zaterdag 26 oktober 2013

Rapport over dwangarbeid in Amsterdam

Rapport over arbeidsbemiddeling, vrijwilligerswerk en dwangarbeid in de gemeente Amsterdam. Een verslag van ervaringen met de 'stille revolutie' in de tweede helft van 2012 en in 2013.

Rapport in pdf

Rapport in docx

zondag 20 oktober 2013

De staat probeert de 'participatiemaatschappij' van haar burgers in te kapselen

Op donderdag 3 oktober ben ik naar twee lezingen geweest die werden georganiseerd door het Wageningen Alumni Netwerk, een club van oud-studenten van de universiteit Wageningen. Het onderwerp van de bijeenkomst was “Coöperaties, het businessmodel voor 2013”. De lezingen werden gegeven door Tine de Moor, hoogleraar “Instituties voor collectieve actie in historisch perspectief”, en landbouweconoom Ruud Huirne, directeur Food & Agri Nederland Rabobank en hoogleraar coöperatief ondernemerschap. De lezingen boden in mijn ogen interessante nieuwe invalshoeken bij de vraag waar het concept van “de participatiemaatschappij” vandaan komt en met welke knelpunten burgers te maken krijgen wanneer ze op basis van zelfregulering, zelfbestuur en collectief eigendom de participatie in de maatschappij vorm willen geven.

Eerst een waarneming van mijn kant. Meestal heeft activistisch links de volgende analyse van het concept van “de participatiemaatschappij”. Men beschouwt het als een ideologisch offensief van de staat, meer precies deze rechtse regering, om te verhullen dat er een grootscheepse overdracht van rijkdom naar de banken heeft plaatsgevonden, en om in het kader van de bezuinigingen die aan de burgers worden opgelegd de gevolgen van die bezuinigingen nog enigszins op te vangen. Uitkeringen, voorzieningen in de zorg, het maatschappelijk werk, buurtvoorzieningen en dergelijke worden in hoog tempo afgebroken en tegelijkertijd blijft er een grote behoefte bestaan aan een bepaald niveau van die voorzieningen. Door nu de burgers via dwang of chantage (het concept van “het affectief burgerschap” of van werken met behoud van uitkering, dat wil zeggen: dwangarbeid) op te leggen dat ze de verzorging van hun naasten en het in stand houden van bijvoorbeeld buurtvoorzieningen op zich nemen, kunnen zij via voornamelijk onbetaalde (zorg)arbeid de gaten opvullen die door de bezuinigingen vallen.

Althans, dat is de bedoeling van vooral de sociaal-democraten, die op zich nog wel het probleem zien dat de sociale samenhang in verschillende buurten, ja, in de hele samenleving verloren dreigt te gaan als die gaten niet worden opgevuld. Tegelijkertijd echter hebben die sociaal-democraten een compromis gesloten met de liberalen om drastische bezuinigingen door te voeren. Zij zijn het dus die er met name op aandringen om het concept van “de participatiemaatschappij” te verdedigen en van de grond te trekken. De opkomst van “de participatiemaatschappij” is een gevolg van de crisis en moet verhullen dat de regering op keiharde wijze de samenleving aan het afbreken is en de rechten van chronisch zieken, werklozen en anderen volop verkwanselt.

In het verlengde van deze gedachtegang, waarbij de rechtse regering dus het initiatief van “de participatiemaatschappij” in handen heeft, gaan linkse activisten na wat de mogelijkheden van verzet tegen de sociale afbraak zouden kunnen zijn en hoe die beter vorm gegeven zouden kunnen worden. Dat wil zeggen: hoe mensen van onderop zelf verzet zouden kunnen ontwikkelen. In dat kader klinkt vaak de verzuchting, in de wandelgangen en op vergaderingen, dat mensen apathisch zijn, niet in actie willen komen en de gebeurtenissen over zich heen laten gaan. Deze analyse heeft dus twee uitgangspunten: 1. Het is de machtige staat die het heft in handen heeft, het initiatief neemt en van bovenaf zaken oplegt en aanstuurt; 2. De burgers komen nauwelijks tegen deze ontwikkeling in verzet, reageren niet, laten alles passief over zich heenkomen, en nemen geen initiatieven.

Middeleeuwen

Geheel anders is de analyse van De Moor, die niet bepaald radicaal is. Ze lijkt een soort maatschappij voor te staan met een combinatie van een markteconomie en collectieve initiatieven. Haar achterliggende maatschappij-analyse is hier en daar aanvechtbaar, bijvoorbeeld wanneer ze meegaat in de vertogen over de tegengestelde belangen van jongere en oudere generaties. Maar toch zijn haar waarnemingen interessant. Ze is van huis uit een historica die de opkomst en ondergang van initiatieven voor zelfbeheer en zelfregulering door burgers heeft bestudeerd. Ze noemt dat “instituties voor collectieve actie”. Daarbij blijken er drie grote golven geweest te zijn in de West-Europese geschiedenis waarin mensen zelf het heft in handen namen, los van de staat en gedeeltelijk tegen het marktdenken in, waarbij ze groepsgewijs de productie van goederen en diensten en de regulering van de lokale samenleving vorm gaven.

De eerste golf van initiatieven ligt in de Middeleeuwen. Na ongeveer 1100 ontstonden in Nederland de steden en werden kooplieden steeds belangrijker in de handel. Ook werd de productie van niet-agrarische goederen, dus van ambachtslieden, in die steden geconcentreerd. De opkomst van de steden ging gepaard met een bevolkingsexplosie. Nieuwe moerasgebieden werden ontgonnen waarbij de boeren die dat deden niet langer meer horige van een heer wilden zijn, maar vrije boeren wensten te worden die pacht zouden gaan betalen. Vanaf 1200 tot 1300 zien we dan de opkomst van gilden, markegenootschappen in de dorpen met grond van de dorpsbewoners gemeenschappelijk in eigendom en die gezamenlijk bestuurd werden, burenhulpstructuren, en in het noorden van Nederland een grote mate van zelfstandigheid in het besturen van de samenleving in min of meer autonome gebieden, die niet meer onderworpen waren aan de principes van het leenstelsel. Omstreeks 1100 was er wel een rauw soort kapitalisme in opkomst in de groter wordende steden, al bleven veel rurale gebieden sterk op zelfvoorziening buiten de markt gericht. De opkomst van collectieve instituties was een reactie op de doorgeschoten marktwerking.

De tweede golf van initiatieven ligt aan het einde van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw. Toen was er onder leiding van de liberalen een sterk doorgevoerde kapitalistische markteconomie, die veel ellende, armoede, verpaupering en desintegratie met zich meebracht. In de opkomende arbeidersbeweging werden nieuwe collectieve instituties opgericht, de vakbonden, die de rechten van de arbeiders moesten verdedigen. Maar daarnaast was er ook een nieuwe golf van initiatieven om in zelfbeheer de productie van goederen en diensten weer ter hand te nemen buiten de kapitalistische markteconomie om, of om als groep in die markteconomie sterker te staan tegenover puur kapitalistische producenten. Zo kwam de coöperatieve gedachte op. Kleine ondernemers, bijvoorbeeld boeren, richtten coöperaties op om via samenwerking de leverantie van grondstoffen, verzekeringen tegen bedrijfsrisico’s en de afzet van producten te organiseren, zodat ze puur kapitalistische ondernemingen beter konden beconcurreren en de opbrengsten van hun bedrijfsvoering aan hen zelf ten goede kwamen en niet verdwenen in de zakken van de rijken. Ook deze tweede golf van initiatieven is dus een reactie op de sterk doorgevoerde, rauwe kapitalistische markteconomie.

Volgens De Moor staan we nu aan het begin van een derde golf. Coöperatieve samenwerkingsverbanden, broodfondsen voor zzp-ers, woon-werk gemeenschappen, collectieven voor de productie van duurzame energie en dergelijke schieten als paddenstoelen uit de grond. Dergelijke initiatieven zijn er bijvoorbeeld ook veel in de zorg. De Moor produceert statistieken waaruit die derde golf blijkt. Bijvoorbeeld de sterke toename van het aantal coöperatieve samenwerkingsverbanden sinds 2005. De Moor ontkent dat dit het gevolg is van de economische crisis. Want de opkomst van de derde golf stamt al van voor die crisis.

Ideologisch offensief

Wat kunnen we nu op grond van deze beweging van drie golven concluderen? Ten eerste lijken de collectieve instituties waartoe mensen in de drie historische golven het initiatief namen, een gevolg te zijn van extreem doorgevoerde marktwerking. Het is dus wel degelijk zo dat mensen daar op reageren, ook nu. Volgens de theorie van vraag en aanbod zorgt de markt ervoor dat altijd alles zo goedkoop mogelijk voor een goede kwaliteit wordt geproduceerd daar waar dat het beste kan. Maar in de praktijk komt daar niets van terecht. Door monopolievorming, door het ontstaan van grote bedrijven die de markt beheersen of verdelen en door andere nadelen van de markteconomie wordt er flink inefficiënt geproduceerd. De collectieve instituties zijn een reactie op drie punten waar het gaat om het falen van de markt bij de productie van goederen en diensten, namelijk de prijs, de kwaliteit en de toegankelijkheid. Mensen zetten zelf initiatieven op voor de productie omdat op de markt een te hoge prijs moet worden betaald, soms in combinatie met een slechte kwaliteit, of omdat bepaalde dure diensten niet voor alle lokale bewoners of belangengroepen toegankelijk zijn. In feite is dus ook de derde golf een reactie op het neo-liberalisme met zijn dogma van de vrije markteconomie.

Maar dat betekent in het verlengde daarvan ook dat “de participatiemaatschappij” (in de zin van: de burger neemt zelf het heft in handen en regelt de dingen samen met anderen) niet een initiatief is van de staat die dit principe van bovenaf aan de samenleving oplegt. Nee, het is andersom: de mensen hebben met allerlei initiatieven van zelfregulering gereageerd op het neo-liberalisme, en het ideologisch offensief van bovenaf door de staat is juist een reactie daarop. Maar een reactie met welk doel? Enerzijds lijkt dit ideologisch offensief aan te sluiten bij de initiatieven van de mensen. De staat lijkt te zeggen: “Goed zo, doen jullie het zelf maar, dan kunnen wij in tijden van economische crisis de begrotingsproblemen oplossen. Slaan we twee vliegen in een klap.” Maar is dat werkelijk de bedoeling van de staat? Hier komen we bij een ander punt wanneer we de drie golven nader bekijken. Het blijkt namelijk dat het om golfbewegingen gaat. De gilden en markegenootschappen in de dorpen van Drenthe zijn allang verdwenen. Ook de vele coöperaties die aan het einde van de negentiende eeuw werden opgericht, waren vaak maar een kort leven van enkele decennia beschoren. Hoe het in dat opzicht met de initiatieven van de derde golf zal gaan, valt nu nog niet te zeggen. Wanneer we kijken naar de teloorgang van de eerste twee golven, blijkt de rol van de staat hierbij zeer groot te zijn geweest.

Privé-eigendom

Wat betreft de oude collectieve instituties van de Middeleeuwen kan worden gesteld dat die pas aan het einde van de achttiende eeuw en het begin van de negentiende eeuw verdwijnen met de opkomst van de natiestaat, die het kader werd voor de regulering van de kapitalistische markteconomie. Ik wil hier nu niet uitgebreid de functie van de natiestaat in het kapitalisme behandelen, maar kort door de bocht gezegd komt het erop neer dat de natiestaat de leverantie van arbeidskrachten aan de kapitalisten, de bescherming van hun belangen en de regulering van de concurrentie op de markt moet organiseren. Dat betekende begin negentiende eeuw dat in diverse nieuwe natiestaten in Europa de gilden en andere collectieve instituties eenvoudigweg door middel van wetgeving werden verboden en dat collectief bezit, bijvoorbeeld van grond, werd geprivatiseerd. Dat gebeurde ook met een ideologisch offensief, namelijk met het verhaal dat het per definitie ging om achterlijke, archaïsche samenlevingsvormen die de maatschappelijke vooruitgang zouden tegenhouden. Privé-eigendom van de productiemiddelen werd door de nieuwe natiestaten afgedwongen in de zogenaamde “enclosures”. Gemeenschappelijk bezit van grond of van andere productiemiddelen zouden ervoor zorgen dat de arbeiders zich niet voldoende inspanden. Daarom werden in diverse Europese landen, zoals Engeland, langdurige campagnes gevoerd om de gemene gronden bij wet te privatiseren, waarbij de boeren soms met geweld van hun land werden verdreven om zo arbeidskrachten ter beschikking te hebben voor de opkomende industrieën. In 1811 werd ook in Nederland een wet aangenomen die moest zorgen voor privatisering van de markegronden.

Hoewel ik De Moor dat niet zo heb horen analyseren, zou gezegd kunnen worden dat de natiestaten indirect ook een rol hebben gespeeld bij de teloorgang van vele collectieve instituties uit de tweede golf. Immers, vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw zien we de opkomst van het neo-liberalisme, waarbij een sterk doorgevoerde kapitalistische markteconomie via nieuwe regelgeving en het afbreken van oude regelgeving de belangen van grote ondernemingen internationaal gaat beschermen. Wat betekende dat voor coöperatieve verbanden en andere collectieve instituties? Zij raakten verstrikt in processen van schaalvergroting en vergaande aanpassing aan de markteconomie met zijn moordende concurrentie. Anderen gingen teloor in de concurrentiestrijd met puur kapitalistische ondernemingen. Zo ontwikkelden coöperaties als de Rabobank zich in feite tot puur kapitalistische ondernemingen die met de idealen van de coöperatieve gedachte niets meer van doen hebben.

