zondag 11 april 2010

Nederlandse staat schendt kinderrechten

Apr 11 2010 ∞ Commentaar 143 Digitaal magazine Solidariteit - Nederlandse staat schendt kinderrechten ———————————————————————————————- S O L I D A R I T E I T Commentaar 143 - 11 april 2010 ———————————————————————————————- Pim Fischer. Op 20 oktober 2009 besliste het Europees Comité Sociale Rechten (ECSR) dat kinderen op straat zetten in strijd is met de menselijke waardigheid. De staat moet hen opvang bieden. Gebeurt dat niet, dan handelt de staat in strijd met het Europees Sociaal Handvest (ESH). Op 28 februari 2010 is deze beslissing gepubliceerd. Tussen 20 oktober 2009 en 28 februari liggen vier maanden. De Nederlandse staat kreeg zo de gelegenheid zijn zaken op orde te krijgen en in overeenstemming te brengen met de mensenrechten. Enige dagen voor publicatie stelde de toenmalig staatssecretaris van Justitie, Albayrak (PvdA), bij Pauw en Witteman dat ze geen veroordeling van Nederland verwachtte. Na vragen in de Tweede Kamer deelde de minister van Justitie, Hirsch Ballin (CDA), mee dat hij er eerst nog op wilde studeren. Na die studie berichtte hij dat de beslissing van het ECSR niet bindend was en dat het op straat zetten van illegale kindjes gewoon door zou gaan. Onbeschaafde staat Nederland heeft pas sedert 2006 het collectief klachtrecht bij het Europees Comité Sociale Rechten erkend. Dit comité heeft nu in de eerste klacht tegen Nederland in niet mis te verstane bewoordingen geoordeeld: Nederland schendt de menselijke waardigheid van kinderen en doet dat door kinderen beschutting te onthouden. Deze menselijke waardigheid is het fundament van de beschaafde burgerlijke maatschappij. De vastgestelde schending houdt dan ook een heel zware veroordeling in. Kinderen op straat zijn kwetsbaar. Spelen op straat is goed, wonen en slapen niet. Medemenselijkheid verplicht onder die omstandigheden tot het bieden van hulp. De weigering hulp te bieden maakt Nederland tot een mensenrechtenschender. Kinderen hun menselijke waardigheid ontnemen, is onbeschaafd. In de antwoorden van de minister op de Kamervragen kan weinig menselijks teruggevonden worden. Hij meende het oordeel te kunnen negeren, omdat het geen bindende kracht zou hebben. In zekere zin heeft Hirsch Ballin gelijk. Geen verdrag is bindend. Straatsburg beschikt niet over een sterke arm, het daar gevestigde rechtsprekende orgaan staat los van een staat. Met als gevolg dat de interpretatie van een verdrag geschiedt door experts verbonden aan de Verenigde Naties en de Raad van Europa. Als het Europees Hof van de Rechten van de Mens een beslissing neemt, dan is het afhankelijk van de bereidheid van de veroordeelde staat zich aan de beslissing te houden. Dat geldt niet anders voor het oordeel van het betreffende Europees Comité. Staat zal bakzeil halen Het is een algemeen verschijnsel dat staten moeite hebben zich te houden aan mensenrechten. Soms duurt het jaren, voordat eindelijk gevolg wordt gegeven aan beslissingen van Straatsburgse organen. Nederland is daarop geen uitzondering. Maar de minister meent ten onrechte dat hij het oordeel van het ECSR naast zich neer kan leggen. Ik begrijp zijn reactie wel. Opkomen voor illegalen is in deze tijd niet iets waarmee stemmen worden gewonnen. Een paar maanden voor de verkiezingen lijkt het de minister dan ook beter even stoer te zijn door de Straatsburgse veroordeling naast zich neer te leggen. Ik twijfel overigens of de reactie electoraal gezien niet beter anders kan zijn. Volgens mij wil de meerderheid van de Nederlandse bevolking niet onder een overheid leven die de mensenrechten schendt. En dat zou beteken dat opkomen voor mensenrechten electorale winst kan opleveren. De staat is op grond van het Europees Verdrag voor de bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM) verplicht kinderen te beschermen. Zou een concrete zaak over dit onderwerp voorgelegd worden aan het Europees Hof van de Rechten van de Mens (EHRM), dan is het oordeel te voorspellen. Kinderen beschutting onthouden mag niet. Gezien de werklast van dit Hof kunnen we echter op dat oordeel nog wel een paar jaar wachten. Ontkenning van de verplichtingen voortvloeiende uit de mensenrechten- verdragen zal nog wel even doorgaan. Straatsburg zelf kan daar niet zo gek veel aan veranderen, het beschikt niet over een leger en andere landen zullen vast niet ingrijpen. Nu zou het heel goed zo kunnen zijn dat Nederlandse rechters het oordeel volgen en de staat dwingen zich te houden aan het internationale recht. Maar ook als ze dat niet doen, blijft het probleem bestaan. Om namelijk onderdeel te blijven uitmaken van de Straatsburgse familie kan Nederland oordelen niet blijvend naast zich neerleggen. Het Europees Comité heeft bindend het Europees Sociaal Handvest geïnterpreteerd. Nederland zal nu de praktijk in overeenstemming met het handvest moeten brengen. Uit de Raad van Europa stappen, lijkt niet echt een begaanbare route. En dus moeten we er maar vanuit gaan dat Nederland nog wat tegenspartelt - ondertussen komen nog steeds kinderen zonder opvang op straat terecht - maar dat de staat toch echt bakzeil zal halen. Een andere uitkomst is niet denkbaar. Het tempo waarin dat gebeurt, is nog de enige vraag. Een beetje politieke druk zou welkom zijn voor die op straat gezette kinderen. ———————————————————————————————- Dit is nummer honderd drieënveertig van Solidariteitcommentaar. We brengen veertiendaags een e-mail uit met brandend commentaar op actuele ontwikkelingen. Het commentaar verschijnt eveneens op onze webstek http://www.solidariteit.nl. ———————————————————————————————-

Geen opmerkingen:

Een reactie posten