Nieuws, commentaren en aankondigingen van de Bijstandsbond. Op deze blog vindt u alle informatie over de Bijstandsbond. Telefoon: 020-6898806. Whatt's App, Telegram en Signal 06-20367458. Algemeen spreekuur di en do van 11.00 uur tot 16.00 uur. Advocaat Mark van Hoof aanwezig di en do van 13.00 uur tot 14.00 uur. 06-47816228. info@bijstandsbond.org.
dinsdag 21 augustus 2012
Koffieochtend Amsterdamse bijstandsvrouwen
vrijdag 10 augustus 2012
Bezoekadres van Dienst Werk en Inkomen voor daklozen gaat in Amsterdam per 1 september veranderen
In september gaat team Bijzondere Doelgroepen en de screeningsbalie van de Dienst Werk en Inkomen (DWI) verhuizen naar Werkplein West.
Werkplein West, waarin UWV Werkbedrijf en DWI samen dienst verlenen aan mensen
met een uitkering, is gesitueerd aan de Jan van Galenstraat 323. Dit najaar verhuist het team Bijzondere Doelgroepen en de screeningsbalie van DWI van het IJsbaanpad naar dit Werkplein. Dit team en de balie bedienen een groep kwetsbare Amsterdammers.
Team Bijzondere Doelgroepen
Team Bijzondere Doelgroepen is het team waar DWI-klanten met een adresprobleem
worden geholpen. Het gaat om mensen met een bijstandsuitkering die niet beschikken
over een zelfstandig woonadres en zich ook niet bij familie of vrienden kunnen inschrijven. Het gaat om een groep mensen met alleen een adresprobleem, niet om klanten met een meervoudige problematiek.
Screeningsbalie
Mensen met een adresprobleem die een uitkering willen aanvragen, hebben eerst een
gesprek bij de stedelijke screeningsbalie. Daar wordt gekeken naar de regiobinding van de klanten én eventuele OGGZ-problematiek. De screening wordt gedaan door DWI en de GGD samen met de instellingen voor maatschappelijke opvang. Ook wordt gekeken welke dienst- en hulpverlening de betreffende klant nodig heeft. Deze groep klanten komt eenmalig naar de balie en wordt daarna ondergebracht bij het juiste team binnen DWI. Als het gaat om klanten met meervoudige problematiek, bijvoorbeeld psychische en/of verslavingsproblematiek, dan worden zij verder geholpen bij een Geïntegreerde Voorziening in de stad. De dienstverlening vindt dan niet plaats op het Werkplein.
donderdag 12 juli 2012
oproep voor interview over armoede
Beste lezer,
Voor een artikel over armoede in het najaarsnummer van Maarten!, het blad van Maarten van Rossem, zijn wij op zoek naar mensen die economisch gezien in zwaar weer verkeren zoals alleenstaande ouders die moeten rondkomen van een bijstandsuitkering. Wij willen graag interviews houden met deze mensen, om te laten zien dat armoede in Nederland nog niet is uitgestorven, en als oproep naar Den Haag om hier in de verkiezingstijd ook aandacht aan te besteden.
Historisch Nieuwsblad
Postbus 256
1110 AG Diemen
E: aburgers@historischnieuwsblad.nl
T: 088-700 29 20
Oproep FNV mee te doen met onderzoek naar werken met behoud van uitkering
Beste mensen,
Het is ons een doorn in het oog dat steeds meer mensen met behoud van uitkering te werk worden gesteld.
De FNV komt hiertegen in actie.
De FNV ziet steeds vaker dat uitkeringsgerechtigden met behoud van uitkering moeten werken en/of minder dan het wettelijk minimumloon verdienen. Dit ook zonder uitzicht op regulier werk. Of met vage beloften over een regulier baan na een proefperiode die soms meerdere jaren kan duren. De Bijstandsbond en de FNV vinden dit niet kunnen. Wij willen meer weten over de de aard en omvang van dit probleem.
Om te beginnen willen wij middels een meldpunt ervaringen van werkzoekenden verzamelen die geen volwaardig loon ontvangen voor hun werk. Met de resultaten van dit meldpunt willen wij druk zetten op de politiek om hier op een fatsoenlijke manier mee om te gaan.
Ervaart u zelf dit probleem? Doe dan mee met de enquête: https://nl.surveymonkey.com/s/werkenmetuitkering
Hier leest u meer over de achtergrond van deze enquête: http://www.fnvbondgenoten.nl/werk_en_leven/arbeidsgehandicapt/504325-werken_met_behoud_van_uitkering/
De enquête is speciaal voor uitkeringsgerechtigden.
Hebt u op een andere manier te ervaringen heeft met gemeentes die uitkeringsgerechtigden laten werken onder het minimum loon of met behoud van utkering dan zijn wij natuurlijk ook geïnteresseerd in uw verhaal. Bijvoorbeeld als u sociaal raadsman, maatschappelijk werker, werkcoach of lid van een cliëntenraad bent. Mail dan uw ervaringen of verhalen naar Paul van den Boom van FNV Bondgenoten: p.vandenboom@bg.fnv.nl
Mail ons uw verhaal!
Bij voorbaat dank!
Met vriendelijke groet,
maandag 25 juni 2012
Gezocht: klachten rondom privacy
Heeft u een klacht over de bescherming van uw persoonsgegevens? Zijn uw verzuimgegevens bijvoorbeeld gelekt? Moet u privacy gevoelige gegevens overhandigen aan sociale diensten, het UWV, of re-integratiebureaus waarbij de Wet wordt overtreden? Kenniscentrum Art.1 doet momenteel onderzoek in Nederland naar het gebruik van klachtregelingen en rechtsmiddelen in het kader van de bescherming van persoonsgegevens. Dit onderzoek vindt plaats in opdracht van het Fundamental Rights Agency van de Europese Unie. Heeft u een privacy-gerelateerde klacht en stappen overwogen (en/of daarvan afgezien)? Stuur dan voor 15 juli a.s. een email naar d.lettinga@art1.nl. Al uw gegevens zullen vertrouwelijk worden behandeld. Kijk ook op: www.art1.nl/respondenten-gezocht
De Fundamental Rights Agency (FRA) is een agentschap van de Europese Unie dat informatie verzamelt op het gebied van grondrechtenkwesties in EU lidstaten. Art.1 is door de FRA aangewezen om de situatie in Nederland in beeld te brengen. Momenteel voeren wij een onderzoek uit naar het gebruik van rechtsmiddelen en klachtenregelingen door mensen die te maken hebben gehad met een situatie waarin de bescherming van hun persoonsgegevens naar hun mening niet gewaarborgd was. Ten behoeve van dit onderzoek interviewen we personen die een procedure hebben aangespannen (of dit hebben overwogen maar ervan hebben afgezien) om enige vorm van herstel te krijgen of inzage in hun gegevens wensen.
Art.1 zoekt mensen die juridische stappen hebben overwogen maar daarvan hebben afgezien, met betrekking tot een kwestie rondom de bescherming van hun persoonsgegevens. Wij zijn geïnteresseerd in hun ervaringen en zijn benieuwd naar hun mening over de (on)mogelijkheden van een juridische aanpak en/of redenen om daarvan af te zien, en suggesties voor verbetering om hun privacy te waarborgen.
