donderdag 19 augustus 2021

Gemangeld tussen de sociale dienst en andere instanties

Geachte mevrouw/meneer, In 1992 loopt acht jaar samenwonen met mijn partner op dramatische wijze stuk, evenals mijn studie. Wij woonden toen nog maar net, na een hele zware verhuizing vanuit de Bijlmer, op de Czaar Peterstraat in Amsterdam. Ik ben dan al enige tijd in beeld bij de GGZ. Plotseling stond ik er helemaal alleen voor en met veel te hoge huurkosten die ik, nu ik er alleen voor stond, niet meer kon betalen. Alles stond ook op mijn naam. 1993. Omdat mijn studie is geëindigd vraag ik een bijstandsuitkering aan. Ondanks dat ik al ernstig ziek ben moet ik opnieuw spoorslags zien te verhuizen, nu naar een goedkoper huis. Met hulp van een vriendin vind ik een vervallen woning in de Kemperstraat via een makelaar die naar later bleek meerdere malen de Zwarte Bokaal toebedeeld gekregen had. Ik had geen keus. De verhuizing verloopt zeer problematisch. Omdat ik probeer met het geld van de bijstand rond te komen stop ik met roken, bespaar ik op allerlei kosten en zeg ik abonnementen en verzekeringen op. Ik heb op mijn nieuwe adres ook geen telefoon. Door onophoudelijke fysieke en mentale belasting van de scheiding, verhuizing en ook nog een beroving bij de pinautomaat op het Van Limburg Stirumplein waarbij de dief met één slag op mijn gezicht mijn neus brak raakte ik daarnaast ook nog veel ernstiger in de psychische problemen. Toen ik mijn Bijstandsuitkering aanvroeg op het Westeinde, was ik al ernstig in de war. Daar heeft de dienstdoende medewerker zijn indruk van mij en mijn situatie in mijn dossier gerapporteerd. (Dat bleek vele jaren later in 1998 toen ik opnieuw in de bijstand terecht kwam bij de Locatie op de Ferdinand Bolstraat. De medewerker daar concludeerde dat het een persoonlijke indruk was geweest van een collega en heeft dat toen uit het dossier verwijderd.) Ik heb steeds mijn briefjes ingeleverd bij de Sociale Dienst, alleen toen kwam er een brief van de Sociale Dienst waarin ik verzocht werd op gesprek te komen. Ik was fysiek uitgeput en mentaal ernstig gemankeerd en ik durfde niet eens naar de supermarkt voor eten. Ik heb toen een briefje gestuurd naar de Sociale dienst om uit te leggen dat ik te ziek was om op de afspraak te verschijnen. Ik kon immers niet bellen, en kon en durfde de straat niet op. Nog geen paar dagen na de datum van de afspraak kreeg ik een brief van de S.D. in de bus waarin stond dat mijn uitkering per direct was stopgezet. Er was geen nader onderzoek gedaan. Ik was door mijn ziekte niet meer bij machte om in bezwaar te gaan. Ik heb van wat ik nog had nog enige tijd kunnen overleven maar de huur kon niet meer worden betaald, ik was toen door ondervoeding ook ernstig vermagerd. Na twee maanden huurachterstand werd ik s’morgens heel vroeg door de politie van mijn bed gelicht, ik mocht mij nog aankleden en toen werd ik in de boeien afgevoerd in een politieauto en naar bureau Marnixplantsoen gebracht. Daar heb ik enkele uren in de cel moeten zitten. Een agent heeft mij daarna mijn ijzeren kistje met mijn paspoort en nog een paar andere persoonlijke documenten overhandigd en werd ik het politiebureau uitgestuurd. Mijn huis was ontruimd. Alles was weg. Er zaten nieuwe sloten op de deur. Ik stond ziek op straat met geen enkel adres waar ik naar toe kon gaan. Ik liep een dikke twee uur naar het huis van mijn ouders, maar zij stuurden mij weg. (Later bekenden zij dat zij handelden op advies van de GGZ!) Vanaf dat moment heb ik bijna drie jaar op straat gezworven. Ik heb mijn eten bij elkaar moeten scharrelen, ook uit de vuilnisbak. Drie jaar lang heb ik geen warm eten gehad, geen enkele cent gehad en van wat ik op straat vond geleefd, en buiten geslapen. Gestolen of gebedeld heb ik nooit en ik leefde volkomen onder de radar. Hulp heb ik nooit ergens kunnen vinden. Ik ben uiteindelijk in Portugal terecht gekomen en heb daar lange tijd zwervend doorgebracht. Uiteindelijk ben ik door de Portugese politie meegenomen en in Faro werd ik in een psychiatrischziekenhuis opgenomen. Ik ben met behulp van de ambassade naar Nederland teruggevlogen. De kosten hebben mijn ouders toen voorgeschoten. In 1996 ben ik terug in Nederland meteen, eerst in Amsterdam, en daarna in Santpoort in een Psychiatrisch ziekenhuis opgenomen geweest tot 1998. Toen pas lukte het om weer een eigen woonplek te vinden. De enige schuld die ik had was aan de verhuurder van het huis waar ik was uitgezet, en ik was geroyeerd bij de woningbouwvereniging omdat ik daar nog tien gulden in het krijt stond vanwege het blaadje dat zij uitgaven. Dat heb ik toen ik terug was in Nederland zo snel mogelijk afbetaald, evenals het bedrag dat mijn ouders voor mijn repatriëring hadden voorgeschoten. Ik heb nooit verslavingsproblematiek gehad. Ik was van meet af aan al gestopt met roken en heb nog nooit een druppel alcohol gedronken. Door wat er toen door de Sociale Dienst Amsterdam mij is aangedaan en de directe gevolgen daarvan ben ik ernstig getraumatiseerd geraakt en draag ik die nadelige gevolgen voor de rest van mijn leven. Mijn levensloop heeft een bijzonder wrede wending gekregen en heeft mij tot over de rand van de afgrond gebracht. Hiervoor heb ik nog steeds psychische ondersteuning nodig. De jaartallen zijn om en nabij, op verzoek kan ik deze nader specificeren uit stukken en persoonlijke aantekeningen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten