donderdag 2 mei 2019

Op internet is het wijzigingsvoorstel van de Participatiewet en Ziektewet in verband met het breed offensief gepubliceerd.

Het kabinet heeft een breed offensief gelanceerd om mensen met een beperking aan het werk te helpen. Het is daarom wenselijk wijzigingen aan te brengen in de Participatiewet en Ziektewet, zoals het vereenvoudigen en verbeteren van het instrument loonkostensubsidie en van passende ondersteuning aan belanghebbenden. Ook wordt bevorderd dat werken loont voor mensen die in deeltijd met behulp van loonkostensubsidie werken.
U bent van harte uitgenodigd via https://www.internetconsultatie.nl/participatiewet_breed_offensief uw reactie op het wijzigingsvoorstel te geven. De einddatum van de consultatie is 4 juni 2019.

dinsdag 30 april 2019

Minima worden genaaid door overheid

Per 1 januari 2019 heeft de regering het lage btw-tarief verhoogd van 6 naar 9 procent. Onder het lage btw-tarief vallen de dagelijkse boodschappen. Concreet betekent dit dat u op 31 december 2018 voor een pak koffie nog €4,- moest neertellen; vanaf 1 januari kost dezelfde koffie €4,12. De dagelijkse boodschappen zijn dus door overheidsbeleid duurder geworden. Uw geld is minder waard geworden.

Toch roept dezelfde overheid dat niemand de btw-verhoging in zijn portemonnee zal voelen. Iedereen zal meer poen krijgen. Dat heeft dan te maken met belastingmaatregelen die ook op 1 januari 2019 zijn ingegaan en de pijn moeten verlichten. Allerlei planbureaus zijn er als de kippen bij om te bevestigen dat niemand erop achteruitgaat. Maar hoe kan het dan dat velen van ons toch het gevoel hebben dat ze weer eens financieel genaaid zijn?
Dat heeft dan te maken met het soort belastingmaatregelen die zijn genomen. Had je in 2018 een belastbaar inkomen tot €20.142,- dus tot minimumloon dan was je 36,55% aan belastingen kwijt. In 2019 ben je iets meer, namelijk 36,65% kwijt aan belastingen. Met andere woorden met een inkomen tot een minimumloon ga je belastingtechnisch er in 2019 op achteruit. En je boodschappen zijn duurder geworden. Dus je levert met een minimuminkomen flink in. Met dank aan onze lieve overheid.
Had je echter een inkomen van €60.000,- dan betaalde je in 2018 over het meerdere €20.142 nog zo’n 40.85% aan belastingen. In 2019 is dat 38,10% geworden. Dus je betaalt over €40.000 in 2019 zo’n 2,75% minder belastingen. Dat is zo’n €1.100,- meer in je portemonnee.
Hoe hoger je inkomen, des te meer profiteer je van de overheidsmaatregelen. Moet je rondkomen van een laag inkomen, dan word je genaaid door dit kabinet van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie. Daar verandert geen planbureau iets aan.
Jacques Peeters is spreekuurmedewerker van de Bijstandsbond. Dit artikel verscheen eerder in MUG Magazine van april 2019.


vrijdag 26 april 2019

Campagne Dokters van de wereld voor betere mondzorg en tandartsbehandelingen


Dokters van de Wereld is een campagne gestart om ervoor te zorgen dat iedereen in Nederland toegang heeft tot tandartszorg. De campagne heet 'Kiezen voor elkaar'. Onderdeel van de campagne is dat mensen hun verhalen kunnen insturen met hun ervaringen ter versterking van de campagne. Dokters van de Wereld wordt overstelpt met reacties van mensen die ook mondproblemen hebben. Het is duidelijk dat mondzorg heel veel mensen raakt! Zij willen heel graag uw ervaringen gebruiken om een nog sterker verhaal te hebben naar de politiek. Mondzorg móet toegankelijk worden voor iedereen! Groot knelpunt is, dat sinds jaar en dag vergoeding van tandartskosten uit de bijzondere bijstand wanneer het niet gedekt wordt door de verzekering onmogelijk is. https://doktersvandewereld.org/verhaal/
Amsterdam, 9 april 2019 – Voor zo’n 500.000 mensen in Nederland is de tandarts onbetaalbaar geworden. Dokters van de Wereld ziet dagelijks de gevolgen hiervan: rotte tanden, ontstekingen en ernstige pijnklachten. Vanaf donderdag 11 april geeft de organisatie met steun van de Postcode Loterij duizend mondzorgbehandelingen aan mensen die anders écht geen toegang hebben tot de tandarts. Met een mobiele tandartspraktijk reist de organisatie de komende maanden naar Waddinxveen, Rotterdam, Amsterdam, Nijmegen, Den Haag en Groningen.

Kiezen voor elkaar

De tandartsbehandelingen in Waddinxveen zijn meteen ook de aftrap van de campagne ‘Kiezen voor elkaar’. De hulporganisatie strijdt met haar campagne voor een structurele oplossing voor toegang tot mondzorg voor iedereen. Maar ook om de aard en omvang van de problematiek beter inzichtelijk te maken. Directeur Arianne de Jong: “Wij zien mensen die niet meer kunnen slapen of eten van de pijn. En zelfs dertigers die al hun tanden laten trekken en een kunstgebit nemen, om de hoge kosten van tandartsbehandelingen te voorkomen. Het is vreselijk schrijnend dat noodzakelijke behandelingen voor zo’n half miljoen mensen in ons land onbetaalbaar zijn.”

