Posts tonen met het label schuldsanering. Alle posts tonen
Posts tonen met het label schuldsanering. Alle posts tonen

donderdag 15 maart 2012

Mensen die onder de WSNP vallen en met de huishoudtoets te maken hebben moeten zo snel mogelijk contact opnemen met de bewindvoerder

Bijstandsgerechtigden die vanaf 1 juli 2012 onder de huishoudtoets of huishoudinkomenstoets vallen en die daardoor hun uitkering verliezen en die in de Wet Schuld Sanering Natuurlijke personen (WSNP) zitten moeten zo snel mogelijk contact opnemen met de bewindvoerder. Deze mensen hebben namelijk vanaf 1 juli geen eigen inkomen meer en de andere gezinsleden zijn niet verantwoordleijk voor de schulden en hoeven die niet over te nemen. Daardoor dreigen de bijstandsgerechtigden die hun uitkering verliezen uit de WSNP te vallen. Met de bewindvoerder moet contact worden opgenomen om te bezien hoe het vanaf 1 juli verder moet. Van belang hierbij is dat je niet verwijtbaar geen inkomen hebt. En dat in principe de WSNP dus gewoon door kan lopen. Zodat je na 3 jaar schuldenrvij/gesaneerd bent. De overkoepelende organisatie van bewindvoerders is hierover in overleg met de Rechtbanken.

vrijdag 12 november 2010

Conflict Wet Werk en Bijstand en schuldsanering

Binnenlands Bestuur

D66 in Utrecht heeft schriftelijke vragen gesteld aan wethouder Rinda den Besten van Sociale Zaken over een conflict tussen de Wet Werk en Bijstand (WWB) en de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). Door verschillende belangen raken mensen vertrikt in de regelgeving met soms schrijnende consequenties.

Tegenstrijdige voorwaarden

Iemand met schulden die in een hulpverleningstraject zit, moet zoveel mogelijk inkomen verwerven en is daarom verplicht te solliciteren. Maar het komt voor dat dezelfde persoon een bijstandsuitkering heeft en verplicht aan een re-integratieproject meedoet. In dat geval geldt een verminderde sollicitatieplicht. Deze tegenstrijdige voorwaarden kunnen ervoor zorgen dat een WSNP-traject wordt beƫindigd omdat er niet voldoende wordt gesolliciteerd.

Theoretisch probleem

Raadslid Anita Vink: 'In 2008 al heeft D66 de raad erop gewezen dat dit conflict mogelijk was. Maar toen werd gezegd dat het een theoretisch probleem was. In Utrecht kon dat niet voorkomen, omdat er maatwerk geleverd werd.' Toch kreeg D66 de afgelopen maanden meerdere meldingen van mensen die in de problemen waren gekomen. In sommige gevallen was de uitkering gestopt, in andere gevallen waren mensen uit het schuldhulpverleningstraject gezet.

Individuele oplossingen

D66 wil nu van de wethouder weten of bekend is om hoeveel mensen het gaat waarbij wel of geen maatwerk is geleverd en wat de criteria zijn of mensen voor een individuele oplossing in aanmerking komen. Vink: 'Een goede communicatie is het allerbelangrijkste. Het gaat om twee gemeentelijke diensten dus het moet mogelijk zijn dat daar goed overlegd wordt.' De wethouder laat via haar woordvoerster weten dat de vragen uitgezocht worden. Uiterlijk begin december komt ze met een antwoord op de vragen.

maandag 14 december 2009

Om de schuldenproblematiek aan te pakken, komt er een monsterdatabase


Om de schuldenproblematiek aan te pakken, komt er een monsterdatabase die de privacy van 16 miljoen Nederlanders aantast.
Dit moet anders. Wij roepen de Tweede Kamer op om een onafhankelijk onderzoek te doen naar schuldenregistratie zonder aantasting van de privacy.

Steun de oproep voor onafhankelijk 


onderzoek!


http://www.stopdemonsterdatabase.nl/ De Tweede Kamer praat op 17 december 2009 over de privacygevoeligheid van het Landelijk Informatiesysteem Schulden (LIS). Dit landelijke informatiesysteem dreigt een monsterdatabase te worden die de privacy van 16 miljoen Nederlanders raakt. Een risico is bijvoorbeeld dat in het systeem mensen worden geregistreerd die daar helemaal niet in thuis horen.
De privacybescherming van het systeem deugt van geen kanten. Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) zet nog veel vraagtekens bij de manier waarop het LIS omgaat met de privacy van burgers. Het ontwerp is strijdig met de Wet bescherming persoonsgegevens, meldde de website van de privacywaakhond op 7 oktober. Het Landelijk Informatiesysteem Schulden (LIS) moet een schuldenregistratiesysteem worden en heeft als doel de schuldenproblematiek van particulieren aan te pakken. Het is een initiatief van banken, energiebedrijven, woningcorporaties, gemeenten en schuldhulpverleners, zoals het Leger des Heils. De overheid wil graag dat er zo’n registratiesysteem komt omdat het kan helpen bij het terugdringen van het aantal problematische schuldsituaties van particulieren.
Ook wij zijn voorstander van een preventieve aanpak. Maar dan wel zonder aantasting van de privacy. Daarom roepen we de Tweede Kamer op om een onafhankelijk onderzoek te doen naar bestaande en door het CBP goedgekeurde systemen voor schuldenregistratie.

donderdag 12 december 1991

Advies van de clientenraad over het beslag op uitkeringen

De Directie van de
Gemeentelijke Sociale Dienst
Vlaardingenlaan 15
1062 HM Amsterdam

                                      Amsterdam, datum

Mevrouw/Mijnheer,

Instemmend met uw verzoek geeft de clientenraad bij de Gemeente­lijke Sociale Dienst in Amsterdam  u bij deze een advies over de "Handleiding Beslag op Periodieke Inkomsten".
In dit advies haalt de clientenraad alleen daar, waar ze becom­mentariering gewenst acht de onderscheiden delen aan. Wat de overige delen van uw nota betreft zal de clientenraad zich beperken tot enkele inleidende opmerkingen.
In de hoop u hiermee voldoende informatie te hebben verstrekt,

hoogachtend, namens de  
clientenraad, de secretaris.
A van der Vliet
voor deze, P van der Lende
                               
cc: P van Dijck, ambtelijk secretaris
    Wethouder A Wildekamp
    leden van cie van Bijstand van sociale zaken
    en maatschappelijke en gezondheidszorg.

Advies van de clientenraad bij de Gemeentelijke Sociale Dienst Amsterdam over de handleiding Beslag op Periodieke Inkomsten.

Inleiding

De clientenraad heeft er behoefte aan, met betrekking tot de wet allereerst het volgende op te merken. De wet is ingevoerd met het argument, dat er na invoering sprake zou zijn van gelijkberechti­ging tussen werknemers en uitkeringsgerechtigden ten aanzien van het beslag op lonen en uitkeringen. Dit argument gaat niet helemaal op, omdat bij beslag op loon de werknemer zich door bijverdiensten, giften, verandering van baan e.d. van extra loon kan voorzien, ter delging van ontstane schulden. Dit is voor een uitkeringsgerechtigde in de bijstand niet mogelijk. Na aftrek van belastingen kan een uitkeringsgerechtigde van een extra inkomen slechts 25% tot een bepaald maximum ter delging van schulden aanwenden. Hierdoor bestaan voor deze uitkeringsgerechtigde geen mogelijkheden om door extra inspanningen uit de financiele
perikelen te geraken. Veel uitkeringsgerechtigden zijn noodge­dwongen in de bijstand gekomen en zij hebben reeds een inkomen op of onder het bestaansminimum. De clientenraad vraagt zich af, of binnen deze voor clienten uitzichtloze situatie toch ruimte gemaakt kan worden, bijvoorbeeld door extra inkomsten zonder
verrekening tot delging van schulden aan te wenden. Daarnaast moet echter worden opgemerkt, dat er wat dit betreft sprake zou moeten zijn van een vrije keuze voor de client. Indien hij/zij dit wenst moet het geld dat hij/zij op basis van de bijverdien­steregeling krijgt buiten het beslag kunnen vallen. Het werkt demotiverend voor veel clienten wanneer op de 25% van de bijver­diensten ook beslag wordt gelegd, terwijl dit vaak weinig invloed heeft op de duur van het beslag. Temeer daar over de duur van de afbetaling in de handleiding "beslag op periodieke uitkeringen" niets vermeld wordt. Zoals het nu geinterpreteerd kan worden,
kunnen clienten jarenlang, eventueel de rest van hun leven, onder het absolute minimum in een afbetalingssituatie leven. De clien­tenraad adviseert een tijdsduur voor de afbetaling te stellen van
bijvoorbeeld drie jaar.

Uitkeringsgerechtigden op het bestaansminimum of daaronder kunnenen moeten grote en onontbeerlijke aankopen op afbetaling en/of met leningen doen. Hierdoor gaan zij veel meer betalen voor dergelijke goederen dan anderen, die in staat zijn contant te betalen. Terwijl men bij contante betaling vaak ook nog een forse korting krijgt.
Het langdurig beslag op de uitkering kan voor clienten medische en sociale gevolgen hebben. De betrokkenen kunnen hierdoor ziek worden, hetgeen weer hoge kosten voor de samenleving met zich
meebrengt. Armoede is duur. Maar banken en andere kapitaalver­schaffers verdienen goud aan de armoede, omdat zij veel rente van mensen met een minimuminkomen ontvangen.

Commentaar op de nota

Bladzijde 12 punt G.
Het betreft hier loondervingsvergoeding die tijdens scholingscur­sussen aan centra voor vakopleiding voor volwassenen worden toegekend aan cursisten. Ten aanzien van deze loondervingsvergoeding meent de clientenraad, dat wanneer een client een cursus of een scholing volgt om een arbeidsplaats te verkrijgen en wanneer de client om financiele redenen ten gevolge van beslag deze cursus moet stoppen dit sociaal en maatschappelijk onaanvaardbaar is en een dubbele straf. De clientenraad denkt erover op dit punt
clienten aan te raden, een proefproces te starten.

bladzijde 19 derde alinea
Daar wordt aan de mogelijkheid gedacht, dat de beslaglegger met minder dan de maximale voor beslag beschikbare ruimte genoegen neemt. De clientenraad wil erop wijzen, dat clienten in een vroeg
stadium in een gesprek op deze mogelijkheid moeten worden geat­tendeerd, en dat zij moeten worden geinformeerd over de gevaren die beslaglegging met zich meebrengt.
Deze informatie moet ook in begrijpelijk nederlands bekend gemaakt worden in folders e.d. Voor buitenlanders moeten verta­lingen verkrijgbaar zijn.

Bladzijde 20
Wat betreft de vakantie uitkering adviseert de clientenraad: de client moet zelf kunnen kiezen of en zo ja, hoe beslag wordt gelegd op de vakantie-uitkering.

Bladzijde 22 en 23 verlaging van de beslagvrije voet.
Naar aanleiding van de mogelijkheid, de beslagvrije voet te verlagen adviseert de clientenraad, om in een gezamenlijke bespreking van de beslagene, de beslaglegger en de GSD tot een juiste beslagvrije voet te komen. Wanneer sprake is van een norm stijging adviseert de clientenraad, de client daarvan tijdig
op de hoogte te stellen, en hem/haar voor te rekenen, hoe hooghet  beslag wordt, om te voorkomen dat de hele stijging door de beslaglegger ingepikt wordt terwijl de beslaglegger slechts recht heeft op een klein gedeelte van de verhoging van de uitkering.
Op bladzijde 39 onderaan en bladzijde 40 bovenaan wordt gesteld, dat de GSD bij beslag een passieve rol heeft en dat het de taak is van de schuldenaar om op te komen tegen een ten onrechte gelegd beslag, door de beslaglegger daarop te wijzen en/of een verzetsprocedure in te stellen. Wij zijn het hier niet helemaal
mee eens. Zoals we hierboven hebben aangegeven, moet de GSD naar onze mening aktief meewerken aan het voorkomen van een ten onrechte gelegd beslag, door de client te wijzen op zijn/haar rechten en plichten. Volgens ons zou de Dienst ook een kontrole­rende taak kunnen hebben, omdat de professionele deskundigheid wel bij de Dienst aanwezig is en niet bij de client.
Tevens verzoeken wij de directie er bij het gemeentebestuur op aan te dringen, dat in het kader van het minimabeleid door andere gemeentelijke instellingen zoals het energiebedrijf geen beslag wordt gelegd en dat zij meewerken aan het saneren van de schulden zoals dat ook reeds voor invoering van de nieuwe wet plaatsvond.

Bladzijde 24:
Op deze bladzijde wordt gesproken over verzwijging van inkomsten die de partner van de beslagene heeft. De beslagene zou geen spreekplicht hebben. Wanneer de schuldenaar een gezamenlijke huishouding voert met een partner is dit bij de GSD reeds bekend (oa via heronderzoeken) en is in de hoogte van de uitkering al rekening gehouden met de inkomsten van de partner. De opmerking dat er geen spreekplicht is, maar dat verzwijgen leidt tot een halvering van de beslagvrije voet begrijpen wij dan ook niet.
Een dergelijke halvering van de beslagvrije voet lijkt ons onwettig. Mocht dit toch gebeuren, adviseert de clientenraad de betreffende client een proefproces te starten.

Bladzijde 40 laatste alinea
In het kader van de overgangsregeling is er in bepaalde gevallen sprake van een beslagverbod. Zodra er een onderbreking intreedt of als er een wijziging van inkomstensoort plaats vindt, kan het beslagverbod komen te vervallen. De clientenraad adviseert, dat indien bij een verhuizing van de ene naar de andere gemeente
aansluitend recht op een ABW of RWW©uitkering bestaat, dit beschouwd wordt als het ononderbroken ontvangen van inkomsten.
Ook een aansluitende overgang van een RWW naar een ABW uitkering of andersom moet worden gezien als het ononderbroken ontvangen van inkomsten.                                  

Bladzijde 38
Op deze bladzijde wordt medegedeeld, dat op basis van de over­gangsregeling geen beslag gelegd kan worden op vorderingen van voor 1 april 1990. Het wordt uit de tekst op deze bladzijde niet duidelijk, op welke datum de vordering geacht wordt in te zijn gegaan. Is dit de datum van het beslag? Is dit de datum van
aankoop? Is dit de datum van de aflossing (Laatste termijn?). Is het tevens mogelijk dat bij een (wettelijke) aanpassing van de GSD©uitkering alsnog de beslaglegging kan plaatsvinden?
Wij adviseren, het moment van het ontstaan van de schuld, bij­voorbeeld de datum van aankoop te hanteren als datum waarop de schuld is ontstaan.

Bladzijde 42 en 43
Om beslag te voorkomen dient de GSD dan wel het SOB in een vroeg stadium in overleg te treden met de client. Op basis van dit overleg zal er een konkreet voorstel moeten komen om de schulden te saneren. Dit overleg met de client moet echter wel op vrijwil­lige basis plaats vinden. Tevens adviseren wij, ernaar te streven dat de overeenkomsten tussen de schuldenaar en de schuldeiser een bindend karakter hebben.

Ten slotte willen wij ten aanzien van het derdenbeslag nog opmerken, dat er een termijn gesteld is van acht dagen waarbinnen de beslagene of de derdebeslagene moet reageren op het beslag. Wij willen de termijnstelling als volgt definieren: de datum van ontvangst van de kennisgeving dient te worden gehanteerd als datum waarop de termijn van acht dagen ingaat. Verder willen we stellen dat het volgens ons moet gaan om acht werkdagen. Dus als het weekend of officiele feestdagen ertussen zitten moet dit niet worden meegerekend.

Wij vertrouwen erop, u in deze voldoende geadviseerd te hebben zodat u een juist beleid in het kader van de wettelijke ruimte en de nog te toetsen jurisprudentie kunt voeren.

Open monumentendag in woon werk pand Tetterode in Amsterdam

 Beste mensen, Dit weekend is woon werk pand Tetterode in Amsterdam geopend in het kader van Open Monumentendag. Ook de Bijstandsbond, geves...