Persbericht
Gegraaf in privé-leven bijstandsgerechtigden gaat verder dan alleen huisbezoeken
Dienst Werk en Inkomen in Amsterdam verplicht derden zoals particuliere verenigingen en stichtingen waar een bijstandsgerechtigde in het bestuur zit, of lid van is, of vrijwilligerswerk voor doet bankafschriften, boekhoudgegevens en gegevens uit de ledenadministratie te verstrekken. Dit wordt gedaan door gewone controleurs bij routine-onderzoeken.
Particuliere verenigingen en stichtingen wordt de verplichting opgelegd inzage in hun boekhouding te verschaffen tot soms vele jaren terug. Dit alles op grond van artikel 63 Wet Werk en Bijstand, waarin staat dat ‘een ieder’ verplicht is desgevraagd alle inlichtingen te verschaffen en inzage te geven in zijn of haar giro en bankrekeningen en/of boekhouding. Men vraagt soms om die gegevens via de bijstandsgerechtigde maar ook rechtstreeks. Worden de gegevens niet verstrekt, dan kan dit gevolgen hebben voor de uitkering van betrokkene.
vooronderzoek
In veel gevallen wordt voorafgaand aan een huisbezoek vooronderzoek gedaan. Er wordt gezocht op internet, door de naam van de betrokkene in te typen, er worden van te voren bijvoorbeeld standaard gegevens van de belastingdienst gevraagd, met name gegevens over een eventueel vermogen en de nummers van alle bankrekeningen die op een bepaalde naam staan. Deze bankrekeningnummers worden door de belastingdienst verstrekt. Ook vraagt men gegevens bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer. Men weet dus van tevoren al vrij volledig of er aanwijzingen zijn voor fraude. Dus de stelling, dat bij de frauderisico- profielen er een controlegroep is, en dat de controleurs als ze op pad gaan niet zouden weten onder welk profiel iemand valt en of iemand ergens van verdacht wordt, is onzin. Met behulp van het vooronderzoek en ervaringsgewijs wat de kenmerken zijn van de mensen die verdacht wordt van fraude weten de controleurs wel hoe het zit.
Gegevens van derden
Tijdens het vooronderzoek kunnen de controleurs ook kijken in de openbare registers van de Kamer van Koophandel. Wij weten niet, of dit standaard onderdeel uitmaakt van de procedure vooraf. Wij kennen verschillende voorbeelden van mensen, die geen fraude pleegden en waar tijdens het huisbezoek verder ook niets aan de hand was, maar waar wel steeds gevraagd werd naar slapende stichtingen of verenigingen, waarvan de betrokkene niet had opgegeven dat hij of zij daar in het bestuur zat omdat er in feite geen vrijwilligerswerk meer voor gedaan wordt. In sommige situaties gaat men daarbij verder graven. Daarbij eist men inzage in de boekhouding, giro en bankafschriften van verenigingen en stichtingen waar een bijstandsgerechtigde in het bestuur zit, benaderd men derden, die verder niets met de bijstand te maken hebben, maar die wel bijstandsgerechtigden goed kennen, door ook daar een onaangekondigd huisbezoek af te leggen, ook buiten de gemeente Amsterdam. Soms belt men direct op naar een stichting of vereniging en vraagt aan degenen die de telefoon opnemen naar gegevens uit de ledenadministratie of andere gegevens van een bepaald persoon. De Dienst Werk en Inkomen stelt zich op het standpunt, dat derden verplicht zijn op grond van artikel 63 WWB inlichtingen te verstrekken aan 'burgemeester en wethouders' en bovendien ook nog om deze inlichtingen schriftelijk te verstrekken. Schending van die inlichtingenplicht zou strafbaar zijn op grond van het wetboek van strafrecht. Het desbetreffende artikel stelt inderdaad enerzijds, dat 'een ieder' verplicht is inlichtingen te verstrekken, maar verderop in het artikel blijkt, dat het dient te gaan om werkgevers. Het komt dus voor, dat wanneer iemand in het bestuur van een stichting of vereniging zit de boekhouding of de giro afschriften of bankafschriften van de vereniging worden opgeeist. Het gaat er dan waarschijnlijk om, of de desbetreffende uitkeringsgerechtigde geen 'schaalvoordeel' heeft gehad van zijn of haar vrijwilligerswerk of lidmaatschap of bestuurslidmaatschap, waarbij bijvoorbeeld 'inkomsten' zijn gegenereerd, bijvoorbeeld dat je een product koopt op kosten van de stichting wat je dan zelf gebruikt en zo.
In een meer recent geval moest iemand de boekhouding en de bank en giroafschriften van vier stichtingen en verenigingen overleggen, waarbij bij een vereniging de boekhouding diende terug te gaan tot 1997. En verder eiste men inzage van de statuten van alle verenigingen en stichtingen waar die persoon mee te maken heeft. Een advocaat heeft een voorlopige voorziening aangevraagd en naar aanleiding daarvan heeft de Dienst Werk en Inkomen de brief waarin men die gegevens opeist ingetrokken. Nou, de gevolgen zijn duidelijk. Er is straks geen vereniging meer die een bijstandsgerechtigde in het bestuur wil hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten