Het symposium werd gehouden in het sjieke hotel
Krasnapolsky. Waarom gingen wij er eigenlijk naar toe?. Amsterdam heeft grootse
plannen. Er komen grootschalige miljardeninvesteringen in de regio, zoals de
noord-zuid lijn van de metro, nieuw oost, uitbreiding schiphol en uitbreding
van de haven in de westpoort. Uit de nota "Amsterdam naar 2005"
blijkt, dat de financieringsgrondslag voor deze investeringen krakkemikkig is.
De bijdragen van het rijk zijn onvoldoende om alles te financieren. De gemeente
moet hiervoor zelf diep in de buidel tasten. In "Amsterdam naar 2005"
wordt aangegeven, dat er daarvoor ook bezuinigingen nodig zijn op de
consumptieve uitgaven. In konreto: minder buurthuizen, bibliotheken, etc, dus
de investeringen gaan ten koste van een grote groep amsterdammers, die nu al
op een minimum leven. Ook de sociale dienst zal miljoenen moeten bezuinigen in
de komende jaren. Blijkbaar wordt bij al die investeringen met de groepen aan
de onderkant geen rekening gehouden. Hoe verlopen besluitvormingsprocessen
over dit soort investeringen eigenlijk, en welke argumenten worden daarbij
gebruikt? Welke rol speelt de bestrijding van de werkloosheid daarin? Daarom
gingen we maar eens naar dit symposium om dit van nabij mee te maken.
struktuur
Je kunt de stad beschouwen als een struktuur,
waarbij er goederen en personen voortdurend de stad binnengaan, vooral forensen
en eindprodukten, en andere goederen en perosnen de stad uitgaan. Weer forensen
en bijvoorbeeld afval. Bij het reguleren van deze stroom van goederen en
personen moet met verschillende specten rekening worden gehouden: milieu, bereikbaarheid,
afstand wonen werken, leefbaarheid, etc. Er zou eigenlijk voor zo'n stedelijke
regio een totaal-plan moeten worden ontwikkeld, op grond waarvan vragen worden
beantwoord als: welke industrie of dienstverlening willen we in de stad hebben?
Wat kan verderweg? Hoe is de verhouding tussen wonen en werken in de stad en
hoe kan dit worden geintegreerd? Welke delen van de stad maken we autoluw of
zelfs autovrij, etc. Ten behoeve van welke groepen creeeren we werkgelegenheid
in de stad, en hoe wordt die werkgelegenheid in de vorm van bedrijven
opgezet?. En ook: hoe kan er een evenwicht ontstaan tussen woon- en
werkfuncties?
Nu blijkt het zo te zijn, dat in Amsterdam een dergelijke
totaal-visie geheel ontbreekt. Er is een ambtelijke molen, die doordraait, en
waarin deelbeslissingen worden genomen, die niet meer kunnen worden
teruggedraaid. Als voorbeeld werd oa genoemd, dat er bij het Zeeburgereiland
nu al een tunnel wordt gebouwd voor een sneltram die daar zou moeten komen voor
de bewoners, terwijl de bestemming van het eiland officieel nog moet worden
vastgesteld!. Een van de sprekers gaf aan, dat in Amsterdam in feite visies op
deelterreinen worden ontwikkeld door gespecialiseerde afdelingen van
ambtenaren, die geen rekening houden met het totaal. Integratie van die
verschillende beleidsterreinen in een visie vindt niet plaats. Professor
lambooy zei het zo: de ontwikkelingen in Amsterdam zijn zodanig dat deze stad
in feite niet een structuurplan heeft voor de ekonomie. De ekonomie is
onderdeel van de ruimtelijke plannen. Er is geen ruimtelijk ekonomisch plan
waarin, uitgaande van ekonomische functies, en de logistieke analyses, een
behoeftenlijstje is opgezet. Vaak wordt ad-hoc per gebied gewerkt of het wordt
helemaal afhankelijk gemaakt van woningbouw. Deze eenzijdige gerichtheid van
het amsterdamse beleid op woningbouw versterkt ook effecten in het kader van
het marktmechanisme: de woonfunctie in de binnenstad overvleugeld de
werkfunctie, en vedringt deze, omdat door de grote vraag naar woningen er voor
een vierkante meter wonen inmiddels op sommige plaatsen meer betaald wordt dan
voor een vierkante meter kantoor. Daarom worden bedrijven door partikuliere
woningen verdrongen. Bedrijven willen echter graag in de binnenstad zitten: aan
de rand van Amsterdam, waar veel bedrijven naartoe verhuizen, is
kantoorruimte over, in de binnenstad is een groot tekort aan kantoorruimte.
