Gepubliceerd in Maandblad
Uitkerings Gerechtigden november 1996
selectieprocedures sociale
werkvoorziening
Onlangs schreven wij een
bezwaarschrift voor iemand, die uit zichzelf had gesolliciteerd bij de sociale
werkvoorziening. In gesprekken voorafgaande aan de in diensttreding werd echter
door een ambtenaar vastgesteld, dat betrokkene niet tot regelmatige arbeid in
staat was. Dit gebeurde niet na een medische keuring, maar op basis van een
formulier, dat door de sollicitant was ingevuld. Ondanks de kwalificatie 'niet
tot regelmatige arbeid in staat' op basis van een ingevuld formulier en beoordeeld
door iemand die niet medisch deskundig was, besloot men het toch met de
sollicitant te proberen. Inderdaad bleek tijdens de proefperiode, dat
betrokkenen moeite had te wennen aan een regelmatig arbeidsritme. Wat wil je
ook, na vele jaren werkloosheid. Men was echter wel erg snel met de conclusie,
dat betrokkene niet geschikt was voor werk in de sociale werkvoorziening. De
eerste werkdag was op 29 januari en al op 31 januari meldde de
plaatsingsambtenaar: "niet tot regelmatige arbeid in staat". Vanaf
dat moment ging de negatieve kwalificatie die hierboven werd genoemd
betrokkene achtervolgen. In de periode van 5 tot 16 februari werd hij op een
andere afdeling geplaatst. Hier werd hij voor bepaalde routine werkzaamheden
achter de computer gezet. Na enige uitleg liet men hem de hele dag aanmodderen,
zonder enigerlei begeleiding of controle. Er was uiteindelijk een lid van de
ondernemingsraad, die zich over betrokkene ontfermde en die hem de gang van
zaken in het bedrijf en op de computer probeerde uit te leggen. Er was geen
mogelijkheid, in eerste instantie met kortere werkdagen te beginnen en dit na
enige tijd uit te bouwen tot volledige werkdagen. Overleg daarover was nauwelijks
mogelijk. Betrokkene moest vanaf het begin acht uur per dag werken en als dat
niet kon, hield het op.
Uit de toelichting op het
bezwaarschrift:
" Ik had gedacht dat
instellingen als de sociale werkvoorziening bedoeld waren voor mensen zoals
ik, die misschien wat minder geschikt zijn voor de reguliere arbeidsmarkt en
dat daarmee extra rekening wordt gehouden in de aard van de werkzaamheden en
de arbeidsvoorwaarden waarbij een geleidelijke opbouw plaats vindt naar een
volledige werkweek. Ik heb echter de indruk, dat de noodzaak om op korte
termijn te voldoen aan bepaalde produktienormen bij instellingen op het gebied
van de sociale werkvoorziening steeds belangrijker worden".
Met dit laatste wordt bedoeld, dat
bedrijven in de sociale werkvoorziening steeds commerciƫler moeten gaan draaien
en dat ze een groot gedeelte van de kosten zelf door verkoop van produkten
moeten terug verdienen. In de selectieprocedures lijken kandidaten voor de
sociale werkvoorziening hiervan de dupe te worden. In de bovenstaande situatie
konden we ons niet aan de indruk onttrekken, dat de negatieve beoordeling op
basis van het vragenformulier een soort self full-filling prophecy was. De
beoordeling bleef betrokkene achtervolgen en was voortdurend leidraad voor de
opstelling van het personeel dat hem moest begeleiden.
Piet van der Lende.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten