Vorige week maakten
het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Centraal Plan
Bureau (CPB) cijfers bekend over de Nederlandse economie. In de
media
vervolgens juichtonen over de ontwikkelingen. Er werden
groeicijfers
genoemd van 3,5% meer dan in de ons omringende landen. Ik ga alle
cijfers die gepresenteerd werden niet herhalen, daarover is veel
informatie beschikbaar. Ik wilde wel eens weten wat er nou precies
groeit, en of die juichtonen terecht zijn. Als je afgaat op de
berichten in de media kom je wat dat betreft niet veel te weten.
Er
is wel linkse kritiek op de eenzijdige gerichtheid op economische
groei, met haar gevolgen voor het milieu en er wordt benadrukt dat
het bij al die cijfers omd e mensen gaat die dagelijks de eindjes
aan
elkaar moeten knopen en dat de kloof tussen arm en rijk toeneemt.
De
gemiddelde inwoner van Nederland profiteert nauwelijks van de
toenemende rijkdom. Maar is die toename er wel, eigenlijk?
Misschien
dat mainstream economen daar ook wel iets over te zeggen hebben.
Dit
artikel is op die bronnen gebaseerd. En ook dan ziet het er niet
best
uit. Maar eens gekeken naar de persconfenerentie die het CBS
organiseerde naar aanleiding van de cijfers.
https://www.youtube.com/watch?v=9DKm1on3DkQ
Er was een
presentatie van Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het CBS.
Een groot deel van zijn verhaal zei ook niet erg veel. Maar het
was
duidelijk, dat Peter Hein zo zijn bedenkingen had bij de cijfers.
Maar als hoofdeconoom van het CBS presenteer je alleen zogenaamde
objectieve cijfers en geef je geen commentaar. Je moest dus bij
zijn
presentatie een beetje tussen de regeltjes door lezen. Peter Hein
smokkelde twee aardige grafiekjes in zijn betoog, om zijn bedekte
bedenkingen over het voetlicht te brengen.
Al na ongeveer 3
minuten presenteert Peter Hein het volgende grafiekje.
Wat zien wij hier?
Dit is de ontwikkeling van het Binnenlands Bruto Product (BBP) in
Nederland, Duitsland, België en Frankrijk tussen 2008 en 2017. De
oranje lijn is de Nederlandse ontwikkeling. We zien hier dat in de
jaren 2011-2014 Nederland sterk achterbleef bij de ons omringende
landen. Dat had, zei Peter Hein, te maken met de
woningmarktcrisis.
Nederland bleek extra gevoelig te zijn voor de financiële crisis
en
dat heeft een grote klap betekent voor de woningmarkt. Er werden
nauwelijks meer huizen verkocht. In de Nederlandse bouw zijn
100.000
bouwvakkers ontslagen, omdat ook de bouw instortte. Dat zette een
sterke rem op de Nederlandse economie. Wat Peter Hein niet noemde,
is
dat de Nederlandse regering sterk bezuinigd heeft en dat dit ook
de
economie sterk heeft afgeremd. Uit verschillende rapporten blijkt
dit. In september 2016 presenteerden economen van de ING een
rapport
met de volgende conclusies. De afgelopen kabinetten onder Rutte
hebben onze economie onnodige schade toegebracht. De economie
loopt
zo'n drie jaar achter op andere landen. Dat was nog september
vorig
jaar.
Inmiddels lijkt de
Nederlandse economie met een inhaalslag bezig, maar we liggen over
de
gehele periode 2008-2017 gerekend nog wel 5% achter op Duitsland
en
ook Engeland. Met België en Frankrijk zijn we inmiddels weer op
een
gelijk niveau. Met andere woorden: door het sterke
bezuinigingsbeleid
en het steeds afhankelijker maken van de Nederlandse economie van
de
export zijn in Nederland de conjuncturele dalen dieper en de
toppen
hoger. In andere landen hebben ze meer een beleid gevoerd om de
toppen en de dalen wat af te vlakken. Nu is er een spectaculaire
groei van de Nederlandse economie, maar groei van wat? Het blijkt
dat
met name de investeringen in de woningbouw sterk aantrekken,
evenals
de verkoop van lease autoÅ› (lees: autorijden op krediet) Het is
duidelijk dat het Nederlandse beleid van kort op elkaar volgende
sterke pieken en dalen ontwrichtend werkt op de arbeidsmarkt: in
de
crisis zijn duizenden bouwvakkers en thuiszorgmedewerkers
ontslagen,
nu we weer omhoog gaan zijn er grote tekorten, want al die
ontslagenen zijn wat anders gaan doen, vervroegd uitgetreden of
arbeidsongeschikt geworden.
Peter Hein van
Mulligen presenteerde nog een ander aardig grafiekje: