maandag 14 december 2020

De huisbezoeken app

 

De huisbezoekenapp

Gatverdamme, wat is dit nu weer. De huisbezoeken app voor bijstandsgerechtigden. Je moet de app downloaden op je smartfone. Een handhaver van de sociale dienst voert dan een virtueel bezoek uit, waarbij je zelf op je smartfone fotoos van je huis, inhoud (koel) kasten, watermeter  en zo moet maken en uploaden naar de handhaver. Het blijkt, dat al in 2014 een pilot is uitgevoerd in 11 gemeenten om de app te ontwikkelen. De app is ontwikkeld door het commerciele bedrijf Montr. https://montr.nl/huisbezoek/
Citaat van de website: 'De komende jaren zal het aantal huisbezoeken gericht op fraudebestrijding van sociale voorzieningen verder worden geïntensiveerd.'

De app wordt gepromoot door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten VNG. '
'App helpt IJsselgemeenten met huisbezoeken in coronatijd' https://vng.nl/nieuws/app-helpt-ijsselgemeenten-met-huisbezoeken-in-coronatijd

Een samenvatting van de maatregelen kun je hier lezen. https://www.bijstandsblues.nl/huisbezoek-op-afstand-met-de-zelfinspectie-app/

Piet van der Lende

vrijdag 11 december 2020

FNV start samen met coalitie petitie: de kostendelersnorm moet uit de wet

 https://campagnes.degoedezaak.org/campaigns/kostendelersnorm

FNV start samen met coalitie petitie: de kostendelersnorm moet uit de wet

De FNV is vandaag samen met een aantal andere organisaties* een petitie gestart om de kostendelersnorm uit de wet te krijgen. Die norm, sinds 2015 ingevoerd, zorgt ervoor dat mensen die met elkaar in een huis wonen gekort worden op de bijstand die zij ontvangen. Ongeveer 10% van de bijstandsgerechtigden, zo’n 41.600 (cijfers 2019) heeft te maken met de kostendelersnorm.

De Tweede Kamer spreekt vanmiddag over het armoede en –schuldenbeleid. De FNV heeft een brief aan de Tweede Kamer gestuurd met haar bredere oplossingen over het bestrijden van armoede, waarin ook de kostendelersnorm ter sprake komt.

Norm leidt tot meer armoede

FNV vicevoorzitter Kitty Jong: ‘De kostendelersnorm leidt tot meer armoede en veel ellende. Zo zijn er ouders die hun meerderjarige kind vragen uit huis te gaan, omdat zij dan niet meer gekort worden. Mensen die uit huis worden gezet kunnen niet terugvallen op een slaapplek bij vrienden met een bijstandsuitkering, want die worden dan financieel gestraft. En je ouders in huis nemen is ook lastig, want ook dan krijg je ermee te maken.’

Strafkorting

Als je met 3 meerderjarigen in huis woont (bijvoorbeeld partner plus twee meerderjarige kinderen), gaat je bijstandsuitkering ruim 400 euro omlaag, je krijgt dan slechts 655 euro. De (mogelijk) wel verdienende partner heeft geen hoog inkomen, anders zou er sowieso geen sprake zijn van bijstand.

Er zijn al veel instanties die hebben gewaarschuwd voor de gevolgen van de kostendelersnorm.

Coalitie tegen kostendelersnorm

Jong: ‘Gemeenten kunnen van deze norm afwijken, maar doen dit nauwelijks. En het kabinet doet niets meer dan een vage handreiking over de schutting van de gemeenten heen kieperen en een onderzoek instellen. Dat lost nu niets op. Gevolg van de kostendelersnorm is een toenemende dakloosheid, omdat mensen geen laatste opvang meer kunnen bieden aan elkaar. De bezuinigingen op de bijstand wegen niet op tegen de ernstige maatschappelijke misstanden die hierdoor worden veroorzaakt. Die kostendelersnorm moet uit de wet, daar gaan we met onze coalitie voor strijden.’

De petitie wordt begin volgend jaar aan de politiek aangeboden.

 

*Ondertekenaars:

Kitty Jong, vicevoorzitter FNV

Zeno Winkels, directeur Woonbond

Vereniging Sociale Advocatuur Nederland (VSAN)

Hella Masugur, voorzitter Stichting Zwerfjongeren

Marcel Sturkenboom, directeur KBO-PCOB

Lucía Lameiro García, coördinator NOOM (Netwerk Organisaties voor Oudere Migranten)

Stichting De Tussenvoorziening

Utrechtse Armoede Coalitie

Rene Suijkerbuijk, Burgerkracht De Pijler

Noortje van Lith, activiste voor mensen met een arbeidsbeperking

Anja Eleveld, Universitair docent Staats- en bestuursrecht bij de Vrije Universiteit

Rotterdamse Sociale Alliantie (RoSA!)

Piet van der Lende, Bijstandsbond

Illya Soffer, directeur Ieder(In)

Bettine Arink, de Vonk

Nathalie Boerebach SUN Nederland (Stichting Urgente Noden)

Jochem Westert, voorzitter bureau Straatjurist

Dennis Lahey, directeur MDHG

Theo van Ghesel Grothe, Onafhankelijke Client Ondersteuner De Daklozenvakbond

Straat Alliantie Amsterdam

Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink, Directeur Valente


Bijlagen


FNV Persvoorlichting, José Kager, 06 53 89 85 15

woensdag 9 december 2020

TOESLAGEN NIET KWIJT BIJ BIJZONDER INKOMEN

 TOESLAGEN NIET KWIJT BIJ BIJZONDER INKOMEN.

 Veel mensen realiseren zich niet dat door bijzonder inkomen, zoals het

afkopen van een pensioen of nabetaling van inkomen, door het hogere

jaarinkomen een deel van de huurtoeslag of zelfs alles terugbetaald moet

worden. Het doen van een aanvraag om dat eenmalige inkomen buiten

beschouwing te laten voor de huurtoeslag is eenvoudig, maar lang niet

iedereen is hiervan op de hoogte ( zelfs de belastingtelefoon wijst bij

telefonisch contact over het terug betalen bedrag niet altijd op deze

mogelijkheid)

 
Goed nieuws voor wie zich in deze situatie bevond. Onlangs werd de

termijn om dit verzoek in te dienen verruimd van 6 maanden naar 5 jaar.

Dit kan met terugwerkende kracht, zelfs als een verzoek van de afgelopen

5 jaar eerder werd afgewezen wegens overschrijding van de bezwaartermijn!

 

dinsdag 8 december 2020

Maak sport toegankelijk voor alle jongeren!


Maak sport toegankelijk voor alle jongeren!

www.kanikmeedoen.nl

Om hier aan bij te dragen, voert Onderzoeksbureau Labyrinth in opdracht van het Kenniscentrum Sport & Bewegen een onderzoek uit naar de sport- en beweegbeleving van jongeren. Hiervoor willen wij graag met deze jongeren in gesprek.

Heeft uw kinderen tussen de 12-18 jaar? Zijn zij (nog) geen lid van een sportvereniging? En is uw inkomen rond of onder de lage inkomensgrens? Meld u dan hier aan of neem contact op via c.overbeek@labyrinthonderzoek.nl of 030-2627191. Voor deelname aan het vraaggesprek ontvangt uw kind een cadeaubon van €25.





maandag 7 december 2020

Subsidieregeling bonus zorgprofessionals COVID-19

De eerste meldingen komen binnen van klantmanagers die zeggen dat de zorgbonus bij klanten die een aanvullende bijstandsuitkering hebben verrekend moet worden met de uitkering en is aan te merken als loon. Dat is NIET zo. De zorgbonus is vrij en geen loon en dus mag je die bonus houden ook als je een aanvullende bijstandsuitkering hebt. Zie officiele bekendmakingen

 https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuwsbrieven/gemeentenieuws-van-szw/2020/gemeentenieuws-van-szw-2020-8

4. Subsidieregeling bonus zorgprofessionals COVID-19

De specifieke “zorgbonus” die aan zorgprofessionals toekomt, moet door de zorginstelling aangemerkt worden als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964. Zie voor nadere details de "Subsidieregeling bonus zorgprofessionals COVID-19".

Op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel g, van de Participatiewet worden vergoedingen en verstrekkingen die als eindheffingsbestanddeel worden aangemerkt niet tot de middelen gerekend. Dit betekent dat indien in voorkomende gevallen de betreffende zorgbonus toekomt aan bijstands-, Tozo- of Bbz-gerechtigden, de specifieke zorgbonus niet in de middelentoets bij de beoordeling van het recht op bijstand/Tozo/Bbz wordt meegenomen. Voor de IOAW en IOAZ geldt eveneens dat de zorgbonus niet verrekend wordt, zo volgt uit artikel 2.2, eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 3, van het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten.

Doordat de specifieke zorgbonus als eindheffingsbestanddeel wordt aangemerkt, wordt deze ook niet verrekend met een eventuele ZW-, WAO-, WAZ-, WIA-, TW-, IOW-, of Wajong-uitkering en wordt de bonus niet betrokken bij het verzamelinkomen voor de inkomensafhankelijke toeslagen (kinderopvang- zorg- en huurtoeslag en het kindgebonden budget). De bonus werkt wél door in het in aanmerking te nemen vermogen voor de huur- en zorgtoeslag en het kindgebonden budget.

zondag 6 december 2020

Recensie van het boek van Eric Hochstenbach 'Gelukkig leef ik nog'.

 Solidariteit - Commentaar 422 - 6 december 2020

''Gelukkig ik leef nog''

Piet van der Lende

Eric Hochstenbach

Eric Hochstenbach is een 67 jarige man die zijn leven heeft beschreven in een biografie onder de titel Gelukkig ik leef nog. Hij heeft zijn bestaan als lichamelijk gehandicapte vastgelegd in een persoonlijke beschrijving die een goed beeld geeft van de problemen die je dan tegenkomt. Discriminatie, eenzaamheid, onbegrip en uitsluiting vanuit de maatschappij heeft hij heel zijn leven meegemaakt. Eric noemt dat het ijzeren gordijn waardoor hij constant het gevoel heeft in een gevangenis te leven.

Hij heeft onder andere spraakproblemen en evenwichtsstoornissen, en in de loop van zijn leven is hij daarom veel door andere mensen uitgelachen. Pas onlangs werd een adequate diagnose gesteld en vertelde een revalidatiearts hem dat zijn beperkingen bij de DCD 'familie' voor volwassenen behoorden (Development Coordination Disorder). Een zeldzame ziekte.

Tegenslagen

Eric vertelt in verschillende verhalen dat mensen al snel veronderstellen dat iemand die lichamelijke beperkingen kent, ook geestelijk wel niet helemaal volwaardig zal zijn; hij werd navenant behandeld. Een frappant voorbeeld zijn de pogingen een HAVO avondstudie te volgen. De directeur zei dat Eric zijn MAVO diploma om toegang te krijgen, had vervalst. Hij kon de opleiding niet volgen. De directeur veronderstelde dat hij vanwege zijn handicaps verminderd intellectuele vermogens had.

Eric beschrijft verder de problematische relatie met zijn autoritaire vader en hoe hij door andere kinderen werd uitgesloten van deelname aan het voetballen. Zijn vader accepteerde zijn beperkingen niet en werd steeds kwaad of kleineerde hem. Met zijn moeder had hij een goede relatie. Eric zat gedurende zijn eerste jeugd op speciale scholen, een Mytylschool in Hengelo en het Psychologisch Instituut in Amsterdam. Hij kwam daardoor min of meer los te staan van de kinderen die in de buurt van zijn ouders woonden, hij kende niemand van hen. Eric voelde zich daardoor soms eenzaam en trok zich terug, iets waar hij zijn hele leven mee geworsteld heeft, ook in de relaties met vriendinnen. Het boek laat een, ondanks alle dips tot aan zelfmoordneigingen toe, een positief ingestelde man zien die beschrijft hoe hij moeilijkheden overwon en bij tijd en wijle ook van het leven kon genieten. Regelmatig begon hij aan nieuwe opleidingen, cursussen en therapieën en aan nieuwe contacten. Maar sommige van die initiatieven mislukten en raakte hij teleurgesteld.

Gespecialiseerde instituten

Het Psychologisch Instituut adviseerde dat hij naar een school voor individueel technisch onderwijs moest (ITO), lager beroepsonderwijs dus. Een volkomen verkeerd advies. Eric is a technisch. Hij deed eindexamen in de vakken praktisch taalgebruik, sociaal rekenen en kennis van ons land.

