Bijstandsvrouwen de dupe van verhaalsplicht
De laatste tijd is over de verhaalsplicht veel te doen geweest,
omdat het Rijk de terugvordering van de bijstand per 1 augustus
1992 dwingend oplegt. Terugvordering en verhaal is vooral van
belang wanneer je wit hebt bijgewerkt en de bijverdiensten niet
hebt opgegeven, en in echtscheidingssituaties. In dit artikel
gaan we in op de regeling zelf. Het artikel is mede gebaseerd op
de Grote Almanak voor informatie en advies, een uitgave van het
Nederlands Instituut voor zorg en welzijn.
Er kunnen zich situaties voordoen waarin de sociale dienst
verstrekte bijstand van de client zelf of anderen, die een onder-
houdsplicht hebben, kan terugvorderen. In de Bijstandswet is aan
de verhaalsplicht een apart hoofdstuk gewijd, het ABW-verhaals-
recht. Vanaf 1 augustus 1992 geldt een onderscheid in "verhaal"
en "terugvordering".
Van terugvordering spreekt men als het de
client van de sociale dienst zelf betreft, van verhaal als de
actie van de gemeente zich tegen anderen richt. In de wet staat
omschreven van wie op welke wijze bijstand kan worden teruggevorderd. Als iemand niet vrijwillig aan zijn (onderhouds) verplich-
ting voldoet, bijvoorbeeld een (ex) echtgenoot, dan kan de
gemeente aan de kantonrechter vragen het verschuldigde bedrag
vast te stellen. Heeft de alimentatierechter al een uitspraak
gedaan over de verplichting tot levensonderhoud, dan moet de
gemeente in het algemeen in overeenstemming hiermee bijstandskosten verhalen. Vanaf 1 augustus 1992 is de gemeente verplicht om
in situaties die daartoe aanleiding geven, bijstand te verhalen.
Voor deze datum konden gemeenten zelf bepalen hoever ze gingen
met verhaalsacties.
De nieuw ingevoerde plicht tot verhaal door
de gemeenten is niet absoluut. Een gemeente kan geheel of gedeel-
telijk afzien van verhaal als dit verhaal voor de persoon in
kwestie tot onaanvaardbare gevolgen zou leiden. Voor het verhaal
op een onderhoudsplichtige geldt een maximumtermijn van twaalf
jaar.
Terugvordering van bijstand van bijstandsontvanger zelf.
Terugvordering van verstrekte uitkering van degene die bijstand
heeft ontvangen, kan in de volgende gevallen:
- de sociale dienst kan bijstand terugvorderen, indien de betrokkene onjuiste of onvolledige inlichtingen heeft verstrekt. Alleen
voorzover daardoor ten onrechte bijstand is verstrekt, kan het
bedrag aan te veel betaalde bijstand worden teruggevorderd.
Indien iemand bijvoorbeeld inkomsten uit onderhuur heeft verzwegen, kan slechts een deel van de bijstand worden teruggevorderd.
In gevallen waarin de betrokkene tekort is geschoten in zijn of
haar informatieplicht, zal de gemeente het teveel betaalde bedrag
bruto terugvorderen. De client zal dan later via belastingaangifte een bedrag moeten zien terug te krijgen. Zie 3.2.1.
- De bijstand kan worden teruggevorderd als niet aan gestelde
voorwaarden wordt voldaan. Van wie achteraf blijkt dat hij of zij
zich niet aan een voorwaarde, bijvoorbeeld inschrijving bij het
arbeidsbureau, heeft gehouden, kan bijstand worden teruggevorderd.
-
Verrekening bijstand met inkomsten of andere aanspraken achteraf.
Wie achteraf inkomsten verkrijgt over een periode waarin
bijstand is verleend, zal de bijstand moeten terug betalen.
Bijvoorbeeld: na weigering van ziektegeld gaat men hiertegen met
succes in beroep. De in de tussen tijd verleende bijstand moet
worden terugbetaald. Hetzelfde gedlt voor bijstand die wordt
toegekend in afwachting van de afwikkeling van een nalatenschap
of echtscheiding, waarbij vaststaat dat men aanspraak op een
vermogen heeft.
Verhaal van bijstand op de nalatenschap
Na het overlijden van iemand die een bijstandsuitkering ontving
kan de sociale dienst voor de tijdens het leven van de betrokkene
verstrekte uitkeringen verhaal zoeken op de nalatenschap. Op de
opbrengst van de nalatenschap komen in mindering de kosten die de
begrafenis en de afwikkeling van de nalatenschap met zich mee-
brengen. De vrijlatingsbepalingen ten aanzien van eigen vermogen
gelden niet na overlijden. Een en ander houdt in dat erfgenamen
van iemand die langere tijd in de bijstand heeft gezeten niets
van financiele waarde zullen erven, zeker nu vanaf 1 augustus
1992 een plicht tot verhaal voor de gemeenten bestaat.
Verhaal van bijstand op de ouders
Ouders zijn verplicht om hun minderjarige kinderen te onderhouden. Bijstand die wordt verleend aan minderjarige weggelopen
kinderen kan dus verhaald worden op de ouders. Dat is niet altijd
zo. Als de ouders namelijk bereid zijn om zelf thuis hun kind te
verzorgen, kan alleen verhaald worden als het duidelijk in het
belang van het kind is dat het niet thuis wordt opgevoed. De
sociale dienst zal een gedegen onderzoek naar de situatie moeten
instellen en zich moeten laten voorlichten door deskundige
instanties, zoals de Raad voor de Kinderbescherming.
Verhaal van bijstand na schenking
De sociale dienst kan bijstand verhalen op iemand die een schenking heeft ontvangen van degene die bijstand aanvraagt. Voorwaarde hiervoor is dat degene die de schenking heeft gedaan op het
moment van schenken wist of had kunnen weten dat hij of zij op
niet al te lange termijn op bijstand zou zijn aangewezen. In de
praktijk verhalen sociale diensten niet bij schenkingen die
werden gedaan ten minste vijf jaar voorafgaand aan de bijstandsverlening.
Verhaal van bijstand op de (ex) echtgenoot
Echtgenoten zijn volgens de wet verplicht om elkaar te onderhouden. Weigert bijvoorbeeld een man zijn vrouw en kinderen te
onderhouden, waardoor zij op bijstand zijn aangewezen, dan
verhaalt de sociale dienst de verleende bijstand in principe op
de man. Het verhaal op de onderhoudsplichtige wordt het meest
toegepast in echtscheidingssituaties. Bij (ex) samenwonenden is
geen verhaal van bijstand mogelijk. Samenwonenden hebben geen
wettelijke onderhoudsplicht voor elkaar.
Het kan zijn dat een echtgenoot een door de rechter vastgesteld
alimentatiebedrag niet betaalt. Als de sociale dienst tot verlening van bijstand aan de andere echtgenoot overgaat, kan de
gemeente deze bijstand verhalen op de alimentatieplichtige.
Personen die echtscheiden kunnen afspreken dat geen alimentatie
zal worden betaald. (nihilbeding), terwijl de inkomenssituatie
van een echtgenoot de betaling van alimentatie wel mogelijk
maakt. De sociale dienst hoeft zich van deze afspraak niets aan
te trekken en kan toch verhalen, zo staat in de bijstandswet
sinds januari 1985. Verhaal van na die datum verstrekte bijstand
is mogelijk, ook als voor of na de wetswijziging van januari 1985
een nihilbeding is gemaakt. Ten aanzien van de hoogte van verhaal
wordt gekeken naar de draagkracht van de ex-echtgenoot. De
sociale dienst moet daarbij dezelfde normen hanteren als de
rechters gebruiken bij de vaststelling van alimentatie. Dit zijn
de zogenaamde tremanormen. Zie 7.2.4.
Het verhaal op de onderhoudsplichtige ex-echtgenoot eindigt 12
jaar na inschrijving van het echtscheidingsvonnis. Dit geldt niet
voor verhaal van bijstand die voor 1 augustus 1992 is verstrekt,
indien een gemeente voor die datum met verhaal is gestart.
Procedure bij terugvordering en verhaal van bijstand.
Voor de procedure bij terugvordering en verhaal van bijstand
bestaan aparte regels, die zijn opgenomen in de Bijstandswet. De
gemeente die bijstand wil verhalen kan niet zomaar tot invordering overgaan. Indien degene op wie de gemeente wil verhalen niet
akkoord gaat, zal de gemeente bij de kantonrechter een beschik-
king moeten vragen, waarin staat of en in welke mate verhaald kan
worden. Als het om terugvordering van uitkering bij de bijstands-
client zelf gaat, mag een teveel betaald bedrag niet zomaar
verrekend worden met een lopende uitkering. Een, al dan niet
gerechtelijke, actie uit onverschuldigde betaling is slechts
mogelijk indien overduidelijk is dat een administratieve fout is
gemaakt, zo blijkt uit de jurisprudentie. Er is dan geen bijstand
op grond van de Algemene Bijstandswet toegekend, zo luidt het
argument daarvoor. De gemeente moet binnen vijf jaar nadat de
bijstand is verstrekt de verhaalsprocedure starten. Het feitelijk
verhaal na een beschikking van de kantonrechter hoeft niet binnen
vijf jaar plaats te vinden.
De maatregel om het verhalen van bijstand verplicht te stellen
moet 250 miljoen gulden opbrengen en hiervan vloeit 90% terug
naar het rijk.
