Posts tonen met het label langdurigheidstoeslag. Alle posts tonen
Posts tonen met het label langdurigheidstoeslag. Alle posts tonen

donderdag 24 mei 2012

Voorbeeld bezwaarschrift verlaging langdurigheidstoeslag in de gemeente Amsterdam

Burgemeester & Wethouders van Amsterdam

Afdeling Bezwaar & Beroep

Postbus 9889

1006 AN  AMSTERDAM

 

 

Amsterdam,  24 mei 2012

Administratienummer:

 

BEZWAARSCHRIFT

 

 

Mevrouw/ de heer…….. komt hierdoor in bezwaar tegen uw besluit van  april 2012 (bijlage).

 

Blijkens het bestreden besluit is over 2012 een langdurigheidstoeslag toegekend ten bedrage van € 234,-

 

Eind maart 2012/begin april 2012 heb ik een aanvraag voor de langdurigheidstoeslag ingediend. Op het moment van aanvraag gold de verordening langdurigheidstoeslag Wet Werk en Bijstand als bekendgemaakt op 11 februari 2009 in het gemeenteblad 2009, AFD.3A, nr.35/77. Ingevolge deze verordening heb ik recht op een bedrag aan langdurigheidstoeslag van € 368,-- zijnde 40 % van de bijstandsnorm. In casu is echter slechts een bedrag toegekend van € 234,--. Alhoewel dit niet in het bestreden besluit staat vermeld, is inmiddels bekend geworden, dat hierbij is aangesloten bij de verordening langdurigheidstoeslag Wet Werk en Bijstand zoals die op 4 april 2012 door de gemeenteraad is aangenomen en welke verordening met terugwerkende kracht in werking is getreden tegen 1 januari 2012. Ingevolge die verordening heb ik slechts recht op een bedrag aan langdurigheidstoeslag van zijnde 25 % van de bijstandsnorm oftewel € 234,--.

 

In art. 36, eerste lid WWB is de basis voor de langdurigheidstoeslag opgenomen. In art.8 WWB is bepaald dat de gemeenteraad een verordening dient vast te stellen met betrekking tot de langdurigheidstoeslag waarin de hoogte van de langdurigheidstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen langdurig en laag inkomen zijn geregeld.

De gemeente mag zelf de hoogte van de toeslag bepalen, wel wordt verwacht dat er tenminste aansluiting wordt gezocht bij de bedragen die onder de “oude” landelijke regeling golden. Voor een alleenstaande was dit “oude” bedrag aan langdurigheidstoeslag in 2004 € 318,--, zie hoofdstuk 4.3 MvT bij de WWB.

 

Tot 1-1-2009 was de (hoogte van) de langdurigheidstoeslag landelijk geregeld. Per 1-1-2009 is de Ldt gedecentraliseerd. Gemeenten mogen de Ldt zelf invullen. In de Memorie van Toelichting bij de Wet Decentralisering Langdurigheidstoeslag en op bevordering van maatschappelijke participatie gerichte ondersteuning huishoudens met schoolgaande kinderen is in hoofdstuk 2.3 het volgende neergelegd: “verwacht mag worden, dat de toekomstige regelingen op locaal niveau de huidige doelgroep niet zullen uitsluiten en dat gemiddeld genomen de hoogte van de locale langdurigheidstoeslag ook weinig zal afwijken van de huidige landelijke regeling, waardoor zich geen grote inkomenseffecten zullen voordoen”.

 

Het is dus de bedoeling van de wetgever geweest dat het bedrag aan langdurigheidstoeslag slechts gering zal afwijken van het normbedrag. Ingevolge de verordening zoals die is vastgesteld per 01-01-2009 geldt voor 2011 een bedrag voor een alleenstaande aan Ldt van € 368,--, welk bedrag dus weinig afwijkt van de vorige landelijke regeling, indien we op het aanvankelijke normbedrag een inflatiecorrectie toepassen. In casu is een bedrag toegekend van € 234,-- en dat is niet de wens geweest van de wetgever, waarbij kan worden verwezen naar hetgeen daaromtrent hiervoor is vermeld. In deze is er immers sprake van een toeslag die zeer fors afwijkt van de vroegere landelijke regeling en er doet zich een groot inkomenseffect voor. De toeslag  is met de nieuwe verordening met 37,5 % verlaagd ten opzichte van de vorige verordening.

 

Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dus dat de gemeente in de verordening regels moeten stellen met betrekking tot de hoogte van de toeslag en dat daarbij moet worden aangesloten bij het “oude” normbedrag. De gemeenteraad heeft in deze dan ook de grenzen van de verordeningsbevoegdheid overschreden door in de verordening, zoals die is vastgesteld op 4 april 2012, percentages op te nemen die substantieel lager zijn dan het oude normbedrag. Weliswaar heeft de gemeenteraad in deze beleidsvrijheid, maar die vrijheid is door de wetgever beperkt door expliciet aan te geven dat aansluiting moet worden gezocht bij het oude normbedrag. In de toelichting bij de huidige verordening langdurigheidstoeslag wordt dan ook ten onrechte gemeld dat in Amsterdam de bedragen nauw aan zouden sluiten op de oude bedragen. De gemeenteraad heeft dan ook haar beoordelingsvrijheid overschreden. Ik ben dan ook van oordeel dat dit onderdeel van de verordening onverbindend is.

 

De langdurigheidstoeslag is primair bedoeld voor de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen. Een duurzaam gebruiksgoed voor een alleenstaande is echter net zo duur als een duurzaam gebruiksgoed voor een gezin of een alleenstaande ouder. Desalniettemin is de toeslag fors lager dan de toeslag die een alleenstaande ouder ontvangt of een gezin met kinderen. In art. 26 IVBPR is een gebod neergelegd om wettelijke regels te vrijwaren van iedere vorm van door die bepaling verboden discriminatie. Wel mag er onderscheid worden gemaakt als daarvoor een redelijke en objectieve grond kan worden aangedragen. Echter iedere onderbouwing, voor het feit dat een alleenstaande slechts de helft krijgt toegekend van wat een alleenstaande ouder krijgt toegekend, ontbreekt. Nu duurzame gebruiksgoederen voor beide categorieën een gelijke prijs hebben, ontbeert het verschil een redelijke en objectieve grondslag en is derhalve strijdig met het bepaalde in art. 26 IVBPR. De hoogte van de langdurigheidstoeslag van dient dan ook gelijk te zijn aan die van bijvoorbeeld een éénoudergezin.

 

Ingevolge art. 6 van de huidige verordening langdurigheidstoeslag kan in gevallen waarin strikte toepassing van de regels leidt tot een onbillijke of onredelijke situatie voor de aanvrager, het college besluiten in gunstige zin van het hierin bepaalde af te wijken. In casu gaat het om een procentuele verlaging van 37,5 % en dit voor mensen die langdurig een laag inkomen hebben. In een dergelijk geval is er al snel bij een verlaging van 37,5 % sprake van een onbillijke of onredelijke situatie. In deze is echter in het geheel niet onderzocht of in dit onderhavige geval er sprake is van een onbillijke of onredelijke situatie. Overigens kan in zijn algemeenheid worden opgemerkt dat van de bevoegdheid als neergelegd in art. 6 van de verordening in geen enkel geval gebruik is gemaakt. De gemeenteraad heeft die opdracht echter wel gegeven aan B&W.

 

In casu is dus de verordening toegepast zoals die op 4 april 2012 door de gemeenteraad is aangenomen. Deze verordening is per 1 januari 2012 in werking getreden..In casu is direct de verordening met terugwerkende kracht gaan gelden vanaf 1 januari 2012. Een dergelijke wijze van handelen is in strijd met de rechtszekerheid. Voorts is het zo dat ik nadeel heb ondervonden, doordat op het moment dat ik de aanvraag deed, immers nog steeds de oude verordening gold met het hogere bedrag aan langdurigheidstoeslag. Een dergelijke wijze van handelen is ook in strijd met het vertrouwensbeginsel. Ik mag wanneer ik een aanvraag doe er immers op vertrouwen dat ik een toeslag toegekend krijg naar de hoogte van de op dat moment geldende verordening.

 

Ten aanzien van het aspect terugwerkende kracht in de huidige verordening kan allereerst worden opgemerkt dat deze terugwerkende kracht in mijn nadeel werkt. In casu was het voor mij ook niet voorzienbaar dat er in deze sprake zou zijn van een bijzondere omstandigheid die een inbreuk wettigt op de eisen van de rechtszekerheid berustende rechtsbeginsel dat wetgevende maatregelen alleen voor de toekomst behoren te gelden, zie ook het arrest van de Hoge Raad van 24 april 2009, Ljn: BG 4806.

