De gevaarlijke borreltafelpraatjes van Jos Dautzenberg
Enige tijd geleden kwamen Poolse slaplukkers in het nieuws, die weigerden na 12 uur arbeid voor 5 euro per uur nog eens 4 uur door te werken, en die daarop op staande voet werden ontslagen. Met de steun van FNV Bondgenoten hebben de slaplukkers actie gevoerd, en de rechter gaf hen gelijk, ze mochten niet ontslagen worden. De zaak geeft wel aan, dat het met de arbeidsvoorwaarden en omstandigheden in de tuinbouw niet best gesteld is. Langdurig zware arbeid op een tijdelijk contract en tegen een laag loon. Het project Seizoensarbeid van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI), gemeenten, uikeringsinstantie UWV en land en tuinbouworganisatie LTO poogt Nederlandse werkzoekenden te vinden voor het zware werk in de tuinbouw. Ruim 10.000 werklozen werden het afgelopen jaar benaderd om te werken als sla- of tomatenplukker, of als aspergesteker. Tegelijkertijd nam de regering de maatregel, dat voor Poolse arbeiders die naar Nederland komen om in de tuinbouw te werken een uitzondering geldt: zij ondervinden geen enkele belemmering meer die in andere sectoren nog wel geldt als overgangsmaatregel voor vrij verkeer van personen tussen de nieuwe EU-landen en Nederland. Er waren 850 Nederlandse werklozen die als slaplukker of in een andere functie in de land en tuinbouw aan de slag gingen.
Het CWI probeert in navolging van de maatregelen van de Nederlandse regering duidelijk de Nederlandse en Poolse werklozen tegen elkaar uit te spelen om hen te dwingen de slechte arbeidsvoorwaarden en omstandigheden te aanvaarden. Nederlandse werklozen worden bedreigd met strafkortingen of zelfs stopzetting van de uitkering als ze het zware werk onder de huisige omstandigheden niet aanvaarden, de Polen zijn wel gedwongen, gezien de massa-werkloosheid in eigen land, zonder goede werkloosheidsuitkering, de onaanvaardbare toestanden in de tuinbouw te aanvaarden.
Jos Dautzenberg, projectleider van het project Seizoensarbeid, geeft op 19-10 een interview aan de Telegraaf waarin hij de Nederlandse werklozen nog eens extra in een kwaad daglicht zet, om zo de druk verder op te voeren. Meneer Dautzenberg zegt dat de Nederlandse werklozen door de telefoontjes merkten dat ze aan de slag moesten. Ach, meneer Dautzenberg, dat was blijkbaar nog niet tot hen doorgedrongen met al die strenge maatregelen van tegenwoordig. 'Veel werklozen zagen een baan op het land niet zitten en solliciteerden gauw ergens anders' zegt meneer Dautzenberg. Hoe hij dat weet? 'We hebben geen exacte cijfers, maar het is opvallend dat mensen na maanden werkloosheid ineens weer werk vonden en geen uitkering meer hoeven'. Meneer Dautzenberg weet donders goed dat statistisch gezien al jaren een groot deel van de werklozen sowieso na verloop van tijd weer aan het werk gaat als ze eindelijk iets hebben gevonden. Dat is allang zo. Dus het is maar de vraag, wat dat ene telefoontje nu voor invloed heeft. Dat weet meneer Dautzenberg ook niet, want hij heeft geen exacte cijfers. Het is maar een vage impressie van meneer Dautzenberg om zijn eigen winkeltje als belangrijk naar voren te schuiven. Borreltafelpraat dus uit de categorie: ik ken verschillende werklozen uit mijn omgeving die niet willen werken, dus de werklozen willen niet werken. Maar er zijn inderdaad werklozen die een strafkorting hebben gekregen of wier uitkering werd stopgezet omdat ze weigerden. En terecht.
De borreltafelpraatjes van Jos Dautzenberg zijn niet zonder gevaar. Zijn opmerkingen dragen bij aan het tegen elkaar opzetten van verschillende groepen, om hen te dwingen de soms onaanvaardbare arbeidssituaties in de land en tuinbouw te aanvaarden door hun onderlinge concurrentie te verscherpen. Daar trappen wij niet in. Samen strijden voor betere arbeidsvoorwaarden en omstandigheden. De Nederlandse werklozen, die weigeren onaanvaardbare arbeidsomstandigheden te aanvaarden en de Poolse actievoerders, die strijden voor verbetering van hun situatie. Duidelijk is dat ze daarvoor niet bij meneer Dautzenberg moeten zijn.