vrijdag 10 december 1993

Bijstandsvrouwen de dupe van verhaalsplicht

Bijstandsvrouwen de dupe van verhaalsplicht

De laatste tijd is over de verhaalsplicht veel te doen geweest, omdat het Rijk de terugvordering van de bijstand per 1 augustus 1992 dwingend oplegt. Terugvordering en verhaal is vooral van belang wanneer je wit hebt bijgewerkt en de bijverdiensten niet hebt opgegeven, en in echtscheidingssituaties. In dit artikel gaan we in op de regeling zelf. Het artikel is mede gebaseerd op de Grote Almanak voor informatie en advies, een uitgave van het Nederlands Instituut voor zorg en welzijn.

Er kunnen zich situaties voordoen waarin de sociale dienst verstrekte bijstand van de client zelf of anderen, die een onder- houdsplicht hebben, kan terugvorderen. In de Bijstandswet is aan de verhaalsplicht een apart hoofdstuk gewijd, het ABW-verhaals- recht. Vanaf 1 augustus 1992 geldt een onderscheid in "verhaal" en "terugvordering".

Van terugvordering spreekt men als het de client van de sociale dienst zelf betreft, van verhaal als de actie van de gemeente zich tegen anderen richt. In de wet staat omschreven van wie op welke wijze bijstand kan worden teruggevorderd. Als iemand niet vrijwillig aan zijn (onderhouds) verplich- ting voldoet, bijvoorbeeld een (ex) echtgenoot, dan kan de gemeente aan de kantonrechter vragen het verschuldigde bedrag vast te stellen. Heeft de alimentatierechter al een uitspraak gedaan over de verplichting tot levensonderhoud, dan moet de gemeente in het algemeen in overeenstemming hiermee bijstandskosten verhalen. Vanaf 1 augustus 1992 is de gemeente verplicht om in situaties die daartoe aanleiding geven, bijstand te verhalen. Voor deze datum konden gemeenten zelf bepalen hoever ze gingen met verhaalsacties.

De nieuw ingevoerde plicht tot verhaal door de gemeenten is niet absoluut. Een gemeente kan geheel of gedeel- telijk afzien van verhaal als dit verhaal voor de persoon in kwestie tot onaanvaardbare gevolgen zou leiden. Voor het verhaal op een onderhoudsplichtige geldt een maximumtermijn van twaalf jaar.

Terugvordering van bijstand van bijstandsontvanger zelf.

Terugvordering van verstrekte uitkering van degene die bijstand heeft ontvangen, kan in de volgende gevallen: - de sociale dienst kan bijstand terugvorderen, indien de betrokkene onjuiste of onvolledige inlichtingen heeft verstrekt. Alleen voorzover daardoor ten onrechte bijstand is verstrekt, kan het bedrag aan te veel betaalde bijstand worden teruggevorderd. Indien iemand bijvoorbeeld inkomsten uit onderhuur heeft verzwegen, kan slechts een deel van de bijstand worden teruggevorderd. In gevallen waarin de betrokkene tekort is geschoten in zijn of haar informatieplicht, zal de gemeente het teveel betaalde bedrag bruto terugvorderen. De client zal dan later via belastingaangifte een bedrag moeten zien terug te krijgen. Zie 3.2.1. - De bijstand kan worden teruggevorderd als niet aan gestelde voorwaarden wordt voldaan. Van wie achteraf blijkt dat hij of zij zich niet aan een voorwaarde, bijvoorbeeld inschrijving bij het arbeidsbureau, heeft gehouden, kan bijstand worden teruggevorderd. -

Verrekening bijstand met inkomsten of andere aanspraken achteraf.

Wie achteraf inkomsten verkrijgt over een periode waarin bijstand is verleend, zal de bijstand moeten terug betalen. Bijvoorbeeld: na weigering van ziektegeld gaat men hiertegen met succes in beroep. De in de tussen tijd verleende bijstand moet worden terugbetaald. Hetzelfde gedlt voor bijstand die wordt toegekend in afwachting van de afwikkeling van een nalatenschap of echtscheiding, waarbij vaststaat dat men aanspraak op een vermogen heeft. Verhaal van bijstand op de nalatenschap Na het overlijden van iemand die een bijstandsuitkering ontving kan de sociale dienst voor de tijdens het leven van de betrokkene verstrekte uitkeringen verhaal zoeken op de nalatenschap. Op de opbrengst van de nalatenschap komen in mindering de kosten die de begrafenis en de afwikkeling van de nalatenschap met zich mee- brengen. De vrijlatingsbepalingen ten aanzien van eigen vermogen gelden niet na overlijden. Een en ander houdt in dat erfgenamen van iemand die langere tijd in de bijstand heeft gezeten niets van financiele waarde zullen erven, zeker nu vanaf 1 augustus 1992 een plicht tot verhaal voor de gemeenten bestaat.