 

In de jurisprudentie is er diverse malen aandacht besteed aan terugwerkende kracht bij verordeningen. Grote gemene deler in die uitspraken is dat er allereerst sprake moet zijn van bijzondere omstandigheden. Vervolgens komt de voorzienbaarheid aan de orde. Met betrekking tot het onderdeel terugwerkende kracht kan bijvoorbeeld worden verwezen naar CRvB 27 maart 1979, AB1980, 91. Volgens het Europese Hof van Justitie 26 april 2005, nr. C-376/02 verzet het vertrouwens- en rechtszekerheidsbeginsel zich niet op voorhand tegen de terugwerkende kracht van een wetswijziging. Terugwerkende kracht is alleen toegestaan als dit voor een doel van algemeen belang noodzakelijk is en het rechtmatig vertrouwen van de betrokkene naar behoren in acht wordt genomen. Van algemeen belang is sprake wanneer die terugwerkende kracht beoogt te voorkomen, dat tijdens de wetgevingsprocedure op grote schaal constructies worden toegepast, die juist met die wetswijziging worden tegengegaan. Voor het rechtmatig vertrouwen is van belang dat de marktdeelnemers van de komende wetswijziging en voorgenomen terugwerkende kracht ervan, op zodanige wijze in kennis zijn gesteld, dat zij in staat zijn te begrijpen welke gevolgen de voorgenomen wetswijziging voor hun handelingen heeft.

 

In casu kan niet worden gesteld dat het hier een doel betreft van algemeen belang, het voldoet immers niet aan de criteria als door het Europese Hof hiervoor geschetst.

 

Ook in een circulaire van de minister-president van 18 november 1992, met als citeertitel “aanwijzingen voor de regelgeving is in aanwijzing 167, sub 1” neergelegd, dat aan een regeling slechts terugwerkende kracht wordt verleend, indien daarvoor een bijzondere reden bestaat. Ik betwist dat er in casu sprake zou zijn van een bijzondere reden die de terugwerkende kracht in deze rechtvaardigt.

 

In deze kan voorts worden verwezen naar de Centrale Raad van Beroep 31 oktober 1935 AB1936, 169, waarbij de Centrale Raad de terugwerkende kracht heeft getoetst aan het algemene rechtsbeginsel van rechtszekerheid en waarin de Centrale Raad een verbod van terugwerkende kracht heeft geformuleerd van een voor de burger nadelige wijziging van een regeling, zoals in casu het geval is, zie ook Centrale Raad van Beroep 20 oktober 1983, AB1984, 100.

 

Het bestreden besluit kan dan ook niet gedragen worden door een deugdelijke motivering.

 

ik verzoek u het besluit te heroverwegen en mij een toeslag toe te kennen met inachtneming van het hiervoor vermelde.

 

Hoogachtend,

 

zaterdag 28 april 2012

Update langdurigheidstoeslag Amsterdam

Bij de langdurigheidstoealag kan een onderscheid gemaakt worden tussen de LDT voor mensen jonger dan 65 en de voorziening 65 plus. Wat deze laatste betreft heeft de DWI meegedeeld, dat er in het verstuurde aanvraagformulier een fout is geslopen. Daarom zullen alle aanvraagformulieren opnieuw worden verstuurd en moeten mensen die ervoor in aanmerking komen oonieuw een aanvraag indienen. Alle reeds ingestuurde aanvragen met het eerste formulier worden buiten behandeling gesteld. De langdurigheidstoeslag voor mensen jonger dan 65 in Amsterdam is inmiddels uitbetaald. Mensen die het lagere bedrag hebben gekregen en voor 4 april de toeslag hebben aangevraagd kunnen een bezwaarschrift indienen tegen de verlaging. In de loop van volgende week zal op deze weblog een voorbeeldbezwaarschrift verschijnen. Dat kun je zelf indienen. Hou er rekening mee, dat het bezwaarschrift bij Burgemeester en wethouders standaard zal worden afgewezen. Je zult vervolgens een beroepsschrift bij de rechtbank moeten indienen om gelijk te krijgen

dinsdag 27 maart 2012

In Amsterdam langdurigheidstoeslag 2012 voor 4 april aanvragen

De langdurigheidstoeslag in Amsterdam is inmiddels uitbetaald. Mensen die het lagere bedrag hebben gekregen en voor 4 april de toeslag hebben aangevraagd kunnen een bezwaarschrift indienen tegen de verlaging. In de loop van volgende week zal op deze weblog een voorbeeldbezwaarschrift verschijnen. Dat kun je zelf indienen. Hou er rekening mee, dat het bezwaarschrift bij Burgemeester en wethouders standaard zal worden afgewezen. Je zult vervolgens een beroepsschrift bij de rechtbank moeten indienen om gelijk te krijgen

 

Nieuwe update. 31 maart 2012. Er bellen ons mensen, die zich er nooit van bewust zijn geweest dat ze recht hadden op een langdurigheidstoeslag en dat ze daarvoor wel in aanmerking kwamen maar nooit aangevraagd hebben. Zoals hieronder an aangegeven, kun je de langdurigheidstoeslag met terugwerkende kracht aanvragen. (Ook over voorgaande jaren) Uit de verordening:

De gemeente Amsterdam verstrekt een Langdurigheidstoeslag aan iedereen met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum. Dat is de grens voor het gemeentelijk armoedebeleid. De grens wordt afgeleid van de bruto IOAW norm. Ook (deeltijd) werkenden kunnen een Langdurigheidstoeslag krijgen. Omdat studenten voldoende mogelijkheden hebben hun inkomenspositie te verbeteren worden zij uitgesloten van de Langdurigheidstoeslag.

 Soms weigert men op het kantoor de aanvraag middels en brief on ontvangst te nemen, met het argument dat de uitvoering van de Langdurigheidstoeslag niet op dat kantoor zit, hoewel men voor alle post een doorzendingsplicht heeft. Je kunt de brief met aanvraag ook doorsturen naar Dienst Werk en Inkomen afdeling voorzieningen postbus 90309 1006 BH Amsterdam.

Je kunt de langdurigheidstoeslag ook met terugwerkende kracht over 2011 en daarvoor aanvragen. De gemeente wijst dit standaard af, en ook een bezwaarschrift wordt niet ontvankelijk verklaard. De rechter heeft echter in 2010 een uitspraak gedaan dat aanvragen met terugwerkende kracht kan. De gemeente legt deze uitspraak dus naast zich neer. Heb je onverhoopt in 2011 geen langdurigheidstoeslag gekregen en meen je er wel recht op te hebben, vraag hem dan alsnog aan. Indien je aan de voorwaarden voldoet, moet de gemeente dat uitbetalen.

Mededeling van de Bijstandsbond 27-03-2012

Begin een juridische procedure tegen verlaging van de toeslag!

Vanwege bezuinigingen op het minimabeleid zal de langdurigheidstoeslag 2012 voor sommigen (Zowel bijstandsgerechtigden als 65 plussers) met ingang van 1 januari met terugwerkende kracht ongeveer worden gehalveerd. De maatregel geldt niet voor gezinnen met kinderen. Voor hen verandert er niets.

De rechter zal echter de invoering van deze maatregel met terugwerkende kracht per 1 januari slechts in uitzonderingsgevallen goedkeuren. Zeker mensen die voor april een langdurigheidstoeslag  2012 hebben aangevraagd maken kans, in een bezwaarprocedure alsnog het volledige bedrag te krijgen. Het is dus belangrijk voor april de toeslag zelf aan te vragen. Knelpunt is, dat veel mensen de toeslag automatisch krijgen toegekend. Ook voor deze mensen geldt: schrijf een briefje naar de Dienst Werk en inkomen in de trant van:  hierbij vraag ik de Langdurigheidstoeslag 2012 aan. Wilt u mij een formulier toesturen.

Wij roepen iedereen op, zich te melden wanneer de langdurigheidstoeslag bij toekenning lager wordt vastgesteld.  Ook voor mensen die na 4 april de toeslag aanvragen of hem automatisch krijgen toegekend geldt, dat ze in een juridische procedure  kans maken alsnog het volledige bedrag te krijgen. Wie niet een procedure begint zit sowieso vast aan het nieuwe, lagere bedrag.

Voor meer informatie:

Bijstandsbond
Da Costakade 162
1053 XD Amsterdam
020-6898806
info@bijstandsbond.org

spreekuur dinsdag en donderdag van 11.00 uur tot 16.00 uur

Open monumentendag in woon werk pand Tetterode in Amsterdam

 Beste mensen, Dit weekend is woon werk pand Tetterode in Amsterdam geopend in het kader van Open Monumentendag. Ook de Bijstandsbond, geves...