vrijdag 26 mei 2017

Minimabeleid gemeente Amsterdam moet op de schop

Op vrijdag 26 mei staat in Het Parool een artikel over de perikelen bij het beleid aangaande de Individuele Inkomens Toeslag in de gemeente Amsterdam. Begin april heeft advocaat Marc van Hoof voor een cliënt een rechtszaak gevoerd over de Individuele Inkomens Toeslag. De uitspraak van de rechter was 5 april. Zijn cliënt stelde zich op het standpunt, dat de gemeente een aanvraag van hem voor de toeslag in behandeling zou moeten nemen omdat hij langdurig op het minimum zit en geen uitzicht heeft op inkomensverbetering.

verordening in Amsterdam

In de verordening die in Amsterdam door de gemeenteraad is aangenomen staat echter dat alleen mensen met schulden in aanmerking komen voor een toeslag in de vorm van een VVV bon, wanneer ze een schuldsaneringstraject succesvol doorlopen. Alleen de schuldhulpverlener kan de toeslag aanvragen. De cliënt van Marc van Hoof stelde zich op het standpunt, dat deze verordening in strijd is met de Participatiewet. Tot 2015 bestond een rijksregeling voor de langdurigheidstoeslag, waarbij alle langdurige minima enige honderden euro's per jaar kregen om het verlies in koopkracht vanwege de bezuinigingen enigszins te compenseren. Bij de invoering van de Participatiewet op 1 januari 2015 werd de rijksregeling afgeschaft. De mensen die langdurig op een minmuminkomen zaten dreigden er daardoor honderden euro's per jaar op achteruit te gaan. Daarom besloot de regering bij de invoering van de Participatiewet extra geld aan de gemeenten te geven om op basis van individuele beoordeling de mensen met een minimuminkomen toch een compensatie te geven. Categoraal beleid (automatische toekenning op basis van enkele groepskenmerken) werd verboden. Maatwerk was de slogan. De Amsterdamse verordening over de langdurigheidstoeslag, Individuele Inkomens Toeslag genoemd, betekende echter dat vele minima er financieel erg op achteruit gingen.

rechtszaak

Een Amsterdamse bijstandsgerechtigde vond dat niet eerlijk en is dus naar de rechter gestapt. Met de hierboven genoemde argumenten. Hij kreeg gelijk van de rechter. Begin april heeft uiteindelijk de Meervoudige Kamer van de Rechtbank in Amsterdam uitspraak gedaan. De rechters verklaarden, dat de verordening buiten werking moest worden gesteld en ongeldig verklaard. Er is op de manier van de verordening in Amsterdam inderdaad sprake van verboden categoraal beleid met betrekking tot de inkomenstoeslag. Iedereen moet de toeslag kunnen aanvragen en het moet vervolgens individueel worden beoordeeld. De rechters spraken uit dat de aanvraag van de cliënt opnieuw in behandeling moest worden genomen en individueel beoordeeld.

oproep

Wij hebben als Bijstandsbond daarop de mensen die ervoor in aanmerking denken te komen opgeroepen alvast de toeslag aan te vragen, in afwachting van een nieuwe gemeentelijke verordening. Immers, volgens de wet moeten al die aanvragen in behandeling worden genomen. Daarop speelde zich de afgelopen 6 weken het tafereel af, dat via welke weg mensen ook de toeslag aanvroegen, per brief, email of telefonisch, steeds kregen ze te horen dat het alleen voor mensen in de schuldsanering is. Daarbij werd gerefereerd aan de inmiddels door de rechter buiten werking gestelde verordening. Verder wisten de ambtenaren van niets, het was niet door de 'top' van Werk, Participatie en Inkomen (WPI, vroeger sociale dienst) niet aan het personeel doorgegeven, en de gemeenteraad wist ook van niets. Geen enkele aanvraag werd in behandeling genomen. Ook van de man die de rechtszaak voerde werd de zaak niet in behandeling genomen. De gemeente saboteerde dus de rechterlijke uitspraak. Ze wisten wel, dat als ze 1 zaak in behandeling namen, ook alle anderen behandeld moesten worden. De mensen die telefonisch een toeslag wilden aanvragen, kregen te horen, dat ze er niets van begrepen en dat de ambtenaar veel beter wist hoe het zat. Veel bijstandsgerechtigden voelden zich daardoor beledigd. "Je wordt weer neergezet als een nitwit in de bijstand, die er niets van begrijpt".

klachten

Wij hebben velen daarop geadviseerd een klacht in te dienen. Dat is ook gebeurd. Aanvankelijk was men daar bijzonder vriendelijk en welwillend, het zou uitgezocht worden en meerdere klachten werden in behandeling genomen. Maar de afgelopen drie dagen niet. Steeds een in-gesprek toon, volkomen onbereikbaar geworden, al drie dagen dus. Nu al 7 weken heeft de gemeente NIETS van zich laten horen. Alleen hebben we dus gemerkt, dat de uitvoerende ambtenaren van niets wisten en verwezen naar de oude regeling. Uit intern overleg en wandelgangen gesprekken met beleidsmakers blijkt echter duidelijk, dat de ‘top’ van de uitvoeringsorganisatie en de wethouder precies van de gang van zaken op de hoogte waren. Men heeft er bewust voor gekozen eenvoudigweg niet te reageren. Wat betreft de cliënt die de rechtszaak gevoerd heeft gaan wij volgende week de achtste week in. En de gemeente moet binnen 8 weken reageren. Wij hebben reeds in de openbaarheid aangekondigd, dat als de 8 weken verstreken zijn, wij de gemeente in gebreke gaan stellen en een dwangsom eisen. Overigens had de gemeente ook 6 weken de tijd, om beroep in te stellen, en dat heeft zij ook niet gedaan. Die termijn is nu verstreken, dus de uitspraak van de Meervoudige Kamer is definitief. De verordening is naar de prullenmand verwezen en de gemeenteraad moet een nieuwe aannemen.

Participatieraad

Al in een vroegtijdig stadium is ook de Participatieraad in actie gekomen en zij hebben naar aanleiding van de uitspraak van de Rechtbank een advies opgesteld, dat naar het bestuur gestuurd zal worden. Ze hebben zelfs geheel uit eigen beweging een ontwerp-verordening opgesteld, die de gemeenteraad zo kan aannemen. Lees het advies van de Participatieraad. Maar al zijn we twee maanden verder na de uitspraak, in de gemeenteraad is het nog steeds niet besproken.

Minimabeleid op de schop

In het Parool artikel reageert een woordvoerder van de gemeente voor het eerst in het openbaar op de gang van zaken. “Amsterdam heeft ervoor gekozen het geld voor de toeslag toe te kennen aan groepen: een VVV-bon voor mensen in de schuldhulp, een collectieve zorgverzekering voor minima en, indien nodig, geld voor de aanschaf van een ijskast of wasmachine. Het toekennen van individuele toeslagen is enorm arbeidsintensief,” zegt de woordvoerder. “Dan zou de gemeente een deel van het geld kwijt zijn aan ambtenarentijd. Dat wilden we voorkomen.”
Op zich is het lovenswaardig, dat men zo weinig mogelijk geld kwijt wil zijn aan uitvoeringskosten. En dat daarom zoveel mogelijk collectieve (categorale) regelingen worden gemaakt. Maar in onze ogen is het beleid doorgeslagen. Door de keuze voor enkele specifieke groepen om het schaarse geld te verdelen, krijgen duizenden minima helemaal niets meer om het in de afgelopen jaren opgelopen verlies aan koopkracht te compenseren, ook niet als ze individueel in een schrijnende situatie zitten. Bij de inzet voor enkele specifieke groepen is de bijzondere bijstand in feite op slot gegooid. Je komt nergens meer voor in aanmerking. De woordvoerder zegt dat je een ijskast of een wasmachine kunt krijgen, maar dat is helemaal niet zo. Intern geven beleidsmedewerkers toe dat de gemeente ervan uitgaat dat als mensen wat dat betreft vreselijk omhoog zitten, ze een beroep kunnen doen op het Fonds Bijzondere Noden, een charitatieve instelling van de Kerken. Dus de gemeente speculeert erop, dat als er noodsituaties ontstaan de charitas maar geheel buiten wettelijke kaders om de problemen van de rechteloos geworden minima moeten oplossen. En ondertussen gaat de pot van de bijzondere bijstand toch voor een groot gedeelte naar uitvoeringskosten. Want ui de pot worden de salarissen betaald van de bewindvoerders o.a. van mensen met schulden. Het schijnt zelfs zo te zijn, dat sommige mensen twee bewindvoerders hebben.

Chronisch zieken en gehandicapten

In de afgelopen ongeveer 6 jaar is vreselijk bezuinigd op het inkomen van chronisch zieken en gehandicapten door o.a. de afschaffing van de Wet Tegemoetkoming Chronisch Zieken (WTCG) de invoering van hogere eigen bijdragen en andere maatregelen. Velen zijn er soms wel duizenden euro’s op achteruitgegaan, heeft het Nibud berekent. Maar ook in de gemeente Amsterdam zijn de regelingen voor chronisch zieken en gehandicapten de afgelopen jaren verslechterd. Het water staat velen tot de lippen. Ook in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning zijn bezuinigingen doorgevoerd. Zo zijn woningaanpassingen uit het pakket gehaald (ook met het argument van de uitvoeringskosten) en de acties van de canta bezitters toonden aan, dat de beoordelingscriteria in het kader van de WMO soms veel te streng zijn. Wethouder Vliegenthart van de SP erkent eerlijk, dat de gemeente niet alle rijksbezuinigingen kan compenseren. ‘We hebben de bezuinigingen gepakt, maar dan wil ik ook beleidsvrijheid’ zegt hij. In de eerste plaats moet er dan ook niet propaganda gemaakt worden over een veelheid aan mooie regelingen dankzij sommige partijen, zoals de SP, die het feit dat de mensen niet kunnen rondkomen bij alle juichtonen over wat de partij in Amsterdam heeft bereikt wat laat ondersneeuwen en geen openbare noodkreten vanuit de gemeenteraad naar Den Haag stuurt dat het zo niet langer kan. Maar ook Marianne Poot van de VVD begon een hetze tegen bijstandsgerechtigden door te suggereren dat de gemeente voor Sinterklaas speelt met de toeslagen, op basis van weliswaar zeer suggestieve maar volkomen onjuiste berekeningen over de inkomens van de werkenden en de werklozen. Want laten we wel wezen, de gemeente heeft geld zat, dat zegt zelfs wethouder van den Burg van de VVD, maar het minimabeleid is een compromis van liberalen en socialisten….De Participatieraad stelt zich op het standpunt, dat wethouder van den Burg heeft gezegd dat er meer dan voldoende geld zit in de pot verkoop van grond. Er wordt flink verdient aan de verkoop van grondzaken. Hier zou de inkomenstoeslag van betaald kunnen worden. De Participatieraad vraagt om een bedrag van 500 euro zowel voor alleenstaanden als gezinnen.

Beleidsvrijheid

In de tweede plaats kunnen vraagtekens worden geplaatst bij de beleidsvrijheid die wethouder Vliegenthart wil, voorzover die al bestaat. Het argument van de uitvoeringskosten speelt daarbij een belangrijke rol. Om misverstanden te voorkomen: wij willen niet dat de verschillende groepen die door het overheidsbeleid worden getroffen elkaar gaan beschuldigen in de zin van jij hebt wat meer dan ik. Dan weten we zeker dat iedereen minder krijgt. Op basis van solidariteit moeten we discussiëren over het beleid. En daarbij willen we het argument van de uitvoeringskosten nog wel eens ter discussie stellen. Waarom zouden/moeten die uitvoeringskosten eigenlijk hoog zijn bij individuele beoordeling? Kan het niet wat minder met de neiging van de bureaucratie zinloze regeltjesneukerij te ontwikkelen voor de bijstandsgerechtigden? En er zijn meer vragen. Die collectieve ziektekostenverzekering bij Zilveren Kruis bijvoorbeeld, zijn dat geen erg dure afspraken en is er ooit na het opslokken van Agis door Zilveren Kruis naar alternatieve ziektekostenverzekeraars gekeken? Agis had een monopoliepositie in Amsterdam en daar is gewoon mee verder gegaan, hebben wij de indruk. Wij vragen ons af of ze in andere gemeenten zoals Rotterdam, waar ze zelfs een verzekering willen maken voor alle Rotterdammers, veel betere regelingen hebben.
Al met al heeft de rechtszaak heel wat losgemaakt. Wordt vervolgd.

Piet van der Lende

zondag 21 mei 2017

CvRM: nationaal programma voor de opheffing van armoede noodzakelijk

Voor een effectieve aanpak van armoede is het noodzakelijk om mensenrechten centraal te stellen. Dat concludeert het College voor de Rechten van de Mens op basis van de rapportage Mensenrechten in Nederland: armoede, sociale uitsluiting en mensenrechten. De rapportage laat zien dat armoede verschillende mensenrechten onder druk zet en omgekeerd dat mensen die arm zijn hun mensenrechten niet kunnen realiseren. Denk aan het recht op gezondheid, onderwijs, arbeid en huisvesting. Bovendien laat een onderzoek naar armoedebeleving zien dat 80% van de mensen die armoede ervaart zich in hun waardigheid voelt aangetast. Het College vraagt de overheid dan ook om een brede beleidsvisie en nationaal programma te ontwikkelen voor het bestrijden van armoede en sociale uitsluiting.

Armoede en mensenrechten

Het recht op een behoorlijke levensstandaard en bescherming tegen armoede en sociale uitsluiting, het recht op gezondheid, het recht op onderwijs, het recht op arbeid en het recht op huisvesting zijn fundamentele rechten van de mens.  Ongeveer 2,5 miljoen mensen in Nederland zijn laaggeletterd. Veel van hen zijn langdurig arm, hebben problemen met hun gezondheid en zijn minder maatschappelijk en politiek betrokken. En hoewel werk nog steeds een belangrijke inkomensbron is, blijkt dat het hebben van betaald werk geen garantie is om niet in armoede terecht te komen.

Lees verder over de rapporten op de website van het College voor de rechten van de mens

woensdag 17 mei 2017

De Individuele inkomenstoeslag in Amsterdam. We gaan de gemeente in gebreke stellen


Tot 1 januari 2015 bestond de zogenaamde langdurigheidstoeslag. Dit was een regeling van de rijksoverheid om mensen met een minimuminkomen die langdurig op het minimum zaten wat extra inkomen te geven. De regering heeft die toeslag afgeschaft met de invoering van de Participatiewet. De gemeenten hebben toen geld gekregen van het Rijk om een gemeentelijke regeling in te voeren. De gemeenten zijn verplicht volgens de wet zo'n regeling in te voeren en een verordening te maken waarin de regels staan.

De gemeente Amsterdam heeft echter een verordening gemaakt, waarbij alleen mensen in de schuldsanering als het traject succesvol verloopt een VVV bon kunnen krijgen. De vereniging Bijstandsbond heeft als belangenorganisatie van mensen met een minimuminkomen een rechtszaak gevoerd tegen de verordening aan de hand van iemand, die niet in de schuldsanering zit en die de toeslag toch had aangevraagd. Die rechtszaak hebben we gewonnen.

De gemeente mag de aanvraag niet zomaar afwijzen en moet alle aanvragen individueel beoordelen. Bovendien heeft de rechtbank (Meervoudige Kamer) de verordening ongeldig verklaard. De gemeente mag niet zeggen: we geven de toeslag aan een beperkte collectieve groep en beoordelen niet iedereen individueel. Ze moeten nu een nieuwe verordening maken overeenkomstig de wet.

Wij adviseerden alle langdurige minima tussen 18 en 65 jaar de toeslag aan te vragen. Veel mensen krijgen van de gemeente, via welke weg ze de toeslag ook aanvragen, echter te horen dat ze niet voor de toeslag in aanmerking komen. Daarbij wordt verwezen naar de oude verordening, dat alleen mensen met schulden in aanmerking komen voor een VVV bon. Dat is dus fout. Maar de ambtenaren die namens de gemeente de aanvraag afhandelen, doen alsof hun neus bloedt en nemen de aanvraag niet in behandeling. En inmiddels is het 6 weken geleden dat de Rechtbank de uispraak heeft gedaan.

Veel mensen hebben ook zelf een klacht ingediend. Wij hebben dat als Bijstandsbond ook gedaan. Begin volgende week krijgen wij antwoord. Daarnaast is het zo, dat de persoon voor wie de rechtszaak gevoerd is de gemeente in gebreke kan stellen. De gemeente heeft volgens de wet 6 weken de tijd om op de rechtszaak te reageren, en dat heeft zij niet gedaan. Morgen verloopt de termijn van 6 weken. Wij zullen dan de gemeente 'in gebreke' stellen, hetgeen betekent dat de gemeente nog 14 dagen de tijd heeft om te reageren. Doet zij dat niet, dan dan gaat de dwangsom automatisch lopen. Ook kan een besluit worden afgedwongen door via de rechter direct beroep in te stellen.

Hoogte dwangsom

De hoogte van de dwangsom is afhankelijk van de duur van de vertraging. Als de dwangsom gaat lopen gelden de volgende bedragen:

    € 20 per dag voor de eerste 2 weken;
    € 30 per dag voor de volgende 2 weken;
    € 40 per dag voor de overige dagen.

De dwangsom loopt uiterlijk 42 dagen en bedraagt maximaal € 1260.

Is uw aanvraag wel in behandeling genomen, maar beslist de gemeente niet binnen 8 weken? (Dus niet binnen 6 weken zoals bij een bezwaarschrift) dan kunt u zelf ook de gemeente in gebreke stellen. Dit kunt u doen middels deze voorbeeldbrief

Op ....................................................... (datum) heb ik een aanvraag of bezwaar bij u ingediend. Ik wil u erop wijzen dat de
(wettelijke) termijn voor het beslissen op mijn aanvraag of bezwaar ....................................................... (datum) is verstreken.
Wanneer u niet binnen twee weken alsnog een besluit neemt, dan bent u een dwangsom verschuldigd.

Daarna vult u de datum van uw aanvraag in, het onderwerp waarop het betrekking heeft, kenmerk van een eventuele ontvangstbevestiging, uw naam, adres, telefoon en bankrekeningnummer, en u ondertekent de brief met datum, plaats en handtekening.

Brief opsturen naar de gemeente waar u uw aanvraag heeft ingediend.

Meer informatie:
Bijstandsbond
info@bijstandsbond.org
020-6898806

vrijdag 5 mei 2017

Indicatie bijstellen, anders krijgen jullie cantarellen

Canta actie 10 mei

De canta is een klein autotootje dat door invaliden gebruikt wordt. Nu heeft de gemeente Amsterdam (wethouder van der Burg) besloten dat er veel strengere criteria komen om te bepalen of iemand van de gemeente een Canta krijgt als ie invalide is. Bij de Bijstandsbond kennen we het geval van iemand, die geen odnerbenen meer heeft en toch te horen kreeg dat hij zijn canta misschien moet inleveren. Ze hadden tegen hem gezegd dat alleen mensen met een korte levensverwachting voortaan voor een canta in aanmerking komen. Belachelijk. Volgende week wordt actie gevoerd door cantabezitters en mensen die solidair met hen zijn. Kom ook!

De 3e canta actie is op wo 10 mei vanaf half 2 tot ongeveer 4 uur tijdens

de raadsvergadering die begint om 13:00 uur. De verwachting is dat het onderwerp canta's tussen 14:00 uur en 16:00 uur aan de beurt is .
Het is belangrijk dat er weer zo veel mogelijk mensen komen ook als u de canta niet via de gemeente heeft of als u een scootmobiel heeft of te voet bent om ons voorstel om voor deze groep een uitzondering te laten maken en deze mensen hun canta te laten houden !!!
Tijdens de raadsvergadering kan er dit keer niet worden ingesproken wel kunnen er spandoeken vastgehouden of posters of ballonnen met tekst er mogen GEEN STOKKEN mee naar binnen.
Wij roepen zo veel mogelijk mensen op om spandoeken te maken met een tekst er op tot betrekking van de canta of een poster want die mogen we mee naar binnen nemen tijdens de vergadering.
Voor die tijd tussen half 2 en 2 uur wil ik nog buiten actie voeren met jullie.

Waar : Stopera Amsterdam voor de deur bij de hoofdingang op het plein zelf .
Adres: Waterlooplein 22 Amsterdam.
Tijd: 13:30 uur tot 16:00uur
De vergadering is in de raadszaal op de eerste verdieping er is een lift !!

Evenement op facebook

maandag 1 mei 2017

De neoliberale lobby, de milieubeweging en de onderhandelingen over de nieuwe regering


Vlak na de verkiezingen in Nederland, waarbij de Partij van de Arbeid werd gedecimeerd, wilde ik wel eens weten wat mogelijk de contouren waren voor de onderhandelingen over het programma van de nieuwe regering. Daarom kocht ik op 16 maart het Financieel Dagblad, de krant van de mensen die de beslissingen nemen. Mathijs Bouman legde in een column uit waarover men waarschijnlijk ging onderhandelen en wat het knelpunt is voor de ondernemers die de beslissingen nemen. Er zijn de mogelijkheden van groen-rechts en grijs-rechts. Met respectievelijk GroenLinks of de CU en 55+. Momenteel onderhandelt men dus over groen-rechts. Dat wist Bouman nog niet. Maar in zijn column loopt hij het noodzakelijke “hervormingsprogramma” langs.

Het moet gaan om het op de schop nemen van de arbeidsmarkt (vast, minder vast en flexibel anders) en een hervorming van het belastingstelsel. Minder belastingen op arbeid en eventueel een vergroening van de belastingen. Dus meer belasting op vervuilende productie en producten en via het belastingstelsel stimuleren dat consumenten zich milieuvriendelijker gaan gedragen. GroenLinks zal in ruil voor een vergroening akkoord moeten gaan met flexibilisering en ‘lastenverlichting’ op arbeid voor het bedrijfsleven. Dit ook in het kader van het belastingstelsel: door bijvoorbeeld verbruik van schaarse grondstoffen en vervuilende productie meer te belasten, kan ‘lastenverlichting’ oftewel verlaging van de loonkosten voor de werkgevers worden gefinancierd. Maar deze ‘lastenverlichting’ zal ook moeten worden gerealiseerd door verdere bezuinigingen op de sociale zekerheid en de gezondheidszorg, geheel binnen de kaders van de neo-liberale denkmodellen. Een derde punt is de hervorming van het pensioenstelsel. Zeg maar het Engelse model, bijvoorbeeld dat iedereen het maar zelf moet regelen.

De columnist ziet echter een groot knelpunt. Een knelpunt dat ook VVD-er Hans Wiegel op 15 maart op de radio naar voren bracht. De geschiedenis wijst uit, dat sinds de opkomst van het socialisme in de negentiende eeuw alle grote liberale hervormingen zijn doorgevoerd met medewerking van wat “conservatief-links” wordt genoemd: de sociaal-democratie als stabiele massa-partij en vakbond van de arbeiders. Deze factor is bij deze verkiezingen weggevallen. Dit betekent, dat de legitimatiebasis voor het beleid in het maatschappelijk middenveld, zoals de vakbonden, ook dreigt weg te vallen. En de geschiedenis wijst ook uit dat zonder die legitimatiebasis de hervormingen (lees: lagere loonkosten voor werkgevers en meer marktwerking) niet goed mogelijk zijn. Wiegel spreekt voor de radio de “oprechte hoop” uit, dat de PvdA zal herstellen bij volgende verkiezingen. GroenLinks dicht men niet toe dat zij de functie van de PvdA kan overnemen.

Uitruil

Na 16 maart hebben de onderhandelingen zich achter gesloten deuren voortgesleept. We zijn nu in mei, maar er is maar bitter weinig bekend over de stand van zaken. Hoe worden de vergroening en lagere loonkosten voor de werkgevers precies vorm gegeven? We weten het nog niet. Maar er is in de publiciteit wel een neo-liberale lobby op gang gekomen, die veel zegt over dat ene aspect: minder loonkosten voor de bazen door nieuwe bezuinigingen op de sociale zekerheid. Punt daarbij is dat die neo-liberale lobby niet alleen uit gaat van de liberale partijen als D66 en CDA en VVD, maar dat het uit de hele samenleving komt. Het neo-liberalisme zit als het ware in de poriën van de samenleving, ook in het ambtelijk apparaat en bij wetenschappers.
Daarbij lijkt er bij de lobby een verschuiving van argumenten te zijn: het argument, dat er bezuinigd moet worden en dat er geen geld is om de sociale zekerheid of de gezondheidszorg in de huidige vorm te betalen is minder sterk, omdat de staat voor het eerst sinds jaren een overschot heeft en er weer economische groei is. Daarom switcht men naar een ander argument: de beschikbaarheid van arbeidskrachten voor werkgevers. Arbeidskrachten moeten bereid zijn om alle eisen van de werkgevers te aanvaarden, slecht betaalde rotbaantjes te accepteren en soms op afroep voortdurend beschikbaar zijn. Postbestellers bij Post.nl krijgen baantjes van twintig uur of minder, waarvan ze niet of nauwelijks kunnen leven wanneer er geen ander inkomen is in het gezin, maar ze moeten veertig uur per week beschikbaar zijn zodat ze geen baantje ernaast kunnen nemen. Werkenden en werklozen moeten meer onder druk gezet worden de voorwaarden van de werkgevers te accepteren. Allerlei regelingen in de sociale zekerheid die in de ogen van de neo-liberalen mensen ervan weerhouden laagbetaalde en flexibele arbeid te aanvaarden moeten worden afgeschaft.

Bijstandsvrouwen

Het eerste punt waarin dit tot uiting komt is de lobby om allerlei toeslagen voor mensen met een minimuminkomen af te schaffen. Vooral bijstandsvrouwen met kinderen moeten het daarbij ontgelden. Zij zouden inclusief allerlei toeslagen een zodanig inkomen hebben, dat het voor hen niet loont om tegen minimumloon of minimum cao-loon te gaan werken. Een prominent lobbyist op dit punt is Annemarie van Gaal, ondernemer en multimiljonair, die een groep bijstandsvrouwen wilde ondersteunen en daarbij constateerde dat ze toch geen betaald werk gingen aanvaarden. Ze ageert tegen allerlei inderdaad ingewikkelde toeslagen die de minima krijgen ook vanuit het argument, dat het in het belang is van de minima om dit toeslagenstelsel gedeeltelijk af te schaffen en te vereenvoudigen omdat niemand het meer begrijpt. Ze wil in plaats daarvan een soort basisinkomen, maar de hoogte daarvan is onduidelijk.
In De Telegraaf van woensdag deed Marianne Poot, gemeenteraadslid voor de VVD in Amsterdam, in het verlengde daarvan een duit in het zakje. (Figuurlijk dan). Ze verkocht demagogische onzin waarbij ze het bruto minimumloon van 1.500 euro vergelijkt met wat een bijstandsvrouw krijgt inclusief alle toeslagen. Een bijstandsvrouw met een kind van tien jaar en een van vijftien jaar en een huur van 550 euro ontvangt inderdaad ongeveer 1.850 euro netto. (Dus inclusief huurtoeslag, zorgtoeslag, kindgebonden budget en kinderbijslag.) En ze zegt dan dat het nogal wiedes is dat bijstandsvrouwen niet willen werken (nee, kinderen opvoeden is geen werken) want ze hebben in de bijstand 750 euro meer dan het minimumloon… Ze heeft er zelfs vragen over gesteld in de gemeenteraad. Geklets. De bijstandsvrouw heeft inclusief toeslagen bij twee kinderen van tien en vijftien ongeveer 1.850 euro, maar… als de bijstandsvrouw 38 uur gaat werken voor het minimumloon dan heeft ze inclusief toeslagen in precies dezelfde situatie 2.300 euro. Dus honderden euro’s meer. Mevrouw Poot had alleen maar de proefberekening toeslagen bij de belastingdienst hoeven in te vullen om tot die conclusie te komen. Als die bijstandsvrouw bijvoorbeeld vijftien uur gaat werken is er onder de Participatiewet de bijverdienregeling, waardoor ze er ook op vooruit gaat.
Poot (en Annemarie van Gaal) krijgt met haar baarlijke nonsens in De Telegraaf een open doekje voor haar redenering. Andere media, zoals het tv-consumentenprogramma Radar, pakken dit gretig op om emoties los te maken en de angsten en depressieve gevoelens van gestigmatiseerde bijstandsgerechtigden, armen en werklozen te exploiteren om zo de aandacht naar zich toe te trekken. Dat zij dit doen zonder de feiten te vertellen en kritisch de baarlijke nonsens te weerleggen, zegt iets over de media vandaag de dag. Mijn ervaring is dat door dit soort redeneringen mensen zich gekwetst voelen wanneer ze in armoede leven, vooral de bijstandsvrouwen met kinderen, die iedere dag weer wanhopig de eindjes aan elkaar moeten knopen.

Onderhandelingen over toeslagen

Het zal allemaal wel te maken hebben met de onderhandelingen over de Individuele Inkomens Toeslag, die nu in Amsterdam gevoerd moeten worden. Onlangs sprak de Rechtbank in Amsterdam uit dat alle minima in Amsterdam voor zo’n toeslag in aanmerking moeten komen, op basis van individuele beoordeling. En niet, zoals nu het geval is, alleen mensen met schulden. De rechter verklaarde de verordening van de gemeente voor de Individuele Inkomens Toeslag ongeldig. Amsterdam moet dus iets nieuws maken. Daarbij moet de hoogte van de toeslag worden vastgesteld. En gemeenteraadslid Poot neemt alvast een voorschot op de onderhandelingen door het toeslagen stelsel als veel te genereus aan de kaak te stellen door middel van demagogische desinformatie.
Maar er zijn niet alleen gretig door de media overgenomen schoten voor de boeg van lobbyisten, er zijn ook serieuze onderhandelingen over het toeslagen stelsel. De vorige regering liet in 2016 haar ambtenaren broeden op verschillende scenario’s om de huurtoeslag te beperken en bezuinigingen door te voeren. In juni 2016 werd de zaak tijdens een Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) nader bekeken. Vraag bij het broeden op die scenario’s is onder andere of je de huurtoeslag voor iedereen moet verlagen, of dat je een differentiatie gaat maken voor verschillende doelgroepen, waarbij sommigen minder huurtoeslag krijgen. In 2015 bedroegen de uitgaven aan huurtoeslag 3,6 miljard euro en dat was 333 miljoen euro meer dan begroot. Die overschrijding is goed te verklaren, want de recessie heeft er flink ingehakt. De toename van het aantal mensen dat recht heeft op huurtoeslag is al een paar jaar gaande. In de periode 2010-2014 steeg het aantal huishoudens dat een beroep doet op die toeslag met 21 procent. Tegelijkertijd zijn de (aanvangs)huren van de sociale woningbouw door de corporaties in veel gevallen fors verhoogd.
De huidige regering had in juni aanvankelijk het plan om de kosten van de huurtoeslag met 625 miljoen euro te verlagen. Maar dit plan verdween onder de vorige regering vooralsnog van tafel. Het is niet onmogelijk, dat het bij de onderhandelaars over de nieuwe regering weer van stal wordt gehaald. De plannen liggen uitgewerkt klaar, als het ware. Het zal met de toeslagen wel net zo gaan als met de kostendelersnorm in de bijstand, een regeling waarbij een bij iemand anders inwonende bijstandsgerechtigde op zijn of haar uitkering wordt gekort zodat hij of zij in feite beneden een redelijk bestaansminimum keldert. En inwonende mantelzorgers met een bijstandsuitkering mogen maar vijftig procent van het Wettelijk Minimum Loon hebben. Daarom wordt ook wel gesproken over de “mantelzorgboete”. Aan de invoering van deze onrechtvaardige maatregel ging een hetze in de pers vooraf, waarbij er niet of nauwelijks op de werkelijkheid gebaseerde verhalen werden verteld over huishoudens, waar vijf of meer personen samenwoonden die allemaal een volledige bijstandsuitkering hadden.

Verlaging van het minimumloon

Maar er wordt in de media en door lobbyisten en onderhandelaars niet alleen gesteggeld over de toeslagen systematiek. Want het blijkt dat de onderhandelaars over de nieuwe regering in Den Haag ook opnieuw moeten onderhandelen over de hoogte van het Wettelijk Minimum Loon (WML) (en dus de daaraan gekoppelde uitkeringen). Dat zit zo. In april 2016 werd de WML ingrijpend herzien. De minister van Sociale Zaken kondigde onder andere aan dat de minimumjeugdlonen in stappen zouden worden afgeschaft, de doelgroep van het WML werd uitgebreid en er waren nog andere maatregelen. Overigens kost deze afschaffing van de minimumjeugdlonen de werkgevers geen cent, onder andere door allerlei subsidieregelingen. Bij de herziening van het WML was het aanvankelijk de bedoeling ook een minimumuurloon in te voeren op basis van een 38-urige werkweek. Dit zou in sommige gevallen een verlaging van het WML betekenen, bijvoorbeeld wanneer in de cao een 36-urige werkweek was afgesproken. (Vooral, denk ik, in bedrijfstakken waar de vakbonden sterk zijn.)
Nederland kent tot nu toe geen wettelijk minimumuurloon. De uurlonen worden gebaseerd op de duur van de werkweek die vakbonden en werkgevers hebben afgesproken. Als de werkweek 36 uur is, wordt het minimum maandloon gedeeld door 36 om op een minimum uurloon uit te komen. Is de werkweek langer, dan wordt het gedeeld door het aantal uren van die langere werkweek, en is het minimumuurloon dus lager. In het ene geval verdien je minstens het WML door 36 uur in de week te werken, in het andere geval door 38 of zelfs 40 uur te werken. Dus het minimumloon is in bedrijfstakken met een relatief korte werkweek, hoger dan in andere bedrijfstakken. Maar de invoering van een minimum uurloon werd door de vorige regering van sociaal-democraten en liberalen in de ijskast gezet. Blijkbaar kon men het niet eens worden over de berekening van het minimumuurloon.
Onder het kabinet Rutte I werden pogingen gedaan, de zogenaamde Wet Werken naar Vermogen in te voeren. Belangrijk uitgangspunt van de wet was, door middel van loonwaardebepalingen vast te stellen in hoeverre een gedeeltelijk arbeidsongeschikte of langdurig werkloze voor een werkgever het minimumloon kon terugverdienen. Als iemand bijvoorbeeld zestig procent van het WML kon verdienen dan hoefde de werkgever maar zestig procent van het WML uit te betalen. Het inkomen van de werknemer werd dan aangevuld tot het sociale minimum middels een bijstandsuitkering. In feite dus een afschaffing van het WML voor deze groep. Maar het wetsvoorstel, in een regering zonder Partij van de Arbeid, is een stille dood gestorven. In plaats daarvan werd de Participatiewet ingevoerd. Met het aannemen van de Participatiewet werd ook een systeem van loonwaardebepalingen geïntroduceerd, maar dan krijgt de werkgever voor het gedeelte van het WML dat een werknemer niet terug kan verdienen een subsidie. De werknemer heeft dan minstens een WML en hoeft geen beroep meer te doen op de bijstand, als hij/zij tenminste een voldoende aantal uren werkt. Het geeft echter wel aan, dat in neo-liberale kring de opvatting bestaat, dat het WML te hoog is en in bepaalde gevallen niet moet worden toegepast. En zie, demissionair minister Asscher legde de hele zaak op het bordje van de onderhandelaars over de nieuwe regering. Hij lijkt de regeling onder de vorige regering te hebben tegengehouden, maar liet op 20 april toch een wetsontwerp publiceren, waarin het minimumuurloon wordt geregeld. Het wetsontwerp werd aangeboden voor ‘internetconsultatie’. Iedereen kan er nu op internet zijn of haar zegje over doen, maar de beslissingen erover zullen moeten worden genomen door de volgende regering. Als die het minimumuurloon baseren op een lange werkweek (38 uur of meer) zal het minimumloon in veel bedrijfstakken omlaag gaan.

Slecht nieuws voor arbeidsongeschikten

Volgens de laatste miljoenennota van het vorige kabinet zal een volgend kabinet ook weer onpopulaire maatregelen moeten nemen in de gezondheidszorg, omdat vanaf 2018 opnieuw een snelle stijging van de zorgkosten zou worden verwacht. Verschillende opiniemakers hebben daarop naar voren gebracht, dat de privatiseringen in de gezondheidszorg erg duur zijn. Nederland is mondiaal op de ranglijst van landen met de duurste gezondheidszorg gestegen van de achtste naar de vierde plaats. De bovenste landen op de ranglijst hebben allen een geprivatiseerde gezondheidszorg. De vorige regering kondigde aan dat nieuwe maatregelen of nieuwe akkoorden nodig zijn om de stijging van de kosten in de gezondheidszorg te voorkomen. Dit zijn geen goede berichten voor de chronisch zieken en gehandicapten, die het de afgelopen vijf jaar ook financieel zwaar te verduren hebben gehad. Chronisch zieken en gehandicapten zijn er onder de kabinetten Rutte I en II zwaar op achteruit gegaan. Ze zagen hun zorgkosten in die periode verdubbelen. Dat meldde het Nibud, het instituut voor budgetvoorlichting in september vorig jaar.
Maar er is meer. Een commissie van topambtenaren van de ministeries van Sociale Zaken en Financiën publiceerde afgelopen week een rapport over de toekomst van de arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. En daar heb je het neo-liberale argument weer: hoe kunnen we zorgen dat (potentiële) arbeidskrachten zodanig in een dwangpositie komen, dat ze de voorwaarden waaronder de bazen hen te werk willen stellen zonder meer aanvaarden. Werkgevers vinden, zo staat in het rapport, dat zij wel erg veel risico’s op hun bordje hebben. Immers de werkgevers moeten bij ziekte twee jaar doorbetalen en dus doen ze aan risico selectie: ze nemen geen arbeidskrachten die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn, of waarbij een mogelijk risico op ziekte zou kunnen bestaan. Een van de neo-liberale opties die de ambtenaren op de formatietafel leggen is dat de uitkering voor zieke werknemers omlaag moet om hen meer te prikkelen aan het betaalde werk te gaan en om de periode dat de werkgever ziekengeld moet betalen te verkorten. Dan worden hun lasten verlicht en zullen ze gemakkelijker gedeeltelijk arbeidsongeschikten aannemen… Het zou in het kader van dit artikel te ver voeren om dergelijke redeneringen in het kader van neo-liberale denkmodellen verder te behandelen. Velen hebben dat elders al gedaan, trouwens.
Al met al is duidelijk dat wordt gebroed op aanzienlijke verslechteringen in de sociale zekerheid of wat daarvan nog bestaat om de loonkosten voor de werkgevers te drukken ten koste van de bestaansvoorwaarden van miljoenen mensen, met name arbeidsongeschikten en werklozen die moeilijk aan het werk komen omdat dat er eenvoudigweg te weinig is.

Milieubeweging

De milieubeweging, althans een gedeelte daarvan, ziet de bui al hangen bij de uitruil van vergroening van de economie enerzijds (meer indirecte belastingen in plaats van directe, wat desastreus kan zijn voor de inkomensverdeling tussen arm en rijk) en verlaging van de loonkosten voor werkgevers en verdere vermarkting en verslechtering van de bestaansvoorwaarden voor de meeste mensen anderzijds. Op 16 april publiceerden milieuorganisaties, waaronder Milieudefensie, en de vakbond FNV een rapport waaruit bleek dat de armste huishoudens in Nederland relatief het meeste aan het klimaatbeleid betalen: ruim vijf procent van hun inkomen. De rijkste tien procent van de Nederlanders betaalt slechts 1,5 procent. Bovendien profiteren hogere inkomens het meest van subsidieregelingen, terwijl de armste Nederlanders in feite het minste vervuilen. Het nieuwe rapport brengt voor het eerst in kaart hoeveel de armste huishoudens, de rijkste huishoudens en huishoudens met een middeninkomen uitgeven om ervoor te zorgen dat Nederland zich houdt aan het verdrag van Parijs. In dat verdrag is afgesproken dat de opwarming van de aarde tot twee graden beperkt moet blijven. Daarvoor zal de uitstoot van broeikasgassen in 2050 tot vrijwel nul moeten zijn teruggebracht. De boodschap van het rapport is duidelijk: de lasten moeten eerlijker worden verdeeld.
In feite gaat het om de vraag of de vergroening van de maatschappij in het algemeen en van de economie in het bijzonder zal plaats vinden binnen de vertrouwde kaders van een enigszins aangepast neo-liberalisme of niet. Daarbij is ook van belang hoe de nieuwe regering de “participatiemaatschappij van onderop” waar Jesse Klaver het steeds over heeft, gaat inpassen in het marktdenken van het neo-liberalisme. Overal in de maatschappij hebben mensen collectieve oplossingen verzonnen om de productie van goederen en diensten te vergroenen en om de gaten die vielen in het sociale zekerheidsstelsel op te vangen door zelf in collectieve organisaties hulpverlening, ondersteuning van medemensen en inkomensvoorziening of verzekeringen daarvoor op te zetten, soms in het kader van marktdenken. De nieuwe regering zal dit wellicht verder onder de voorwaarden van het marktdenken willen plaatsen. Daarbij zal het net als bij de beschikbaarheid van arbeidskrachten voor de bazen gaan om de vraag, hoe arbeidskrachten gedwongen kunnen worden om de gaten op te vullen die ontstaan door de afbraak van collectieve voorzieningen waarbij mensen, die een oplossing willen verzinnen voor die gaten het werk zelf vrijwillig en onbetaald of in eigen gefinancierde voorzieningen moeten gaan doen, en moeten meewerken aan verdringing van betaalde arbeid door vrijwilligerswerk, zoals de vervanging van betaalde chauffeurs op buurtbussen door vrijwilligers. Bijvoorbeeld meer “keukentafelgesprekken” georganiseerd door de gemeente, decentraal, onder ander in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, met als vraag: wat kan de omgeving zelf doen? Je laat oma toch niet verpieteren? Er is niets tegen vrijwilligerswerk, maar het moet niet misbruikt worden om ook noodzakelijke collectieve voorzieningen met betaalde professionals af te breken.
Het afgelopen half jaar werd het ene na het andere “manifest” voor de duurzaamheid geproduceerd, waar een uiteenlopende groep organisaties, bedrijven en politieke partijen zich achter schaarde. Wat mij vooral opvalt aan al die manifesten is, dat hooguit vage bewoordingen worden gewijd aan het vraagstuk van de dreigende verdere verarming van delen van de bevolking bij een groene herstructurering van de economie en of die herstructurering moet plaatsvinden in het kader van neo-liberale denkmodellen waarbij het gedrag van velen getracht wordt te sturen door middel van financiële prikkels die hen in een dwangpositie brengen.

Vakbonden

We keren terug naar de waarneming van Wiegel. Zonder de instemming van een sterke sociaal-democratische stroming in de Nederlandse politiek en een sterke positie in de vakbeweging en daarmee de legitimatiebasis onder de bevolking zouden de ingrijpende hervormingen waarop de onderhandelaars over de nieuwe regering broeden wel eens veel verzet kunnen oproepen, wanneer veel mensen de verdere afbraak van sociale zekerheid en arbeidsvoorwaarden aan den lijve gaan voelen en zij gaan beseffen, dat de mensen die relatief weinig inkomen hebben moeten opdraaien voor de milieumaatregelen, waarbij het proces dat de rijken steeds rijker en machtiger worden en de armen steeds armer gewoon doorgaat in een maatschappij met het eenzijdige marktdenken van ieder voor zich. Vorige week werd bekend dat de vakbonden niet langer met werkgevers willen praten. De weerstand van werkgevers om het derde WW-jaar voor ouderen te repareren, was de druppel voor FNV, CNV en de Vakcentrale voor Professionals (VCP) die de emmer deed overlopen. Zij hebben alle overleggen in de polder tot nader orde opgeschort. De reparatie van de WW maakte deel uit van het sociaal akkoord dat een aantal jaren geleden is afgesproken, en dit akkoord staat dus nu onder grote druk. Vandaag zal voor het eerst blijken of de bevolking in verzet komt. Vandaag demonstreert de FNV in Amsterdam. Nu parlementair links alles tezamen genomen de grootste nederlaag heeft geboekt sinds de Tweede Wereldoorlog wordt buitenparlementaire actie meer dan ooit belangrijk. De liberalen weten dat veel mensen niet op hen hebben gestemd vanwege de hervormingsprogramma’s bij de afbraak van de verzorgingsstaat. Het is echter de vraag of de bestaande linkse politieke partijen, vastgeroest in het parlementarisme en een compromispolitiek met de rechtse partijen, de weg zullen weten te vinden om het verzet geloofwaardig mee vorm te geven. Eigenlijk zou bij overschrijding van de organisatorische grenzen van de linkse politieke partijen een hernieuwde discussie op gang moeten komen bij links over de verhouding tussen buitenparlementaire actie en parlementair werk en niet alleen binnen de PvdA of de SP. Ik doe een voorspelling. Ook als de 1 mei-demonstratie geen succes wordt en GroenLinks ingaat op de rechtse avances, misschien vanuit een overwinningsroes, dan worden het toch mooie tijden voor buitenparlementair links. Maar makkelijk zal het niet worden. De vakbonden worden op hun beurt overal door de bazen buiten spel gezet, onlangs nog bij Jumbo, maar ook bij andere cao-onderhandelingen zoals in de horeca.

Piet van der Lende