Posts tonen met het label participatiewet. Alle posts tonen
Posts tonen met het label participatiewet. Alle posts tonen

zaterdag 17 augustus 2019

Bijeenkomst FNV over de Participatiewet voor Amsterdammers op 28 augustus


FNV logo

Amsterdam, 16 augustus 2019

#
UITNODIGING 28 AUGUSTUS 2019
HOE GAAT HET NOU MET JOU?
AMSTERDAMMERS IN DE BIJSTAND/PARTICIPATIEWET
Beste vakbondsleden,

Hierbij nodigen we je uit voor een achterbanraadpleging door en voor Amsterdammers in de bijstand/participatiewet. Kom en praat mee over de inzet vanuit de FNV.


donderdag 17 oktober 2013

Andree van Es, wethouder werk en Inkomen in Amsterdam voor Groen Links wil voor bepaalde groepen de bijstand afschaffen


Zie voor update de nieuwe bijdrage

In de begrotingsstukken voor het jaar 2014 die in november en december in de gemeenteraad besproken worden staat een zinsnede, waaruit blijkt dat Van Es wethouder Werk en Inkomen in Amsterdam de bijstand voor bepaalde groepen wil omzetten in een tijdelijke bijstand. Wanneer je bijstand aanvraagt, omdat je werkloos bent, of in een scheiding ligt of vanwege andere onvoorziene omstandigheden een beroep moet doen op bijstand dan wordt tegen je gezegd: je krijgt bijvoorbeeld drie maanden bijstand, dan heb je tijd om betaald werk te zoeken en lukt dat niet, dan heb je pech gehad. Je zoekt het dan maar uit. Ga maar in de goot liggen. Je kunt opnieuw bijstand aanvragen en de gehele administratieve procedure opnieuw doorlopen maar of je het krijgt is maar de vraag.
Letterlijk luidt de passage in de begrotingsstukken: ‘Het college wil het tijdelijke karakter van de bijstand als vangnetfunctie in de uitvoering meer benadrukken. In 2014 wordt in kaart gebracht of, en zo ja, voor welke klanten de bijstand tijdelijk kan worden toegekend op basis van een inschatting vooraf van de maximale uitkeringsduur’.

Het is onmiddellijk duidelijk dat dit in strijd is met de huidige wet, maar er bestaat een kans dat de staatssecretaris van sociale zaken Amsterdam bijvoorbeeld via een Algemene Maatregel van Bestuur de mogelijkheid geeft als gemeente aangewezen te worden waar uitzonderingen gelden.
De pilot die Van Es in Amsterdam wil is belangrijk, omdat zij een flinke vinger in de pap heeft bij het tot stand komen van de nieuwe participatiewet, die de huidige bijstand, Wajong en WSW moet gaan vervangen en die op 1 januari 2015 moet worden ingevoerd. In het kader van het sociaal akkoord is in de Stichting van de Arbeid de zogenaamde werkkamer opgericht, waar vakbonden en werkgevers met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten tot een akkoord hopen te komen over inrichting en uitvoering van de nieuwe participatiewet. Nu bestaan er grote belangentegenstellingen tussen de genoemde drie partijen, die allemaal een grote invloed willen in de uitvoering. Wethouder Andree van Es is voorzitter geworden van deze werkkamer.

De staatssecretaris heeft in het verleden ook al laten blijken, wel gecharmeerd te zijn van een tijdelijke bijstand en daarna zoek je het maar uit.  In Nederland bestaat sowieso een sterke lobby voor het invoeren van het Amerikaanse systeem in de bijstand. Je kunt in je leven maar voor 5 jaar bijstand ontvangen, en voor de rest ga je maar naar de voedselbank of wordt een systeem van voedselbonnen ingevoerd. In het dagblad Trouw verscheen een artikel  over een snoepreisje van prominente sociaal-democraten, waaronder Klijnsma, naar de Verenigde Staten, waar men voordelen zag in een tijdelijke bijstand.
http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/article/detail/1178815/2009/12/03/Warm-worden-van-de-Amerikaanse-aanpak.dhtml

Daaruit bleek, dat behalve de staatssecretaris ook Eric ten Hulsen, directeur van de dienst Werk en Inkomen in Amsterdam 'interessante kanten'  zag aan een tijdelijke bijstand.
In een debat in de Rode Hoed, waar de journaliste Clairy Polak gespreksleidster was, heeft wethouder Van Es zich in vergelijkbare bewoordingen uitgelaten. ‘En aan de andere kant zou ik wel een pleidooi durven doen dat ook de bijstandsuitkering in principe tijdelijk is en dat als je daarin terecht komt dat dat een tijdelijk vangnet is, het is de bedoeling om daar zo snel mogelijk uit te komen en dat betekent he, dat je toch iedere keer, nou, laten we zeggen een keer in het jaar eh opnieuw door de molen zal moeten, van is dit nog terecht, moet je niet eh weer een ronde solliciteren, moet je niet op de een of andere manier weer zelf het initiatief nemen om toch aan het werk te komen dus wat dat betreft strenger dan nu’.

Polak: ‘Ja, want als je zegt je moet een nieuwe ronde solliciteren, goed, dat moet je doen, maar als je zegt hij is tijdelijk, dan zeg je ook na – laten we even zeggen na een paar jaar – en nu, nu houden we ermee op’.
Van Es: ‘Ja, maar dat ik denk dat je… ik zou graag out of the box willen springen maar.. ja, nee, maar dat zou ik wel willen, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat je dat niet haalt. Als mensen geen andere bron van inkomsten hebben, de bijstand is toch terecht en natuurlijk ook echt de bottom line, de bodem, maar nu lijkt het wel alsof het is, of, he via een werkloosheidsuitkering kom je in de bijstand, en daar blijf je dan. En ik zou in die zin zou ik het vervolgens terecht vinden om het besef, dat dat een tijdelijk vangnet is waar je echt zelf alles aan moet doen om daar weer uit te komen, die druk zou ik graag willen opvoeren, en als dat dan zou moeten door te zeggen ja, het is tijdelijk, dat betekent ook dat we na een jaar of twee jaar echt gaan kijken heb jij dit nog wel nodig, dat dat misschien zelfs ook nog wel als consequentie zou kunnen hebben dat je ervoor mensen mee stopt’.

Het is duidelijk dat er een sterke sociaal-democratische lobby bestaat die in de nieuwe Participatiewet het principe van de tijdelijkheid in wil voeren. Wat dit betreft lijkt er bij sommige gemeenten ook een koerswending op komst. Men wil geen langdurige reintegratietrajecten meer, van een jaar of langer, waar mensen met behoud van uitkering = dwangarbeid werken. Dergelijke trajecten leiden nauwelijks tot uitstroom en veel protesten en onderzoek van Jessie Koen van de Universiteit van Amsterdam bij de DWI zou uitwijzen, dat alleen kortdurende trajecten werken en effectiever zijn. Ook de gedachtegang van de gemeenten, dat ze besparingen op de bijstand kunnen doorvoeren door de inzet van langdurig werklozen bijvoorbeeld in de tuinbouw en de bezuinigingen kunnen opvangen door de inzet van dwangarbeiders of toegenomen participatie van de bevolking lijkt een illusie. Experimenten van de wethouder van Rotterdam, Marco Florijn zijn in dat opzicht op niets uitgedraaid. Men focust nu op kortdurende motivatietrajecten in combinatie met een tijdelijke bijstand waar de kersverse werklozen gebrainwashed moeten worden om zich werkend met de ellebogen als de ware neoliberale concurrent om de schaarse arbeidsplaatsen te gedragen. Bezuinigingen wil men nu binnenhalen door de bijstand, die straks ook gaat gelden voor veel mensen die nu nog in de Wajong zitten, nog veel strenger te maken dan nu en de toegang tot het laatste vangnet verder te beperken. Op deze wijze hoopt men ook de druk op de werklozen op te voeren om maar ieder rot baantje te accepteren zonder te kijken naar de arbeidsomstandigheden en voorwaarden.
Voor meer informatie: Bijstandsbond
020-6898806
info@bijstandsbond.org

zondag 4 augustus 2013

Wethouder van Amsterdam Van Es over de toekomst van de bijstand

03-08-2013. Vandaag staan in Het Parool enkele berichten over voorstellen  van de VVD om op grote schaal vrijwilligers in te zetten, oa in de zorg en een bericht, dat 800 WSW-ers gaan werken als vakkenvuller bij Jumbo. Daarnaast hebben we de steeds strengere controlestaat: onaangekondigde huisbezoeken, een maand wachttijd voor je uitkering gaat lopen als je die aanvraagt, etc. In Amsterdam staat wethouder van Es van Groen Links centraal in het gevoerde beleid. Hoe kijkt zij aan tegen de nieuwe ontwikkelingen, en wat kunnen we in de toekomst nog meer verwachten? Een tipje van de sluier werd opgelicht tijdens een debat op maandagavond 13 mei 2013 in de Rode Hoed. Ik heb het een paar jaar geleden al geschreven: de bijstand als generieke regeling waarop je in je leven altijd een beroep kunt doen, mocht het nodig zijn,  gaat eraan. Van Es maakt dat in het onderstaande duidelijk, en tevens, wat de argumenten zijn om op den duur een meer tijdelijke en beperkte bijstand in te voeren.  Wethouder Van Es is niet zomaar iemand. Als wethouder van een van de vier grote steden heeft zij ongetwijfeld een flinke vinger in de pap bij de standpuntbepaling van de Vereniging van Nederlandse gemeenten, die moeizame onderhandelingen voeren met de regering, de vakbonden en de werkgevers over de inrichting van de nieuwe participatiewet, die 1 januari 2015 moet worden ingevoerd. Ook staatssecretaris Klijnsma heeft wel oren naar het standpunt van Van Es. In het dagblad Trouw verscheen een artikel  over een snoepreisje van prominente sociaal-democraten naar de Verenigde Staten, waar men voordelen zag in een tijdelijke bijstand.
http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/article/detail/1178815/2009/12/03/Warm-worden-van-de-Amerikaanse-aanpak.dhtml

Eric ten Hulsen, directeur van de dienst Werk en Inkomen zag 'interessante kanten' aan een tijdelijke bijstand. Terug naar het debat in de Rode Hoed.

Het debat in de Rode Hoed ging over heden, verleden en toekomst van de verzorgingsstaat toegespitst op de sociale zekerheid. Dit debat werd gehouden naar aanleiding van de verschijning van een bundel met essays over de verzorgingsstaat onder de titel  ‘Mij een zorg. De toekomst van de sociale zekerheid’. De essays werden geschreven door verschillende wetenschappelijke bureau ’s van politieke partijen in Nederland.
Het debat stond onder leiding van Clairy Polak. Deelnemers waren oud-premier Ruud Lubbers, wethouder werk, inkomen en participatie van de gemeente Amsterdam Andree van Es, Eimert Muilwijk, voorzitter CNV jongeren en Dennis Wiersma, voorzitter FNV Jongeren.
Clairy Polak nodigde de deelnemers aan het debat uit voortdurend ‘out of the box’, d.w.z. buiten de gebaande paden te denken en dit leverde m.i. verhelderende inzichten op over de analysetrant en de standpunten van de deelnemers. 

 Zoals gezegd concentreer ik mij in dit stukje op wat Van Es gezegd heeft.
Clary Polak vroeg eerst aan Van Es ‘wat komt u als wethouder van werk, en inkomen als problemen van de verzorgingsstaat in de praktijk tegen’?. ‘Nou, een van de moeilijkste, lastigste of slechtste dingen vind ik dat door de verfijning of de regelzucht, vooral uiteindelijk van de landelijke overheid, dat we te maken hebben met heel veel verschillende regeltjes en dus verschillende manieren om mensen te benaderen, met verschillende problemen, terwijl eigenlijk, eigenlijk het basaal gaat het over hetzelfde. Dus een enorme verfijning heeft er plaatsgevonden om net even een uitzondering te maken, of net even daar iets aan tegemoet te komen, of daar juist weer iets aan af te doen, en uiteindelijk kom ik daar heel dicht bij Ruud Lubbers als het gaat om: wat is nou echt van waarde, ben ik ervan overtuigd dat voor verreweg de meeste mensen van waarde is om mee te kunnen doen in de samenleving en ook nog eens een keer mee te kunnen doen door betaald werk. En de kunst is dus, om, dat vind ik als wethouder werk, inkomen en participatie, om dat voor zoveel mogelijk mensen te doen en daarbij te kunnen kijken naar wat ze kunnen en niet naar wat ze niet kunnen’. Polak: ‘dus een verdergaande decentralisatie’? ‘Ja, dat zou voor mij heel veel meer mogelijk maken’.

Van Es verdedigt hier het standpunt van de Vereniging Nederlandse Gemeenten VNG, die vindt dat er drastisch moet worden gedecentraliseerd met meer macht aan de gemeenten, zonder al te veel controle en sturing vanuit Den Haag, en dat verschillende regelingen zoals de Wajong, de WSW en de bijstand moeten worden samengevoegd. De VNG heeft een flinke onderhandelingsvinger in de pap als het gaat om de totstandkoming van de nieuwe participatiewet, en het standpunt van Van Es is dus niet alleen maar het standpunt van een wethouder van een grote stad.

Van Es vond dat werk centraal moet staan in de verzorgingsstaat. Zij vindt het stelsel van sociale zekerheid nog wel van betekenis in die zin, dat er in deze tijd van crisis een bodem is voor mensen die dat nodig hebben, maar zij vindt het stelsel niet meer van deze tijd in de zin dat zij het stelsel veel te weinig activerend vindt, veel te weinig vindt uitgaan van mensen in hun eigen kracht en mogelijkheden zetten en dat het stelsel in een aantal opzichten veel te paternalistisch is geworden.

Ja, dat zou ik heel simpel kunnen maken, dat heeft niet zoveel te maken met een grote visie voor de toekomst, maar ik heb best moeite moeten doen om de opstelling van de klantmanagers in dit opzicht te wijzigen’.
En dan volgt een betoog over het omzetten van ‘de mind’ van de klantmanager die de mensen meer moet activeren.

Clairy Polak nodigde van Es uit ‘out of the box’ te denken. ‘Als jij nu de verzorgingsstaat zou willen reorganiseren, wat zouden dan de basiszaken zijn die je zou willen regelen’. Van Es: ‘dan zou ik om te beginnen aan de werkkant met werkgevers goeie afspraken maken over arbeidsomstandigheden en arbeidsproductiviteit in die zin dat er veel meer mensen zouden kunnen meedoen aan het arbeidsproces’. Polak: ‘ Hoe dan’?. Van Es: ‘Nou door hetzij part time werken of van hen minder productiviteit te vragen dan ze aan anderen zouden vragen’. Polak: ‘minder productiviteit maar dat vindt u wel belangrijk’. Van Es: ‘Ja, dat is heel belangrijk. En dan ben ik ervan overtuigd dat er veel meer mensen mee kunnen doen op hun eigen niveau en dus ook inkomen kunnen verwerven waardoor ze geen beroep hoeven te doen op wat voor uitkering dan ook. Dat vind ik een heel belangrijke eh aan die kant vind ik dat echt essentieel’.

 ‘En aan de andere kant zou ik wel een pleidooi durven doen dat ook de bijstandsuitkering in principe tijdelijk is en dat als je daarin terecht komt dat dat een tijdelijk vangnet is, het is de bedoeling om daar zo snel mogelijk uit te komen en dat betekent he, dat je toch iedere keer, nou, laten we zeggen een keer in het jaar eh opnieuw door de molen zal moeten, van is dit nog terecht, moet je niet eh weer een ronde solliciteren, moet je niet op de een of andere manier weer zelf het initiatief nemen om toch aan het werk te komen dus wat dat betreft strenger dan nu’. 

Polak: ‘Ja, want als je zegt je moet een nieuwe ronde solliciteren, goed, dat moet je doen, maar als je zegt hij is tijdelijk, dan zeg je ook na – laten we even zeggen na een paar jaar – en nu, nu houden we ermee op’.
Van Es: ‘Ja, maar dat ik denk dat je… ik zou graag out of the box willen springen maar.. ja, nee, maar dat zou ik wel willen, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat je dat niet haalt. Als mensen geen andere bron van inkomsten hebben, de bijstand is toch terecht en natuurlijk ook echt de bottom line, de bodem, maar nu lijkt het wel alsof het is, of, he via een werkloosheidsuitkering kom je in de bijstand, en daar blijf je dan. En ik zou in die zin zou ik het vervolgens terecht vinden om het besef, dat dat een tijdelijk vangnet is waar je echt zelf alles aan moet doen om daar weer uit te komen, die druk zou ik graag willen opvoeren, en als dat dan zou moeten door te zeggen ja, het is tijdelijk, dat betekent ook dat we na een jaar of twee jaar echt gaan kijken heb jij dit nog wel nodig, dat dat misschien zelfs ook nog wel als consequentie zou kunnen hebben dat je ervoor mensen mee stopt’.
Polak: ‘dat is een geheel nieuwe invulling van het begrip solidariteit, he want eh ik waardeer het zeer, hoor, out of the box, dus dat ga ik je niet verwijten, helemaal niet, maar wel de constatering, dat dit bijvoorbeeld iets is wat de rechtse partijen al enige tijd roepen, om niet te zeggen al jaren, en u vindt dat ook. En dat die linkse partijen zeg ik nu maar even in het algemeen dat die riepen ja, maar solidariteit. Dit is een nieuwe invulling van solidariteit’.
Van Es: ‘ja, ik vind het ook aanmerkelijk solidairder om ervoor te zorgen dat mensen dus aan die werkkant de gelegenheid krijgen om aan het werk te zijn dan om ze in een gelegenheid te stellen hun leven lang in de bijstand te blijven’.
Polak: ‘En dat is dan de verantwoordelijkheid van de werkgevers, die mensen meer gelegenheid moeten geven om te doen wat hun capaciteiten zijn waarna een werkgever natuurlijk roept: ja hallo hoe zit het met mijn winst’.
Van Es: ‘Ja, dat zeggen de werkgevers, maar dan, dan zou je daarin moeten afspreken dat een beetje minder winst toch eigenlijk wel kan een dat ook een vorm is van solidariteit invullen, of verantwoordelijkheid invullen richting samenleving en mensen die ook recht hebben om mee te doen en dat dat een veel betere vorm is dan steeds maar de productiviteit zo op te drijven, dat je a priori al veel mensen uitsluit van het arbeidsproces’.

In de loop van de discussie werd duidelijk, dat van Es totaal geen instrumentarium heeft, als gemeentelijk bestuurder, om werkgevers inderdaad ergens ook toe te brengen. Ze wil dat er stageplaatsen komen, dat er een quoteringsregeling komt waarbij werkgevers arbeidsgehandicapten in dienst nemen, de werkgevers moeten van de mensen minder productiviteit vragen, maar hoe de werkgevers daartoe gebracht kunnen worden blijft vaag. Het enige is dat werkgevers in goed overleg en misschien subsidies ertoe verleid worden zo te gaan werken. Want tenslotte is er het compromis met de liberalen, in de gemeente en op nationaal niveau, over de zelfstandigheid van de werkgevers in hun personeelsbeleid. Blijft deze kant van het verhaal vaag, aan de andere kant is van Es heel duidelijk. Ze gebruikt de redenering dat er arbeidsplaatsen voor gehandicapten moeten komen en voor mensen met verminderde arbeidsproductiviteit alvast als argument, om een pleidooi te houden voor het afbreken van de bijstand. 

Van Es wil wel een coalitie met de vakbonden, samen naar Den Haag en naar de werkgevers toe, om betere arbeidsvoorwaarden, en plekken voor arbeidsgehandicapten te realiseren en het personeels en arbeidsproductiviteitsbeleid van die werkgevers te beïnvloeden, misschien ook middels acties in de bedrijven. Vraag is wel, hoe die vakbonden mensen met een verminderde arbeidsproductiviteit moeten organiseren, die door het ontbreken van een sociaal vangnet gedwongen zijn hun arbeidskracht tegen elke prijs te verkopen in een situatie van grote massawerkloosheid.

Piet van der Lende

woensdag 31 juli 2013

Onderzoek SP onthullend

31-07-2013. We wisten het eigenlijk wel, zeggen het al jaren en andere onderzoeken hebben het ook aangetoond, maar er staan ook nieuwe dingen in het SP rapport op basis van een enquete onder 1700 bijstandsgerechtigden die van april tot juli werd gehouden. Het rapport geeft een waarschijnlijk vrij getrouw beeld van de ervaringen van de totale populatie bijstandsgerechtigden. Het is toch is het weer een schokkend rapport.

