Vorig jaar verscheen het boek “Wereldgeschiedenis van
Nederland”, onder redactie van Karwan Fatah-Black en anderen. De
financiering van dat onderzoeksproject vond plaats door het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis.
Naar eigen zeggen is de missie van dat instituut: “terug naar de bron:
de geschiedenis ontrafeld met nieuwe technologie”. Meer dan honderd
Nederlandse historici werkten mee aan het project. Zij behandelen in een
dikke pil van 731 bladzijden (exclusief voetnoten) in 117 hoofdstukken
van enkele bladzijden de “wereldgeschiedenis van Nederland”.
De historicus Patrick Boucheron publiceerde in 2017 “Een
wereldgeschiedenis van Frankrijk”, geschreven met 120 collega’s die
specialist zijn in een bepaald thema of periode. Het lijvige werk van
800 pagina’s begint in 34.000 voor Christus en eindigt na 140 korte
hoofdstukken bij de aanslagen in 2015 op weekblad Charlie Hebdo en
concertzaal Bataclan. Boucherons werk leidde tot felle discussies over
de nationale Franse identiteit. Hij relativeert dat begrip, want
Frankrijk, Nederland en andere landen zijn historische constructies die
op verschillende momenten in de tijd een verschillende betekenis hebben.
Wat in het migratiedebat naar voren komt, namelijk dat Nederland
Nederland moet blijven, is onzin en getuigt niet van historische kennis
over het ontstaan van het nationalisme. Mythen in dat debat moeten
worden bestreden. Dat debat is geen exclusief Frans fenomeen. In
Nederland liepen de gemoederen hoog op over het slavernijverleden van
nationale helden als Michiel de Ruyter en de wandaden in
Nederlands-Indië door Jan Pieterszoon Coen. Met zijn boek heeft
Boucheron zich nadrukkelijk gemengd in het huidige debat over identiteit
in een tijd van globalisering. En zijn initiatief krijgt navolging:
Italië heeft inmiddels zijn eigen “wereldgeschiedenis”, en ook een
Nederlands en een Portugees boek zijn verschenen.
Aanklacht
Centraal thema van het Nederlandse boek: Nederland en de Nederlandse
geschiedenis moeten worden gezien in een internationale context.
Duizenden jaren migratie en internationale contacten en handel hebben
ons land gevormd tot wat het nu is. Er is niet zoiets als een
Nederlandse ‘oorsprong’. Steeds weer kom je tegen dat we in
internationaal verband leefden. In de eerste plaats is dat een aanklacht
tegen de eurocentrische nationalistische geschiedschrijving die bij de
vorming van de natiestaten in Europa opkwam, in Nederland met de
historicus Robert Fruin. Daarbij ging men op zoek naar de
oorspronkelijke Nederlandse cultuur en heldendom, hoe ‘wij’ in de loop
der eeuwen hebben gestreden voor de vrijheid waarin we nu leven en hoe
we via de koloniën onze superieure Nederlandse waarden over de wereld
hebben uitgedragen.
Het boek is ook een aanklacht tegen de opvatting dat vroeger in ons
land (en nu nog in andere werelddelen) “primitieve volkeren” leefden die
volledig waren geïsoleerd van de buitenwereld. In de antropologie
kwamen “Stufentheorien” op, theorieën over de verschillende “Stufen” of
stadia in de ontwikkeling van “volkeren”, waarbij zij zich ontwikkelden
van “primitieve onderontwikkeling” tot de “westerse beschaving” waarin
we nu leven. Een soort continuüm van geïsoleerde “primitieve”
gemeenschappen naar de volledig open samenleving nu. De schrijvers tonen
in het boek aan dat dit continuüm niet klopt: reeds in het neolithicum
(nieuwe steentijd) waren er vele internationale handelscontacten, was er
migratie en namen “volkeren” dingen van elkaar over, terwijl ze leefden
in vaak ingewikkelde gemeenschappen en culturen. Dat proces is
eeuwenlang doorgegaan. Er is in het boek ruim aandacht voor de
herschrijving van de koloniale geschiedenis van Nederland, waar niet een
nationalistische visie van onze veronderstelde superieure cultuur maar
de werkelijke uitbuitingsverhoudingen en slavernij aan de orde komen.
Tot zover ben ik het eens met de schrijvers.
Theorieloos
Toch lijkt het benadrukken van die internationale contacten wel erg
over de top te zijn. Zo wordt bij het neolithicum gesproken over
“globaliseren” en wordt de Romeinse tijd gekenschetst als een
“multiculturele samenleving”. Bij het plakken van moderne begrippen op
voorgaande samenlevingen vallen verschillen tussen de wereld vroeger en
nu weg. Het is eigenlijk een theorieloos boek, waarbij je weinig inzicht
krijgt in hoe samenlevingen vroeger en nu eigenlijk in elkaar zaten, en
wat in dit opzicht de verschillen zijn. Je hoeft niet het verouderde
continuümbegrip van geïsoleerde “primitieve” gemeenschappen naar het
huidige mondiale kapitalisme te hanteren om te beseffen dat er toch wel
verschillen zijn op het gebied van communicatieprocessen in
verschillende samenlevingen en daarmee in de denkwerelden van mensen van
vroegere tijden en nu.
In het neolithicum mogen er dan ook al internationale
handelscontacten zijn geweest, maar ze hadden toen geen films en foto’s,
en ook geen radio en internet. Vanuit een bepaalde gemeenschap trokken
er leden weg naar andere streken, om wat voor reden dan ook. Ze namen
misschien voorwerpen mee als ze terugkwamen en vertelden verhalen die
dan weer werden doorverteld, in de tijd dat er nog geen schrift was, en
dat is toch heel iets anders dan nu. Mondelinge overlevering laat meer
ruimte voor de eigen autonomie, de eigen interpretatie van de informatie
die ‘van buitenaf’ komt. Deze partiële zelfstandigheid van “volkeren”,
streken, stammen, andere gemeenschappen, verklaart hun eigen karakter,
dat in Nederland tot in de negentiende eeuw heeft voortgeduurd. Aan het
begin van de negentiende eeuw was Nederland een lappendeken van
cultureel gezien min of meer zelfstandige regio’s. Daarmee benader je de
kritiek op de nationalistische geschiedschrijving van een andere kant:
tot in de negentiende eeuw heeft Nederland eigenlijk nooit bestaan.
Emancipatiestrevingen
Er bekruipt mij het gevoel dat de vele schrijvers van het boek, allen
deskundige historici, stellen dat de multiculturele geglobaliseerde
samenleving eigenlijk altijd al heeft bestaan. Zelfs bij de behandeling
van het neolithicum gebeurt dat: er waren toen vele oorlogen, opstanden,
en bloedvergieten tot genocide aan toe, en ondertussen of
daartussendoor was er internationale handel, en migratie die soms
vreedzaam was en niet altijd tot oorlogen leidde. De schrijvers
benadrukken dat Nederland het resultaat is van duizenden jaren
internationale contacten, handel en beïnvloeding ‘van buitenaf’, waarbij
wij op onze beurt weer de omgeving hebben beïnvloed. Op basis daarvan
zou je kunnen denken: het is alle eeuwen hetzelfde geweest, die
processen, dat zal wel altijd zo blijven. En in het verlengde daarvan
zou je ook kunnen denken: wat heeft het voor zin om te strijden voor een
betere wereld, dat hebben talloze mensen voor ons al gedaan, maar de
multiculurele geglobaliseerde samenleving denderde voort, en er is
eigenlijk niets veranderd. Hier wreekt zich dat emanicipatiestrevingen
van Nederlandse bevolkingsgroepen in het boek slecht aan bod komen.
Juist hier had een “internationaal perspectief” nieuwe inzichten kunnen
opleveren. Hoe ging de arbeidersbeweging in Nederland om met het
internationalisme? Hoe is het perspectief meer verschoven naar
nationalistische emancipatiebewegingen? Er is een hoofdstuk over de
kraakbeweging en de tweede feministische golf, maar verder wordt er voor
wat de arbeidersbeweging aangaat slechts in één hoofdstukje aandacht
besteed aan de internationale contacten van de sigarenmakers in de
negentiende eeuw.
De conclusie moet dan wat mij betreft ook luiden dat de
nationalistische Nederlandse geschiedenis terecht wordt herschreven.
Allerlei mythen op dat gebied worden in het boek doorgeprikt. Maar in
mijn ogen komen strevingen van onze voorouders om een betere wereld te
bereiken, die kunnen dienen als inspiratiebron voor dergelijke
strevingen in de huidige tijd, er bekaaid vanaf. De beschrijving van
dergelijke strevingen die wel worden behandeld, is fragmentarisch.
Eigenlijk luidt het verborgen antwoord van het boek op de vraag of er
vooruitgang is in de geschiedenis van de mensheid, ontkennend. De
schrijvers van het boek wilden geen politiek statement afgeven en
objectieve geschiedschrijving plegen. Maar kan dat wel bij historische
beschrijvingen? “Wereldgeschiedenis van Nederland” kan met instemming
worden gelezen door kapitalisten van de VVD die internationaal zijn
georiënteerd. De verborgen uitgangspunten en waarden van de hedendaagse
Nederlandse geschiedschrijvers en de wijze waarop dit boek ook weer
bijdraagt aan een bestendiging van de actuele machts- en
rijkdomverhoudingen, geanalyseerd vanuit de eigen bevoorrechte positie,
zullen ongetwijfeld onderwerp zijn van een volgende poging tot integrale
Nederlandse geschiedschrijving.
“Wereldgeschiedenis van Nederland”, onder redactie van Karwan
Fatah-Black en anderen. Uitgeverij: Ambo/Anthos, € 45,00. ISBN:
9789026343995.
(Dit is een geredigeerde versie van een artikel dat eerder op de site van Konfrontatie verscheen)
https://www.doorbraak.eu/blog/wp-content/uploads/Wereldgeschiedenis.jpg
Piet van der Lende
Nieuws, commentaren en aankondigingen van de Bijstandsbond. Op deze blog vindt u alle informatie over de Bijstandsbond. Telefoon: 020-6898806. Whatt's App, Telegram en Signal 06-20367458. Algemeen spreekuur di en do van 11.00 uur tot 16.00 uur. Advocaat Mark van Hoof aanwezig di en do van 13.00 uur tot 14.00 uur. 06-47816228. info@bijstandsbond.org.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
-
Vanmorgen heb ik een bericht gepubliceerd over het project ‘Representatie en het maatschappelijk middenveld’ van het Sociaal en Cultureel P...
-
10-07-2024. De Bijstandsbond roept bijstandsgerechtigden in den lande op de vaal slechte behandeling door klantmanagers te melden voor een ...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten