maandag 16 februari 2015

De schone schijn van de Leerstages van Vliegenthart

De schone schijn van de Leerstages van Vliegenthart.


Wethouder SP Vliegenthart moest zijn vorige plan over de Perspectiefbanen intrekken.
Hier heeft hij niet veel van geleerd. Toen raadslid Maureen van der Pligt ( van zijn eigen partij) de plannen zag, is zij opgestapt omdat ze zich hier niet mee kan verenigen.
Begrijpelijk.
Alleen de hoogte van de 'premie' na afloop van het onbetaalde traject bij de reguliere (lees commerciële)  werkgever is verhoogd. Overigens blijft deze beloning nog steeds achter bij de bestaande 'vrijwilligersvergoeding'.


1. De leerstage is niet vrijwillig
2. tijdens de leerstage heeft de bijstandsgerechtigde geen werknemersrechten.
3. De bijstandsgerechtigde mag meepraten over zijn eigen leertraject, maar mag niet weigeren, er is geen bezwaar en beroepsprocedure
4. De leerstage leidt niet op tot een erkend diploma
5. De leerstage mag 6 maanden duren en met 6 maanden verlengd worden. Er wordt nergens een relatie gelegd met de  inhoud van de 'opleiding'
6.  De leerstage kan plaatsvinden bij een commerciële werkgever
7. De leerstage gaat in eerste instantie over het aanleren van 'werknemersvaardigheden', pas daarnaast over 'vakvaardigheden'
8.  De leerstage kan nog steeds verplicht gesteld worden voor mensen die jarenlang  hebben gewerkt.
9. aantal uren van de leer-werkovereenkomst is niet gemaximeerd op 32 uur
10. productieve arbeid binnen de leerstage wordt niet als zodanig betaald.
            a. productieve arbeid niet als zodanig beloond
            b. er worden voorwaarden gesteld aan het uitbetalen van de premie en              onkostenvergoeding
          c. De premie van €500 (en zelfs met daarbovenop de onkostenvergoeding van          €40) is lager dan de toegelaten vrijwilligersvergoeding:
11. Werkgevers hoeven geen baangarantie te geven
12. Er zijn geen eisen om verdringing van normaal betaalde banen te voorkomen

- wat er wel is, dat zijn gratis arbeidskrachten voor werkgevers

puntsgewijs commentaar:

1. De leerstages zijn niet vrijwillig.
Dat staat heel duidelijk onder beslispunt 2 ( pag 5., onderdeel f) . De betrokkene mag zijn inbreng hebben maar:

'Wel is de werkzoekende verplicht om mee te werken aan de
leerstage die hem of haar uiteindelijk door het college wordt aangeboden.'

Dit volgt uit de Participatiewet (artikel 9, eerste lid, onder b) en de Reintegratieverordening
Participatiewet (artikel 1.6, derde lid).
'Indien van toepassing motiveert het college waarom geen uitvoering wordt gegeven aan een door de
belanghebbende zelf voorgestelde plek voor een leerstage.'
    
     In de reintegratieverordening staat het volgende:  In lid 1.6. punt 5:

        5. Een persoon uit de doelgroep dient bij zijn aanspraak op ondersteuning bij arbeidsre-       integratie:
      - mee te werken aan een onderzoek naar zijn mogelijkheden tot arbeidsinschakeling;
      - inlichtingen te verstrekken die van belang zijn voor de beoordeling van de aanspraak op    ondersteuning;
      -  naar vermogen mee te werken aan een aangeboden voorziening en aan het realiseren van het doel           van de voorziening.

2.  Tijdens de leerstage heeft de werknemer geen werknemersrechten
Het is en blijft een half jaar werken voor je uitkering. Dat betekent dat je nog steeds leeft onder dreiging van een korting op je uitkering. Je valt niet onder een cao, je hebt geen werknemersrechten, geen pensioenopbouw en geen opbouw van WW.  

3. Wel meepraten over leerdoelen, maar geen invloed op inhoud en geen recht op weigering

Er is geen invloed van de betrokkene op aard van de leerstage, slechts op de plaats waar die vervuld kan worden. ( Dus bij de Albert Heijn of de Jumbo, of de Wibra? )

wel worden de 'leerdoelen in overleg'vastgesteld. Maar als ze het niet eens worden, is er geen beroepsmogelijkheid voor betrokkene.

      Geen bezwaar/beroepsmogelijkheid

Onder beslispunt 2, onderdeel f. staat heel duidelijk dat het college beslist.

'Indien van toepassing
motiveert het college waarom geen uitvoering wordt gegeven aan een door de
      belanghebbende zelf voorgestelde plek voor een leerstage.'

      Er staat nergens dat er een bezwaar/beroepsmogelijkheid ingesteld kan worden.

Het besluit wordt genomen 'na' inbreng niet 'in overleg'

     In de re-integratieverordening staat in artikel 1.6 lid 2:
     'Het college stelt na samenspraak met de persoon uit de doelgroep vast welke           voorziening het meest geschikt is om het beoogde doel te behalen.'


4. De leer-werkstage leidt niet op tot een erkend diploma

Onder beslispunt II ., punt 1 staat het volgende:
'Waar mogelijk vormt het behalen van een of meer certificaten onderdeel van de leerstage.' en:
'Een onderdeel van deze overeenkomst is dat de deelnemer op verzoek na afloop van de leerstage een getuigschrift ontvangt.'
    
     Centraal staat in de leerstages het ontwikkelen van 'werknemersvaardigheden' en      daarnaast pas de 'vakvaardigheden'
    
     Onder beslispunt II. 1 staat:
Kern van de leerstage is dat vaardigheden worden ontwikkeld die nodig zijn om
aan het werk te komen bij een werkgever. Centraal staat hierbij de
gedragscomponent – werknemersvaardigheden – en daarnaast ook het aanleren
van vakvaardigheden.

     Dus dan krijg je een certificaat: 'ik kan op tijd komen', 'ik kan met twee woorden      spreken' ? En een eindgetuigschrift: 'ik ben een brave werknemer geweest?

NB!- In een toelichtende brief aan de leden van de commissie worden een aantal 1-daagse cursussen genoemd ( Horeca: HACCP, bouw VCA, heftrucchaufeur, lassen en computercertificaten) die niet veel toevoegen aan de arbeidsmarktpositie.
In ditzelfde stuk wordt genoemd dat de leer-stage een voorschakeltraject zou kunnen zijn voor een BBL-traject.

Het zou beter zijn de leerstage te vervangen door een BBL traject.


5. De leerstage mag 6 maanden duren en met 6 maanden verlengd worden. Er wordt nergens een relatie gelegd met de  inhoud van de 'opleiding'
         
In dit stuk staat het niet, maar de leerstages mogen tot een jaar duren:

In de re-integratieverordening staat in artikel 2.1.:
      d. leerstage bij een werkgever of andere organisatie voor een aaneengesloten periode van           maximaal zes maanden, met de mogelijkheid deze periode tot maximaal twaalf maanden te          verlengen;
      e. leertraject in een praktijkomgeving, gericht op het aanleren en toepassen van werknemers-       en       beroepsvaardigheden, voor een aaneengesloten periode van maximaal zes maanden, met           de        mogelijkheid deze periode tot maximaal twaalf maanden te verlengen;


Er wordt alleen onder II 1.a gezegd dat:

'Een leerstage kan worden aangeboden aan werkzoekenden voor wie het
nodig is dat zij hun werknemers- en beroepsvaardigheden ontwikkelen
voordat zij in dienst kunnen komen bij een werkgever; onderdeel van het
aanbod van een leerstage zijn:
beschrijving van te behalen leerdoelen en certificaten met
betrekking tot beroepsvaardigheden; de deelnemer stelt de
leerdoelen op in overleg met de klantmanager;'

Alleen bij een proefplaatsing  wordt een maximale termijn van 2 maanden aangegeven

'Een proefplaats bij een werkgever kan worden aangeboden aan
werkzoekenden onder de volgende voorwaarden:
a. de proefplaatsing (voor maximaal twee maanden) is nodig om te
bepalen of de betrokkene geschikt is voor de functie en/of voor het
vaststellen van diens loonwaarde in een functie;'

     
6.  de leerstage kan plaatsvinden bij een commerciële werkgever

Onder beslispunt II:
'Een leerstage kan zowel bij een reguliere werkgever als in een voor dit doel ingerichte oefenomgeving plaatsvinden.'

Dus bij reguliere werkgever of op de Laarderhoogtweg of één van de (Pantar)vestigingen in de wijken.

Dat betekent dat de werkgever gewoon een gratis arbeidskracht heeft.

7. De leerstage gaat in eerste instantie over het aanleren van 'werknemersvaardigheden', pas daarnaast over 'vakvaardigheden'
(onder beslispunt II, punt 1:)

'Kern van de leerstage is dat vaardigheden worden ontwikkeld die nodig zijn om
aan het werk te komen bij een werkgever. Centraal staat hierbij de
gedragscomponent – werknemersvaardigheden – en daarnaast ook het aanleren
van vakvaardigheden.'


8.  De leerstage kan nog steeds verplicht gesteld worden voor mensen die jarenlang  hebben gewerkt, maar nu niet meer worden aangenomen omdat ze wat ouder zijn.
(onder beslispunt II, punt 1:)

'Kern van de leerstage is dat vaardigheden worden ontwikkeld die nodig zijn om
aan het werk te komen bij een werkgever. Centraal staat hierbij de
gedragscomponent – werknemersvaardigheden – en daarnaast ook het aanleren
van vakvaardigheden. Het aanbod van een leerstage zal dus niet worden gedaan
aan iemand die op korte termijn bemiddelbaar is naar werk.'



9. aantal uren van de leer-werkovereenkomst is niet gemaximeerd op 32 uur
Er staat nergens dat de leerstage maximaal 32 uur per week is, dus full-time moeten leerwerken is gewoon mogelijk. Als het toch full-time is, dan wordt je zes maanden lang bijna driehonderd euro per maand onder het wettelijk minimumloon tewerkgesteld... zelfs met premie.

De wethouder heeft het alleen over een 32 urige werkweek, dan kom je achteraf ongeveer uit ( op voorwaarde dat je heel braaf bent) met alle premies en toeslagen rond het minimumloon.

Maar: als er toch full-time wordt gewerkt dan:  
bijstandsuitkering € 912,79 per maand, plus 1/6 van de premie ( als die al uitgekeerd wordt) €83,33 plus 40€ onkostenvergoeding (als je voldoende meewerkt)  = € 1084,16  per maand. 
Minimumloon is € 1303,99 per maand.

Dat betekent dat de 'stagaire' per maand € 288,46 onder het minimumloon wordt betaald.
( Op voorwaarde dan wel , dat de € 500 premie na 6 maanden wel wordt betaald, hetgeen niet zeker is) Wordt die premie uiteindelijk niet betaald, dan is de bijstandsgerechtigde tewerkgesteld voor € 376,70 onder het minimumloon.


10. productieve arbeid binnen de leerstage wordt niet als zodanig betaald.

a. productieve arbeid niet als zodanig beloond:
  art 5.1 uit de nadere regels:
1. Het college kan aan een uitkeringsgerechtigde of jongere, behorend tot de doelgroep, die zijn
of haar werknemers- en beroepsvaardigheden nog moet ontwikkelen om met een beperkte
begeleiding productief te kunnen zijn bij een werkgever, een leerstage aanbieden, zo mogelijk
bij een werkgever, waarbij de inzet van de deelnemer in het productieproces ondersteunend
is aan het ontwikkelen van werknemers- en beroepsvaardigheden.

b. er worden voorwaarden gesteld aan het uitbetalen van de premie en onkostenvergoeding:

'Om de inzet tijdens een leerstage te belonen,
wordt voorgesteld een premie van € 500 te verschaffen aan een deelnemer van 27
jaar of ouder die zich in het kader van de leerstage voldoende heeft ingespannen om
de vastgestelde leerdoelen te behalen.' ( onder: kopje bestuurlijke achtergrond halverwege pagina 4)

Ook de onkosten die de bijstandsgerechtigde maakt zijn niet leidend, maar de meegaandheid van betrokkene….

artikel 22 Nadere regels bij de Re-integrtieverordening
'Het college kan aan een persoon behorend tot de doelgroep die voldoende meewerkt aan de aan
hem aangeboden voorzieningen, een onkostenvergoeding verstrekken ten bedrage van € 40 per
maand.

Concrete criteria worden hierbij niet genoemd.

Als er daarna een betaalde baan van minimaal een half jaar wordt gevonden, wordt er daarna nogmaals € 250 uitgekeerd. ( artikel II.1.e)
'- van € 250 voor een uitkeringsgerechtigde van 27 jaar of ouder die
aansluitend op een leerstage is uitgestroomd naar werk en daarmee
ten minste zes maanden volledig uitkeringsonafhankelijk is
gebleven;

Hier wordt weer eens heel duidelijk de verantwoordelijkheid voor de werkloosheid bij de bijstandsgerechtigde neergelegd..


c. De premie van €500 plus onkostenvergoeding van €40 per maand is lager dan de toegelaten vrijwilligersvergoeding:

'Indien u een bijstandsuitkering krijgt van uw gemeente, mag u wel vrijwilligerswerk uitvoeren, maar mag er aan u maximaal € 95 per maand en € 764 per jaar vergoed worden. Indien u onder deze maximumbedragen blijft wordt u niet gekort op uw uitkering. Daarnaast kan uw gemeente u verplichten om vrijwilligerswerk uit te voeren in het kader van re-integratie. Dan mag uw vergoeding wel maximaal € 150 per maand en € 1.500 zijn (bron : info nu)


11. Werkgevers hoeven geen baangarantie te geven
Alleen bij de proefplaatsingen wordt gezegd dat de werkgever de bedoeling moet hebben een wajonger of bijstandsgerechtigde in dienst te nemen.

art II.2.b.b. de werkgever heeft de bedoeling om de betrokkene na de proefplaats
een dienstverband aan te bieden van minimaal 6 maanden
en minimaal voor dezelfde arbeidsduur als de proefplaatsing;

art. 5.1.7 uit de nadere regels:

' Indien de leerstage niet direct leidt tot een dienstverband zoals bedoeld in het vorige lid, biedt
het college zo nodig een andere voorziening aan.'

Dit kan zo maar weer een proefplaatsing / leerstage bij een andere werkgever zijn .

12. Er zijn geen eisen om verdringing van normaal betaalde banen te voorkomen

Sterker nog, er wordt geen woord aan gewijd.

Amsterdam, 15 februari 2015

Dejo Overdijk


Geen opmerkingen:

Een reactie posten