Geen verzekering

In Nederland wordt mondzorg voor mensen vanaf 18 jaar niet vergoed vanuit het basispakket. Als mensen geen geld hebben voor een aanvullende verzekering schiet preventieve mondzorg er vaak bij in en als er klachten ontstaan stellen mensen behandeling zo lang mogelijk uit. Voor mensen met een laag inkomen, waaronder ook ouderen, dak- en thuislozen, en voor ongedocumenteerde migranten kan hierdoor een opeenstapeling van problemen ontstaan. Mensen komen bijvoorbeeld in een sociaal isolement terecht of maken weinig kans op de arbeidsmarkt. Bovendien kunnen andere chronische aandoeningen en slechte mondgezondheid elkaar flink versterken. Hoewel mondzorg voor kinderen wel wordt vergoed uit het basispakket blijkt uit onderzoek dat kinderen van ouders met een lage sociaaleconomische status of migratieachtergrond vaker last hebben van gebitsproblemen en ook minder vaak voor controle bij de tandarts komen.

Groeiend probleem         

Straattandartsen, tandartsopleidingscentra en belangenorganisaties hebben verschillende informele netwerken opgezet om mensen in fragiele financiële posities toch van acute tand- en mondzorg te kunnen voorzien. “Wij, maar ook andere maatschappelijke organisaties, proberen zo zelf tandzorg te organiseren voor uiteenlopende kwetsbare groepen. Maar deze noodgrepen zijn helaas niet toereikend voor de ernstige problemen die we tegenkomen”, zegt Arianne de Jong. “Met onze campagne trekken we aan de bel om aandacht te vragen voor het groeiende probleem dat wij als organisaties en tandartsen dagelijks zien.”

Structurele oplossingen

Dokters van de Wereld pleit voor een structurele, landelijke oplossing die voorziet in toegankelijke en betaalbare preventieve en acute mondzorg voor álle kinderen en volwassenen. Arianne de Jong: “Wij vinden dat iedereen naar een tandarts moet kunnen gaan, zeker bij acute problemen, ongeacht de portemonnee. Toegang tot zorg is een mensenrecht, géén privilege! Hier zit duidelijk een enorm gat in ons mondzorgsysteem.”

woensdag 24 april 2019

Oude stakingen en de oorsprong van de rode vlag op 1 mei


Het is weer bijna 1 mei, de dag van de arbeid, met de rode vlag als symbool. Enkele socialisten hebben het initiatief genomen waarbij ze iedereen oproepen op 1 mei de rode vlag uit te steken. (www.rodevlag1mei.nl) De rode vlag is al ver voor de opkomst van het socialisme het symbool van eendracht, strijdbaarheid en verbondenheid. Rode vlaggen, sjaals, capes en rode doeken werden gebruikt bij stakingen, optochten en feesten. Hieronder een kort (onvolledig) overzicht van het gebruik van de vlag voor de opkomst van het socialisme en hoe de vlag het symbool werd van het socialisme.

Stakingen onder veenarbeiders komen al in de 17e en 18e eeuw voor. Ik geef hieronder enkele voorbeelden. In de 17e eeuw horen we over onrust bij de verveningen in Diever, Leggelo en Smilde. In april 1634 brachten enkele kooplieden uit Amsterdam een bezoek aan de veengraverijen aldaar. De kooplieden constateerden, dat er arbeiders waren die onrust stookten. Zij beklagen zich hierover bij de Drost van Drente.

Ook in de 18e eeuw zijn er stakingen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit een plakkaat van 18 juni 1728, waarbij bij het graven van het diep te Pekela verboden wordt het "Levaay maken" en “stek
roepen". Verder is er een plakkaat van 3 mei 1721 tegen het verwekken van wanorde te Veendam en Wildervank door arbeiders die niet tevreden waren met het loon, dat door de gecommitteerden van de veenbazen werd vastgesteld.

In 1797 worden strafmaatregelen aangekondigd tegen veenarbeiders, die het werk staken en die met een lap of hemdrok aan een stok, lawaai makende, optrekken, daarbij op trommels slaande.
Stakingen kwamen in de 18e eeuw echter niet alleen voor in de veenderijen in Groningen en Friesland; ook bij de indijking op Zuid-Beveland in 1773 werd door de werklieden gestaakt. De geschiedschrijver vermeld, dat deze werklieden voor een groot deel uit Oost Friesland afkomstig waren.‘ 
Over de stakingen van veenarbeiders en grondwerkers in de 19e eeuw is meer bekend. We horen daarbij ook voortdurend, dat er arbeiders uit Duitsland bij betrokken zijn. (1)

stakingen en de rode vlag

Men sprak in het noorden van Nederland bij het staken van "levay maken." Van der Molen zegt dat men in de hoogveenafgravingen met "Lawei" een korf bedoelde, die aan het uiteinde van een houten stok was gehangen. Deze houten stok zat weer vast aan een verticaal geplaatste paal. Het ophalen of neerlaten van de korf gaf begin- en eindtijd van de werk-tijden aan. (2) “levay maken “ betekende dan dat men tijdens werktijd de korf neerhaalde en dus stopte met werken. De tochten door het veen werden in Friesland ook wel "bollejagen" genoemd. De stakers trokken in die provincie met een rode vlag door het veen, en riepen andere arbeiders op, zich bij de stoet aan te sluiten. Soms waren er werkwilligen, hetgeen wel eens tot gewelddadigheden leidde. De tochten door het veen of langs openbare werken hadden dus tot doel, dat meerdere groepen arbeiders zich aansloten en dat werkwilligen werden gedwongen te stoppen met werken. Na de tocht door het veen verzamelden de stakers zich op het zogenaamde appel, bijeenkomsten in de open lucht op strategische plaatsen in een dorp. Tijdens die bijeenkomsten werden een of meerdere voormannen gekozen, die voorstelden, bepaalde looneisen bij de werkgevers naar voren te brengen. Deze voorlieden werden wel "appelmeesters" genoemd. Na het appel trokken alle stakers naar de werkgevers. Deze werden een voor een bezocht, en de eisen werden naar voren gebracht. Tot de tachtiger jaren in de 19e eeuw, wanneer bv activisten van de S.D.B. zich met de onderhandelingen gaan bemoeien, hadden de vertegenwoordigers van de stakers weinig of geen speelruimte om te onderhandelen. Er werden eisen gesteld, en die moesten worden ingewilligd. (3)

optochten met rode vlag

Tijdens de massale optochten trok men ook langs verschillende kroegen, waar flink wat drank werd ingenomen. De overheid beschouwde de verschillende stakingen als een verstoring van de openbare orde en er werd politie en marechaussee ingezet om de stakingen te breken en de leiders te arresteren.
Kerst Huisman constateert, dat het uitsteken van een vlag om het begin van een staking aan te geven rond 1880 algemeen gebruikelijk was. Meestal had de vlag een rode kleur: Vlaggen en doeken speelden een grote rol tijdens de optochten die men bij stakingen hield. Dit blijkt uit vele voorbeelden. Zo werd in 1845 in het Friese dorp ter Idzard gestaakt. De staking begon, omdat de veenarbeiders uit hun tenten stokken staken, voorzien van vlaggen en rode wollen dassen. Dit sein werd uit andere trekkerstenten met gelijke seinen beantwoord. Dit was het teken voor het begin van de staking. (4)

Een ander voorbeeld. Op 27 juli 1840 kwamen 200 polderwerkers bij elkaar die werkten aan de ontginning van de Haarlemmermeer. “Allen hadden rode linten aan het hoofd, een haak op de schouder en de groep was voorzien van een rode vlag". (5) 

0p 18 mei 1823 werd er gestaakt door de kanaalgravers die werkten aan het Noord-Hollands kanaal. Nadat verschillende optochten zijn gehouden om te zorgen, dat zoveel mogelijk arbeiders zich bij d staking zouden aansluiten wilde men optrekken naar de keet van de aannemer op 27 mei. De optocht wordt als volgt beschreven: "Voorop loopt een poldergast in een blauwe militaire rok. met glimmende koperen knopen, een sjako op het hoofd. Hij is gewapend met een lange stok waaraan een rode doek is vastgeknoopt. Het is Arie Boom. Achter dit vaandel wordt circus gespeeld. Twee lopen er krom met netten over het hoofd en Wilgentakken aan het lijf. Ze worden met stokken voortgedreven door Arie Aarts, die tegen iedereen die het horen wil roept: "dit zijn mijn beren".11 Dan volgen een fluitist, een trommelaar en zelfs heeft iemand een viool meegenomen. En op hun muziek lopen wel 60 mensen mee schreeuwend en dansend. De meesten hebben hun gezicht zwart gemaakt" . (6)

Rode zakdoeken als vlag' kwamen ook bij andere gelegenheden voor. Over de grote jaarmarkten in Drente wordt geschreven: "in het namiddaguur gaat de dorpsjeugd, die van heinde en ver in gezelschappen van 20 of 30 personen is samengestroomd, zich bij zang en dans, begeleid door strijkmuziek en krassende violen in de herbergen aan pret wijden. Komen zulke troepjes, zoo maakt dit op de kermisbezoekers eenen eigenaardigen indruk. De roode zakdoeken bij wijze van vlag aan een stok gebonden, die heen en weer zwaaien, zijn de symbolen der eendracht, waardoor de jeugd uit elk dorp zich voelt verbonden. Het luide gezang der aangekomenen wordt door de hoera's der reeds aanwezigen afgewisseld. (7)

strijd om symbolen

Bij de grote veenarbeidersstakingen in de 80-er jaren van de 19e eeuw kreeg de rode vlag echter steeds meer een politieke betekenis. Hij werd het symbool van het socialisme. Activisten van de Sociaal-Democratische Bond en anderen gingen zich met de stakingen bemoeien. Tijdens de appels spraken zij de stakers toe. Zij vonden dat er tijdens de optochten bij een staking geen sterke drank meer geschonken moest worden en dat men zich gedisciplineerd zou moeten gedragen. Bovendien werden er centrale eisen gesteld, zodat er een verband ging ontstaan tussen de acties in de verschillende veenstreken. De centrale eisen waren: afschaffing van de gedwongen winkelnering, etc. Domela Nieuwenhuis, net verkozen in de Tweede kamer, bracht de eisen op politiek nationaal niveau. Hij koos voor een interpellatie in de kamer, waar de centrale eisen. van de stakers ook weer naar voren kwamen. En de rode vlag werd het symbool van het socialisme, en van de eensgezindheid van de arbeiders.

Na een grote kiesrechtdemonstratie van september 1885 was het ontplooien van rode vlaggen in Nederland verboden. Het gebruik van die vlaggen wekte grote ontsteltenis. Krantenberichten uit het buitenland hielden de schrik voor het rode gevaar levendig. Er ontstond in deze tijd een strijd om de gunst van de veenarbeiders. Niet alleen vertegenwoordigers van de Sociaal Democratische Bond trokken naar het veen, ook vertegenwoordigers van allerlei religieuze groeperingen. En zo ontstond er ook een strijd om de symbolische betekenis van de rode vlag. Vertegenwoordigers van de S.D.B. zorgden, dat er leuzen op kwamen als "recht en brood voor allen". 

Over de Stakingen van 1888 wordt geschreven: bij een optocht van Nieuw-Amsterdam naar Erica en achtergelegen venen had een troep van ca 1500 mannen van de aldaar gevestigde evangelist ter vervanging van hunne rode zakdoeken, van welke zij zich als vaandels bedienden-zich onder dankzegging een nationale vlag laten aanreiken, waarop het rode doek door henzelven in het water geworpen werd, en men onder verheffing van het "Wien Neerlands Bloed" en "Oranje boven" verder het veld introk.

Van belang is hier, dat er niet alleen de vlag als symbool een andere betekenis kreeg en dat er strijd ontstond om de symbolische betekenis van het rode vaandel. Er trad in de 80-er jaren van de 19e eeuw een omslag op in het denken van de arbeiders. De oude cultuur begon te verdwijnen door invloed van socialisten en evangelisten, die de venen introkken. Zij probeerden aansluiting te vinden bij de tradities, die reeds onder de veenarbeiders bestonden. Zoals het te pas en te onpas zingen van liederen, en het gebruik van de rode vlag die nu ook een aanvullende betekenis kregen

Piet van der Lende

(1) Deze voorbeelden worden genoemd in S.J. van der Molen. Turf uit de Wouden. bijdrage tot de geschiedenis van de hoogveengraverij in Oostelijk Friesland tot 1900. Uitgeverij De Tille, Leeuwarden 1978.
(2) Van der Molen blz 267, Turf uit de Wouden
(3) Zie ook Sikko Dubbelboer. Wat met het veen verdween. Historie en humor uit de Drentse veenkoloniën Veendam 1980. En H. J. Prakke- Deining in Drenthe. Van Gorcum/1969
(4) Kerst Huisman. 'Welke dan gewoonlijk de oproerlingen zijn...' : de spontane stakingsbeweging in de Friese venen tot 1888. In: Ferdinand Domela Nieuwenhuis : de apostel van de Friese arbeiders / onder red. van J. Frieswijk ... [et al.]. - Drachten : Friese Pers. 1988.
(5) J. Mac Lean – Arbeidsconflicten in de periode 1813-1872. Gegevens uit het Kabinet des Konings. Blz 302 In: Tijdschrift voor sociale geschiedenis V (1979) blz 292-313
(6) Vincent Vrooland en Jeroen Sprenger- Dit zijn mijn Beren Een studie over de arbeidsverhoudingen tijdens de aanleg van het Noord Hollands kanaal. Blz 50. De brochure is op het internet te raadplegen. http://www.jeroensprenger.nl/Dit zijn mijn beren/index.html
(7) H.J. Prakke- Deining in Drenthe.

dinsdag 23 april 2019

Oproep Franse televisiezender France 24


Hieronder een oproep van de journalist Antoine Mouteau. De Fransen komen volgende week naar Groningen om daar reportages te maken over het leven in Nederland in het algemeen en Groningen in het bijzonder. Ook werklozen worden geïnterviewd.

In opdracht van de Franse internationale televisie omroep France 24 ben ik voor zondag 28, maandag 29 of dinsdag 30 april op zoek naar een werkzoekende, werkloze persoon in de buurt van Groningen die zou voor de camera twee of drie vragen willen beantwoorden over werkzoekend/werkloos zijn in Nederland.

Mij kunt u bereiken onder volgende nummer: +33608882508
Of per email: antoinemouteau@hotmail.com

Antoine Mouteau
Zelfstandig journalist
Journaliste indépendant
Dr Kuyperstraat 6Y
2514 BB 's-Gravenhage
Nederland


maandag 22 april 2019

Socialiseer de huisvesting in heel Europa

Oproep: socialiseer huisvesting in heel Europa!

(Door ondertekenende groepen en personen, vertaling globalinfo, die best meer donateurs wil foto: demonstratie in Ontario, Canada in 2017 van OCAP)
Huisvesting is echter een basisbehoefte voor iedereen en dus een mensenrecht dat wordt beschermd door het internationale recht. voor zover de behandeling van huizen als financiële activa de betaalbaarheid, toegankelijkheid, huurzekerheid, adequaatheid of bewoonbaarheid bedreigt, zijn de EU-lidstaten moreel en wettelijk verplicht om onroerend goed te reguleren en te socialiseren ten bate van de bewoners. Als het kader van de EU dergelijk sociaal reguleren verbiedt, wordt het een institutionele uitdaging van de mensenrechten. We willen het tegenovergestelde. We willen dat de EU een interne en externe stimulator, promotor en garantsteller wordt voor het recht van ieder persoon op een veilige, fatsoenlijke en betaalbare plek om te wonen.
Veel mensen in Europa hebben het systematische misbruik van land, huizen, infrastructuren en begrotingen moeten doorstaan voor de toename van private winsten, terwijl degenen die het opgenomen hebben voor sociale actie om het recht op huisvesting te beschermen zich in het defensief bevonden. Er zijn echter hoopvolle voorbeelden van succesvolle emancipatorische strijd van burgers voor radicale sociale veranderingen in het huisvestingssysteem. In Berlijn bijvoorbeeld, is een populair grassrootsinitiatief momenteel een referendum aan het starten voor de onteigening van huizen die eigendom zijn van eigenaren die meer dan 3000 appartementen bezitten en voor de socialisatie van hun bezit in democratische publieke initiatieven. Maar deze strijd kan niet worden gewonnen zolang deze gefragmenteerd blijft en alleen wordt gevoerd op lokale en regionale niveaus.
De huisvestingscrisis zal nooit worden overwonnen, tenzij de volgende beleidswijzigingen worden doorgevoerd:

1. Het aannemen van het internationale recht op huisvesting als een fundamentele plicht van alle EU-instellingen, lidstaten en het bedrijfsleven en de concrete uitvoering van dit fundamentele mensenrecht in de vorm van een Europese huisvestingsstrategie.
2.  Het toelaten, garanderen en ondersteunen van publiek gereguleerde segmenten van democratische non-profit huisvesting voor brede lagen van de bevolking buiten de EU-concurrentieregels en financiële kapitaalstromen.
3.  Een EU-kader dat voorziet in de stimulering en ondersteuning van strikte sociale regulering van op winst gerichte particuliere huizenbezitters, commerciële huren, commerciële grondhandel, hypotheken, transparantie, facilitaire diensten en de gevolgen van het in gebreke blijven van hypotheekverplichtingen.
4. Bescherming, aanmoediging en ondersteuning van de betrokkenheid en organisatie van huurders en andere bewoners voor hun rechten en de benodigde structurele veranderingen in huisvesting, grond en onroerend goed.
Eerste ondertekenaars:
Bond Precaire Woonvormen en Globalinfo (Nederland), MieterInnenverein Witten (Tenant Union Witten, Germany), Habita! (Portugal),  Committee for the Abolition of Illegitimate Debt (CADTM, België), Union Antiauctions Initiative en Stop Auctions (Griekenland)
Als je deze eerste oproep wilt ondersteunen en wilt deelnemen aan de discussie, voeg dan je handtekening en contactgegevens toe, via de comments op deze pagina  of door te reageren naar  eu2019 at reclaiming-spaces.org
-----------------------------

CALL: Socialise Housing across Europe!

By undersigning groups and persons.
The worsening housing problems in European cities are an important part of the general EU crisis. The EU treaties guarantee the free movement of capital (Art. 26 & 63 TFEU), the free competition of undertakings (Art. 107 TFEU) and the restriction of public budgets (Stability and Growth Pact, European Fiscal Compact).
Without a strong social counterpart, these constitutional principles protect and promote the abuse of property for the construction of globally traded financial assets.
Housing, however, is a basic need for everybody and thus a human right that is protected by international law. As far as the treatment of houses as financial assets threatens its affordability, accessibility, security of tenure, adequacy or habitability, the EU-member states are morally and legally obliged to control and socialise property for the benefits of their people. If the framework of the EU prohibits such social regulating, it becomes an institutional challenge to human rights. We want the opposite. We want the EU to become an internal and external stimulator, promoter and guarantor of the right of every person to have a secure, decent and affordable place to live.
For too long many people in Europe have endured the systematic abuse of land, homes, infrastructures and budgets for the increase of private profits, whilst those engaging in social action to protect the right to housing have found themselves on the defensive. There are hopeful examples, however, of successful emancipatory popular struggles for radical social changes in the housing system. In Berlin, for instance, a popular grassroots initiative is currently initiating a referendum for the expropriation of houses owned by landlords who own more than 3,000 apartments and the socialisation of their properties into democratic public entities. But the struggle cannot be won as long as it remains fragmented and only reduced to local and regional levels.
The housing crisis will never be overcome, unless the following policy changes are made:

1. The adoption of the international right to housing as a fundamental duty of all EU institutions, member states and business and the concrete implementation of this basic human right in the form of a European housing strategy.
2. Allowing, guaranteeing and supporting publicly regulated segments of democratic not-for-profit housing for broad strata of the population outside EU competition rules and financial capital flows.
3. An EU-framework that allows, encourages and supports the strict social regulation of profit-oriented private landlords, market rents, land markets, mortgages, transparency, facility services and the consequences of mortgage default.
4. Protecting, encouraging and supporting the engagement and organisation of tenants and other inhabitants for their rights and the needed structural changes in housing, land and real estate.
First signatories:
Bond Precaire Woonvormen and Globalinfo (Netherlands), MieterInnenverein Witten(Tenant Union Witten, Germany), Habita! (Portugal),  Committee for the Abolition of Illegitimate Debt (CADTM, Belgium), Union Antiauctions Initiative and Stop Auctions (Greece)
If you want to support this initial call and participate in the discussion  please add your signature and contact, by using the comment function or by replying to eu2019 at reclaiming-spaces.org


woensdag 17 april 2019

De rijken en de bureaucraten vormen een ‘brede’ alliantie tegen kinderarmoede en de FNV neemt het initiatief voor een campagne voor verhoging van het minimumloon.


Prinses Laurentien wil de kinderarmoede
bestrijden
De afgelopen tijd waren er twee initiatieven om de armoede in Nederland nu eindelijk eens aan te pakken. Op dinsdag 26 maart presenteerde prinses Laurentien van het Huis van Oranje een nieuw initiatief: een brede alliantie van maatschappelijke organisaties en bedrijven die de kinderarmoede willen bestrijden. Daaronder veel gemeenten, ook de gemeente Amsterdam en bedrijven als Rabobank, Menzis, de Aldi en Unilever. Daarnaast vele gerennomeerde organisaties en instituties zoals diverse GGD-en, Jantje Beton, Humanitas, en de ANWB. Politieke partijen en vakbonden ontbreken. Alleen PvdA-Groen Links Noorderveld staan erbij. Ik zag dat de SAG Gezondheidscentra ook meedoen, dus mijn huisarts doet ook mee. Op de nieuwe website staat als doelstelling dat men ernaar streeft dat in 2030 kinderen niet meer de dupe zijn van armoede en dat er geen gezinnen meer zijn die in armoede vervallen. De Alliantie Kinderarmoede is ontstaan vanuit een samenwerking tussen Missing Chapter Foundation, een club opgericht door prinses Laurentien, Alles is Gezondheid en het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ).

Het tweede initiatief was de start van een campagne en de opbouw van een sociale beweging om het wettelijk minimumloon van 9,82 euro bij een 38-urige werkweek te verhogen naar 14 euro. De campagne ging zondagmiddag 14 april van start in Rotterdam Zuid. Demonstranten verzamelden zich op het Afrikaanderplein, middenin een van de armste wijken van ons land. Zij trokken naar de Kop van Zuid, waar ze een monument van het cijfer 14 onthulden nabij een bouwplaats waar het duurste appartement van Nederland zal worden gebouwd. De bouw gaat 15-20 miljoen euro kosten.


De actievoerders ageerden tegen de groeiende ongelijkheid tussen arm en rijk in Nederland die ze willen aanpakken. Het minimumloon, waar zo’n half miljoen werknemers voor moeten werken, is de afgelopen decennia sterk achtergebleven bij de reële loonstijging. Omdat het minimumloon achterblijft blijven ook de AOW en de bijstandsuitkeringen achter omdat ze gekoppeld zijn aan het wettelijk minimumloon. De stijging van het wettelijk minimumloon naar 14 euro moet deze onrechtvaardigheid op zijn minst gedeeltelijk compenseren. https://www.veertien.nu

Het tweede initiatief is heel wat concreter. Terwijl in het initiatief van prinses Laurentien vage voorstellen worden gedaan voor lokale, beperkte donaties aan mensen die in armoede leven, wordt in het tweede initiatief concreet voorgesteld de minimumlonen en de daaraan gekoppelde uitkeringen drastisch te verhogen om de armoede over de gehele linie structureel te bestrijden. Je kunt van de kapitalisten die met Laurentien samenwerken ook niet verwachten dat ze gaan pleiten voor loonsverhogingen. Ook al hebben de grote bedrijven en de miljonairs in Nederland geld zat. Komt er eindelijk een drastische herverdeling van de rijkdom? Gaat de Rabobank haar miljardenwinsten investeren in bestrijding van de armoede? Rabobank maakte in 2018 12% meer winst dan het jaar ervoor. De winst steeg naar € 3 miljard, met als belangrijkste drijvers lagere kosten en een goed economisch klimaat. Die lagere kosten ontstonden dan weer door te snijden in het personeelsbestand. En de bank had ook tegenvallers. De bank moest in 2018 € 100 miljoen extra operationele kosten uitgeven door de afhandeling van het derivatendossier. Dat is het schandaal met de rentederivaten, oftewel renteswaps, waarbij banken aan duizenden kleine ondernemers een product hebben verkocht dat ze onverwacht veel geld kan kosten bij een dalende rente. De regering en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) grepen in en nu moet de bank schadeloosstellingen betalen. Het derivatendossier moet overigens niet worden verward met het libor schandaal bij de Rabobank. Het libor rentetarief vormde vier jaar geleden de spil van een wereldwijd miljardenschandaal met daarin een prominente rol voor de Rabobank.


Unilever topman Paul Polman: 'Marc Rutte en ik
zijn goede vrienden'
Kunt u zich voorstellen dat ik wat wantrouwig ben bij die brede alliantie om de kinderarmoede te bestrijden en meer sympathie heb voor de actie het minimumloon te verhogen? Unilever topman Polman die meer dan tien miljoen euro per jaar verdient, pleitte voor het afschaffen van de dividendbelasting, terwijl multinationals nu in veel gevallen al 0% winstbelasting betalen over het vele geld dat ze verdienen. Met zo’n winstbelasting zou een groot deel van de armoede in Nederland effectief bestreden kunnen worden. Gaat Polman nu de armoede bestrijden? In ieder geval is duidelijk, dat de grote bedrijven het initiatief kunnen aangrijpen om hun geschonden imago wat op te poetsen met lokale beperkte initiatieven waarbij de onrechtvaardige verdeling tussen arm en rijk een beetje buiten de discussie blijft.

Laten we de doelstellingen van het initiatief van prinses Laurentien wat nader beschouwen. De eerste vraag is wel, waarom alleen bestrijding van armoede onder kinderen? Is armoede onder ouderen, of van baanlozen, of migranten en andere groepen niet net zo erg? In Trouw van 26 maart levert Cok Vrooman, ‘armoede deskundige’ van het SCP en hoogleraar aan de universiteit van Utrecht kritiek op de plannen en initiatieven van prinses Laurentien. “Kinderen zijn niet arm. Hun ouders zijn arm”, zegt hij. Tot nu toe is er in Nederland veel gedaan om de gevolgen van armoede te beperken. Door bijvoorbeeld het aanbieden van muzieklessen, sportclubjes of een computer aan kinderen in armoede. Maar dit lost het armoedeprobleem niet op, stelt Vrooman.


Cok Vrooman
Om armoede te bestrijden is het volgens Vrooman logisch om te kijken naar het inkomen van ouders en de uitgaven die ze doen. Ouders hebben geen werk, kunnen niet genoeg uren maken, verdienen te weinig per uur of hebben bijzondere uitgaven, bijvoorbeeld door ziekte. Volgens Vrooman moet voor verschillende thuissituaties bekeken worden hoe armoede structureel kan worden aangepakt. “Kijk naar de oorzaken van een te laag inkomen. Voor een eenoudergezin werkt de ene oplossing, waar diezelfde oplossing voor een gezin met licht verstandelijk beperkte ouders niet effectief is.” Vrooman benadrukt dat het voor kinderen belangrijk is dat zij ook echt onderwijs volgen op het niveau dat ze aankunnen, want dat is voor hun latere leven doorslaggevend. Ik voeg hieraan toe dat een punt is natuurlijk, dat bestrijding van alleen kinderarmoede politiek wat minder controversieel is dan de bestrijding van armoede onder andere groepen. Kinderen, daarvan zegt iedereen, die kunnen er nog niks aan doen dat ze in armoede leven. Maar baanlozen, zeggen vele aanhangers van het neoliberalisme, laten die maar gaan werken voor een flexibel laag loontje, dan komen ze vanzelf hogerop door hun contacten. Het is hun eigen schuld dat ze in armoede leven als ze dat niet doen. Dus dat ligt controversiëler, en dat kun je niet hebben als je een breed opgezette campagne wilt waar miljoenen achteraan lopen waarbij je je imago wat wilt oppoetsen.

De argumenten voor armoedebestrijding van Cok Vrooman en waarschijnlijk ook de argumenten van het Laurentien-initiatief hoor je wel vaker. De discussie gaat er dan over, of je armoede moet bestrijden door de minimuminkomens structureel te verhogen, of dat dit geen oplossing is voor individuele en lokale problemen in veel gevallen en of kleinschalige hulpverleningsinitiatieven niet een betere methode zijn. Tegenstanders van verhoging van het minimum gebruiken meestal deze argumenten. Punt is natuurlijk dat het geen tegenstelling is. Aan de ene kant kun je niet alle individuele problemen oplossen als je het minimumloon structureel verhoogt tot 14 euro, aan de andere kant kun je individuele problemen niet oplossen (of alleen oplossen bij schulden als de mensen op een mensonterende 50 euro in de week worden gezet) als er structureel te weinig inkomen binnenkomt die wat meer ruimte biedt om de individuele problemen aan te pakken.

Vooralsnog is het aantal vermelde initiatieven op de website van het initiatief tegen kinderarmoede nogal mager en zal dus de armoede niet structureel oplossen. Gemeente Hoogeveen zet in op een integrale aanpak van kinderarmoede via signaleren, bespreken en doorverwijzen vanuit onderwijs, sport en wonen. In gesprek met kinderen zelf worden oplossingen gezocht en via nieuwe samenwerkingen kunnen kinderen blijven meedoen. Dat klinkt nogal vaag. Als Pa en Ma geen geld hebben, wat doe je daar dan aan? Zwitsal (van Unilever) geeft gratis producten voor gezinnen onder de armoedegrens via consultatiebureaus en jeugdzorg. Dat zullen ze bij Zwitsal wel een win-win situatie noemen: arme kinderen worden geholpen en de consultatiebureaus zijn meer geneigd hun contracten met Zwitsal af te sluiten, nietwaar? Het derde initiatief dat wordt vermeld is de publieksacademie. Op 3 juni wordt een publieksacademie in de stadsschouwburg Groningen georganiseerd. Een bijeenkomst voor lezers van ruim 40 weekbladen om het onderwerp Kinderarmoede bespreekbaar te maken en begrip te creëren voor deze problematiek. Ook een vaag verhaal.

Staatssecretaris van Sociale Zaken voor de VVD Tamara van Ark in het kabinet Rutte wordt vervolgens uitgebreid op de website geciteerd. Samengevat: ze vindt de armoede onder kinderen heel erg. En zet dus in op individualisering van het armoedeprobleem, een initiatiefje hier en daar. Nee, mevrouw van Ark, oplossingen komen pas uit een combinatie van drastische verhogingen van het minimumloon in combinatie met een betere bijzondere bijstand voor individuele problemen. Ook daar moet meer geld naartoe.

Het initiatief van Laurentien zet in op lokale initiatieven voor kleinschalige problemen. Dit is voor oplossing van het armoedeprobleem de ene kant van het verhaal. Ook in het initiatief minimumloon 14 euro worden lokale comité’s opgericht van leden en niet-leden van de FNV die behalve meedoen aan de campagne vanuit de nieuwe organisatiestructuren ook problemen dichtbij huis, in de lokale gemeenschappen en de buurten aan de orde kunnen stellen. Als prinses Laurentien nu even verklaart dat het haar niet gaat om tot niets verplichtende charitas van de rijken die de onrechtvaardige tegenstelling tussen arme en rijk buiten beschouwing laat, maar om de structurele rechten van mensen die in armoede leven, en dat daar een redelijk inkomen om van te leven bijhoort, dus verhoging van het minimumloon tot 14 euro, dan kunnen er op lokaal niveau mooie samenwerkingsverbanden ontstaan. #samenvoor14

Piet van der Lende


zondag 14 april 2019

#samenvoor14


#Samenvoor14

De FNV heeft het initiatief genomen voor een campagne en de opbouw van een sociale beweging om het wettelijk minimumloon van 9,82 euro bij een 38-urige werkweek te verhogen naar 14 euro. De campagne ging zondagmiddag van start in Rotterdam Zuid. Demonstranten verzamelenden zich op het Afrikaanderplein, middenin een van de armste wijken van ons land. Zij trokken naar de Kop van Zuid, waar ze een monument van het cijfer 14 onthulden op een bouwplaats waar het duurste appartement van Nederland zal worden gebouwd. De bouw gaat 15-20 miljoen euro kosten.

De actievoerders ageerden tegen de groeiende ongelijkheid tussen arm en rijk in Nederland die ze willen aanpakken. Het minimumloon, waar zo’n half miljoen werknemers voor moeten weerken, is de afgelopen decennia sterk achtergebleven bij de reele stijging van de gemiddelde lonen. Omdat het minimumloon achterblijft blijven ook de AOW en de bijstandsuitkeringen achter omdat ze gekoppeld zijn aan het wettelijk minimumloon. De stijging van het wettelijk minimumloon naar 14 euro moet deze onrechtvaardigheid compenseren.

De campagne gaat enkele jaren duren. Het onderwerp moet in 2021, het jaar van de verkiezingen, op de agenda staan en daarna moet het minimumloon van 14 euro worden ingevoerd.

Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat het niet alleen een FNV campagne wordt, op basis van het principe van ‘community-organizing’ gaan actievoerders in verschillende steden de buurten in om huis aan huis met de mensen te praten. Er worden comité’s opgericht van leden en niet-leden van de FNV die behalve meedoen aan de campagne vanuit de nieuwe organisatiestructuren ook problemen dichtbij huis, in de lokale gemeenschappen en de buurten aan de orde kunnen stellen.

En kijk, verschillende economen zeggen in NRC-Handelsblad al dat de verhoging van het wettelijk minimumloon een goed idee is.

Piet van der Lende



zaterdag 13 april 2019

Wijziging van de vereiste kwalitetiscritaria bij huishoudelijke hulp in de WMO

Ouderen en gehandicapten voor wie de gemeente huishoudelijke hulp betaalt, krijgen iets meer rechten. Gemeenten worden verplicht duidelijke afspraken hierover vast te leggen.

Minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid gaat hiertoe de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) aanpassen. Dat geldt vooral als gemeenten alleen het resultaat van de hulp benoemen, namelijk 'een schoon en leefbaar huis', schreef hij vrijdag in een brief aan de Tweede Kamer.

De aanpassing is nodig na een reeks uitspraken van de hoogste bestuursrechter, de Centrale Raad van Beroep. Die oordeelde dat gemeenten onvoldoende rechtszekerheid bieden als zij niet het aantal uren huishoudelijke hulp per week vastleggen.
Ongeveer een derde van de gemeenten werkt zo. Daarom legt de minister nu vast dat de gemeente met de hulpbehoevende moet afspreken hoe vaak er bijvoorbeeld wordt gestofzuigd en gedweild. Ook moet de gemeente duidelijk maken wie cliënten kunnen aanspreken als zij vinden dat dit resultaat niet wordt bereikt. Gemeente en cliënt moeten met elkaar overleggen, zodat bezwaren en rechtszaken kunnen worden voorkomen, aldus De Jonge.

Het is zeer de vraag of deze wijzigingen in de praktijk voldoende zijn. Veel clienten hebben zelf maar een beperkt idee van hoe en wat er in hun huis moet worden schoongemaakt en hoe vaak, en het was dan ook beter geweest als de minister had besloten dat alle gemeenten het aantal uren vastleggen dat moet worden schoongemaakt. Dit is een halve oplossing waarvan nog maar de vraag is, of het rechtszaken voorkomt.

De Wereldverbeteraar vs De IJdeltuit


Lab van de samenleving | De

Wereldverbeteraar vs De IJdeltuit | Steve 

Bikoplein

woensdag 24 april 19:00

Gratis

Aristoteles schreef een verhandeling over rhetorica,
De kunst van het overtuigen
Wereldverbeteraar of ijdeltuit? Wat zijn de intenties van politici die zeggen op te komen voor een ideaal? Hoe kun je die bedoelingen ontrafelen? Marijn Moerman, docent retorica aan de UvA en de VU, licht in de derde editie van het Lab van de Samenleving toe welke signalen we afgeven in taal en beweging, bewust en onbewust. Wat kunnen we daarvan leren? En hoe zit het eigenlijk met de wereldverbeteraar en ijdeltuit in onszelf? Kom naar het Steve Bikoplein, schuif aan en praat mee!
Toegang gratis, maar graag aanmelden via reserveren@movingartsproject.nl.
In het vak rhetorica dat Marijn doceert worden de studenten in 18 weken ingeleid in de kunst van het overtuigen, zoals deze ontwikkeld is in de klassieke en moderne retorica. Dit wordt ondersteund door de empirische bevindingen van de moderne cognitieve wetenschappen: van Aristoteles tot Kahneman, van enthymeem tot framing.
Het Lab van de Samenleving is onderdeel van De Kleine Prins, een kunstproject over samenleven, geïnitieerd door kunstenaarscollectief Moving Arts Project. In het Lab – een open koepel van hout op het Steve Bikoplein – onderzoeken zij met lezingen, performances en dialoog elke 2 weken op woensdagavond thema’s als wonen, werk, kwetsbaarheid en bezit. De vergaarde inzichten vormen de ingrediënten voor een expositie en theatraal slot op 28, 29, 30 juni en 6, 7, 8 juli 2019 op het Krugerplein.
Check movingartsproject.nl/ | www.facebook.com/MovingArtsProject/ voor updates.


vrijdag 5 april 2019

Utrechtse baanlozen hebben massaal schijt aan Flextensie-dwangarbeid

Linda Voortman, wethouder voor Groen Links in
Utrecht die de Flextensieconstructie verdedigt

Baanlozen in de gemeente Utrecht weigeren massaal mee te doen aan Flextensie. Via die uitbuitconstructie laten gemeenten baanlozen zonder loon en arbeidsrechten werken. Deelname aan het dwangarbeidproject gebeurt formeel op “vrijwillige” basis. Zo’n 99 procent van de Utrechtse bijstandsgerechtigden heeft zich ondanks de toch uitgeoefende druk niet aangemeld bij de koppelbaas Flextensie. Kennelijk zien ze geen heil in deelname, in deze tewerkstelling voor een fooi van 2 euro per uur, en schrijven ze zich dus niet in. Doorbraak eist dat de gemeente Utrecht en de uitbuiters van I-did nú stoppen met Flextensie!
Lees verder bij de bron.

Chronisch zieken worden weer gepakt in Amsterdam

 Persbericht Bijstandsbond Bezuinigingen op de vergoeding voor dieetkosten bij de gemeente De gemeente Amsterdam gaat de ...