zaterdag 22 december 2018

Regels voor kwijtschelding gemeentebelastingen in Amsterdam lijken nog weer strenger te worden

Onlangs hebben enkele invaliden het spreekuur van de Bijstandsbond bezocht met klachten over de kwijtschelding van de gemeentebelastingen. De verwerking van de kwijtscheldingsaanvragen heeft een grote achterstand opgelopen. Sommige mensen hebben in mei een verzoek ingediend en er is nu- december 2018 nog steeds geen beslissing.

Bovendien hadden de gehandicapten die op ons spreekuur kwamen een invalidenauto, die ze hard nodig hebben om zich te kunnen verplaatsen. Vroeger was dit geen probleem, maar nu stelt de gemeente dat dit vermogen is en dat de invalide dus wel belastingen kan betalen. In een geval was de auto verstrekt door de WMO, en nota bene dus helemaal geen eigendom van de invalide, maar van de gemeente. Ook krijgen mensen na lange tijd een brief, dat ze nogmaals alle bankgegevens over verschillende maanden voor de beoordeling van de kwijtschelding moeten insturen. Men heeft hierdoor het hele jaar door geen enkele ruimte om tijdelijk, bijvoorbeeld een paar maanden te sparen voor onvooerziene uitgaven.

Al eerder hadden wij als Bijstandsbond bij de politiek aan de orde gesteld, dat de koppeling van kwijtschelding aanvragen voor gemeentelijke heffingen en kwijtschelding aanvragen voor waterschapslasten bij Waternet niet goed verloopt. Mensen denken dat ze bij een kwijtscheldingsaanvraag tegelijkertijd aanvragen voor waterschaps heffingen maar dat is niet zo. De communicatie van de gemeentebelastingen en Waternet hierover is onduidelijk. Soms ploft er aan aanmaning of nog erger in de bus van Waternet waarbij niet is doorgegeven door Gemeentebelastingen dat kwijtschelding is aangevraagd. Dit wordt niet automatisch aan Waternet gemeld, en de mensen moeten zelf zowel bij Waternet als bij de Gemeentebelastingen aan de bel trekken om een en ander recht te zetten..

Het gemeentebestuur heeft als antoord gegeven dat de gegevensuitwisseling tussen Belastingen en Waternet de afgelopen periode inderdaad niet optimaal is geweest. In november 2017 is bij Belastingen een nieuw informatievoorzieningssysteem geïntroduceerd, dat – in tegenstelling tot het vorige systeem - geen koppeling had met het ICT-systeem van Waternet. Door het ontbreken van de koppeling konden meldingen dat een verzoek om kwijtschelding was ontvangen bij Belastingen niet op geautomatiseerde wijze worden doorgegeven aan Waternet. Inmiddels zou dit probleem zijn opgelost. Het college betreurt dat er Amsterdammers zijn die nu langer op antwoord hebben moeten wachten dan gebruikelijk.

vrijdag 21 december 2018

Experiment met bijverdienen naast je bijstandsuitkering in Amsterdam wordt uitgebreid. Inschrijving wordt opnieuw opengesteld.

In Amsterdam loopt een experiment bijverdienen naast je bijstandsuitkering. Elke deelnemer kan maximaal 200 euro premie ontvangen die tweemaal per jaar wordt uitgekeerd, 30 juni en 30 november. Na een jaar volgt een evaluatie in het College van burgemeester en wethouders met de mogelijkheid om te stoppen als resultaten van het experiment uitblijven.

Inmiddels hebben 3000 mensen zich opgegeven voor het experiment. Dat is 7% van alle Amsterdamse bijstandsgerechtigden. 1500 van hen hebben al part-time werk. 750 deelnemers doen mee aan een wetenschappelijk onderzoek over het experiment in de stadsdelen Nieuw West, Zuid-Oost, Noord en Oost. In het wetenschappelijk onderzoek onder leiding van professor Paul de Beer worden klanten geïntervieuwd.

Het college heeft besloten de aanmeldperiode voor deelname aan het experiment opnieuw open te stellen, voor de duur van twee maanden. Dit houdt in dat alle klanten met een bijstands uitkering vanaf 1 januari 2019 tot 1 maart 2019 in de gelegenheid worden gesteld om zich aan te melden voor het experiment. Daarnaast is besloten het experiment te verlengen tot 01-03-2021.

