We drinken een glas, doen een plas en alles blijft zoals het was
Het is de ochtend van 15 januari in het nieuwe jaar. Ik sta langs de zijlijn en kijk hoe politiek Den Haag reageert op de toeslagenaffaire. Resultaat: met name het kabinet heeft zichzelf opgedragen om deze scandaleuze affaire een passend antwoord te geven. Eén politieke kop is al gerold, het zet die van anderen onder morele druk. Eigenlijk lijkt er maar één antwoord passend en dat is het voltallig aftreden van het kabinet. In hoeverre de mogelijk te nemen stappen voldoende zijn voor, voornamelijk de ernstig gedupeerden, is nog maar de vraag. Maar, bijkomend, het vertrouwen in de politiek heeft natuurlijk weer een flinke deuk opgelopen.
Natuurlijk, ik ga ervan uit dat alle slachtoffers van de toeslagenaffaire ruimhartig “gecompenseerd” zullen gaan worden, met hun eigen geld. En uiteindelijk zal je zien zijn dat niet alle schade met geld gerepareerd kan worden. Helaas. De ouders zullen het ermee moeten doen.
Het vizier is vooral gericht op het kabinet en de verantwoordelijke bewindslieden. Maar er is natuurlijk meer. Het is het hele gebouw van rechtvaardigheid dat behoorlijk aan het wankelen is gebracht. De Wetgevende macht, de Uitvoerende macht en de Rechtsprekende macht hebben hier laten zien dat ze niet onfeilbaar zijn. Sterker nog, ze hebben elkaars falen alleen vergroot en er een behoorlijk zootje van gemaakt. Nergens een luisterend oor, nergens een empathische geste, nergens een signaal dat de burger kan rekenen op zijn overheid.
Inmiddels vijf uur in de middag, de volgende dag. Het kabinet heeft besloten om ermee te stoppen. Maar wat moeten we ermee. Wat voor waarde moeten we geven aan het besluit om de stekker eruit te trekken? Er worden meteen verbeterprogramma’s aangekondigd, fundamentele veranderingen in de betrekkingen tussen overheid en burger. Ministers buitelden over elkaar heen om toch vooral te zeggen dat dit nooit meer mag voorkomen. De minister president voorop. Mark Rutte, vereenzelvigde gladjanus pur sang. De man, onder wiens supervisie alles gebeurt maar aan wie niets blijft kleven. Tja, hoe je het ook wend of keert, het is één van zijn grote gaven. Het is een gave om ten overstaan van het gehele volk vertrouwen uit te stralen terwijl zaken gigantisch in de soep zijn gelopen of dreigen dat te doen. En we staan erbij en kijken ernaar.
Hoe is het mogelijk, de Hollandse ziekte
Het gaat goed met Nederland. Het gaat hartstikke goed met ons landje. Helaas en jammer genoeg; niet iedereen kan/mag ervan mee genieten. Het evenwicht wat betreft de menselijke maat in Nederland is zoek geraakt. Het evenwicht is doorgeslagen. Het evenwicht heeft plaats gemaakt voor “het recht van de sterkste”. Zicht- en voelbaar. Het is voor iedereen te zien dat er grote afstanden ontstaan zijn in de Nederlandse samenleving. Een kloof tussen overheid en burger, tussen burgers onderling.
Sluimerend is de verwijdering binnengeslopen, die tussen overheid en burger. Maar ook burgers onderling drijven uit elkaar. Het neo-liberaal beleid, onder regie van Mark Rutte, wordt daar in bepaalde kringen verantwoordelijk voor gemaakt. En ja, neo-liberaal beleid heeft een prima voedingsbodem gevonden onder de massa van het stemvolk. Het gaat immers goed met het overgrote deel van de bevolking. En, omdat het goed gaat men koesteren. Koesteren datgene wat men momenteel heeft. Eén keer, twee keer of zelfs drie keer op vakantie geeft zo’n prettig vrij gevoel. Men ondergaat het genot van het succes. Het succes als gevolg van eigen streven, van eigen handelen. Succesvol zijn geeft een soort van vrijbrief om met de vinger te gaan wijzen. Op afstand en onpersoonlijk met de vinger wijzen naar hen die het tempo niet bij kunnen houden. Zij die achterblijven worden toch verzorgd door ons prachtig sociaal stelsel?
Het neo-liberaal gedachtengoed drijft op de welvaart van velen. Het wordt gevoed door een individueel ervaren onoverwinnelijkheid. Een (goed)betaalde baan, misschien zelfs een dubbel inkomen levert vaak de gedachte op; “Wie doet me wat?”. De zekerheid van het moment geeft rust, geeft vertrouwen, geeft de drang om de leefomstandigheden in stand te houden. Begrijpelijk, maar het levert wel enkele bijverschijnselen op. Nare bijverschijnselen. Bijverschijnselen die we acceptabel blijven vinden zo lang we aan de goede kant van de streep blijven. Staande blijven is voor velen stiekem meer een kwestie van geluk dan een gevolg van eigen verdienste, maar sluiten de ogen er alsnog voor.
De wereld is veranderd, Nederland veranderd mee, we zien het in onze samenleving. Flexwerken is een niet meer weg te denken norm geworden. ZZP-er worden omdat het de enige manier is om een inkomen te verschaffen. Twee bestaansvormen van schijnbaar financiële onafhankelijkheid aan een zijden draadje. Globalisering, automatisering, digitalisering, overproductie; het zijn onomkeerbare ontwikkelingen en we omarmen hun intrede als zaligmakend. Het zijn ontwikkelingen die meer en meer arbeidsplaatsen aan de onderkant van de arbeidsmarkt wegsaneert. En die onderkant schuift steeds verder op, van ongeschoolde arbeid naar geschoold werk. Lang leve het bedrijf dat het zo goed doet, jammer voor die ander.
Onzekerheid levert bijziendheid
Onzekerheid wat betreft het houden van de baan geeft stress, geeft het geloof dat er niets moet veranderen. De status quo behouden: een te koesteren wens. Met die wens gedachte is niets mis. Het ligt zelfs voor de hand om vanuit zo’n positie liberaal te gaan stemmen. En op zich is daar ook helemaal niets mis mee, maar is het wel de club waar je bij wilt horen? Is het wel de club waar jij je zekerheid kunt halen? Kijk naar het resultaat van de afgelopen tien jaar. Kijk wie er het meest heeft geprofiteerd van het neo-liberaal beleid. Enkele zaken op een rijtje:
Oneindige privatisering
Ziekenhuizen gesloten
Onderwijs, politie, zorg zijn sectoren waar het steeds moeilijker wordt om aan de bijbehorende
standaard te voldoen; oorzaak werkdrukBureaucratisering, als uitvloeisel van overheidswantrouwen jegens zijn burgers
Aardbevingsslachtoffers Groningen, besluiteloosheid door bureaucratie
Onverschilligheid en afschuiven van verantwoordelijkheden; zie toeslagenaffaire
Kille en brute overheidsoptreden vanuit onuitvoerbare wetten
Participatiewet, veel open einden, herhaaldelijk ondeugdelijke interpretatie
Wetgeving waarbij de solidariteit met kwetsbaren is losgelaten
Meebuigende overheid als de druk groot genoeg is; zie boerenprotest
Zwalkend overheidsoptreden als daadkracht noodzakelijk is; zie corona-aanpak
Het rijtje kan langer gemaakt worden. De aangegeven punten geven weer dat er gekozen is voor een overheid met een liefde voor het kapitaal. Het neoliberale gedachtengoed schreeuwt wel van alle daken dat iedereen aan het werk moet (blijven) maar fluistert als het gaat om verdeling van de juiste middelen om het te realiseren.
Het parlement is ziek
Achterhaalde begrippen
De Nederlandse politiek heeft aan vaagheid gewonnen. Scherpe tegenstellingen zijn vloeibaar geworden en soms weet je niet of je ze nu bij de kop of bij de kont hebt. Het traditionele links en rechts bestaat niet meer. Eigenlijk zijn er nog maar drie richtingen te bekennen die er nog toe doen. We kunnen de vaderlandse politiek verdelen in het progressieve deel, het liberale deel en de confessionele deel. De rest doet er niet toe. De rest acteert als vervuiler van het politieke debat en heeft daarmee een onbedoeld maar kwalijke rol op zich genomen. One-item partijtjes voegen niets toe wanneer het gaat om ons sociaal zekerheidsstelsel. Versnippering binnen de Tweede Kamer heeft het politiek stelsel geen goed gedaan. Te vaak heeft het sociaal zekerheidsstelsel de rol van wisselgeld moeten spelen bij het construeren van coalities. Tijdens debatten is het creëren van een vuist tegen verdergaande afbraak te vaak gestaakt omdat een benodigde meerderheid niet gehaald kon worden.
