donderdag 26 november 2020

De gemeente Amsterdam wil buurtbanen in een soort tijdelijke Melkertbaan-achtige constructie

 Amsterdam wil buurtbanen


Op 29 juni 2020 dienden de raadsleden Grooten (GroenLinks) en De Heer (PvdA) een initiatiefvoorstel in bij de gemeenteraad om buurtbanen te maken. verspreid over verschillende buurten in Amsterdam. Het doel van deze tijdelijke banen is tweeledig: enerzijds actieve bewoners zonder uitzicht op een baan door laten stromen naar regulier betaald werk en anderzijds hun kennis van de buurt en ervaringen gebruiken om de buurt te versterken. De toegevoegde waarde hiervan is dat zij in staat zijn moeilijk bereikbare mensen te koppelen aan formele instanties. Dit biedt de gemeente niet alleen de mogelijkheid meer Amsterdammers in beeld te krijgen die door overheidsinstanties en welzijnsorganisaties eerder niet bereikt worden, maar past ook in het streven naar meer democratisering en participatie.

Om uiteindelijk door te kunnen stromen naar een (reguliere) baan volgen de Buurtbaners een ontwikkelingstraject bij een leerwerkplaats, waarbij de ervaringen van Wikistad, Combiwel en oud-Buurtbaners worden benut. Hierbij is denkbaar dat oud-Buurtbaners in een op te zetten leerwerkplaats een betaalde functie krijgen om nieuwe Buurtbaners te begeleiden bij hun dagelijkse werk. Het doel is dat de Buurtbaners uiteindelijk door kunnen stromen naar regulier betaald werk en de Buurtbaan een opstap daarnaartoe is. De vrijgekomen plek kan dan worden ingevuld door een andere bewoner uit de buurt en zo kan één functie gedurende een langere tijd voor meerdere uitstromingen naar regulier betaald werk zorgen.

Het college staat een uitwerking van de Buurtbaan voor ogen buiten de context van de Werkbrigade. Ook het instroomproces dat bij de Werkbrigade wordt gevolgd, via de klantmanagers van mensen in de bijstand, lijkt minder geëigend voor de werving en matching van kandidaten voor een Buurtbaan.
Het college staat een uitwerking van de Buurtbaan voor ogen buiten de context van de Werkbrigade. Daarbij wil het college maximaal faciliteren dat tussen actieve buurtbewoners zonder betaalde baan, die nu al een belangrijke sleutelrol vervullen binnen een buurt, een dienstverband tot stand kan komen met een organisatie die actief is in de betreffende buurt, zoals een welzijnsorganisatie, madi, buurtorganisatie of maatschappelijk initiatief. Doel is dan dat deze bewoners in een betaalde Buurtbaan hun activiteiten in en voor de buurt verder kunnen ontwikkelen en met begeleiding en scholing door kunnen groeien naar een reguliere vervolgbaan. uitgangspunt bij de Buurtbaan moeten zijn dat deelnemende werknemers een opdracht en takenpakket krijgen die maximaal aansluiten bij hun persoonlijke positie in de buurt, hun competenties en ervaringen.

Om organisaties in staat te stellen tot een tijdelijk dienstverband, dat van toegevoegde waarde is voor de buurt en de kandidaat helpt om door te stromen, en het bieden van de begeleiding die hierbij nodig is, denkt het college aan een subsidieregeling. In de uitwerking en voorwaarden van de subsidie wil het college maximaal recht doen aan beide doelstellingen. Daarbij gaat het college vooralsnog uit van een subsidiekader dat los staat van de Participatiewet. Dit biedt de meeste ruimte om tot maatwerk te komen voor actieve burgers in een buurt. De subsidie is daarbij een tijdelijke investering in zowel het functioneren van de sociale basis in de buurt, als in de ontwikkeling van de deelnemer. De afstand tot de arbeidsmarkt en of een kandidaat eventueel een bijstandsuitkering heeft of niet-uitkeringsgerechtigde is, is daarbij wel onderdeel van de afweging, maar geen harde voorwaarde.

Hierbij acht het college een generieke subsidieregeling het meest geschikt als instrument. Het bepalen van het aantal Buurtbanen en de hiervoor beschikbare middelen zal onderdeel zijn van de verdere uitwerking. In het initiatiefvoorstel was gevraagd om 50 buurtbanen. De subsidie is daarbij een tijdelijke investering in zowel het functioneren van de sociale basis in de buurt, als in de ontwikkeling van de deelnemer. De afstand tot de arbeidsmarkt en of een kandidaat eventueel een bijstandsuitkering heeft of niet-uitkeringsgerechtigde is, is daarbij wel onderdeel van de afweging, maar geen harde voorwaarde.

Op basis van het akkoord Samen sterker uit de crisis en parallel aan de besluitvorming in de raad over het initiatiefvoorstel, bereidt het college besluitvorming voor om aan de Buurtbanen uitvoering te geven. Het college streeft ernaar deze snel na de behandeling van het raadsinitiatief vast te stellen, zodat de eerste Buurtbanen begin 2021 gestart kunnen worden.

Eerste commentaar

De volledige brief van de wethouder, die in de vergadering Raadscommissie Werk Inkomen en Onderwijs 02-12-2020 zal worden besproken vind je op de link https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/9429065/1/09012f978321b952

De gedachten van de wethouder gaan uit naar een soort Melkertbaan-achtige constructie, waarbij op basis van een subsidieregeling, die wordt uitgevoerd buiten de WPI, mensen in dienst treden van een welzijns-buurt of zorgorganisatie, die het werkgeversschap op zich neemt en hoewel daar in de brief niet over gesproken wordt een arbeidscontract krijgen. Wat er in dat arbeidscontract komt te staan is onduidelijk. Over het loon wordt ook niet gesproken. Krijgen de buurtbaners gewoon de status van werknemer? Groot verschil met de Melkertbanen is wel, dat de banen slechts tijdelijk zijn. In de werkbrigade is het contract twee jaar, maar in de brief wordt gezegd dat 'Het bepalen van het aantal Buurtbanen en de hiervoor beschikbare middelen zal onderdeel zijn van de verdere uitwerking'. Een termijn voor het contract wordt niet genoemd. Ook wordt de eventuele voortzetting van het project sterk afhankelijk gesteld van het succes in de uitstroom. Wanneer die tegenvalt, kan het wel eens afgelopen zijn. Waardoor er weer gaten vallen in de buurtvoorzieningen die gedeeltelijk afhankelijk worden of zijn van de buurtbaners. Dat hebben we bij de afbouw van de Melkertbanen ook gezien. Groot nadeel van zo'n tijdelijk contract is natuurlijk, dat de deelnemers al hun ziel en zaligheid in het werk steken en als de uitstroom dan niet lukt, wat dan? Je wordt dan op jezelf teruggeworpen in de Bijstand met alle (psychische) gevolgen vandien.

Piet van der Lende







Geen opmerkingen:

Een reactie posten