Eric ging dan ook voor een vervolgopleiding naar een school voor Lager Economisch en Administratie Onderwijs (LEAO). De eerste keer zakte hij voor het eindexamen, maar in mei 1973 slaagde hij. Door de mislukte schoolkeuze ging veel tijd verloren en op de LEAO waren de kinderen een jaar of drie jonger dan Eric. Hij volgde in deze periode ook dansles, en sommige andere jongens dreven dan de spot met zijn manier van bewegen. En dat stak mij best wel.

Het eerste werk

Na de LEAO ging Eric naar de Economische en Administratieve Beroepscategorie (ECABO) met wekelijks twee dagen les en drie dagen stage. Na kort gewerkt te hebben op een sociale werkplaats en een stageplaats in een ander bedrijf, kwam Eric dankzij relaties van zijn moeder terecht bij PTT Telecommunicatie. Hier verrichtte hij administratief werk. Eric werd lid van de Abvakabo. Hij schreef brieven naar de vakbond over dat niemand naar hem luisterde en hij alleen maar dingen moest doen die anderen hem voorschreven - vaak eenvoudige werkzaamheden beneden zijn niveau. Maar steeds volgde een nietszeggend antwoord. Eric stelde dat ook aan de orde bij zijn chef die in het bestuur van de vakbond zat en lid was van de ondernemingsraad. Er kwam een nietszeggende reactie. Daarop stapte Eric naar iemand anders van de ondernemingsraad die beloofde het aan de orde te stellen. Maar na een paar weken zei hij: ik mag er niets over zeggen van de voorzitter. En die voorzitter was de chef van Eric. Dat waren zijn ervaringen met de vakbond.

Eric heeft verschillende auto's gehad en daarmee is hij naar vele landen op vakantie gegaan. Later, toen hij geen auto meer had, ging hij onder andere naar Nicaragua met een vriendin en naar Amerika. Hij vertelt op een eerlijke manier van zijn worsteling met de handicaps en de reacties daarop, zonder zich voor te doen als een heilig boontje. Hij volgt de avond MAVO en schrijft over zijn gokverslaving om de problemen die tot een grote schuldenproblematiek leidde te vergeten. Maar ook hoe hij er met hulp van onder meer de Kredietbank, die hem gedurende drie jaar op vijftig euro in de week zet, erin slaagt daar weer uit te komen. Hij vertelt over zijn relaties met vriendinnen en zijn zoektocht daar een weg in te vinden en over de huizen en buurten waar hij heeft gewoond.

Discriminatie

Hij noemt verschillende voorvallen waaruit blijkt dat hij werd gediscrimineerd. Bij een politiecontrole van automobilisten op het gebruik van alcohol moest hij een blaastest afleggen en daaruit bleek dat hij niet gedronken had. Maar de agenten geloofden het niet vanwege zijn spraakproblemen en hij moest mee naar het bureau. Daar wilden ze hem in de cel gooien, tenzij hij een hoge boete betaalde. Dat deed hij, maar toch moest hij naar het ziekenhuis een bloedtest laten afnemen. Na verloop van tijd kwam het hoofd van de politie met een bos bloemen zijn verontschuldigingen aanbieden.

Later kwam Eric tot de ontdekking dat er nog een rechtszaak over was geweest, maar de correspondentie daarover verliep via zijn ouders die hem niet ingelicht hadden. Steeds werd hij door zijn vader die zijn post openmaakte toen hij nog thuis woonde, en door de rest van zijn familie, zoals zijn broer, behalve zijn moeder, buitengesloten. Samenvattend komt het erop neer dat de mensen zeiden: Je begrijpt er toch niks van. Je maakt maar brokken met je onhandige gedoe, het is niet goed dat jij wordt ingelicht, want dat is niet goed voor je geestesgesteldheid. Dat gebeurde ook bij de ziekte en het overlijden van zijn moeder en de regeling van de erfenis.

Ontslag

Eind november 1988 moest iedere werknemer van de PTT een nieuwe arbeidsovereenkomst afsluiten. De PTT werd opgesplitst in een post- en een telecomgedeelte, de KPN. Eric hoorde in de wandelgangen dat personeel met een aangeboren afwijking en een aangepaste functieomschrijving moest vertrekken. Goed- of kwaadschiks. En inderdaad, hij kreeg geen nieuw contract en vocht dat aan met hulp van een advocaat. Maar verloor. Eric had, betoogde uiteindelijk de advocaat van de tegenpartij, een aangepaste functieomschrijving. En mensen met zo'n omschrijving vielen niet onder de collectieve afspraken. Zijn lidmaatschap van de Abvakabo had hij inmiddels opgezegd.

Eric kreeg een uitkering en daarmee begon zijn gang in de re-integratie industrie. Hij beschrijft de schandelijke behandeling op het arbeidsbureau, over de diverse gesubsidieerde banen en hoe hij daar niet serieus genomen werd. Steeds moest hij eenvoudige schoonmaak- of archiefwerkzaamheden doen en als hij om verbetering vroeg, werd dit afgewezen. Hij diende klachten in bij diverse instanties, maar dat leverde niets op. Hij hoorde vaak niets meer na zijn verhaal dat hij onder andere deed bij de toenmalige FNV-voorzitter De Waal die niet reageerde en zoals later bleek hem vergeten was.

Telkens werd over Eric een negatief oordeel geveld, terwijl hij niets verkeerds had gedaan. Zo begon de directeur van een welzijnsstichting, waar hij een gesubsidieerde baan had, over zijn slordigheden. Eric was verbaasd, omdat de directe chef vol lof was over zijn accurate werkwijze. Maar Eric werd daar ontslagen en kwam in de bijstand terecht.

Eenmansacties

In een interview zegt Eric: Mijn boek gaat over, zoals ik het omschrijf, 'een leven vol hindernissen en nog meer discriminatie'. Pas op mijn 45ste begon ik hiertegen te ageren, daarvoor vond ik het normaal, ik kende niets anders. In mijn boek noem ik dat telkens een eenmansactie door het hele land. Wat ik ermee wil bereiken? Aandacht en vooral meer waardering: begrip en respect voor mij en mijn lotgenoten. Niet alleen theoretisch maar ook praktisch.

Eric beschrijft hoe hij vanaf 2014 een soort eenmansguerrilla in de publiciteit en bij acties begon. Hij schreef brieven en e-mails naar de media om aandacht te vragen voor de positie van gehandicapten, waarop hij meestal geen antwoord kreeg. Maar toch waren er later enkele televisieoptredens en volgde interviews voor verschillende kranten. Hij greep bepaalde themadagen aan om in straten en op pleinen waar veel mensen waren door het hele land toespraken te houden, waarin hij de positie van gehandicapten in de samenleving op basis van eigen ervaringen aan de orde stelde. Zo sprak hij verschillende malen op de Internationale dag van de Gehandicapten op 3 december en bij 1 mei bijeenkomsten zoals in 2017 op het Museumplein, waar podia voor sprekers door de FNV waren ingericht. Hij trok naar Leeuwarden, Hengelo, Deventer en met de verkiezingen in 2017 naar Den Haag.

Aan het eind van zijn boek vertelt Eric dat de vele problemen leidden tot schuldgevoelens en zelfverwijten dat hij in relaties en bij bepaalde gebeurtenissen niet adequaat gereageerd zou hebben. Wat heb ik geleerd in al die jaren dat ik leef? Nou, dat is niet altijd hoopvol. Als ik iets wil of iets wil bereiken, dan moet ik dat oneindig vaak bewijzen net zo lang tot ik een fout maak. En dat is dan voor andere mensen het bewijs dat ik ongeschikt was.

Het boek van Eric is een lange aanklacht tegen functionarissen in hogere functies van bedrijven, vakbonden, overheidsinstellingen, politieke partijen en media die blijk geven van hun onmacht om te gaan met de problemen van mensen in het algemeen en arbeidsongeschikten in het bijzonder. Al snel veronderstellen die functionarissen dat het wel aan jezelf zal liggen, dat degene die iets aan de orde stelt fouten gemaakt heeft en lastig is. Dan maar doodzwijgen of nietszeggende antwoorden geven, is een veel voorkomend fenomeen.