Bijstandsgerechtigden worden vaak met de nek aangekeken door de rest van de maatschappij, de uitkering is te laag om van rond te komen, bijna de helft is ziek of arbeidsongeschikt terwijl de sociale diensten daar weinig of geen rekening mee houden, mensen zijn niet op de hoogte van mogelijke aanvullende inkomensmogelijkheden en worden daar ook niet over voorgelicht want dan gaat het de gemeenten teveel geld kosten, er wordt sowieso geen maatwerk geleverd door de sociale diensten, mensen  worden als nummers behandeld, de gemeenten bieden werkzoekenden geen daadwerkelijke effectieve ondersteuning bij het zoeken van werk en er wordt misbruik gemaakt van het feit, dat het overgrote deel van de bijstandsgerechtigden graag (aangepast) werk wil en daar ook actief naar zoekt door mensen met mooie beloften te werk te stellen met behoud van uitkering of beneden het minimumloon.

geen uitzicht

De meerderheid van die tewerkgestelden geeft aan geen enkel uitzicht te hebben op beter en al jaren in die situatie te zitten. Bijstandsgerechtigden met hun goede wil worden op grote schaal misbruikt als extra goedkope arbeidskrachten, die anderen van de arbeidsmarkt moeten verdringen om zo door concurrentie de lonen omlaag te krijgen. In plaats van werkzoekenden te helpen duurzaam uit de uitkering te komen wordt de meerderheid van de uitkeringsgerechtigden met sollicitatieplicht alleen maar onder druk gezet eenmaal of vaker in de week te solliciteren, zijn er geen vakopleidingen en cursussen, wordt voortdurend gedreigd met sancties en strafkortingen die ook worden uitgedeeld om op die manier de uitstroom te bevorderen door mensen uit de uitkering te pesten. Zodat mensen uit wanhoop onderbetaalde flexibele baantjes nemen of een beroep doen op hun naaste omgeving of hun spaarcenten opmaken om maar van het gelazer van de sociale dienst af te zijn.

schokkend

Ik zeg het een beetje in mijn eigen bewoordingen, zo staat het niet letterlijk in het rapport, maar daar komt het wel op neer. Ronduit schokkend is om te lezen dat 21 procent van de respondenten werkt voor de uitkering. Bijna een op de drie respondenten van die groep (31 procent) al langer dan twee jaar. Zij blijven hiermee afhankelijk van de bijstandsuitkering en hebben geen mogelijkheid om door te stromen naar een reguliere baan. Daarmee is duidelijk dat het langdurig werken met behoud van uitkering reeds een hoge vlucht heeft genomen. Opmerkelijk is dat meer dan de helft van de respondenten (55 procent) die werkt met behoud van uitkering, werk verricht dat normaal gesproken door iemand in loondienst wordt gedaan.
Vierendertig procent zegt dat het om additioneel werk gaat. Opvallend is dat er opnieuw veel reguliere werkzaamheden worden verricht door mensen die met behoud van een uitkering aan het werk zijn. Bijstandsgerechtigden werken in de groenvoorziening, in de huishoudelijke zorg bij de kinderopvang, als receptionist, in een restaurant en in de administratie en verkoop.

Drie kwart (76 procent) van de bijstandsgerechtigden die werkt met behoud van een uitkering zegt dat er geen uitzicht is op een betaalde baan met een vast contract. Voor slechts 10 procent van de respondenten is er de mogelijkheid om via het werken met behoud van uitkering uiteindelijk uitkerings onafhankelijk te worden. Het streven van het werken met behoud van uitkering om mensen na zes maanden uit te laten stromen naar een baan op de reguliere arbeidsmarkt lijkt slechts incidenteel te worden behaald.

aanbevelingen en oorzaken

De aanbevelingen van het rapport liggen een beetje in het verlengde van het bovenstaande, namelijk het omgekeerde. Er moet rekening worden gehouden met de mogelijkheden van bijstandsgerechtigden, maatwerk geleverd, vakopleidingen moeten worden opgestart, de voorlichting moet verbeteren, etc. In het rapport wordt niet ingegaan op de nieuwe Participatiewet, waarbij ik geloof anderhalf miljard op de Wajong, de WSW en de bijstand moet worden bezuinigd. Uit het rapport blijkt, dat de gemeenten de verantwoordelijkheden van de steeds verder gaande decentralisatie onder druk van de bezuinigingen helemaal niet aankunnen, en dat door die decentralisaties de rechten van de burgers zwaar onder druk komen te staan, waarbij iedereen ook nog verschillend behandeld wordt, moet je dat wel willen? Ik wil geen zwartkijker zijn, maar als de Partcipatiewet met nog verdergaande decentralisatie doorgaat kunnen we over vier jaar een rapport maken dat het allemaal nog veel erger is geworden.

tenzij....

Tenzij... de werklozen in opstand komen tegen waar het allemaal om draait, de massawerkloosheid, er zijn geen banen, de bezuinigingen op de mensen die het minste hebben en het in de steigers zetten van de repressieve controlemaatschappij om de mensen op de onderste treden van de maatschappelijke statusladder eronder te houden. Het ziet er niet naar uit dat de bijstandsgerechtigden na jarenlang gekoeionneerd te zijn nu eindelijk massaal in opstand komen, maar je weet nooit, als bestuurder zijnde. Het is die geheimzinnige 'stille kracht' of het gevaar in Laboewangi waar je als onderdrukkende bestuurder voor op moet passen. Tenslotte hebben we op 21 september om maar eens wat te noemen weer een demonstratie in Amsterdam die begint op het Beursplein en naar de Dokwerker voert. Je weet maar nooit.
Door die bezuinigingen moeten klantmanagers targets halen, uitstroomcijfers, het geeft niet hoe, en andere targets, bij een grote caseload, dwz het aantal klanten dat je hebt als casemanager, en dan krijg je dat mensen behalve door de rest van de maatschappij ook door de overheidsinstanties slecht behandeld worden. De relatie met de massawerkloosheid wordt in het rapport niet gelegd. Je kunt de mensen nog zo goed begeleiden, en scholen, maar als die banen er niet zijn houdt het ook op.

Piet van der Lende

Het onderzoek is te downloaden op http://www.sp.nl/

zondag 14 april 2013

Wat zegt het sociaal akkoord over de nieuwe Participatiewet? Komt die er nu wel of niet?

In het sociaal akkoord trekken de samenstellers een grote broek aan. Ze vinden het een historisch akkoord, al wordt dat niet zo gezegd. Impliciet verwijst men in de inleiding naar het historische akkoord van Wassenaar uit 1982. ‘’We kunnen ons in termen van welvaart, inkomen en productiviteit meten met de best presterende landen ter wereld. Dit is mede te danken aan structurele hervormingen in de afgelopen decennia op de markten van goederen, diensten  en arbeid. Hervormingen waarvoor de basis is gelegd in de overlegeconomie”.

Lezing van het sociaal akkoord levert op, dat de lezer met veel nieuwe maar soms vage plannen wordt geconfronteerd, met name op het gebied van het arbeidsmarktbeleid en de opzet van instituties die het arbeidsmarktgebeuren moeten structureren, op het gebied van de flexibilisering van de arbeidsrelaties en de ontslagbescherming en de opzet van de Wet Werkloosheid (WW). Ondanks de uitgebreide behandeling van deze onderwerpen blijft het vaag wat de gevolgen van het sociaal akkoord zullen zijn voor mensen in de Wajong, de WSW en de bijstand. De regering heeft de nieuwe Participatiewet in voorbereiding, maar dit woord komt in de tekst van het sociaal akkoord niet voor. Tussen de regels door kun je het een en ander opmaken over hoe de sociale partners daarover denken. De participatiewet heeft de bedoeling, bijstand, Wajong en WSW samen te voegen in een wet en door middel van werken met behoud van uitkering (dwangarbeid) , loondispensatie, subsidiering van werkgevers en andere arbeidsmarktinstrumenten te pogen werkzoekenden met of zonder handicap aan het werk te krijgen. Daarbij worden de gemeenten verantwoordelijk voor uitvoering van de wet. Van dit laatste neemt het sociaal akkoord duidelijk afstand. Wat betreft het arbeidsmarktinstrumentarium (nu het werkdeel van de WWB dat door gemeenten wordt uitgevoerd) moeten er op regionaal niveau publiek-private samenwerkingsvormen komen en wel landelijk gezien 35 Werkpleinen en 35 Werkbedrijven. Op de Werkpleinen moeten de werkzoekenden worden begeleid die geen handicap hebben en een WWB of WW uitkering hebben. In de werkbedrijven worden Wajongers en WSW-ers tewerk gesteld. Op de Werkpleinen werken regionale werkgevers, vakbondsbestuurders en wethouders van gemeenten in de regio samen om een regionaal arbeidsmarktbeleid tot stand te brengen en een verknoping te bewerkstelligen tussen sectorafspraken van werkgevers en werknemers (in de bouw, de metaal, de schoonmaak, etc., vroeger bedrijfstakken genoemd) en het regionaal arbeidsmarktbeleid van de Werkpleinen. Dit laatste is een antwoord op de veelgehoorde klacht, dat sectorale afspraken op dit moment totaal niet aansluiten op een arbeidsmarktbeleid of arbeidsbemiddelingsbeleid dat door de gemeenten wordt ontwikkeld. De gelden die nu het werkdeel van de WWB zijn zullen voor de Werkpleinen moeten worden ingezet. De gemeenten blijven dus niet meer alleen verantwoordelijk voor de inzet van die gelden. De werkgevers en de vakbonden krijgen een flinke vinger in de pap. Dat is ook het geval bij de Werkbedrijven, die dezelfde samenwerkingsstructuur krijgen als de Werkpleinen, terwijl nu de gemeenten verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de WSW.
Tussen de regels
Uit het bovenstaande blijkt al, dat de samenstellers van de tekst van het sociaal akkoord er tussen de regels door van uitgaan, dat WSW, Wajong en WWB naast elkaar blijven bestaan. In de inleiding wordt er nadrukkelijk op gewezen, dat wij in Nederland oorspronkelijk een onderscheid kenden tussen volksverzekeringen, werknemersverzekeringen (waarvoor vakbonden en werkgevers qua uitvoering verantwoordelijk waren) en sociale voorzieningen. De werknemersverzekeringen werden gefinancierd door premies van werkenden, de sociale voorzieningen uit de belastingen. In de loop van de tijd zijn deze onderscheidingen vager geworden, oa door fiscalisering van de WW en veranderingen in de ziektewet. Het sociaal akkoord wil terug naar bovengenoemd helder onderscheid. “ Nodig is een consistente ordening van de verantwoordelijkheden voor de sociale zekerheid, met een helder afgebakend onderscheid tussen volksverzekeringen, werknemersverzekeringen en sociale voorzieningen (met middelengetoetste uitkeringen). Daarbij fungeren werknemersverzekeringen als risicoverzekeringen. Zij zijn in eerste instantie gericht op de compensatie van schade als gevolg van het intreden en voortbestaan van sociale risico’s zoals werkloosheid en arbeidsongeschiktheid”. In het sociaal akkoord heeft dat meteen al gevolgen voor de financiering van de WW: dat moet weer meer een risicoverzekering worden gefinancierd uit oa premies van de werknemers. Maar ik lees er ook in- ik kan me vergissen- dat daarom samenvoeging van Wajong, WSW en bijstand niet wordt goedgekeurd. De Wajong is een volskverzekeringsachtige regeling, zonder middelentoets, de bijstand is een sociale voorziening met middelentoets. In het sociaal akkoord staat: “In de praktijk stellen sociale partners, vast dat er steeds meer sprake is van vervaging tussen werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en voorzieningen. Daardoor is sprake van een diffuse verdeling van verantwoordelijkheden en worden verantwoordelijkheden niet (volledig) gedragen of mogelijk afgewenteld. Het blijkt echter ook, dat men er wat de participatiewet nog niet uit is, al wordt dat niet expliciet zo gezegd. “gelet op de complexiteit van dit vraagstuk en de nauwe samenhang met de overheidsfinancien zullen sociale partners naar aanleiding van een gerichte adviesaanvraag van het kabinet meewerken aan een voor 1 mei 2014 uit te brengen advies over een consistente ordening van de verantwoordelijkheden van de sociale zekerheid”.
Wordt de Wajong nu wel of niet afgeschaft?
Maar dan stuiten we op bladzijde 13. En dan weet ik het niet meer. Ik heb de bladzijde vier keer gelezen en ik kan niet concluderen of de Wajong nu wel of niet moet worden afgeschaft en of de WSW, de Wajong en de Bijstand nu wel of niet moeten worden samengevoegd. Het staat er niet in. Eerst wordt geconstateerd dat bij “ongewijzigd beleid” het aantal Wajongers zal toenemen van ruim 200.000 in 2013 tot ruim 400.000 in 2040. Men zegt dat deze groei moet worden omgebogen. Hoe? “er kan niet meer worden volstaan met het verstrekken van een vaak levenslange minimumuitkering (welke?) aan werknemers met een beperking. Men wil de mensen met een functiebeperking aan het werk hebben en zo de groei van het aantal Wajongers tegengaan. In de tweede alinea wordt het helemaal vaag. “per 1 januari 2015 komt er nieuwe wetgeving gericht op werken met een functiebeperking”. Ik snap het niet. De nieuwe participatiewet zou toch 1 januari 2014 ingaan, waarin dit geregeld is?. Of wordt gedoeld op andere wetgeving? Of vindt men dat de nieuwe regelingen een jaar moeten worden uitgesteld? Dan: “De verantwoordelijkheid voor het aan het werk helpen en houden van Wajongers en SW-ers is voortaan voor rekening van 35 regionale Werkbedrijven. Wethouders en regionale werkgevers worden hiervoor bestuurlijk verantwoordelijk.”. De vakbonden zijn hier plotseling wat dit betreft uit beeld verdwenen. En dan: “Gemeenten ontvangen van de rijksoverheid een totaalbudget voor de uitvoering van de WWB, SW en Wajong. Daaruit bekostigen zij hun aandeel van de activiteiten van het regionale Werkbedrijf”. Zorgvuldig wordt de term “participatiewet” vermeden en gesproken over drie afzonderlijke regelingen. Conclusie: ik kan er wat betreft bijstandsgerechtigden, Wajongers en WSW-ers geen spek van brouwen.
Ook over de loondispensatie en het werken met behoud van uitkering wordt helemaal niets gezegd. Wel komen op bladzijde 36 projecten aan de orde waar gewerkt gaat worden met “mentorbanen, stage banen, snuffelbanen in een andere sector en dergelijke”. Het schijnt dat de stichting van de Arbeid mbt dit soort banen een uitwerking heeft opgesteld. Het sociaal akkoord is in veel opzichten een vage tekst, waar je alle kanten mee uit kunt. Een historisch akkoord op basis van een springlevend poldermodel, waarin  de sociale vrede hoog in het vaandel staat?. Slechts een tussenfase in een zich chronisch voortslepende en verlammende machtsstrijd aan de onderhandelingstafel en in wandelgangen, van een reeks belangenorganisaties, instituties, werkgevers en verschillende bestuurslagen bij de overheid over hoe verarming moet worden bestreden en de maatregelen die mbt de mensen op een minimaal inkomen (werkenden en uitkeringsgerechtigden) moeten worden genomen en wie daarbij de macht krijgt over de uitvoering en vooral: het geld.  Deze machtsstrijd- waar bestuurders van verschillende politieke kleur in verschillende functies jarenlang een rol spelen,  zoals Marco Florijn, eerst onderhandelaar namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten VNG en nu wethouder in Rotterdam, duurt nu al minstens twee jaar. Het is begonnen toen voor het eerst de reorganisatie van regelingen voor de minima onder het vorige kabinet op de politieke agenda kwam. Daarbij hebben de rechtse krachten door het in de publiciteit brengen van schandalige aantijgingen in de richting van de verarmden en een voortdurende stroom van incidentele maatregelen in het verengde daarvan zoals de invoering van de huisbezoeken en de invoering van een generieke tegenprestatie voor je bijstandsuitkering, politiek de overhand. Deze situatie kan zonder protest van de mensen die getroffen worden nog jaren voortduren. Werkgevers en werknemers denken zoals we zagen in de zomer van 2014 een advies uit te brengen over verdeling van verantwoordelijkheden……… De instituties en verschillend lagen bij de overheid strijden om de macht en het geld ter wille van hun eigen voortbestaan, de mensen die in armoede leven hebben het nakijken.
Piet van der Lende

woensdag 11 april 2012

Invoering Wet Werken naar Vermogen brengt grote uitvoeringskosten met zich mee

Actuele berekeningen van baten en lasten zijn niet gemaakt.