Wat gebeurt er nu tijdens de derde golf? Het is de staat die reageert op initiatieven van mensen om zich tegen de uitwassen van de kapitalistische markteconomie te beschermen en om de vercommercialisering van het dagelijks leven in te perken. De Moor ziet naar aanleiding van de derde golf wat al te rooskleurig een nieuwe samenleving opdoemen, waarin staat, markt en collectieve instituties elkaar zouden aanvullen en waarbij een grotere sociale rechtvaardigheid bereikt zou worden. Als hypothese kan in het licht van de geschiedenis over de functies van de natiestaat worden geconcludeerd dat ook nu de staat erop uit is om met een golf aan wetgeving en maatregelen de collectieve instituties van de burgers die sinds 2005 aan het ontstaan zijn, onder haar controle te brengen. Zo kan de natiestaat haar functie blijven vervullen: het beschermen van de belangen van puur kapitalistische ondernemingen, het garanderen van de beschikbaarheid van arbeidskrachten voor de ondernemingen, en het ontwerpen van regelgeving die arbeidskrachten, consumenten, bejaarden, buurtbewoners en anderen in hun denken en doen onderwerpt aan de tucht van de markt. De ervaringen met de eerste golf leren dat de natiestaat desnoods met geweld haar doelen aan de burgers oplegt, wanneer de beschikbaarheid van arbeidskrachten voor de grote kapitalistische ondernemingen in gevaar komt, doordat mensen zelf van onderop de productie van goederen en diensten gaan organiseren. Nader onderzoek van recente regelgeving in het kader van “de participatiemaatschappij” zou moeten uitwijzen in hoeverre deze hypothese klopt. Het hangt er dan toch weer vanaf in hoeverre in het verlengde van de derde golf een politieke beweging op gang komt waarin burgers de ruimte verdedigen om zichzelf te organiseren en zelf beslissingen te nemen.

Broodfondsen

Na de lezing van De Moor was Huirne aan de beurt. Hij ging voornamelijk in op de moeilijkheden die coöperaties ondervinden en de knelpunten in het functioneren ervan. Daarna volgde een discussie waarbij Huirne uiteraard onder vuur kwam te liggen van de aanwezigen in de zaal, omdat de Rabobank volgens hen nauwelijks meer een coöperatie te noemen is. Volgens de aanwezigen hebben de leden niets meer te zeggen en functioneert de bank in feite als welke andere bank dan ook. Naast de discussie daarover kwamen ook andere punten ter sprake die Huirne in zijn inleiding had genoemd. Zoals de onderlinge verhoudingen tussen verschillende coöperaties die in feite met hetzelfde bezig zijn. Een probleem in coöperatieland blijkt namelijk te zijn dat coöperaties soms ook elkaars concurrenten zijn. Ze beconcurreren elkaar op de prijs, kwaliteit en toegankelijkheid, net zoals andere kapitalistische ondernemingen dat doen. Dat schijnt bijvoorbeeld ook een probleem te zijn bij de zogenaamde broodfondsen die zelfstandigen zonder personeel (zzp-ers) oprichten die geen dure arbeidsongeschiktheidsverzekeringen kunnen betalen. Er is moeizaam overleg tussen de diverse broodfondsen van zzp-ers om afspraken te maken die concurrentie zouden kunnen voorkomen.

Ook kwam de zogenaamde reciprociteit ter sprake, dat wil zeggen: de wederkerigheid. Coöperaties komen tot stand omdat de leden iets inbrengen, actief zijn in de coöperatie en daar iets voor terugkrijgen. Wanneer er schaalvergroting is, dan komt die reciprociteit in gevaar. De leden kennen elkaar niet meer, weten van elkaar niet meer hoe ze functioneren en de coöperatie wordt voor hen een anonieme bureaucratie met haar eigen wetmatigheden en belangen. Daarom zouden de broodfondsen van zzp-ers in principe niet meer dan vijftig leden moeten tellen. In dat geval kent iedereen iedereen en weten ze veel van elkaar. Bij een grote anonieme organisatie ontstaat eerder het risico dat leden gaan frauderen door ziektegeld op te strijken terwijl ze niet ziek zijn. Om fraude te voorkomen zou dan een – vaak niet goed werkend – sanctiesysteem ingevoerd moeten worden. Bij een kleine coöperatie kennen de leden elkaar nog wel. Ze kennen elkaars situatie, kunnen elkaar aanspreken en kunnen ook meer morele druk en sociale controle uitoefenen, zonder dat met een sanctiesysteem gewerkt hoeft te worden. De Moor memoreerde dat vooral die coöperaties op de langere termijn succesvol zijn die niet zo’n sanctiesysteem hoeven te ontwikkelen en die niet te groot zijn.

De analyse van De Moor laat zien dat het ideologische offensief van “de participatiemaatschappij” eerder een defensieve reactie is van de staat op initiatieven en verdedigingssystemen van burgers van onderop. Daarbij is de staat momenteel zoekende hoe ze die vormen van zelfbestuur en zelfbeheer desnoods met geweld onder controle kan brengen. Dit alles werpt voor mij een nieuw licht op de mogelijkheden van coalities van mensen die zich tegen het neo-liberale marktgeweld willen verzetten. Daarbij moeten we niet uitgaan van de analyse dat de mensen allemaal zijn ingedut en alles gelaten over zich heen laten komen. En daarbij moeten we ook gaan inzien dat de staat niet almachtig boven de partijen staat, maar op zijn beurt ook reageert op wat mensen van onderop aan initiatieven ontwikkelen om te overleven in de neo-liberale jungle. De staat is druk doende om “de participatiemaatschappij” te kapen en in te kapselen die de burgers met elkaar proberen vorm te geven.

Piet van der Lende


Vakbondscafé in Amsterdam


Oproep van de Bijstandsbond. Fatsoenlijk werk voor een fatsoenlijk loon. Vakbondscafé vrijdagavond 25 oktober 2013. 20.00 tot 22.00, bij HTIB, 1e Weteringplantsoen 2c, Amsterdam georganiseerd door de FNV. Komt allen!


De regering heeft het over een participatiemaatschappij. Daar zouden we naar toe moeten. Als vervanging van de welvaartstaat?

De regering vindt dat burgers meer activiteiten moeten gaan verrichten in de maatschappij: een nieuw soort burgerplicht. Voorzieningen die wegvallen als gevolg van bezuinigingen kunnen dan in stand gehouden worden zoals de langdurige zorg. Werkt dat?
Waar al langer verzet en discussie over is,  is dat mensen met een bijstandsuitkering en dus zonder loon verplicht worden tot het verrichten van werk. Het standpunt van de FNV is dat werk moet lonen. Dat gaat ook in tegen het *Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Hierover praten wij in het vakbondscafé op vrijdag 25 oktober met u en met:

Maaike Zorgman: *Zwartboek FNV: werken in de bijstand
Desiree en Rachid: *ervaringsdeskundigen
Piet van der Lende: * Eerste presentatie van een Zwartboek over dwangarbeid in Amsterdam. Misstanden op het gebied van reintegratie en werken met behoud van uitkering in de gemeente Amsterdam in 2012 en 2013 in kaart gebracht.
Act van Els:* Na de pauze een act over werken met behoud van uitkering*

Contactpersonen voor deze avond: Rob Marijnissen (06-531.78.715, rbmarijnissen@gmail.com) en Jan Bakker ( 020 – 675.16.64, jaba@janbakkerlanguages.nl)

Multiloog


Op woensdagmiddag 23 october om 14.00 uur organiseert de Bijstandsbond in samenwerking met Heinz Mölders vanuit INCA Projectbureau Amsterdam en Stichting IPC een multiloog

De bijeenkomst wordt gehouden in de ruimte van  D4 net, Bilderdijkstraat 165f vlakbij de kruising met de Kinkerstraat naast de Blokker.

Multiloog-bijeenkomsten zijn gespreksgroepen voor iedereen die belangrijke zaken uit het dagelijks leven met een ander wil delen. Wat u ook op het hart hebt, u kunt ermee komen.
Ze kunnen gaan over problemen bv. in de buurt zoals onveiligheid of (geluids) overlast. Ze kunnen gaan over problemen in huis, met de administratie of het huis op orde houden. Ze kunnen gaan over problemen met (vrijwilligers) werk of werkloosheid, met inspanning/stress of onthaasting, met religie of over problemen in de communicatie met jezelf en/of anderen. Ze kunnen gaan over psychische problemen. Ze kunnen gaan over inspirerende zaken, dingen die je goed doen, waar je kracht en energie uit haalt en waar je vrolijk van wordt.
Steeds gaat het erom met elkaar onder deskundige begeleiding een veilige situatie te doen ontstaan. Voorop staat daarbij het eigen verhaal, maar ook gaat het erom te luisteren en vooral de andere deelnemer erin te ondersteunen de voor hem/haar wezenlijke zaken aan de orde te kunnen stellen. Iedereen is welkom en indien gewenst is anonimiteit gewaarborgd. Niemand is verplicht iets te vertellen, alleen maar komen luisteren is ook toegestaan.

vrijdag 18 oktober 2013

Groen Links draait om de hete brij heen

Groen Links Amsterdam heeft gereageerd op twitter op mijn stuk over de invoering van tijdelijke bijstand voor bepaalde groepen. In de begroting staat duidelijk: ' In 2014 wordt in kaart gebracht of, en zo ja, voor welke klanten de bijstand tijdelijk kan worden toegekend op basis van een inschatting vooraf van de maximale uitkeringsduur’. Er staat dus duidelijk: tijdelijk toekennen. Naar aanleiding van vragen van twitteraars antwoordt Groen Links: 'Dat is dus niet waar. Er wordt alleen duidelijk gemaakt dat-als het kan- de bijstand tijdelijk is.

Ze draaien om de hete brij heen. Het is dus wel waar. Terwijl je nu bijstand krijgt toegekend zolang je het nodig hebt, voor onbepaalde tijd, zonder maximale termijn vooraf, overeenkomstig de wet, wil Van Es de bijstand tijdelijk toekennen volgens een vooraf vastgestelde termijn en daarna stopt het voor mensen die men daarvoor aangewezen acht. Zo staat het in de begrotingsstukken.

