gewaagd had.

Hogere economie

Hoogleraar Sonnemans mocht het spits afbijten van de discussie en hing een maar nauwelijks te volgen verhaal op over het principal-agent model. Dit is een model waarbij de principal iets gedaan wil krijgen van een bepaalde groep. De principal gebruikt de inzet van een agent om de veranderingen teweeg te brengen. In Sonnemans’ verhaal is de gemeente de principal en zijn de reïntegratiebedrijven de agent.

Sonnemans doet uit de doeken dat bij een dergelijk systeem controle bijna altijd het grote probleem is. Dit komt volgens de theoreticus, omdat de principal bijna altijd meerdere opdrachten geeft aan de agent. Alleen de opdracht waar de sterkste incentive (prikkel) aan verbonden wordt zal de agent in zo’n geval uitvoeren. De doelen bij reïntegratie zijn voor gemeenten velerlei, maar het belangrijkste is dat ze minder bijstandsgerechtigden in hun sociale dienst-bestand overhouden. De gemeenten worden daar zelf namelijk ook toe geprikkeld door de inrichting van de WWB. Natuurlijk is het voor gemeenten ook belangrijk dat bijstanders duurzaam op een goede plek terecht komen, maar dat blijkt van secundair belang als de financiële druk acuut wordt.

Uiteindelijk is het gevolg, aldus Sonnemans, dat er verkeerde keuzes gemaakt worden: zowel gemeenten als reïntegratiebedrijven kiezen voor de kortste weg met ogenschijnlijk de snelste resultaten. Dat deze resultaten slechts van korte duur zijn, wordt niet in de overwegingen meegenomen. Men staart zich blind op de korte termijn-resultaten.
Reïntegratiebedrijven doen hetzelfde. Zij krijgen voor iedere bemiddeling naar werk een bepaalde premie. Het zal hun worst wezen of de bemiddeling voor meer dan een half jaar is. Als het die tijd haalt, dan strijken ze hun geld op.
Volgens Sonnemans is deze manier van werken op de lange duur voor niemand voordelig en zeker niet voor de reïntegranten. Maar door de financiële resultaten op korte termijn wordt er toch voor gekozen.

Overigens bleek later dat de econoom geen oplossing heeft bedacht voor de problematiek omtrent reïntegratie. Het publiek knipperde met haar oren, klapte braaf in haar handjes en wachtte gespannen tot de directeur van FourstaR aan het woord zou komen.

FourstaR

Tussen het boe-geroep en hoongelach heen, begeleid met de nodige sussende gebaren en dwingende klappen op tafel van de voorzitter van de avond vertelt FourStaR-directeur Bob Bergkamp zijn verhaal. Na zelf in dat jaar tot twee keer toe ontslagen te zijn, besluit de man in 1999 samen met een paar vrienden zelf een reïntegratiebedrijf te beginnen. Met zijn ervaring van zo’n twintig jaar op het gebied van arbeidstoeleiding en alles wat daarbij komt kijken, denkt Bergkamp zelf een goede methode gevonden te hebben om mensen naar werk te bemiddelen. De werkwijze van FourstaR grenst aan de WorkFirst-methode die gemeenten tegenwoordig zelf ook al veel hanteren.

Ben je cliënt bij FourstaR, dan kun je direct laten zien wat je in je mars hebt, door in een van de werkplaatsen aan de slag te gaan. Je kunt bijvoorbeeld in de catering werken, helpen bij de verbouwing van een FourstaR-pand, of op oude computers een ‘cursus administratie’ volgen.

Ondertussen helpen de consulenten van het bedrijf je bij het opstellen van een sollicitatiebrief en het zoeken naar vacatures.
Met een beetje geluk kun je direct bij FourstaR in dienst. Zo’n tien procent van de driehonderd medewerkers van het bedrijf is er zelf ooit als cliënt begonnen, aldus de directeur.

De rest van zijn verhaal ging over ‘laten zien wat je kunt’, ‘gemotiveerd zijn’ en ‘de helft van de bijstandscliënten die zwart bijverdienen, maar het vertikken om legaal aan de slag te gaan’. Door de felle reacties uit het publiek verdween de samenhang van het verhaal van de reïntegratieboer echter volkomen. Uiteindelijk gaf hij het op en veranderde zijn houding van welwillend en uitleggerig naar zwijgzaam en zelfs licht spottend. De agressie vanuit het publiek bleef gelukkig bij woorden, maar het voelde of ieder moment de vlam in de pan kon slaan.

Ervaringen

De ervaringsdeskundige bijstandsklant Jansweert heeft een, naar eigen zeggen, faliekant mislukt traject doorlopen bij Bob Bergkamps’ bedrijf. Beloften werden volgens de jongeman niet nagekomen, de administratieve cursus was niet meer dan een typcursus die iedereen gratis kan downloaden en uitzicht op betaald werk had Jansweert via FourstaR nooit gehad. Erger dan dit kon reïntegratie volgens hem dan ook nauwelijks worden. Hij had z’n vertrouwen opgezegd, was gestopt met reïntegreren en leeft nu nog steeds van een uitkering.

Toen hij zijn zegje gedaan had, klonk er applaus uit het publiek. Glimmend van trots deed Janzweert er de rest van de avond het zwijgen toe. Ook op het cruciale moment waarop hem gevraagd werd hoe volgens hém dan reïntegratie wel op een goede manier vorm kan worden gegeven.

Opvallend genoeg bevond zich in de zaal ook ene Marsja. Zij viel op omdat zij spontaan en op nadrukkelijke wijze vertelde hoe FourstaR voor haar wel veel goeds betekend had en nog veel voor haar betekent. “Ik heb na 18 jaar bijstand weer een doel in mijn leven,” laat ze de zaal weten, “En ik ben daar hartstikke dankbaar voor.” Haar enthousiaste verhaal werd door de zaal met stijgende verbazing aangehoord. Uiteindelijk keerde een groot deel van de zaal zich, onterecht, ook enigszins tegen haar. Er bestond geen greintje begrip voor het feit dat deze dame blijkbaar tevreden is met haar huidige situatie: ze werkt bij FourstaR met behoud van uitkering. “Ik ben erg gemotiveerd en ik heb weer ambities,” zegt Marsja nog. Maar dan vervalt de zaal weer in een schreeuwerig rumoer en besluit Marsja maar weer te gaan zitten.

Hoe dan wel?

Het was de bedoeling van de voorzitter om nog een flink deel van de avond te besteden aan de vraag hoe reïntegratie dan volgens het publiek wel in zijn werk zou moeten gaan. Zodat zij, de doelgroep, er echt wat aan hebben. Maar het bleef angstig stil. Blijkbaar had men daar nog nauwelijks over nagedacht. Hier kwam de suggestie van een basisinkomen, daar werd gezegd dat vrijwilligerswerk beter gewaardeerd zou moeten worden, maar verder had niemand enig idee. Misschien vond het gros van de aanwezigen hun situatie eigenlijk wel prima zo. Alleen wel vervelend dat ze telkens lastig gevallen worden door reïntegratietrajecten.

Maart 2006

Marjorie op 09/03/2006 01:46:00