Politici worden gekozen op persoonlijke titel, zonder welke bagage dan ook. Klinkt mooi, maar is onwerkbaar. Politiek is een bijzonder moeilijke job. Het is een job die je gewoon niet in je eentje of met z’n tweeën kunt uitvoeren. Zoveel onderwerpen, zoveel onderzoeken, zoveel achtergronden; onbegonnen werk voor een kleine fractie. De zin van het bestaan vanuit een bepaald ongenoegen is niet voldoende om te acteren op het grote toneel. Wat levert het ons op als een partij de kamer binnenkomt met het idee dat de buurvrouw geen hoofddoekje mag dragen? Waar komt de grootheidswaan vandaan waarin de wereld Nederland op een bevoorrecht voetstuk gaat plaatsen als we zelfstandig verdere gaan? Waardering in de wereld moet je verdienen, je moet willen samenwerken. Waarom heeft Nederland een partij voor de ouderen, waarom voor dieren, waarom voor mensen met een niet Hollandse achternaam? Wat is er aan de hand met Nederland dat we voor ieder ervaren ongenoegen een partij moeten oprichten. Een nieuwe partij betekent een afzetten tegen anderen, betekent ook blijk te geven van een onvermogen om op de juiste manier te communiceren. Dat ongenoegen kan ook in een politieke stroming onder de aandacht gebracht worden. Het vraagt samenwerken, het vraagt om het ongenoegen zichtbaar te maken. Op de politieke agenda zetten vanuit een machtspositie. Het is vaker contraproductief om dat specifieke ongenoegen in de politieke arena vanuit een kleine fractie te agenderen. Geen mannetje/vrouwtje heeft een persoonlijke waarde waaruit een rechtvaardiging voor een stem komt. Het gaat om het totale plaatje en niet om een onderbuikgevoel.
Stem niet op iemand, stem voor jezelf
Progressief, liberaal of confessioneel, het zijn richtingen bedoeld voor het behartigen van belangen. Het liberaal gedachtengoed heeft het niet zozeer op de zwakkeren, de kwetsbaren in de samenleving. Fraude is in hun opvatting iets voor de mensen die ondersteuning nodig hebben. Hier moet dan ook hard en streng tegen opgetreden worden. Anders ligt dat bij de kapitaalkrachtigen. Dit deel van de samenleving heeft in hun zienswijze goede redenen om het niet zo nauw te nemen met regelgeving, met de waarheid.
De confessionelen hebben hun eigen gedachten. Een beetje boven de grote massa staan past wel bij het rentmeesterschap. Het zit in hun genen om te bepalen welke richting Nederland op zal moeten. Beloften zijn hun niet vreemd, compromissen zijn noodzakelijk om aan de macht te blijven. Alleen, zie de werkelijkheid. Ieder compromis laat zien dat het midden aan z’n trekken komt, de beide uiteinden moeten inleveren. Het uiteinde waartoe wij behoren kan dat niet. Wij, de onderkant van de samenleving hebben geen wisselgeld meer.
De progressieven. Alle reden om boos op hun te zijn. Te vaak en te meegevend zijn principes over boord gegooid vanuit een redenatie dat het land geregeerd moest worden. Compromis gesloten, waarden overboord gegooid. We zien verscheidene partijen die in hun beeldvorming progressief genoemd kunnen worden. Een behoorlijk blok zou je zo zeggen, ware het niet dat zij tot dusver zichzelf tot zalig hebben verklaard. Zij weten wel hoe het moet. Alleen, ze zijn niet in staat om samen te werken als het er op aan komt. Als het er echt op aankomt zijn de verschillen niet te overbruggen. Daar moet een einde aan komen willen we een halt roepen aan de afbraak van de sociale en verzorgende staat. Kopstukken van deze partijen moeten broodnodig eens bij elkaar gaan zitten, elkaars eigenaardigheden voor lief nemen en focussen op datgene dat hen verbind. En die focus moet een lichtpunt worden voor hen die aangewezen zijn op hun vertegenwoordiging. Ik zou deze partijen willen vragen om het vertrouwen van de kiezer te winnen. Het vertrouwen te behouden, na de verkiezingen.
Wij, de stemmers
Het ligt natuurlijk niet alleen aan de politiek. Het ligt ook aan ons de; de kiezer. Wij hebben het ook mogelijk gemaakt dat die onwerkbare versnippering in de politiek heeft kunnen plaatsvinden. Door uit teleurstelling, vanuit boosheid, door een gevoel van verlorenheid niet te gaan stemmen. Door een soort van proteststem af te geven. Het gevolg heeft zich laten zien. Meer en meer schuift Nederland op naar een samenleving waarin het recht van de sterkste de overhand heeft genomen. Het wordt tijd dat daar verandering in komt. Het wordt tijd dat de progressieven zich verenigen. Bepaal voor jezelf waar jij beter van wordt, stem voor jezelf.
Denk aan jezelf,
Aaldert de Jong