Waarschijnlijk zijn er mensen die van uitkering leven en die privacy gevoelige informatie door ambtenaren van de sociale dienst of re-integratiebureaus moeten overhandigen, waarbij hun rechten soms geschonden zijn.
vrijdag 22 juni 2012
Nieuwe brochure over sociaal beleid en Europa
Onlangs heb ik een brochure geschreven "Europa en sociaal beleid. Van verzorgingsstaat naar neoliberale strafstaat“. In deze brochure wordt uitgelegd hoe het “Europees sociaal model” onder druk van de Europese Unie werd uitgehold. Al moet daar onmiddellijk bij worden gezegd, dat de landen aangesloten bij die EU dit beleid gewild hebben. De EU coordineert wel het een en ander, maar het beleid komt uit de aangesloten landen zelf. De slogan 'het moet van Europa' is een afleidingsmanouvre, die de aandacht moet afleiden van het feit, dat de regeringen van de verschillende landen de afbraak van de sociale zekerheid zelf geinitieerd hebben. Pensioenen, werkloosheidsvergoedingen, gezondheidszorg, niets ontsnapt aan de gecoordineerde neoliberale hervormingen en de blinde soberheidspolitiek. Deze brochure is een samenwerking van Euromarsen en Ander Europa, en verscheen in juni 2012. Je kunt hem bestellen bij de Bijstandsbond of op de website van Ander Europa. Daar is de brochure ook te downloaden.
In de brochure behandel ik de geschiedenis van het sociale beleid op Europees niveau vanaf het ontstaan van de Raad van Europa en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) Later werd dat de EEG. (De Europese Economische Gemeenschap). In de eerste fase was er de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog en het in de steigers zetten van een verzorgingsstaat met als kroon op het werk in Nederland de Algemene Arbeidsongeschiktheidsverzekering (AAW) een volksverzekering tegen arbeidsongeschiktheid. In de tweede fase, vanaf de economische crisis in de zeventiger jaren van de vorige eeuw, zien we de eerste contouren van een neoliberaal beleid en het begin van de inperking van de verzorgingsstaat. Op Europees niveau besloot men, het sociale beleid te laten voor wat het was en alle aandacht te richten op het tot stand brengen van een economische eenheidsmarkt met vrije concurrentie. Een derde fase trad na 1997 in met de werkgelegenheidsstrategie en flexibilisering van de arbeidmarkt die op Europese toppen in Luxemburg werd vastgesteld en die strategie zou mede de basis vormen van de zogenaamde strategie van Lissabon die in 2000 werd vastgesteld. Flexibilisering en employability waren de toverwoorden van de nieuwe strategie. Maar de Lissabonstrategie mislukte volledig. Doelstellingen op het gebied van werkloosheidsbestrijding en toename van arbeidsparticipatie werden niet gehaald. Aan de vooravond van de economische crisis bedacht men dus de Europa 2020 strategie. Daarbij worden nieuwe stappen gezet richting harmonisatie van de verschillende sociale stelsels. Het opjagen van werklozen en van werkenden moet in alle landen het uitgangspunt worden voor de opvoering van de arbeidsproductiviteit. In de huidige fase is er een versnelling bij de invoering van dat beleid. Publieke diensten en sociale zekerheid worden verder afgebroken, armoedebestrijding is taboe op Europees niveau en de werkenden worden de zekerheden ontnomen door afschaffing van ontslagbescherming, inperking van pensioen en VUT regelingen, en andere maatregelen. De neoliberale strafstaat wordt in meerdere landen verder ontwikkeld, ondanks het failliet van de liberale politiek.
Wat mij bij het schrijven van de brochure al opviel, was dat er wat betreft de invoering van het neoliberale beleid een soort stoomwals in de loop van de tijd beleidsmatig in dezelfde richting reed, ongeacht de politieke kleur van de regeringen in de verschillende landen en ongeacht de samenstellingen van de Europese Commissie en het Europese parlement. Zonder in samenzweringsteorien te vervallen, van lokaal tot internationaal zijn ondemocratische lobbynetwerken van technocraten uit uitvoeringsinstellingen en onderzoeksinstellingen actief, die allemaal werken in de richting van de neoliberale strafstaat. Daar zijn qua politieke kleur liberalen en christen-democraten bij, maar ook socialisten. Het democratisch tekort van Europa versterkt deze tendens. In de wandelgangen van Brussel speelt zich een schimmig spel af, waarbij de technocraten en de werkgevers belangrijke spelers zijn met beslissingen waar de volkeren van Europa niets over te zeggen hebben.
Een recent voorbeeld van het alsmaar ondemocratisch doorstomende neoliberale strafstaat beleid is de gang van zaken rond de Wet Werken naar Vermogen. Deze wet was bijna door de Tweede Kamer aangenomen, met steun van de PVV, maar twee dagen voor de definitieve stemming trok Wilders de stekker uit het kabinet. Toen werd de wet controversieel verklaard, hij zal per 1 januari 2013 niet worden ingevoerd. Maar Kunduz coalitie of niet, minister Kamp gaat door met zijn opjaagbeleid. Deze week kondigde hij in een verzamelbrief aan de gemeenten aan, dat elementen uit de Wet Werken naar Vermogen toch worden ingevoerd. Er worden nog meer databanken gekoppeld, nog meer sociale rechercheurs en andere politieagenten ingezet, zogenaamd om de fraude te bestrijden maar in werkelijkheid om de allesomvattende controle op de mensen die zich op de onderste treden van de maatschappelijke statusladder bevinden verder op te voeren en de stigmatisering van deze mensen verder vorm te geven, zodat ze als bliksemafleider kunnen fungeren voor de frustraties van de middenklassen, die nu ook sterk door de bezuinigingen zullen worden getroffen. Een andere maatregel die in de verzamelbrief wordt aangekondigd is het nog maar weer eens verscherpen van het sanctiebeleid wanneer je naar het oordeel van de instanties onvoldoende meewerkte aan reintegratie. De uitkering kan in de toekomst zonder aanzien des persoons gemakkelijker worden opgeschort of stopgezet. Tot nu toe moest bij het opleggen van een sanctie rekening worden gehouden met de persoonlijke omstandigheden. In de toekomst niet verschijnen bij een oproep om over reintegratie te praten? Hup uitkering stopzetten, wie je ook bent en wat ook de reden is, en daarna kijken we wel weer verder.
Piet van der Lende
vrijdag 15 juni 2012
Actie van de SP tegen verhoging van het eigen risico
Op 12 september gaan we naar de stembus. Het is dan aan u om te zeggen hoe we in Nederland de zorg organiseren. De partijen van de Kunduz-coalitie nemen alvast een voorschot op deze discussie. Zij willen nog voor de zomer beslissen dat per 1 januari 2013 het eigen risico naar 350 euro gaat.
De Kunduz-partijen hebben dus haast. Binnen twee weken moet de wet door de Tweede Kamer worden geloodst.
Dat is heel erg snel, vooral omdat het over zo’n heftige maatregel gaat.
Ik wil graag weten wat u vindt van de verhoging van het eigen risico en wat voor de de gevolgen van de verhoging zijn. Weet u nu al zeker dat u in januari 350 euro extra kwijt bent en wat betekent dat voor uw financiële positie? Gaat u wellicht zorg afzeggen of stoppen met medicijnen en wat zijn de gevolgen daarvan?
Graag hoor ik van u. De SP staat voor goede zorg voor iedereen, maar ik heb nu uw hulp nodig om een vuist te kunnen maken tegen dit slechte plan van ‘Kunduz’. Stuur mij uw verhaal dan zorg ik dat uw stem in het parlement gehoord wordt. En schroomt u niet om deze mail door te sturen aan familie, collega's of bekenden. Hoe meer verhalen we krijgen, hoe sterker we staan!
Hartelijk dank voor uw medewerking!
Met vriendelijke groet,
Renske Leijten
Tweede Kamerlid SP
PS
De plannen van het Kunduz-akkoord over een verhoging van het eigen risico vindt de SP een slechte keuze. Wij staan voor een verlaging van het eigen risico. Bovendien willen wij een inkomensafhankelijke zorgpremie. Dan hoeft driekwart van de mensen minder te betalen.
dinsdag 29 mei 2012
Huishoudtoets met terugwerkende kracht afgeschaft
Het Wetsvoorstel waarin de afschaffing van de huishoudinkomenstoets in de Wet Werk en Bijstand (WWB) wordt geregeld is aangeboden aan de Tweede Kamer. In het Begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat de huishoudinkomenstoets komt te vervallen. De toets wordt per 1 januari 2012 met terugwerkende kracht afgeschaft. Lees meer |
Manifestatie over de thuiszorg in Amsterdam op 4 juni
Thuiszorg in Amsterdam in de knel.
Het gemeentebestuur van Amsterdam heeft besloten dat de huishoudelijke hulp als thuiszorg in uren wordt ingekort. En dat mensen hiervoor meer gaan betalen in de vorm van een eigen bijdrage. Het is geen regeringsmaatregel maar een idee van de verantwoordelijke wethouder, de heer Van der Burg (VVD).
Ouderen èn personeel zijn de dupe.
De gemeente speelt ook de thuiszorg instanties tegen elkaar uit: die met de laagste prijs wint het contract. Personeel en de ouderen en mensen met een beperking zijn de verliezers.
Het huidige personeel kan daarbij werkloos worden. Het vertrouwde gezicht voor de oudere kan dus zomaar verdwijnen. In de plaats komt vaak nieuw ongekwalificeerd personeel met een veel lager salaris. Enig toezicht en aandacht door een praatje is er dan niet meer bij.
Wethouder neemt democratie niet serieus.
Wethouder Van der Burg heeft tegen het besluit van de gemeenteraad in dit harde beleid doorgezet.
De gemeenteraad had van hem geeist dat op basis van kwaliteit zou worden gehandeld, niet op basis van prijs. De contracten zijn tijdens het zomerreces getekend. De wethouder mag van de gemeenteraad echter op het pluche blijven zitten.
Kwaliteit en zorgvuldigheid verliezen het van het grote geld.
Dat betekent dat naast de eerder genoemde korting op uren en de eigen bijdragen:
- Er slechts telefonisch een indicatie vastgesteld wordt en niet met een bezoek.
- Dat hierdoor het gevaar groot is dat de indicatie onvolledig is.
- En de kwaliteit van de hulp onvoldoende kan zijn en de hulpvrager bijvoorbeeld afhaakt.
Tijd voor protest
De gezamenlijke FNV bonden en ouderenorganisaties in Amsterdam stellen vast dat dit alles ten koste gaat van de kwaliteit van de zorg. Met grote gevolgen voor ouderen, mensen met een beperking en het personeel. Vaak worden er slechts contracten gegund van maximaal twee jaar. Dit stimuleert werkgevers niet om te investeren in (scholing van) personeel. Contracten met een grote rol voor behoud van kwaliteit is daarom gewenst.
Kom naar de Boekmanzaal,
maandag 4 juni 13.30 -16.00 uur
Stopera, Amstel 1
Daar gaat het ook over het dreigend koopkrachtverlies van ouderen met een
laag inkomen.
Meer informatie:
Lees meer op de site van Wij Zijn de Thuiszorg: http://www.wijzijndethuiszorg.nl/pages/sub/67792/WzdT_Amsterdam.html
Meldpunt WMO:
Voor problemen en klachten over huishoudelijke hulp en andere WMO zaken kunt u terecht bij http://amsterdam.sp.nl/meldpunt-wmo/
Dit is een uitgave van de Amsterdamse organisaties van:
FNV Bondgenoten, AbvaKabo FNV en ANBO.
Van de ouderenorganisaties: Ouderen Adviesraad Oost, Commissie koopkracht van OOA.
De Bijstandsbond, Gehandicaptenorganisatie “Onbeperkt Oost”.
donderdag 24 mei 2012
Voorbeeld bezwaarschrift verlaging langdurigheidstoeslag in de gemeente Amsterdam
Burgemeester & Wethouders van Amsterdam
Afdeling Bezwaar & Beroep
Postbus 9889
1006 AN AMSTERDAM
Amsterdam, 24 mei 2012
Administratienummer:
BEZWAARSCHRIFT
Mevrouw/ de heer…….. komt hierdoor in bezwaar tegen uw besluit van april 2012 (bijlage).
Blijkens het bestreden besluit is over 2012 een langdurigheidstoeslag toegekend ten bedrage van € 234,-
Eind maart 2012/begin april 2012 heb ik een aanvraag voor de langdurigheidstoeslag ingediend. Op het moment van aanvraag gold de verordening langdurigheidstoeslag Wet Werk en Bijstand als bekendgemaakt op 11 februari 2009 in het gemeenteblad 2009, AFD.3A, nr.35/77. Ingevolge deze verordening heb ik recht op een bedrag aan langdurigheidstoeslag van € 368,-- zijnde 40 % van de bijstandsnorm. In casu is echter slechts een bedrag toegekend van € 234,--. Alhoewel dit niet in het bestreden besluit staat vermeld, is inmiddels bekend geworden, dat hierbij is aangesloten bij de verordening langdurigheidstoeslag Wet Werk en Bijstand zoals die op 4 april 2012 door de gemeenteraad is aangenomen en welke verordening met terugwerkende kracht in werking is getreden tegen 1 januari 2012. Ingevolge die verordening heb ik slechts recht op een bedrag aan langdurigheidstoeslag van zijnde 25 % van de bijstandsnorm oftewel € 234,--.
In art. 36, eerste lid WWB is de basis voor de langdurigheidstoeslag opgenomen. In art.8 WWB is bepaald dat de gemeenteraad een verordening dient vast te stellen met betrekking tot de langdurigheidstoeslag waarin de hoogte van de langdurigheidstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen langdurig en laag inkomen zijn geregeld.
De gemeente mag zelf de hoogte van de toeslag bepalen, wel wordt verwacht dat er tenminste aansluiting wordt gezocht bij de bedragen die onder de “oude” landelijke regeling golden. Voor een alleenstaande was dit “oude” bedrag aan langdurigheidstoeslag in 2004 € 318,--, zie hoofdstuk 4.3 MvT bij de WWB.
Tot 1-1-2009 was de (hoogte van) de langdurigheidstoeslag landelijk geregeld. Per 1-1-2009 is de Ldt gedecentraliseerd. Gemeenten mogen de Ldt zelf invullen. In de Memorie van Toelichting bij de Wet Decentralisering Langdurigheidstoeslag en op bevordering van maatschappelijke participatie gerichte ondersteuning huishoudens met schoolgaande kinderen is in hoofdstuk 2.3 het volgende neergelegd: “verwacht mag worden, dat de toekomstige regelingen op locaal niveau de huidige doelgroep niet zullen uitsluiten en dat gemiddeld genomen de hoogte van de locale langdurigheidstoeslag ook weinig zal afwijken van de huidige landelijke regeling, waardoor zich geen grote inkomenseffecten zullen voordoen”.
Het is dus de bedoeling van de wetgever geweest dat het bedrag aan langdurigheidstoeslag slechts gering zal afwijken van het normbedrag. Ingevolge de verordening zoals die is vastgesteld per 01-01-2009 geldt voor 2011 een bedrag voor een alleenstaande aan Ldt van € 368,--, welk bedrag dus weinig afwijkt van de vorige landelijke regeling, indien we op het aanvankelijke normbedrag een inflatiecorrectie toepassen. In casu is een bedrag toegekend van € 234,-- en dat is niet de wens geweest van de wetgever, waarbij kan worden verwezen naar hetgeen daaromtrent hiervoor is vermeld. In deze is er immers sprake van een toeslag die zeer fors afwijkt van de vroegere landelijke regeling en er doet zich een groot inkomenseffect voor. De toeslag is met de nieuwe verordening met 37,5 % verlaagd ten opzichte van de vorige verordening.
Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dus dat de gemeente in de verordening regels moeten stellen met betrekking tot de hoogte van de toeslag en dat daarbij moet worden aangesloten bij het “oude” normbedrag. De gemeenteraad heeft in deze dan ook de grenzen van de verordeningsbevoegdheid overschreden door in de verordening, zoals die is vastgesteld op 4 april 2012, percentages op te nemen die substantieel lager zijn dan het oude normbedrag. Weliswaar heeft de gemeenteraad in deze beleidsvrijheid, maar die vrijheid is door de wetgever beperkt door expliciet aan te geven dat aansluiting moet worden gezocht bij het oude normbedrag. In de toelichting bij de huidige verordening langdurigheidstoeslag wordt dan ook ten onrechte gemeld dat in Amsterdam de bedragen nauw aan zouden sluiten op de oude bedragen. De gemeenteraad heeft dan ook haar beoordelingsvrijheid overschreden. Ik ben dan ook van oordeel dat dit onderdeel van de verordening onverbindend is.
De langdurigheidstoeslag is primair bedoeld voor de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen. Een duurzaam gebruiksgoed voor een alleenstaande is echter net zo duur als een duurzaam gebruiksgoed voor een gezin of een alleenstaande ouder. Desalniettemin is de toeslag fors lager dan de toeslag die een alleenstaande ouder ontvangt of een gezin met kinderen. In art. 26 IVBPR is een gebod neergelegd om wettelijke regels te vrijwaren van iedere vorm van door die bepaling verboden discriminatie. Wel mag er onderscheid worden gemaakt als daarvoor een redelijke en objectieve grond kan worden aangedragen. Echter iedere onderbouwing, voor het feit dat een alleenstaande slechts de helft krijgt toegekend van wat een alleenstaande ouder krijgt toegekend, ontbreekt. Nu duurzame gebruiksgoederen voor beide categorieën een gelijke prijs hebben, ontbeert het verschil een redelijke en objectieve grondslag en is derhalve strijdig met het bepaalde in art. 26 IVBPR. De hoogte van de langdurigheidstoeslag van dient dan ook gelijk te zijn aan die van bijvoorbeeld een éénoudergezin.
Ingevolge art. 6 van de huidige verordening langdurigheidstoeslag kan in gevallen waarin strikte toepassing van de regels leidt tot een onbillijke of onredelijke situatie voor de aanvrager, het college besluiten in gunstige zin van het hierin bepaalde af te wijken. In casu gaat het om een procentuele verlaging van 37,5 % en dit voor mensen die langdurig een laag inkomen hebben. In een dergelijk geval is er al snel bij een verlaging van 37,5 % sprake van een onbillijke of onredelijke situatie. In deze is echter in het geheel niet onderzocht of in dit onderhavige geval er sprake is van een onbillijke of onredelijke situatie. Overigens kan in zijn algemeenheid worden opgemerkt dat van de bevoegdheid als neergelegd in art. 6 van de verordening in geen enkel geval gebruik is gemaakt. De gemeenteraad heeft die opdracht echter wel gegeven aan B&W.
In casu is dus de verordening toegepast zoals die op 4 april 2012 door de gemeenteraad is aangenomen. Deze verordening is per 1 januari 2012 in werking getreden..In casu is direct de verordening met terugwerkende kracht gaan gelden vanaf 1 januari 2012. Een dergelijke wijze van handelen is in strijd met de rechtszekerheid. Voorts is het zo dat ik nadeel heb ondervonden, doordat op het moment dat ik de aanvraag deed, immers nog steeds de oude verordening gold met het hogere bedrag aan langdurigheidstoeslag. Een dergelijke wijze van handelen is ook in strijd met het vertrouwensbeginsel. Ik mag wanneer ik een aanvraag doe er immers op vertrouwen dat ik een toeslag toegekend krijg naar de hoogte van de op dat moment geldende verordening.
Ten aanzien van het aspect terugwerkende kracht in de huidige verordening kan allereerst worden opgemerkt dat deze terugwerkende kracht in mijn nadeel werkt. In casu was het voor mij ook niet voorzienbaar dat er in deze sprake zou zijn van een bijzondere omstandigheid die een inbreuk wettigt op de eisen van de rechtszekerheid berustende rechtsbeginsel dat wetgevende maatregelen alleen voor de toekomst behoren te gelden, zie ook het arrest van de Hoge Raad van 24 april 2009, Ljn: BG 4806.
In de jurisprudentie is er diverse malen aandacht besteed aan terugwerkende kracht bij verordeningen. Grote gemene deler in die uitspraken is dat er allereerst sprake moet zijn van bijzondere omstandigheden. Vervolgens komt de voorzienbaarheid aan de orde. Met betrekking tot het onderdeel terugwerkende kracht kan bijvoorbeeld worden verwezen naar CRvB 27 maart 1979, AB1980, 91. Volgens het Europese Hof van Justitie 26 april 2005, nr. C-376/02 verzet het vertrouwens- en rechtszekerheidsbeginsel zich niet op voorhand tegen de terugwerkende kracht van een wetswijziging. Terugwerkende kracht is alleen toegestaan als dit voor een doel van algemeen belang noodzakelijk is en het rechtmatig vertrouwen van de betrokkene naar behoren in acht wordt genomen. Van algemeen belang is sprake wanneer die terugwerkende kracht beoogt te voorkomen, dat tijdens de wetgevingsprocedure op grote schaal constructies worden toegepast, die juist met die wetswijziging worden tegengegaan. Voor het rechtmatig vertrouwen is van belang dat de marktdeelnemers van de komende wetswijziging en voorgenomen terugwerkende kracht ervan, op zodanige wijze in kennis zijn gesteld, dat zij in staat zijn te begrijpen welke gevolgen de voorgenomen wetswijziging voor hun handelingen heeft.
In casu kan niet worden gesteld dat het hier een doel betreft van algemeen belang, het voldoet immers niet aan de criteria als door het Europese Hof hiervoor geschetst.
Ook in een circulaire van de minister-president van 18 november 1992, met als citeertitel “aanwijzingen voor de regelgeving is in aanwijzing 167, sub 1” neergelegd, dat aan een regeling slechts terugwerkende kracht wordt verleend, indien daarvoor een bijzondere reden bestaat. Ik betwist dat er in casu sprake zou zijn van een bijzondere reden die de terugwerkende kracht in deze rechtvaardigt.
In deze kan voorts worden verwezen naar de Centrale Raad van Beroep 31 oktober 1935 AB1936, 169, waarbij de Centrale Raad de terugwerkende kracht heeft getoetst aan het algemene rechtsbeginsel van rechtszekerheid en waarin de Centrale Raad een verbod van terugwerkende kracht heeft geformuleerd van een voor de burger nadelige wijziging van een regeling, zoals in casu het geval is, zie ook Centrale Raad van Beroep 20 oktober 1983, AB1984, 100.
Het bestreden besluit kan dan ook niet gedragen worden door een deugdelijke motivering.
ik verzoek u het besluit te heroverwegen en mij een toeslag toe te kennen met inachtneming van het hiervoor vermelde.
Hoogachtend,
-
Vanmorgen heb ik een bericht gepubliceerd over het project ‘Representatie en het maatschappelijk middenveld’ van het Sociaal en Cultureel P...
-
10-07-2024. De Bijstandsbond roept bijstandsgerechtigden in den lande op de vaal slechte behandeling door klantmanagers te melden voor een ...