Het boek is in eigen beheer uitgegeven. Te bestellen via: hochstenbach_eric@hotmail.com, exclusief portokosten: 17,50 euro.

dinsdag 1 december 2020

Online-event over ons leven in Coronatijd

Online-event over

Ons leven in Coronatijd

Het leven is sinds maart heel anders geworden door de coronacrisis. Vele duizenden werkers hebben een flexibele arbeidsrelatie met hun werkgever en zijn tijdens deze crisis ontslagen. Ook uitkeringsgerechtigden ondervinden de gevolgen

De overheid heeft een noodpakket verstrekt voor de ergste nood, o.a. met bijstandsachtige regelingen voor flexibele arbeidskrachten en ZZP-ers. Ondernemers werden ondersteund met een omvangrijk steunpakket. Door de coronacrisis viel de economie gedeeltelijk stil. Toename van werkloosheid en armoede was het gevolg. 

Er is hard verbetering nodig. In deze situatie hebben we elkaar nodig. We steunen de  campagne voor verhoging van het minimumloon (minimaal 14 euro per uur). 

Kom naar de online bijeenkomst om je ervaringen te delen en hier samen over na te denken.  

    • Wat zijn de gevolgen van de coronacrisis voor je dagelijks leven? 

    • Heb je een beroep moeten doen op de steunmaatregelen en is dat gelukt? 

    • Ben je in dat opzicht knelpunten tegengekomen? 

    • Wat kunnen we doen? Hoe kunnen we elkaar hierbij helpen?

    • Waar kun je terecht om oplossingen te vinden? 

Datum: 17 december

Tijd: 19.00 uur

Waar: stuur een email naar info@bijstandsbond.org als je wilt deelnemen. We sturen je dan een link waarmee de deelneming mogelijk is. 

Programma

    • Herman Pieterson (economisch historicus) inleiding

    • Mark van Hoof (advocaat) beantwoordt vragen over de steunmaatregelen 

    • Menno Bruijns (Voor14) over campagne voor verhoging van het minimumloon

    • Piet van de Lende (Bijstandsbond) 

Voor meer informatie:

Hoe kom ik aan zoom:  Zie wereldsewijk.nl en info@bijstandsbond.org 

Georganiseerd door Wereldsewijk en Bijstandsbond


donderdag 26 november 2020

De gemeente Amsterdam wil buurtbanen in een soort tijdelijke Melkertbaan-achtige constructie

 Amsterdam wil buurtbanen


Op 29 juni 2020 dienden de raadsleden Grooten (GroenLinks) en De Heer (PvdA) een initiatiefvoorstel in bij de gemeenteraad om buurtbanen te maken. verspreid over verschillende buurten in Amsterdam. Het doel van deze tijdelijke banen is tweeledig: enerzijds actieve bewoners zonder uitzicht op een baan door laten stromen naar regulier betaald werk en anderzijds hun kennis van de buurt en ervaringen gebruiken om de buurt te versterken. De toegevoegde waarde hiervan is dat zij in staat zijn moeilijk bereikbare mensen te koppelen aan formele instanties. Dit biedt de gemeente niet alleen de mogelijkheid meer Amsterdammers in beeld te krijgen die door overheidsinstanties en welzijnsorganisaties eerder niet bereikt worden, maar past ook in het streven naar meer democratisering en participatie.

Om uiteindelijk door te kunnen stromen naar een (reguliere) baan volgen de Buurtbaners een ontwikkelingstraject bij een leerwerkplaats, waarbij de ervaringen van Wikistad, Combiwel en oud-Buurtbaners worden benut. Hierbij is denkbaar dat oud-Buurtbaners in een op te zetten leerwerkplaats een betaalde functie krijgen om nieuwe Buurtbaners te begeleiden bij hun dagelijkse werk. Het doel is dat de Buurtbaners uiteindelijk door kunnen stromen naar regulier betaald werk en de Buurtbaan een opstap daarnaartoe is. De vrijgekomen plek kan dan worden ingevuld door een andere bewoner uit de buurt en zo kan één functie gedurende een langere tijd voor meerdere uitstromingen naar regulier betaald werk zorgen.

Het college staat een uitwerking van de Buurtbaan voor ogen buiten de context van de Werkbrigade. Ook het instroomproces dat bij de Werkbrigade wordt gevolgd, via de klantmanagers van mensen in de bijstand, lijkt minder geëigend voor de werving en matching van kandidaten voor een Buurtbaan.
Het college staat een uitwerking van de Buurtbaan voor ogen buiten de context van de Werkbrigade. Daarbij wil het college maximaal faciliteren dat tussen actieve buurtbewoners zonder betaalde baan, die nu al een belangrijke sleutelrol vervullen binnen een buurt, een dienstverband tot stand kan komen met een organisatie die actief is in de betreffende buurt, zoals een welzijnsorganisatie, madi, buurtorganisatie of maatschappelijk initiatief. Doel is dan dat deze bewoners in een betaalde Buurtbaan hun activiteiten in en voor de buurt verder kunnen ontwikkelen en met begeleiding en scholing door kunnen groeien naar een reguliere vervolgbaan. uitgangspunt bij de Buurtbaan moeten zijn dat deelnemende werknemers een opdracht en takenpakket krijgen die maximaal aansluiten bij hun persoonlijke positie in de buurt, hun competenties en ervaringen.

Om organisaties in staat te stellen tot een tijdelijk dienstverband, dat van toegevoegde waarde is voor de buurt en de kandidaat helpt om door te stromen, en het bieden van de begeleiding die hierbij nodig is, denkt het college aan een subsidieregeling. In de uitwerking en voorwaarden van de subsidie wil het college maximaal recht doen aan beide doelstellingen. Daarbij gaat het college vooralsnog uit van een subsidiekader dat los staat van de Participatiewet. Dit biedt de meeste ruimte om tot maatwerk te komen voor actieve burgers in een buurt. De subsidie is daarbij een tijdelijke investering in zowel het functioneren van de sociale basis in de buurt, als in de ontwikkeling van de deelnemer. De afstand tot de arbeidsmarkt en of een kandidaat eventueel een bijstandsuitkering heeft of niet-uitkeringsgerechtigde is, is daarbij wel onderdeel van de afweging, maar geen harde voorwaarde.

Hierbij acht het college een generieke subsidieregeling het meest geschikt als instrument. Het bepalen van het aantal Buurtbanen en de hiervoor beschikbare middelen zal onderdeel zijn van de verdere uitwerking. In het initiatiefvoorstel was gevraagd om 50 buurtbanen. De subsidie is daarbij een tijdelijke investering in zowel het functioneren van de sociale basis in de buurt, als in de ontwikkeling van de deelnemer. De afstand tot de arbeidsmarkt en of een kandidaat eventueel een bijstandsuitkering heeft of niet-uitkeringsgerechtigde is, is daarbij wel onderdeel van de afweging, maar geen harde voorwaarde.

Op basis van het akkoord Samen sterker uit de crisis en parallel aan de besluitvorming in de raad over het initiatiefvoorstel, bereidt het college besluitvorming voor om aan de Buurtbanen uitvoering te geven. Het college streeft ernaar deze snel na de behandeling van het raadsinitiatief vast te stellen, zodat de eerste Buurtbanen begin 2021 gestart kunnen worden.

Eerste commentaar

De volledige brief van de wethouder, die in de vergadering Raadscommissie Werk Inkomen en Onderwijs 02-12-2020 zal worden besproken vind je op de link https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/9429065/1/09012f978321b952

De gedachten van de wethouder gaan uit naar een soort Melkertbaan-achtige constructie, waarbij op basis van een subsidieregeling, die wordt uitgevoerd buiten de WPI, mensen in dienst treden van een welzijns-buurt of zorgorganisatie, die het werkgeversschap op zich neemt en hoewel daar in de brief niet over gesproken wordt een arbeidscontract krijgen. Wat er in dat arbeidscontract komt te staan is onduidelijk. Over het loon wordt ook niet gesproken. Krijgen de buurtbaners gewoon de status van werknemer? Groot verschil met de Melkertbanen is wel, dat de banen slechts tijdelijk zijn. In de werkbrigade is het contract twee jaar, maar in de brief wordt gezegd dat 'Het bepalen van het aantal Buurtbanen en de hiervoor beschikbare middelen zal onderdeel zijn van de verdere uitwerking'. Een termijn voor het contract wordt niet genoemd. Ook wordt de eventuele voortzetting van het project sterk afhankelijk gesteld van het succes in de uitstroom. Wanneer die tegenvalt, kan het wel eens afgelopen zijn. Waardoor er weer gaten vallen in de buurtvoorzieningen die gedeeltelijk afhankelijk worden of zijn van de buurtbaners. Dat hebben we bij de afbouw van de Melkertbanen ook gezien. Groot nadeel van zo'n tijdelijk contract is natuurlijk, dat de deelnemers al hun ziel en zaligheid in het werk steken en als de uitstroom dan niet lukt, wat dan? Je wordt dan op jezelf teruggeworpen in de Bijstand met alle (psychische) gevolgen vandien.

Piet van der Lende







woensdag 18 november 2020

Oproep aan organisaties de brandbrief voor verhoging van het minimumloon te tekenen

Beste mensen,

Hierbij vraag ik organisaties als activist van de sociale beweging samen voor 14 euro onderstaande brandbrief te ondertekenen. Samen voor 14 is het streven dat het Wettelijk Minimumloon (WML) en de daaraan gekoppelde uitkeringen naar 14 euro per uur gaat. Naast de ondersteuning door organisaties loopt er een petitie, die al meer dan 63.000 keer is ondertekend. Die petitie kun je tekenen op https://bijstandsbond.amsterdam Door te laten zien dat ook een uitgebreid maatschappelijk middenveld van organisaties en actiegroepen de actie ondersteunt hebben we weer een bouwsteen om de druk op de politici op te voeren de 14 euro minimumloon te realiseren. Vertegenwoordig je een organisatie die de actie ondersteunt laat het mij dan weten. 

met vriendelijke groet,

Piet van der Lende

06-20367458

pvdlen@dds.nl

Opnieuw kiest de regering op Prinsjesdag er niet voor om de rijkdom eerlijker te verdelen. Wij – twee miljoen werkenden met een inkomen ruim onder de €14 per uur, uitkeringsgerechtigden en AOW'ers – komen nauwelijks rond. Wij roepen u met deze brandbrief op naar ons te luisteren en te zorgen voor een fatsoenlijk minimumloon van €14 per uur.

Wij krijgen geen eerlijk deel van de rijkdom in Nederland. €10 per uur is net wel of net niet genoeg om van rond te komen en maakt ons afhankelijk van toeslagen voor onze huur, zorgverzekering en zorg voor onze kinderen. Een keer op vakantie of een uitje met onze kinderen is een luxe die we ons vaak niet kunnen permitteren. Wij raken in isolement, zijn niet mobiel, wij doen niet mee. En dat terwijl de samenleving steunt op het werk dat we doen.

Deze regering is er niet voor ons. Zij houdt 2 miljard over door de winstbelasting níet te verlagen. In plaats van dit geld te gebruiken voor een beter inkomen voor de mensen die dat nu het hardst nodig hebben, kiest zij ervoor dit aan grote bedrijven te geven. De bedrijven krijgen miljardensteun, zonder voorwaarden. De winsten van Albert Heijn en Bol.com gaan door het dak, terwijl hun vakkenvullers en distributiewerkers daar niets van terug zien. Zij krijgen enkel applaus.

Met steeds meer mensen in Nederland zijn wij vóór een hoger minimumloon. Wij willen dat iedereen mee kan doen. Wij hebben ook recht op de rijkdom die Nederland bijzonder maakt. Daarom roepen we jullie met deze brandbrief op onze kant te kiezen: de kant van de schoonmaker, de postbezorgster en de zorgmedewerker. Zorg voor een verhoging van het minimumloon naar €14 per uur! Wij willen leven in plaats van overleven.

Met vriendelijke groet,

Voor 14

Ben jij het eens met onze boodschap? Teken dan nu de brandbrief

Door te tekenen sluit jij je aan bij een groeiende beweging Voor 14. Samen kan geen enkele politicus in aanloop naar de verkiezingen op 17 maart 2021 meer om ons heen.

Sta op #Voor14!

videoclip Bijstandsbond