Maildatum en 2 verstuurde brieven

Er zijn 2 brieven gestuurd die rond 3 januari bij ‘niet deelnemers’ in de brievenbus komen: een brief voor geheel nieuwe deelnemers en een brief voor klanten die de vorige keer hebben aangegeven niet mee te willen doen. Potentiële deelnemers kunnen zich, door de toestemmingsverklaring ondertekend vóór 01 maart 2019 te retourneren, zich aanmelden. Voor nieuwe deelnemers gaat de premie bij inkomsten uit werk in vanaf 01-01-2019. De huidige deelnemers worden op een later moment geïnformeerd over verlenging van het experiment.

De Bijstandsbond heeft in een gesprek met de wethouder aan de orde gesteld, dat er veel onduidelijkheid bestaat over de op te bouwen premie. Mensen zijn teleurgesteld dat de premie voor hen veel lager uitvalt dan zij hadden gehoopt. Daarvoor is op de site van amsterdam.nl (https://www.amsterdam.nl/werk-inkomen/uitkeringen/amsterdamse/) een proefberekening beschikbaar, waar deelnemers kunnen nagaan hoe hoog de premie-opbouw is per maand. Als mensen over de berekening vragen hebben, kunnen ze bellen met medewerkers die hun vragen kunnen beantwoorden.

donderdag 20 december 2018

De zelfredzaamheidsmatrix en de zelfredzame daklozen. Zij worden binnenkort korte tijd intensief begeleid.

De Bijstandsbond heeft enkele malen gepraat met wethouder Rutger Groot Wassink. Naar aanleiding van deze gesprekken had de Bijstandsbond in een tweetal notities een aantal vragen gesteld, waarvan nu de eerste antwoorden binnengekomen zijn. De knelpunten die wij hebben gesignaleerd en de antwoorden erop zullen in afzonderlijke artikelen worden gepubliceerd. Een van de punten die wij aan de orde stelden was de zelfredzaamheidsmatrix op basis waarvan wordt beoordeeld of iemand zelfredzaam is en het feit, dat als zelfredzaam gekwalificeerde daklozen niet worden geholpen. De gemeente Amsterdam is naar aanleiding van de signalen van plan een pilot waarbij deze mensen beter worden geholpen uit te breiden. Wij hebben de volgende tekst aan de wethouder voorgelegd.

zelfredzaamheid en de matrix

In toenemende mate zwerven daklozen op straat of van het ene adres naar het andere. Zij worden gekwalificeerd als 'zelfredzaam', dus niet verslaafd of psychiatrisch patiënt, en moeten het zelf maar uitzoeken. Ze krijgen geen hulp van instanties om hun leven weer op de rails te krijgen. Basis voor dit onderscheid tussen 'zelfredzame' en 'niet- zelfredzame' daklozen is de zogenaamde 'zelfredzaamheidsmatrix'. De zrm is een test ontwikkeld door de GGD Amsterdam en wordt gepromoot door Movisie. De zelfredzaamheid van een cliënt wordt dan op elf levensterreinen in beeld gebracht.

Er is kritiek op dit testinstrument. Het is een grofmazig instrument, dat een te globaal beeld geeft van de situatie. Voor een goed ondersteuningsplan is juist concrete, specifieke informatie over de cliënt nodig. Er moet uitgegaan worden van wat de cliënt zelf, zo nodig met hulp van iemand uit de directe omgeving, aangeeft waar zij of hij problemen ondervindt. De professional moet aansluiten bij wat de cliënt aangeeft en doorvragen als deze vermoedt dat er achterliggende problemen zijn. Dit gebeurt echter in de praktijk te weinig. Onervarenen in het afnemen van psychologische tests hanteren de matrix als houvast en gaan in de praktijk niet flexibel met de matrix om. De matrix wordt daardoor een excuus voor de overheid en hulpverleningsorganisaties, om aan een groot gedeelte van het probleem van de dakloosheid niets te doen.

Op het spreekuur van de Bijstandsbond komen regelmatig zogenaamd 'zelfredzame' daklozen, die hiermee te maken hebben, voor wie alle deuren op slot gaan en die volkomen verdwaald zijn  geraakt in bureaucratische doolhoven.  Een voorbeeld. Een echtpaar boven de 50 jaar woont al 4 jaar in verschillende daklozenopvangen. Maar nu moeten zij uit de opvang vertrekken en komen weer op straat terrecht. Omdat zij geen problemen hebben zoals verslaving, schulden of psychische problemen komen zij niet in aanmerking voor een urgentie of tenminste een traject die ze kunnen volgen. Ze hebben de afgelopen tijd wanhopige pogingen gedaan een woning te vinden, maar dit is niet gelukt, omdat ze een minimaal inkomen hebben. Zij hebben hulp nodig om niet weer op straat te komen. Maar die hulp is er niet.

De wethouder formuleerde de volgende reactie

Zelfredzaamheidsmatrix

Anders dan de vraag veronderstelt is de zelfredzaamheidsmatrix als instrument niet leidend in het nemen van een beslissing over een traject van iemand die zich meldt voor Maatschappelijke Opvang. De Zelfredzaamheidsmatrix is op zichzelf geen testinstrument. Bij het gesprek tussen professional en aanvrager wordt de zelfredzaamheidsmatrix (ZRM) ingezet om het gesprek van te ondersteunen. De professionals gebruiken de ZRM om het functioneren van de aanvrager op 13 levensdomeinen in kaart te brengen, waarbij dus niet alleen naar psychiatrische klachten of verslavingsproblematiek wordt gekeken. Deze ZRM wordt ingezet om te zorgen dat het  gesprek over diverse levensdomeinen gaat. Hierdoor wordt voorkomen dat er alleen aandacht is voor levensdomeinen met problemen. En er wordt bevorderd dat ook in beeld wordt gebracht waar mogelijkheden liggen. Hiermee wordt juist minder naar diagnoses gekeken en meer naar de wijze waarop mensen functioneren. De ZRM dient ter ondersteuning van de afweging en de beslissing die door de professional wordt gemaakt.

Amsterdammers kunnen zich bij de centrale Toegang voor Maatschappelijke Opvang melden voor een screening. Deze screening wordt uitgevoerd door zeer ervaren Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundigen van de GGD en zorgorganisaties. Voor de toegang voor Maatschappelijke Opvang geldt dus geen onervarenheid met het afnemen van psychologische testen.

Ondersteuningsaanbod daklozen

Het signaal dat dat Amsterdammers die niet in aanmerking komen voor Maatschappelijke Opvang ‘het zelf maar moeten uitzoeken’ is de afgelopen periode vaker naar voren gekomen. Naar aanleiding van dit signaal heeft de gemeente onderzoek gedaan naar het aanwezige ondersteuningsaanbod voor deze groep. De conclusie was dat er voor Amsterdammers die dakloos zijn, maar niet in aanmerking komen voor een intensief ‘Zorg met verblijf’ traject, wel ondersteuning beschikbaar is. Het probleem is dat deze ondersteuning voor hen moeilijk vindbaar is – vandaar het verdwalen in de zgn bureaucratische doolhoven. Om dit aan te pakken, is de gemeente afgelopen jaar een pilot gestart om de groep zelfredzame daklozen voor korte tijd intensief te begeleiden door een vaste contactpersoon richting de voor hen passende ondersteuning. De eerste resultaten hiervan zijn positief, en momenteel wordt verkend op welke wijze deze pilot kan worden uitgebreid.

woensdag 12 december 2018

'Goed nieuws? En toch ontzettend boos'

'Gemeenten vrezen sterke toename hulpaanvragen' kopte de Volkskrant op 10 december en de inleiding van het artikel was: "Gemeenten zetten zich schrap voor een hausse aan aanvragen voor huishoudelijke hulp, trapliften, dagbesteding of begeleiding. Ze verwachten de toeloop omdat het kabinet met ingang van 1 januari de eigen bijdrage voor dit soort ‘maatschappelijke ondersteuning’ heeft verlaagd tot maximaal 17,50 euro per vier weken."

Linda Lute uit Zaandam is enorm kwaad, zij schreef op persoonlijke titel haar verhaal.

Ik kreeg tot mijn verbazing 7 december 2018 een brief in de bus van het CAK waarin stond dat mijn eigen bijdrage WMO per 1 januari 2019 nog maar 17,50 per 4  weken zal bedragen en dat dit per die datum voor iedereen die zorg of ondersteuning van de gemeente ontvangt hetzelfde zal zijn. Blijkbaar is dit 4 december door het kabinet zo besloten. Je zou zeggen, dat is toch goed nieuws, maar ik ben er ontzettend boos om.

Ik vraag me namelijk af waarom dit nu ineens wel kan, waarom ze eerst iedereen kennelijk jarenlang véél te veel hebben laten betalen, en in 2015 ook nog de compensatieregeling (WTCG) hebben laten vervallen. Blijkbaar moest er toen geld aan chronisch zieken, ouderen en gehandicapten verdiend worden, om het begrotingstekort (ontstaan door het redden van de banken) recht te trekken, want de gemeenten moesten het ook nog eens met 40% minder budget doen voor wat betreft de huishoudelijke hulp en 25% minder voor de begeleiding en dagbesteding, waardoor vele thuiszorgorganisaties  over de  kop  gingen, met vele werklozen tot gevolg. Je kunt je de journaalbeelden vast nog wel herinneren.

Het was dus een keiharde maatregel om het verloren geld door het gekloot van de allerrijksten (de heren bankdirecteuren) over de ruggen van de allerzwaksten in de samenleving terug de schatkist in te loodsen. De WMO zou zogenaamd te duur of zelfs onbetaalbaar kunnen worden. Maar zo werd het niet verkocht. Ik hoor Samsom het wetsvoorstel nog verdedigen met het lulpraatje dat ouderen geld zat hebben en dat ze hun huishoudelijke hulp makkelijk zelf kunnen betalen.

En nu er geld over blijft kan plotseling alles. Nu is de minister ineens bang dat zorg en ondersteuning voor deze mensen niet beschikbaar of betaalbaar zal zijn. Waarom waren ze daar dan in 2015 niet bang voor?

De gemeenten vrezen nu een enorme toeloop, de 15% die in 2014/2015 is weggelopen omdat de eigen bijdrage zo duur werd dat ze het goedkoper zwart konden laten doen. Daar hoorde ik eigenlijk ook bij, maar ik ben gebleven omdat ik andere consequenties vreesde. Al deze mensen inclusief ikzelf voelen ons nu genaaid. Het heeft ons klauwen met geld gekost: eigen bijdragen konden afhankelijk van het inkomen en het spaargeld oplopen tot al gauw 300 of 400 euro per 4 weken, en nu ineens blijkt dat dat helemaal niet had gehoeven. Maar dat geld krijgen we niet meer terug, want met terugwerkende kracht dit onrecht teniet doen, dat gebeurt dus niet. Eigenlijk zouden we met z'n allen naar de rechter moeten stappen om ons geld terug te eisen, maar ja, de vergoeding voor rechtsbijstand is ook wegbezuinigd.

Ik hoorde al van het SWT dat de gemeente Zaanstad per 1 januari de criteria voor huishoudelijke hulp, begeleiding en dagbesteding enorm gaat aanscherpen vanwege de verwachte toeloop en de verminderde inkomsten uit eigen bijdragen. Mijn voorziening is per die datum met 1/3 gekort. Dus zulk goed nieuws was die brief nou ook weer niet.

De opmerking van minister Hugo de Jonge dat het de gemeenten geld scheelt vanwege administratie kosten slaat overigens nergens op, want het berekenen en het innen van de eigen bijdragen WMO wordt niet door de gemeenten maar door het CAK gedaan.

Volkskrant: https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/gemeenten-vrezen-sterke-toename-hulpaanvragen~bf70244c/?utm_campaign=shared%20content&utm_medium=app&utm_source=link&utm_content=free

Nibud: Mensen met ernstige betalingsproblemen krijgen niet de hulp die ze verdienen

Het merendeel denkt geen hulp nodig te hebben

Persbericht | 10 december 2018
Schrikbarend weinig mensen met ernstige betalingsproblemen krijgen hulp bij het oplossen ervan. De helft van de huishoudens met ernstige betalingsproblemen- ruim 360.000 – zegt dat ze niet weten waar ze terecht kunnen. Het overgrote deel van hen – 285.000 huishoudens – denkt dat de problemen niet zo ernstig zijn dat zij daar hulp bij nodig hebben.
Dit is opvallend omdat ernstige betalingsproblemen doorgaans niet zijn op te lossen zonder professionele hulpverlening. Dit blijkt uit het rapport Financiële Problemen 2018 dat het Nibud maandag 10 december 2018 publiceert.
Het Nibud roept gemeenten op mensen met geldproblemen in een zo’n vroeg mogelijk stadium te helpen. Belangrijk is dat het voor iedereen duidelijk wordt dat mensen professionele hulp nodig hebben zodra ze achterlopen met het betalen van de huur of de hypotheek of bijvoorbeeld dreigen afgesloten te worden van energie.

34% van de mensen met ernstige betalingsproblemen krijgt geen hulp

1,5 miljoen huishoudens (21%) hebben betalingsproblemen. De ene helft heeft lichte problemen, de andere helft ernstige. Van hen krijgt 34 procent geen enkele hulp. Vooral om die laatste groep, ruim 240.000 huishoudens maakt het Nibud zich zorgen. ‘De problemen zijn dusdanig groot, dat zij er zonder hulp niet uit komen,’ aldus Nibud-directeur Arjan Vliegenthart. ‘Dit zijn mensen bij wie bijvoorbeeld de energie is afgesloten, of waarbij beslag op het loon is gelegd. Als je bedenkt dat onder deze huishoudens ook veel alleenstaanden met kinderen zijn, begrijp je dat wij ons daar grote zorgen om maken. Zij verdienen het om zo snel mogelijk de hulp te krijgen die ze nodig hebben.’

Problemen verergeren

Het Nibud ziet in het onderzoek dat het type problemen ernstiger wordt. In 2009 had een enkeling te maken met het afsluiten van energie of het leggen van een loonbeslag. Inmiddels heeft 5 à 7 procent van alle huishoudens hiermee te maken. Ook groeit de groep huishoudens die de huur of hypotheek te laat betaalt, van 12 procent in 2012 naar 19 procent in 2018.

Figuur: Top 4 rekeningen te laat betaald (% huishoudens, meerdere antwoorden mogelijk)

Vroegsignalering: schadeverzekering is een belangrijk signaal

Uit het onderzoek blijkt dat de problemen echt ernstig zijn als mensen de schadeverzekering niet meer betalen. Daarom adviseert het Nibud dat verzekeraars meer gaan samenwerken met organisaties die zich bezighouden met vroegsignalering en schuldhulpverlening. Directeur Vliegenthart: ‘Geldproblemen zorgen voor zoveel stress binnen een huishouden dat we zo snel mogelijk moeten zien te voorkomen dat de problemen erger worden. Daarmee ondervangen we veel persoonlijke ellende, maar voorkomen we ook maatschappelijke kosten. En nu we zien dat mensen niet weten waar ze om hulp kunnen vragen, moet de hulp naar de mensen toe komen. Het is belangrijk dat meerdere partijen met een signalerende functie samen gaan werken.’

2,6 miljoen huishoudens komen moeilijk rond

Op dit moment hebben 2,6 miljoen huishoudens moeite met rondkomen. Dit aantal is gedaald, in 2015 kwam nog 45 procent moeilijk rond, nu 38 procent. Ook staan huishoudens minder vaak rood en wordt er minder geleend dan drie jaar geleden. Opvallend is daarom dat uit het Nibud onderzoek blijkt dat het aantal huishoudens met betalingsproblemen niet daalt. En dat het soort problemen lijkt te verergeren. Met name jongeren tot 35 jaar, alleenstaanden met kinderen en de hogere inkomensgroepen hebben relatief gezien het vaakst ernstige betalingsproblemen. Het is voor het eerst dat het Nibud ziet dat de hogere inkomens vaker ernstige betalingsproblemen hebben dan de andere inkomensgroepen.

Rood staan:

In 2015 stond de helft van de huishoudens nooit rood.
In 2018 staat 61 procent van de huishoudens nooit rood

Lenen:

In 2015 had 43 procent van de huishoudens een lening
In 2018 heeft 34 procent van de huishoudens een lening

Achtergronden bij dit onderzoek

Sinds 2005 onderzoekt het Nibud één keer per drie jaar hoe Nederlanders met hun geld omgaan. In dit onderzoek zijn 2.558 Nederlanders tussen 18 en 75 jaar ondervraagd via een online vragenlijst. Deze groep is representatief voor alle Nederlanders in deze leeftijdsgroep wat betreft leeftijd, geslacht en regio. De respondenten zijn geworven via het panel van Research Now SSI (www.surveysampling.com). Het onderzoek vond plaats van 7 tot en met 25 juni 2018. Soortgelijke onderzoeken heeft het Nibud uitgebracht in 2005, 2009, 2012 en 2015. Waar de vraagstelling en antwoordcategorieën het toelieten heeft het Nibud een vergelijking tussen de verschillende jaren gemaakt.

woensdag 5 december 2018

Centrale Raad doet uitspraak over proefplaatsingen

woensdag, 05 december 2018

De Centrale Raad heeft op 13 november uitspraak gedaan in een zaak die was aangespannen door Marc van Hoof, advocaat van de Bijstandsbond. De zaak ging over de vraag of een proefplaats -regulier werk verrichten met behoud van een bijstandsuitkering- mag. De Centrale Raad zegt dat het in dit geval mag, want het is een voorziening gericht op arbeidsinschakeling De hoogste rechter heeft er wel bijgezegd dat het doel van de proefperiode en de korte duur van belang zijn. Marc van Hoof interpreteert dat als volgt: dat het doel moet zijn in dienst te komen bij de werkgever tegen een loon. Zo’n proefperiode kan niet als de werkgever niet zegt: je komt bij mij in dienst. Bovendien moet het een korte periode betreffen. In dat geval, zegt de rechter, is van verdringing van bestaande reguliere arbeid geen sprake.

Persoonlijke situatie
De Centrale Raad gaat erg in op het specifieke geval. Of proefplaatsing mag, stelt de rechter afhankelijk van het specifieke geval. Hij zegt dus niet: proefplaatsing mag altijd. De proefplaatsing was zeer toegespitst op de persoonlijke situatie van de klant. ‘Gelet op de omstandigheden van dit geval was de proefplaatsing bij het TDC onmiskenbaar bedoeld om appellant te ondersteunen bij zijn arbeidsbemiddeling met als doel het verwerven van reguliere arbeid, bij welke arbeid geen gebruik (meer) wordt gemaakt van de voorziening’.

Lang nadenken
De Centrale Raad heeft zeer lang over de uitspraak gedaan. De zitting was op 29 mei, de uitspraak is op 30 november verzonden. Dus 6 maanden later. Officieel moet de rechter binnen 6 weken uitspraak doen met een verlenging van 6 weken. Maar er staat geen sanctie op als het veel langer duurt, zoals nu. Officieel staat de uitspraak op 13 november, maar toen moesten er nog op de achtergrond deskundigen naar kijken voor de uitspraak werd gepubliceerd.

Zinsnede
De uitspraak bevat ook de volgende zinsnede: 'Uit 4.3.2.1 volgt dat het antwoord op de vraag of het verrichten van werkzaamheden met behoud van bijstand, zoals bij de onderhavige proefplaatsing het geval is, aangemerkt kan worden als een voorziening gericht op arbeidsinschakeling, zoals bedoeld artikel 9, eerste lid, aanhef en onder b, van de PW, afhankelijk is van de concrete omstandigheden van het geval’. De juridische discussie spitst zich dus toe op de vraag, wat moet worden verstaan onder een ‘voorziening gericht op arbeidsinschakeling’. Het argument van verdringing is voor de rechter van minder belang

Verplichte arbeid
De rechter gaat ook in op wel of niet verboden arbeid. Hier zijn de criteria het excessief of disproportioneel karakter ervan en/of het totaal ontbreken daaraan van enig perspectief richting arbeidsinschakeling. Of daar wel of geen sprake van is, is weer afhankelijk van de concrete omstandigheden. In het onderhavige geval is geen sprake van verboden verplichte arbeid.

Conclusie
De vraag blijft hangen of andere vormen van reguliere arbeid verrichten met behoud van uitkering nu wel of niet mogen. Zoals de Flextensie constructie. Bij de Flextensie constructie kom je na de periode met behoud van uitkering niet in dienst, en de periode duurt 6 maanden. Dit geldt ook voor de 6 maanden stages bij de gemeente Amsterdam die als leer-werk stages worden gepresenteerd. Het draait voornamelijk om de vraag of al deze vormen van onbetaald arbeid verrichten in een specifiek geval wel of niet beschouwd kunnen worden als gericht op arbeidsinschakeling en van korte duur. Volgens Marc van Hoof mag met deze uitspraak in de hand de Flextensie constructie niet. En de leer-werkstages in Amsterdam ook niet, al ligt dat wat genuanceerder. Want dat is tegelijkertijd leren en werken, dus wat is het doel? Maar constructies in de WMO dagopvang zoals bij het bedrijf Reakt waar mensen reguliere arbeid verrichten voor 7,50 euro per dag mogen ook niet.

De uitspraak staat in deze link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2018:3829

zondag 2 december 2018

Bijstandsbond trekt aan de bel. Gemeente Amsterdam traineert aanvragen IOAZ-uitkering. Online check formulier klopt niet. Met reacties manager checklist.


3-12-2018.

Naast de bijstand zijn er nog twee andere uitkeringen, die door de gemeente worden uitgevoerd, nl. de Inkomensvoorziening Oudere en Arbeidsongeschikte Zelfstandigen IOAZ en de Inkomensvoorziening Oudere en Arbeidsongeschikte Werknemers de IOAW. Van de IOAW is een sterfhuisconstructie gemaakt, maar de IOAZ kan een uitkomst zijn voor stoppende ondernemers, die met hun bedrijf het hoofd niet boven water kunnen houden. Het grote voordeel van een IOAZ uitkering is, dat een deel van het vermogen wordt vrijgelaten. Eigen vermogen is vrijgesteld tot een bedrag van 132.299. Een eventuele pensioenuitkering is vrijgesteld tot een bedrag van 122.717 euro. Wel telt een eventueel eigen huis ook mee bij het vermogen.

Nu de checklist van de gemeente Amsterdam. Wanneer je naar de pagina IOAZ aanvragen van de gemeente gaat kun je een checklist invullen en je kunt een gesprek aanvragen waarin je je aanvraag feitelijk doet. Maar je kunt dus eerst een checklist invullen om te kijken of je in aanmerking komt. Die wemelt van de fouten. Zo staat er de volgende vraag: Ik heb geen andere mogelijkheden om aan geld te komen en ik heb geen spaargeld. Dit geldt ook voor mijn partner. Vul je daar nee in, dan wordt gezegd: u kunt niet verder, u komt niet in aanmerking. Zoals we hierboven zagen is dit veel te kort door de bocht. Je mag in principe wel spaargeld hebben.

Iemand kwam op het spreekuur van de Bijstandsbond, waarbij hij de vraag invulde verdient u minder dan 7000 euro met uw bedrijf? Vul je ja in dan wordt gezegd: u komt niet in aanmerking. Vraag een bijstandsuitkering aan. Ook dit klopt niet.

Een andere fout. Op een gegeven moment komt in de check list de vraag: kunt u uw bedrijf per direct beëindigen? Ja. Toen kregen wij ook de mededeling: u komt niet in aanmerking, vraag een bijstandsuitkering aan. Toen wij invulden: nee konden we wel verder gaan. Dit klopt ook niet. Je komt niet voor IOAZ in aanmerking als je al eerder volledig bent gestopt alvorens de IOAZ uitkering aan te vragen. Maar dat is heel iets anders.

Kortom, er klopt weinig van die checklist. De Bijstandsbond gaat het bij de gemeente aan de orde stellen.

Piet van der Lende



Nog op zondagavond kregen wij de volgende reactie:

 Beste heer van der Lende, dank voor uw melding t.a.v. De checklist voor o.m. Het IOAZ. Ik ben de manager van de afdeling die verantwoordelijk is voor de inhoud en gebruiksvriendelijkheid van de checklist. De checklist wordt met name gebruikt voor Bbz aanvragen. Dat zijn er enkele duizenden per jaar, terwijl IOAZ aanvragen in de tientallen lopen. Dat er fouten in het Bbz-pad van de checklist zitten, sluit ik uit. Maar dat er foutjes zitten in de checklist voor het IOAZ of minimaal dat de logica niet voor elke aanvrager duidelijk is, sluit ik vanwege het beperkt gebruik niet uit. 

Naar aanleiding van uw mail heb ik zojuist zelf de voorwaarden voor het IOAZ in de checklist ingevuld. Ik kom de euvels die u noemt niet tegen. Om te weten of ik uw melding moeten adresseren als een inhoudelijke fout in de checklist of een onduidelijkheid, zou ik u willen vragen om even dubbel te checken of u of degene die de checklist heeft ingevuld als eerste meerkeuze heeft ingevuld: ‘Ik ben ondernemer, ouder dan 55 jaar en wil binnen 1,5 jaar stoppen met mijn bedrijf’.  Dit is de enige keuze die het IOAZ pad volgt, alle andere keuzes (ook de keuze ‘ik ben ondernemer, ouder dan 55 jaar en heb financiële ondersteuning nodig’) leiden langs het pad voor een Bbz aanvraag en daarbij gelden o.m. de vragen zoals u deze noemt in uw mail.

Ik hoor graag van u.