Er zijn twee redenen voor Staatssecretaris Elske
ter Veld om de maatregel nu verplicht te stellen: bezuinigingen
en de rechtsgelijkheid voor gemeenten. Tot nu toe was het zo, dat
sommige gemeenten wel verhalen en andere weer niet. Amsterdam
verhaalde geen bijstand op ex echtgenoten.
Wat betekent dit voor vrouwen:
Vrouwen zijn VERPLICHT aan de sociale dienst te vertellen wat de
naam is van de ex-man en waar hij woont. Derden (ex-man, ex-vriend,) hebben onderhoudsplicht naar vrouwen en kinderen toe. Waar
mogelijk kan de sociale dienst nu verleende bijstand terug halen.
Als vrouwen naam en adres niet willen vertellen, geeft niet om
wat voor reden, dan komt hun uitkering in gevaar.
Vrouwen kunnen een strafkorting krijgen, de uitkering kan zelfs
stopgezet worden. In Amsterdam gaat het in totaal om 27.000
vrouwen. Amsterdam kan een claim leggen op 15.000 vrouwen
waarvan de ex-man geen alimentatie betaalt. 1500 vrouwen krijgen
de komende 6 weken van de sociale dienst een brief, waarin ze
worden opgeroepen voor een gesprek. Vervolgens krijgen de mannen
een brief toegezonden, waarin dan niet het adres van de ex-vrouw
genoemd zal worden.
Nu al zijn veel vrouwen opgeroepen op de
rayonkantoren. Vrouwen die in BLIJF VAN MIJN LIJF huizen zitten
worden zolang ze daar blijven met rust gelaten. Gaan zij naar een
zelfstandige woning, dan krijgen ook zij zo'n brief. NIET VERHAALD wordt er bij BOM (bewust ongehuwde moeder) en vrouwen die
K.I.(kunstmatige insiminatie) hebben gedaan. Mensen die een
samenlevingscontrakt hebben getekend maar niet getrouwd zijn,
daar wordt ook NIET VERHAALD, tenzij er kinderen zijn die door
de man erkend zijn. Ook NIET VERHAALD wordt er op mannen die een
laag inkomen hebben en dat kunnen bewijzen. ALLEEN verhaald kan
worden op mensen die getrouwd zijn geweest en erkende kinderen
hebben. Als de ex-partner in het buitenland heeft gezeten en
terug komt kan er alsnog verhaald worden.
Wat kunnen de consequenties zijn voor vrouwen
Als mannen de brief van de GSD in de bus krijgen kunnen zij
vervelend gaan worden naar vrouw en kinderen toe. Zij kunnen gaan
intimideren, geweld gebruiken, etc. Ook kunnen mannen de eventuele baantjes en de nieuwe vriendjes, ook LAT relaties, gaan
verklikken bij de GSD. Vrouwen moeten hier terdege rekening mee
houden. De GSD heeft 22 extra mensen op het verhaalsrecht gezet
en dit is nu volgens de GSD al te weinig. Veel nieuw leed kan
door deze maatregel aan vrouwen berokkend worden. Wij vinden dat
de GSD daar REKENING mee moet houden. Als er wat gebeurt is het
rijk samen met de GSD verantwoordelijk voor de gevolgen. Vrouwen
moeten zich wenden tot advocaten of het buro van Rechtshulp om te
bekijken wat er moet gebeuren. Het Komitee Vrouwen en de Bijstand
heeft een advocatenlijst en zal gaan turven, plus een extra
spreekuur gaan draaien op vrijdagochtend van 10-12 uur. Zij
zullen ons beraden op acties in Amsterdam samen met het Lande-
lijk steunpunt Vrouwen en de Bijstand. De Amsterdamse gemeente-
raad en de wethouder moeten op de gevolgen van de verhaalsplicht
worden aangesproken in de commissie van bijstand.
Anke van der Vliet.
Het telefoonnummer van het Komitee Vrouwen en de Bijstand
is: 020-6246666. Nieuwe Herengracht 95.
Nieuws, commentaren en aankondigingen van de Bijstandsbond. Op deze blog vindt u alle informatie over de Bijstandsbond. Telefoon: 020-6898806. Whatt's App, Telegram en Signal 06-20367458. Algemeen spreekuur di en do van 11.00 uur tot 16.00 uur. Advocaat Mark van Hoof aanwezig di en do van 13.00 uur tot 14.00 uur. 06-47816228. info@bijstandsbond.org.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
-
Vanmorgen heb ik een bericht gepubliceerd over het project ‘Representatie en het maatschappelijk middenveld’ van het Sociaal en Cultureel P...
-
10-07-2024. De Bijstandsbond roept bijstandsgerechtigden in den lande op de vaal slechte behandeling door klantmanagers te melden voor een ...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten