De “Wet vereenvoudiging beslagvrije voet”, is op 1 januari 2021 in werking getreden. Met deze wet wordt een standaard rekenwijze geïntroduceerd waarbij de beslagvrije voet wordt berekend. Deze wet heeft voor mensen met een AOW-gerechtigde leeftijd een negatief gevolg omdat in de nieuwe wet ervoor is gekozen om voor deze groep van een lagere bijstandsnorm bij de beslagvrije voet uit te gaan dan eerder het geval was. Mensen met een AOW-gerechtigde leeftijd in een schuldensituatie kunnen per maand daarom behoorlijk moeten inleveren. Geen rekening is gehouden met de extra hoge kosten van een AOW-gerechtigde. Toepassen van de nieuwe standaard methode heeft tot gevolg dat verzoekster niet meer in haar kosten van levensonderhoud kan voorzien.
De rechter vindt dit onredelijk
In een rechtszaak van een AOW gerechtigde van de Rechtbank Overijssel blijkt dit. De vereenvoudiging heeft dus tot gevolg dat in een beslagsituatie mensen met een AOW-gerechtigde leeftijd per maand behoorlijk moeten inleveren. Voor [verzoekster] is dit verschil € 156,- per maand. Aanleiding wordt dan ook gezien weer aan te sluiten bij de bijstandsnorm voor een AOW-gerechtigde. De beslagvrije voet wordt verhoogd, als verzocht, verzoekster blijft dan in staat om met minimaal 5% van haar netto inkomen op haar schuld af te lossen en houdt voldoende middelen over om in de kosten van levensonderhoud te kunnen voorzien, wat in overeenstemming is met het uitgangspunt van de wet.
Deze wijze van berekenen sluit ook aan bij de berekening van het vrij te laten bedrag volgens de Vtlb-methode van de Recofa, waar een correctie wordt toegepast zodat weer wordt aangesloten bij de bijstandsnorm voor een AOW-gerechtigde (zie art. 4.3 van het Vtlb-rapport versie juli 2021).
commentaar Bijstandsbond:
De wet vereenvoudiging beslagvrije voet is belachelijk, omdat nu in de praktijk iemand die zelf zijn schulden regelt meer moet aflossen dan iemand die in de WSNP of de vrijwillige schuldsanering zit, waarbij wordt gewerkt volgens de 'Vtlb-methode' een methode om de beslagvrije voet te berekenen. De rechter zegt nu dat ook in het onderhavige geval volgens deze methode moet worden gewerkt.
Zie voor de uitspraak https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBOVE:2021:4580
https://linkeddata.overheid.nl/front/portal/document-viewer?ext-id=ECLI:NL:RBOVE:2021:4580
Geen opmerkingen:
Een reactie posten