Verhaal van bijstand op de ouders

Ouders zijn verplicht om hun minderjarige kinderen te onderhouden. Bijstand die wordt verleend aan minderjarige weggelopen kinderen kan dus verhaald worden op de ouders. Dat is niet altijd zo. Als de ouders namelijk bereid zijn om zelf thuis hun kind te verzorgen, kan alleen verhaald worden als het duidelijk in het belang van het kind is dat het niet thuis wordt opgevoed. De sociale dienst zal een gedegen onderzoek naar de situatie moeten instellen en zich moeten laten voorlichten door deskundige instanties, zoals de Raad voor de Kinderbescherming.

Verhaal van bijstand na schenking

De sociale dienst kan bijstand verhalen op iemand die een schenking heeft ontvangen van degene die bijstand aanvraagt. Voorwaarde hiervoor is dat degene die de schenking heeft gedaan op het moment van schenken wist of had kunnen weten dat hij of zij op niet al te lange termijn op bijstand zou zijn aangewezen. In de praktijk verhalen sociale diensten niet bij schenkingen die werden gedaan ten minste vijf jaar voorafgaand aan de bijstandsverlening.

Verhaal van bijstand op de (ex) echtgenoot

Echtgenoten zijn volgens de wet verplicht om elkaar te onderhouden. Weigert bijvoorbeeld een man zijn vrouw en kinderen te onderhouden, waardoor zij op bijstand zijn aangewezen, dan verhaalt de sociale dienst de verleende bijstand in principe op de man. Het verhaal op de onderhoudsplichtige wordt het meest toegepast in echtscheidingssituaties. Bij (ex) samenwonenden is geen verhaal van bijstand mogelijk. Samenwonenden hebben geen wettelijke onderhoudsplicht voor elkaar. Het kan zijn dat een echtgenoot een door de rechter vastgesteld alimentatiebedrag niet betaalt. Als de sociale dienst tot verlening van bijstand aan de andere echtgenoot overgaat, kan de gemeente deze bijstand verhalen op de alimentatieplichtige. Personen die echtscheiden kunnen afspreken dat geen alimentatie zal worden betaald. (nihilbeding), terwijl de inkomenssituatie van een echtgenoot de betaling van alimentatie wel mogelijk maakt. De sociale dienst hoeft zich van deze afspraak niets aan te trekken en kan toch verhalen, zo staat in de bijstandswet sinds januari 1985. Verhaal van na die datum verstrekte bijstand is mogelijk, ook als voor of na de wetswijziging van januari 1985 een nihilbeding is gemaakt. Ten aanzien van de hoogte van verhaal wordt gekeken naar de draagkracht van de ex-echtgenoot. De sociale dienst moet daarbij dezelfde normen hanteren als de rechters gebruiken bij de vaststelling van alimentatie. Dit zijn de zogenaamde tremanormen. Zie 7.2.4.

Het verhaal op de onderhoudsplichtige ex-echtgenoot eindigt 12 jaar na inschrijving van het echtscheidingsvonnis. Dit geldt niet voor verhaal van bijstand die voor 1 augustus 1992 is verstrekt, indien een gemeente voor die datum met verhaal is gestart.

Procedure bij terugvordering en verhaal van bijstand.

Voor de procedure bij terugvordering en verhaal van bijstand bestaan aparte regels, die zijn opgenomen in de Bijstandswet. De gemeente die bijstand wil verhalen kan niet zomaar tot invordering overgaan. Indien degene op wie de gemeente wil verhalen niet akkoord gaat, zal de gemeente bij de kantonrechter een beschik- king moeten vragen, waarin staat of en in welke mate verhaald kan worden. Als het om terugvordering van uitkering bij de bijstands- client zelf gaat, mag een teveel betaald bedrag niet zomaar verrekend worden met een lopende uitkering. Een, al dan niet gerechtelijke, actie uit onverschuldigde betaling is slechts mogelijk indien overduidelijk is dat een administratieve fout is gemaakt, zo blijkt uit de jurisprudentie. Er is dan geen bijstand op grond van de Algemene Bijstandswet toegekend, zo luidt het argument daarvoor. De gemeente moet binnen vijf jaar nadat de bijstand is verstrekt de verhaalsprocedure starten. Het feitelijk verhaal na een beschikking van de kantonrechter hoeft niet binnen vijf jaar plaats te vinden. De maatregel om het verhalen van bijstand verplicht te stellen moet 250 miljoen gulden opbrengen en hiervan vloeit 90% terug naar het rijk.

Er zijn twee redenen voor Staatssecretaris Elske ter Veld om de maatregel nu verplicht te stellen: bezuinigingen en de rechtsgelijkheid voor gemeenten. Tot nu toe was het zo, dat sommige gemeenten wel verhalen en andere weer niet. Amsterdam verhaalde geen bijstand op ex echtgenoten. Wat betekent dit voor vrouwen: Vrouwen zijn VERPLICHT aan de sociale dienst te vertellen wat de naam is van de ex-man en waar hij woont. Derden (ex-man, ex-vriend,) hebben onderhoudsplicht naar vrouwen en kinderen toe. Waar mogelijk kan de sociale dienst nu verleende bijstand terug halen. Als vrouwen naam en adres niet willen vertellen, geeft niet om wat voor reden, dan komt hun uitkering in gevaar. Vrouwen kunnen een strafkorting krijgen, de uitkering kan zelfs stopgezet worden. In Amsterdam gaat het in totaal om 27.000 vrouwen. Amsterdam kan een claim leggen op 15.000 vrouwen waarvan de ex-man geen alimentatie betaalt. 1500 vrouwen krijgen de komende 6 weken van de sociale dienst een brief, waarin ze worden opgeroepen voor een gesprek. Vervolgens krijgen de mannen een brief toegezonden, waarin dan niet het adres van de ex-vrouw genoemd zal worden.

Nu al zijn veel vrouwen opgeroepen op de rayonkantoren. Vrouwen die in BLIJF VAN MIJN LIJF huizen zitten worden zolang ze daar blijven met rust gelaten. Gaan zij naar een zelfstandige woning, dan krijgen ook zij zo'n brief. NIET VERHAALD wordt er bij BOM (bewust ongehuwde moeder) en vrouwen die K.I.(kunstmatige insiminatie) hebben gedaan. Mensen die een samenlevingscontrakt hebben getekend maar niet getrouwd zijn, daar wordt ook NIET VERHAALD, tenzij er kinderen zijn die door de man erkend zijn. Ook NIET VERHAALD wordt er op mannen die een laag inkomen hebben en dat kunnen bewijzen. ALLEEN verhaald kan worden op mensen die getrouwd zijn geweest en erkende kinderen hebben. Als de ex-partner in het buitenland heeft gezeten en terug komt kan er alsnog verhaald worden.

Wat kunnen de consequenties zijn voor vrouwen

Als mannen de brief van de GSD in de bus krijgen kunnen zij vervelend gaan worden naar vrouw en kinderen toe. Zij kunnen gaan intimideren, geweld gebruiken, etc. Ook kunnen mannen de eventuele baantjes en de nieuwe vriendjes, ook LAT relaties, gaan verklikken bij de GSD. Vrouwen moeten hier terdege rekening mee houden. De GSD heeft 22 extra mensen op het verhaalsrecht gezet en dit is nu volgens de GSD al te weinig. Veel nieuw leed kan door deze maatregel aan vrouwen berokkend worden. Wij vinden dat de GSD daar REKENING mee moet houden. Als er wat gebeurt is het rijk samen met de GSD verantwoordelijk voor de gevolgen. Vrouwen moeten zich wenden tot advocaten of het buro van Rechtshulp om te bekijken wat er moet gebeuren. Het Komitee Vrouwen en de Bijstand heeft een advocatenlijst en zal gaan turven, plus een extra spreekuur gaan draaien op vrijdagochtend van 10-12 uur. Zij zullen ons beraden op acties in Amsterdam samen met het Lande- lijk steunpunt Vrouwen en de Bijstand. De Amsterdamse gemeente- raad en de wethouder moeten op de gevolgen van de verhaalsplicht worden aangesproken in de commissie van bijstand.

Anke van der Vliet.

Het telefoonnummer van het Komitee Vrouwen en de Bijstand is: 020-6246666. Nieuwe Herengracht 95.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten