donderdag 10 oktober 1996

Selectieprocedures sociale werkvoorziening



Gepubliceerd in Maandblad Uitkerings Gerechtigden november 1996 

selectieprocedures sociale werkvoorziening

Onlangs schreven wij een bezwaarschrift voor iemand, die uit zichzelf had gesolliciteerd bij de sociale werkvoorziening. In gesprekken voorafgaande aan de in diensttreding werd echter door een ambtenaar vastgesteld, dat betrokkene niet tot regel­matige arbeid in staat was. Dit gebeurde niet na een medische keu­ring, maar op basis van een formulier, dat door de sollici­tant was ingevuld. Ondanks de kwalificatie 'niet tot regelma­tige arbeid in staat' op basis van een ingevuld formulier en beoor­deeld door iemand die niet medisch deskundig was, besloot men het toch met de sollicitant te proberen. Inderdaad bleek tijdens de proefperiode, dat betrokkenen moeite had te wennen aan een regelmatig arbeidsritme. Wat wil je ook, na vele jaren werkloosheid. Men was echter wel erg snel met de conclusie, dat betrokkene niet geschikt was voor werk in de sociale werkvoorziening. De eerste werkdag was op 29 januari en al op 31 januari meldde de plaatsingsambtenaar: "niet tot regelmati­ge arbeid in staat". Vanaf dat moment ging de negatieve kwali­ficatie die hierboven werd genoemd betrokkene achtervolgen. In de periode van 5 tot 16 februari werd hij op een andere afde­ling geplaatst. Hier werd hij voor bepaalde routine werkzaam­heden achter de computer gezet. Na enige uitleg liet men hem de hele dag aanmodderen, zonder enigerlei begeleiding of controle. Er was uiteindelijk een lid van de ondernemingsraad, die zich over betrokkene ontfermde en die hem de gang van zaken in het bedrijf en op de computer probeerde uit te leg­gen. Er was geen mogelijkheid, in eerste instantie met kortere werkdagen te beginnen en dit na enige tijd uit te bouwen tot volledige werkdagen. Overleg daarover was nauwelijks mogelijk. Betrokkene moest vanaf het begin acht uur per dag werken en als dat niet kon, hield het op.

Uit de toelichting op het bezwaarschrift:

" Ik had gedacht dat instellingen als de sociale werkvoorzie­ning bedoeld waren voor mensen zoals ik, die misschien wat minder geschikt zijn voor de reguliere arbeidsmarkt en dat daarmee extra rekening wordt gehouden in de aard van de werk­zaamheden en de arbeidsvoorwaarden waarbij een geleidelijke opbouw plaats vindt naar een volledige werkweek. Ik heb echter de indruk, dat de noodzaak om op korte termijn te voldoen aan bepaalde produktienormen bij instellingen op het gebied van de sociale werkvoorziening steeds belangrijker worden".

Met dit laatste wordt bedoeld, dat bedrijven in de sociale werkvoorziening steeds commerciƫler moeten gaan draaien en dat ze een groot gedeelte van de kosten zelf door verkoop van produkten moeten terug verdienen. In de selectieprocedures lijken kandidaten voor de sociale werkvoorziening hiervan de dupe te worden. In de bovenstaande situatie konden we ons niet aan de indruk onttrekken, dat de negatieve beoordeling op basis van het vragenformulier een soort self full-filling prophecy was. De beoordeling bleef betrokkene achtervolgen en was voortdurend leidraad voor de opstelling van het personeel dat hem moest begeleiden.

Piet van der Lende.