Piet van der Lende

Bijeenkomsten over de actuele ontwikkelingen in de bijstand


Op vrijdagmiddag 8 november en op woensdagavond 20 november om 19.00 uur organiseren de Bijstandsbond en de Wereldse Wijk in Amsterdam West een bijeenkomst met als thema de actualiteit van de bijstand en de bedoelingen van de nieuwe Participatiewet die de bijstand gaat vervangen. De bijeenkomsten worden gehouden in de ruimte van  de Stichting Bewoners Platform Oud West (SBOW) 1e Helmersstraat 106 M

Inleidingen van Sofie Meekel en Marc van Hoof, advocaten van het advocatenkantoor VHM Advocaten die nauw samenwerken met de Bijstandsbond. Zij zullen de recente maatregelen in het kader van de bijstand behandelen en een blik vooruit werpen op hoe de nieuwe Participatiewet, die de bijstand gaat vervangen eruit komt te zien.
Tevens zal de overlevingsgids voor de minima op 20 november officieel worden gelanceerd waarvan nu een proefversie draait. Het is een website met tips voor mensen met een minimuminkomen over hoe te overleven in deze tijd van bezuinigingen. De overlevingsgids kent drie soorten tips:  algemene tips die voor alle inwoners van Nederland gelden, tips voor inwoners van Amsterdam en in het bijzonder tips voor inwoners van Amsterdam West. Het website adres is http://www.overlevingsgids.net maar er is ook een applicatie voor android telefoons die kan worden gedownload in de Google Play Store. Trefwoord: bijstandsbond of overlevingsgids.

Andere deskundigen uit de buurt worden uitgenodigd.

donderdag 17 oktober 2013

Bijeenkomst over armoede, bijstand en andere sociale minima in Amsterdam Oud-West


Op dinsdagmiddag 22 october om 14.00 uur organiseert de Bijstandsbond in samenwerking met de ABC Alliantie Welzijn in Amsterdam West een bijeenkomst met als thema armoede, de bijstand en andere sociale minima

De bijeenkomst wordt gehouden in de ruimte van  D4 net, Bilderdijkstraat 165f vlakbij de kruising met de Kinkerstraat naast de Blokker.

Inleidingen:

Jacques Peeters: de crisis, de banken en de bezuinigingen op de mensen die het minste hebben. Hoe de rijken steeds rijker worden en tegelijkertijd de verarming toeneemt. De gevolgen voor de leefsituatie van de mensen

Piet van der Lende: de ontwikkeling van de overlevingsgids voor de minima met tips, trucs en adviezen om op een minimuminkomen te overleven. De overlevingsgids in ontwikkeling is al te downloaden op http://www.overlevingsgids.net.  Een app voor android telefoons is te vinden in de Google Play store,  trefwoord Bijstandsbond. De overlevingstips kent drie soorten tips:  algemene tips die voor alle inwoners van Nederland gelden, tips voor inwoners van Amsterdam en in het bijzonder tips voor inwoners van Amsterdam West
Marc van Hoof: Marc is advocaat en zal ingaan op de mogelijkheden van bijstandsgerechtigden en anderen die een beroep willen doen op bijzondere bijstand en juridische vragen beantwoorden.

Andree van Es, wethouder werk en Inkomen in Amsterdam voor Groen Links wil voor bepaalde groepen de bijstand afschaffen


Zie voor update de nieuwe bijdrage

In de begrotingsstukken voor het jaar 2014 die in november en december in de gemeenteraad besproken worden staat een zinsnede, waaruit blijkt dat Van Es wethouder Werk en Inkomen in Amsterdam de bijstand voor bepaalde groepen wil omzetten in een tijdelijke bijstand. Wanneer je bijstand aanvraagt, omdat je werkloos bent, of in een scheiding ligt of vanwege andere onvoorziene omstandigheden een beroep moet doen op bijstand dan wordt tegen je gezegd: je krijgt bijvoorbeeld drie maanden bijstand, dan heb je tijd om betaald werk te zoeken en lukt dat niet, dan heb je pech gehad. Je zoekt het dan maar uit. Ga maar in de goot liggen. Je kunt opnieuw bijstand aanvragen en de gehele administratieve procedure opnieuw doorlopen maar of je het krijgt is maar de vraag.
Letterlijk luidt de passage in de begrotingsstukken: ‘Het college wil het tijdelijke karakter van de bijstand als vangnetfunctie in de uitvoering meer benadrukken. In 2014 wordt in kaart gebracht of, en zo ja, voor welke klanten de bijstand tijdelijk kan worden toegekend op basis van een inschatting vooraf van de maximale uitkeringsduur’.

Het is onmiddellijk duidelijk dat dit in strijd is met de huidige wet, maar er bestaat een kans dat de staatssecretaris van sociale zaken Amsterdam bijvoorbeeld via een Algemene Maatregel van Bestuur de mogelijkheid geeft als gemeente aangewezen te worden waar uitzonderingen gelden.
De pilot die Van Es in Amsterdam wil is belangrijk, omdat zij een flinke vinger in de pap heeft bij het tot stand komen van de nieuwe participatiewet, die de huidige bijstand, Wajong en WSW moet gaan vervangen en die op 1 januari 2015 moet worden ingevoerd. In het kader van het sociaal akkoord is in de Stichting van de Arbeid de zogenaamde werkkamer opgericht, waar vakbonden en werkgevers met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten tot een akkoord hopen te komen over inrichting en uitvoering van de nieuwe participatiewet. Nu bestaan er grote belangentegenstellingen tussen de genoemde drie partijen, die allemaal een grote invloed willen in de uitvoering. Wethouder Andree van Es is voorzitter geworden van deze werkkamer.

De staatssecretaris heeft in het verleden ook al laten blijken, wel gecharmeerd te zijn van een tijdelijke bijstand en daarna zoek je het maar uit.  In Nederland bestaat sowieso een sterke lobby voor het invoeren van het Amerikaanse systeem in de bijstand. Je kunt in je leven maar voor 5 jaar bijstand ontvangen, en voor de rest ga je maar naar de voedselbank of wordt een systeem van voedselbonnen ingevoerd. In het dagblad Trouw verscheen een artikel  over een snoepreisje van prominente sociaal-democraten, waaronder Klijnsma, naar de Verenigde Staten, waar men voordelen zag in een tijdelijke bijstand.
http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/article/detail/1178815/2009/12/03/Warm-worden-van-de-Amerikaanse-aanpak.dhtml

Daaruit bleek, dat behalve de staatssecretaris ook Eric ten Hulsen, directeur van de dienst Werk en Inkomen in Amsterdam 'interessante kanten'  zag aan een tijdelijke bijstand.
In een debat in de Rode Hoed, waar de journaliste Clairy Polak gespreksleidster was, heeft wethouder Van Es zich in vergelijkbare bewoordingen uitgelaten. ‘En aan de andere kant zou ik wel een pleidooi durven doen dat ook de bijstandsuitkering in principe tijdelijk is en dat als je daarin terecht komt dat dat een tijdelijk vangnet is, het is de bedoeling om daar zo snel mogelijk uit te komen en dat betekent he, dat je toch iedere keer, nou, laten we zeggen een keer in het jaar eh opnieuw door de molen zal moeten, van is dit nog terecht, moet je niet eh weer een ronde solliciteren, moet je niet op de een of andere manier weer zelf het initiatief nemen om toch aan het werk te komen dus wat dat betreft strenger dan nu’.

Polak: ‘Ja, want als je zegt je moet een nieuwe ronde solliciteren, goed, dat moet je doen, maar als je zegt hij is tijdelijk, dan zeg je ook na – laten we even zeggen na een paar jaar – en nu, nu houden we ermee op’.
Van Es: ‘Ja, maar dat ik denk dat je… ik zou graag out of the box willen springen maar.. ja, nee, maar dat zou ik wel willen, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat je dat niet haalt. Als mensen geen andere bron van inkomsten hebben, de bijstand is toch terecht en natuurlijk ook echt de bottom line, de bodem, maar nu lijkt het wel alsof het is, of, he via een werkloosheidsuitkering kom je in de bijstand, en daar blijf je dan. En ik zou in die zin zou ik het vervolgens terecht vinden om het besef, dat dat een tijdelijk vangnet is waar je echt zelf alles aan moet doen om daar weer uit te komen, die druk zou ik graag willen opvoeren, en als dat dan zou moeten door te zeggen ja, het is tijdelijk, dat betekent ook dat we na een jaar of twee jaar echt gaan kijken heb jij dit nog wel nodig, dat dat misschien zelfs ook nog wel als consequentie zou kunnen hebben dat je ervoor mensen mee stopt’.

Het is duidelijk dat er een sterke sociaal-democratische lobby bestaat die in de nieuwe Participatiewet het principe van de tijdelijkheid in wil voeren. Wat dit betreft lijkt er bij sommige gemeenten ook een koerswending op komst. Men wil geen langdurige reintegratietrajecten meer, van een jaar of langer, waar mensen met behoud van uitkering = dwangarbeid werken. Dergelijke trajecten leiden nauwelijks tot uitstroom en veel protesten en onderzoek van Jessie Koen van de Universiteit van Amsterdam bij de DWI zou uitwijzen, dat alleen kortdurende trajecten werken en effectiever zijn. Ook de gedachtegang van de gemeenten, dat ze besparingen op de bijstand kunnen doorvoeren door de inzet van langdurig werklozen bijvoorbeeld in de tuinbouw en de bezuinigingen kunnen opvangen door de inzet van dwangarbeiders of toegenomen participatie van de bevolking lijkt een illusie. Experimenten van de wethouder van Rotterdam, Marco Florijn zijn in dat opzicht op niets uitgedraaid. Men focust nu op kortdurende motivatietrajecten in combinatie met een tijdelijke bijstand waar de kersverse werklozen gebrainwashed moeten worden om zich werkend met de ellebogen als de ware neoliberale concurrent om de schaarse arbeidsplaatsen te gedragen. Bezuinigingen wil men nu binnenhalen door de bijstand, die straks ook gaat gelden voor veel mensen die nu nog in de Wajong zitten, nog veel strenger te maken dan nu en de toegang tot het laatste vangnet verder te beperken. Op deze wijze hoopt men ook de druk op de werklozen op te voeren om maar ieder rot baantje te accepteren zonder te kijken naar de arbeidsomstandigheden en voorwaarden.
Voor meer informatie: Bijstandsbond
020-6898806
info@bijstandsbond.org

dinsdag 1 oktober 2013

Kort geding sociale advocatuur vanwege bezuinigingen op rechtshulp

Op internet niet te vinden, maar gisteren stond op de voorpagina van Het
Parool dat de Vereniging voor Sociale Advocatuur (VSAN) een kort geding
tegen de staat overweegt vanwege de bezuinigingen op de rechtshulp. De
regering is van plan 85 miljoen op de gratis rechtshulp aan
minvermogenden te bezuinigen. De Vereniging protesteert daartegen. De 85
miljoen komt bovenop bezuinigingen van 115 miljoen, aldus de VSAN.
"Inschakelen van een advocaat is straks weer uitsluitend voorbehouden
aan vermogenden." Naast het artikel op de voorpagina van Het Parool
heeft de vereniging maandag een uitgebreide beschouwing over de
bezuinigingen in Het Parool geplaatst gekregen. De bezuinigingen
betekenen volgens de vereniging, dat in bijna een kwart van de zaken
waarvoor nu nog gesubsidieerde rechtsbijstand mogelijk is, straks geen
advocaat meer kan worden toegevoegd. Het gaat dan om zaken van mensen
van wie tachtig procent een inkomen op of onder het minimumloon heeft.

"Huurders en consumenten worden er helemaal uitgegooid, uitzonderlijke
situaties daargelaten, en voor de overige rechtzoekenden geldt: in
beginsel geen aanspraak op rechtsbijstand, tenzij aan een aantal strenge
criteria is voldaan."

zaterdag 28 september 2013

28 oktober bewonersavond Amsterdam Oud West SBOW. Wat doet de crisis met u?

Samen Actief voor een Betere Buurt. Wat doet de crisis met u? Door middel van deze avond hoort het platform wat er leeft in de buurt, ook op het vlak van de bezuinigingen en krijgen bewoners de gelegenheid om elkaar te vinden en zich samen actief in te zetten voor verbeteringen in de buurt. Dat kan bijvoorbeeld gaan om vervuiling, een verkeersknelpunt, groen, speelruimte, buurt(huis)activiteiten, armoede, sociale cohesie enzovoort. Bij het bewonersnetwerk zijn al een 40tal groepen aangesloten. Welkom! Meer informatie: platform SBOW

Bewonersavond
Samen Actief voor een Betere Buurt
Wat doet de crisis met u?
Maandag 28 oktober
19.30 tot 22.30
1ste Helmersstraat 106

Succesvolle bijeenkomst van PEL in Leeuwarden over criminalisering van bijstandsgerechtigden

In een propvolle zaal van het Oranjehotel in Leeuwarden hebben
donderdagavond de 60 aanwezigen gediscussieerd over de criminalisering
van bijstandsgerechtigden. Er werden inleidingen gehouden door Marc van
Hoof, advocaat van de Bijstandsbond, professor Vonk van de universiteit
van Groningen en Eric Krebbers als vertegenwoordiger van Doorbraak, een
landelijke linkse basisorganisatie die oa strijdt tegen de dwangarbeid
(werken met behoud van uitkering) die bijstandsgerechtigden wordt
opgelegd. De inleidingen vulden elkaar goed aan. Een visie vanuit de
wetenschap, de praktijk van het juridisch verzet en vanuit de strijd van
uitkeringsgerechtigden zelf in de praktijk. De bijeenkomst werd
georganiseerd door het Platform voor Een-en Tweepersoonshuishoudens
Leeuwarden (PEL). Thema was de criminalisering van bijstandsgerechtigden.

Professor Gijsbert Vonk uit Groningen: ,,Ambtenaren reageren te snel op
vooroordelen. Gemeentes zijn er niet op toegerust. Op staande voet
ontslagen? Eigen schuld, geen uitkering. Gelukkig oordelen rechters
anders.''

Volgens Advocaat Marc van Hoof van de Amsterdamse Bijstandsbond wordt de
gang naar de rechter bij problemen bijna onmogelijk gemaakt door de
stijgende griffierechten. Van Hoof: ,,Mensen moeten alles opgeven wat
van invloed op hun uitkering kan zijn. Als ze per ongeluk iets vergeten,
worden ze ongelooflijk hard gestraft en beboet. Vaak ten onrechte, zo
blijkt.''

Chronisch zieken worden weer gepakt in Amsterdam

 Persbericht Bijstandsbond Bezuinigingen op de vergoeding voor dieetkosten bij de gemeente De gemeente Amsterdam gaat de ...