Daarop schreven wij de volgende reactie:

  
Beste,

Hartelijk dank voor de reactie zelfs al op zondagavond. Wij hebben het nog eens bestudeerd en wij komen na uw informatie tot de volgende analyse.
Onze gang van zaken is als volgt. We typen in: IOAZ aanvragen gemeente Amsterdam. We komen dan ik Google op de volgende pagina. https://www.amsterdam.nl/veelgevraagd/?productid=%7B40FB837F-362E-4BEC-8651-19ABB6004307%7D

Hier staat toch duidelijk IOAZ aanvragen en vul de checklist in om te kijken of u in aanmerking komt. Ook op de volgende pagina staat er duidelijk als kop boven: IOAZ aanvragen. Vul de checklist in. Achter dit laatste zinnetje is in kleine letters de volgende formulering toegevoegd: ‘Daarmee kijkt u of u misschien recht hebt op bijstand voor zelfstandigen’ Op subtiele wijze is in kleine letters de checklist veranderd van ‘IOAZ aanvragen’, de kop er boven, naar ‘bijstand voor zelfstandigen’. Blijkbaar begrijpen wij nu is het tegelijkertijd een checklist voor de BBZ, die echter nergens wordt genoemd. ‘Bijstand voor zelfstandigen’ is blijkbaar de verzamelnaam voor IOAZ en BBZ tezamen. Ook verderop in de checklist wordt steeds gesproken over ‘bijstand voor zelfstandigen’. 

Dan kom je op de eerste pagina van de checklist waar nu plotseling boven staat: ‘bijstand voor zelfstandigen’. Nu blijkt het zo te zijn, dat ALLEEN als je bij de eerste vraag van de checklist invult ‘Ik ben ondernemer, ouder dan 55 jaar en wil binnen 1,5 jaar stoppen met mijn bedrijf’ dat dan de checklist leidt naar de beoordeling of je voor IOAZ in aanmerking komt. Waarom zou diegene, die wat minder ervaring heeft met het invullen van formulieren, en die wil weten of hij voor de IOAZ in aanmerking komt, niet invullen ‘Ik ben ondernemer, ouder dan 55 jaar en heb financiële ondersteuning nodig’. 

Je zit dan zonder het te weten, in het beoordelingstraject of je in aanmerking komt voor de BBZ en krijgt bij de vraag naar het spaargeld als je daar ja invult de mededeling ‘U komt niet in aanmerking voor de bijstandsuitkering voor zelfstandigen. U kunt het formulier niet verder invullen. Geen toelichting, waarschuwing of wat dan ook. ‘Bijstandsuitkering voor zelfstandigen’ kan van alles zijn. 

Bovendien vul je de checklist in om te weten of je in aanmerking komt voor de IOAZ. Je hebt gehoord van een kennis, dat je volgens hem in aanmerking komt. Het blijkt nu dat je van tevoren al verschillende voorwaarden in je hoofd moet hebben zitten om de checklist in te vullen. Stel, je bent niet op de hoogte van de leeftijdsgrens van 55 jaar? Dan ga je de mist in. 

Op ons spreekuur meldden zich enkele verontwaardigde mensen die zeiden dat de checklist niet klopte. Maar het zit hem er dus in, dat de BBZ heel andere voorwaarden kent dan de IOAZ. Ook wij, toch wel een beetje ervaring met het invullen van formulieren zijn er ingestonken. Wij veronderstellen niet, dat u dit met opzet heeft gedaan, maar het is zeer verwarrend. 

met vriendelijke groet,
Piet van der Lende

Daarop kwam weer deze reactie:

Beste heer van der Lende, dank voor deze nadere toelichting. Ik lees dat er door u geen fouten in de checklist zijn geconstateerd, maar dat de routing voor mensen die de IOAZ denken aan te vragen onduidelijk is en wellicht onlogisch. Ik leg dit neer bij de collega’s die het formulier beheren om hier zo snel mogelijk verbetering in aan te brengen aan de hand van uw toelichting. Kunnen zij evt. benaderen om fine te tunen, mocht het nodig zijn?

Onze insteek bij onze online dienstverlening is om zo min mogelijk de regelingen centraal te stellen en zoveel mogelijk de situatie van de aanvrager. Als de checklist alleen gericht was geweest op het IOAZ dan had de door u gefingeerde ondernemer bij het antwoord op de eerste vraag al als antwoord gekregen dat hij/zij niet in aanmerking komt, terwijl het bij de gecombineerde checklist nog kan blijken dat hij/zij wel in aanmerking komt voor het Bbz.

Met vriendelijke groet,