Door het amsterdamse beleid en de werking van het marktmechanisme worden
werken en wonen nog steeds sterk gescheiden, hetgeen weer gevolgen heeft voor
de vervoersstromen.
De lobby van het bedrijfsleven speelt handig op
deze situatie in. Bedrijven of groepen van bedrijven proberen met verschillende
argumenten erdoor te drukken, dat met hun specifieke bedrijfsbelangen rekening
wordt gehouden. Zo zeggen de bedrijven die nu op het Zeeburgereiland zitten en
die daar willen blijven: "Nieuw Oost komt er toch, evenals allerlei
snelwegen, trams en spoorverbinden en de ontwikkeling van de IJ-oevers, dan is
het zeeburgereiland in dit geheel een steeds belangrijker knooppunt, waar
bedrijven gevestigd moeten zijn, dichtbij de stad, die afval verwerken,
bouwmaterialen aanvoeren en rioolwater zuiveren". Terwijl over al die
projekten nog moet worden beslist!. Zo spelen de bedrijven dus handig in op de
nauwelijks te beinvloeden ambtelijke doorloop. Maar ook chantage wordt niet
geschuwd: "als wij moeten verhuizen, dan gaan we ver weg, en dan kost dat
60 miljoen, en dat konden we wel eens gaan verhalen op de gemeente Amsterdam,
we eisen in ieder geval schadevergoeding, en als we mogen blijven zitten,
investeren we veel in nieuwe ontwikkelingen ter plaatse.
Zo ontstaat er in mijn ogen een congsi van
lobbyende bedrijven, amtenaren en politici, die beslissingen nemen op deelterreinen,
waarbij niemand een totaal-overzicht heeft.
Het kersverse gemeenteraadslid A Bijlsma van de
Partij van de Arbeid geeft dit ook toe. Hij bracht oa het volgende naar voren:
"Ik vind dat voor elke belangrijke uitbreiding of belangrijke wijziging
van bestemming een milieu-effect rapportage moet worden gemaakt. Dat moet een
rapport zijn waarin alternatieven naast elkaar worden gezet. Voor mijn gevoel
ontbreekt dat er tot nu toe vaak aan. Voor Nieuw Oost is wel zo'n rapportage gemaakt,
maar de alternatieven zijn nooit in een breder kader afgewogen." Doet
Blijlsma een frisse wind waaien in de amsterdamse gemeentepolitiek? Ook hij
lijkt zich neer te leggen bij de voldongen feiten politiek. "Het vervelende
is natuurlijk dat we de komende maanden een aantal belangrijke beslissingen
nemen die de zaak tot 2005 vastleggen. Het gaat met name om grote investeringen
in het kader van de VINEX ".
De conclusie kan luiden, dat de ekonomische
ontwikkeling van de regio Amsterdam ondergeschikt gemaakt is aan de ruimtelijke
ontwikkeling, waarbij een soort ad-hoc beleid wordt gevoerd: we kijken waar
bedrijven zich vestigen, en gaan dan nadenken over wat we daarmee doen, of er
wordt op grond van niet-ekonomische overwegingen ergens een bedrijfsterrein
gepland. (een voorbeeld daarvan is volgens mij ook de IJ-markt). Vanuit
ekonomisch oogpunt gezien zijn de miljardeninvesteringen die amsterdam aan het
plannen is slecht onderbouwd en de werkgelegenheid lijkt al helemaal een
ondergeschikte rol te spelen, ondanks fraaie woorden in beleidsnota's waar men
het tegendeel poogt aan te tonen. Het gemeentebeleid is een rommelig zooitje en
met name de Amsterdammers, die op een minimum leven, zijn hiervan de dupe.
Piet van der Lende.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten