donderdag 18 maart 2021

De verkiezingsoverwinning van D’66 en de VVD. Naar een ‘linksige’ politiek in kapitalistische verhoudingen?

De Nederlandse kiezers stemmen steeds meer op rechtse partijen terwijl de verkiezingsprogramma's de linksige kant op lijken te gaan. Althans wat betreft sociale zekerheid, hoogte van de lonen, uitgaven van de overheid voor o.a. gezondheidszorg en onderwijs, etc. Zeg maar het programma van D’66. Een belangrijk punt is hierbij de manier waarop de overheid haar burgers behandelt. De toeslagen affaire heeft op deze discussie een grote invloed. Het lijkt erop, dat veel kiezers o.a. zijn overgelopen van Groen Links naar D’66. Terwijl dit toch een heel andere partij is, die veel meer het marktdenken centraal stelt in haar beleid. Bovendien hebben de traditionele linkse partijen, SP, Groen Links en PvdA in totaal flink verloren. Kritiek op het marktdenken is ‘out’ terwijl dit in mijn ogen in veel gevallen toch de fundamentele oorzaak is van de problemen in de samenleving. 


paradox

Hoe de paradox van linksig beleid door rechtse partijen te verklaren? Politieke partijen, zoeken altijd naar een standpunt wat hen de meeste kiezers oplevert. Daarom eerst maar eens mijn mening over de standpunten van de meerderheid van de bevolking. Het is bekend, dat de overgrote meerderheid van de bevolking voor een progressief sociaal zekerheidsstelsel is, en rechtvaardige lonen en arbeidsvoorwaarden. Men wil ook een goed gezondheidszorg, onderwijs en een streng milieubeleid. De linksige programma's van de rechtse liberale politieke partijen lijken hierop aan te sluiten. In feite is het standpunt van de meerderheid, dat er hervormingen moeten plaatsvinden onder en binnen kapitalistische verhoudingen. De uitwassen van het kapitalisme moeten worden bestreden (Zie de voortdurende onthullingen in de pers ) en er moet een rechtvaardiger herverdeling van de rijkdom plaatsvinden. Dit wordt gecombineerd met het standpunt, dat de verbeteringen vooral ten goede moeten komen aan de 'eigen' bevolking, dus een streng tot zeer streng migratiebeleid, gepaard gaande met een tamelijk eenzijdige integratie van migranten in de Nederlandse samenleving, zodat het alleen aan de eigen bevolking ten goede komt. Politieke partijen sluiten op deze standpunten aan. De meeste mensen willen geen fundamentele hervormingen, en zien niet, dat bedrijven onder kapitalistische concurrentieverhoudingen streven naar grote winsten, die de goede doelstellingen belemmeren. Men focust op structureel overleg met de kapitalisten in het poldermodel, om via overleg en druk uitoefenen middels beperkte acties hen tot beleidswijzigingen te brengen. Daarom stemmen de mensen D’66, die de afgelopen periode deel uitmaakten van de regering en medeverantwoordelijk waren voor veel dingen die fout gingen. Daarbij wordt ook door de traditionele linkse politieke partijen breed de strategie gevolgd, evenals door sommige sociale bewegingen zoals de milieubeweging, dat eerst wel op zich radicale eisen worden gesteld, die in overleggen en onderhandelingen op tafel worden gelegd en waar dan compromissen uitrollen waar de kapitalisten mee kunnen leven. Voor een structurele hervorming van het kapitalisme is geen meerderheid te vinden. Je kunt ook stellen, dat dit discussiepunt in de verkiezingen nauwelijks een rol speelde.

Weinig invloed

De fundamentele kritiek op het kapitalisme van radicaal links heeft betrekkelijk weinig invloed. De kritiek is vaak op een hoog niveau, in wetenschappelijke of semi-wetenschappelijke moeilijk leesbare artikelen neergelegd, en er lijkt een kleine intellectuele elite te bestaan die de informatie in dit opzicht uitwisselt, moeilijk toegankelijk voor lager opgeleiden. Zij richten zich voor hun informatie op de oppervlakkiger massa-media, die zich richten op de bevolkingsgroepen die minder goed geletterd zijn en die geen belangstelling tonen voor de doorwrochte kritieken op het kapitalisme in het algemeen en het neoliberalisme in het bijzonder. Structurele kritiek op het neoliberalisme met zijn doorgeschoten marktdenken is er wel, maar de meeste mensen zien het marktdenken niet echt als een probleem, en aanvaarden de markteconomie als een noodzakelijke voorwaarde voor de productie van welvaart en welzijn. 30 jaar neoliberalisme met zijn voortdurende propaganda hebben een fundamentele marktkritiek er bij de bevolking uit geramd.

Piet van der Lende

Geen opmerkingen:

Een reactie posten