Uit de dossiers van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Enige tijd geleden heeft de Bijstandsbond in samenwerking met het onderzoeksburo Jansen en Janssen een beroep gedaan op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) om inzage te verkrijgen in de stukken die geleid hebben tot het ontwerp van de Wet Werken naar Vermogen. In bezwaar werden ons een groot aantal memo’s en nota’s toegestuurd, waarbij veel tekst is witgemaakt, maar het bevat toch de nodige informatie. Op basis van deze informatie zullen wij de komende en volgende week een reeks artikelen publiceren, die op de stukken zijn gebaseerd. Volgende week wordt de Wet Werken naar Vermogen (WWNV) in de Tweede Kamer behandeld.

In dit artikel behandelen wij de uitvoeringkosten en de verminderde inkomsten die het gevolg zullen zijn van invoering van de wet. De onderhandelingen tussen het Ministerie en met name vertegenwoordigers van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) begonnen eind november, begin december 2010. Intensieve gesprekken vinden echter pas in januari 2011 plaats.  In februari 2011 slepen de onderhandelingen zich voort in het kader van de onderhandelingen over het bestuursakkoord tussen de gemeenten en het Rijk. Een bestuursakkoord, dat er wat betreft het onderdeel WWNV nooit is gekomen.  De gemeenten benadrukken, dat ze bij de hele operatie veel te weinig geld krijgen om de wet goed te kunnen uitvoeren. Met name de bezuinigingen op de reintegratiegelden en de WSW zijn een groot struikelblok. Informatie en ramingen over kosten waren in de moeizame onderhandelingen tussen rijk en gemeenten erg belangrijk.

Een explosief rapport

Een al in januari 2010 opgesteld rapport van het onderzoeksbureau APE komt in verband met de uitvoeringkosten in maart 2011 plotseling weer op tafel. [1] Eind februari komt de ambtenaren van het ministerie ter ore, dat de opstellers van het rapport van APE een artikel in Sociaal Bestek zullen publiceren, waaruit zou blijken dat tegenover de besparingen voor het Rijk aanzienlijk meer uitvoeringkosten staan dan het ministerie tot dan toe had becijferd. Sociaal Bestek zal 4 maart 2011 met een nieuw nummer verschijnen. Het artikel is geschreven door Wilms Goudriaan en Aarts de Jong, beide werkzaam bij onderzoeks en adviesbureau APE. De strekking van het artikel is dat het kabinet de gemeentelijke uitvoeringskosten voor de Wajong onderschat waardoor een tekort dreigt van mogelijk 500 miljoen euro per jaar. Dit is heel wat anders dan de bezuiniging van 1,8 miljard die het kabinet met de invoering van de WWNV hoopt te bereiken. Blijkens memo 54 beschikken de ambtenaren van het ministerie op 1 maart al over het artikel. Op die dag wordt een set van 5 memo’s opgesteld dat de donderdag daarop om 14.30 uur zal worden besproken met de staatssecretaris. Memo 54 gaat over de berekening van winst en verlies bij de invoering van een decentrale Wajong. De ambtenaren geven in het memo een reactie op het artikel. Zij hebben geïnformeerd wie het onderzoeksbureau opdracht tot het houden van het onderzoek heeft gegeven, waarop het artikel is gebaseerd. Wie heeft de onderzoekers op dit moment van de onderhandelingen gevraagd dit artikel te publiceren en het al eerder verschenen rapport uit het stof te halen? De onderzoekers beweren dat ze dat alleen gedaan hebben op verzoek van de redactie van Sociaal Bestek. In het memo klinkt ongeloof van de ambtenaren door. ‘Dit artikel is, naar zeggen van de auteurs, geschreven op verzoek van de redactie van Sociaal Bestek’. Het memo 54 is verder geheel wit gemaakt. Blz 2 bevat het woord ‘sommen’. Blz 4 bevat de woorden ‘Bijlage: toelichting op verschillen in raming’.

Andere memo’s over kosten en baten

Memo 54 verschijnt tezamen met memo 55, 56, 57 en 58. Ook deze memo’s gaan over de kosten en baten van de hele operatie. Eerst wordt in memo 55, dat 11 bladzijden lang is, een totaalbeeld geschetst van de kosten en baten. Deze 11 bladzijden zijn echter geheel witgemaakt en bevatten verder geen informatie. In memo 56 wordt ingegaan op de kosten van de opzet van de dienstverlening aan werkgevers via gemeenten. Gemeenten zullen via samenwerkingsverbanden werkgevers moeten benaderen om gedeeltelijk gehandicapte werknemers in dienst te nemen. Daarvoor moeten service-centra worden opgezet, wat kosten met zich meebrengt. Memo 57 draagt als titel vervolgvraag Wajongmaatregelen en AWBZ premies. Het memo gaat over het vraagstuk of een Wajonger AWBZ premie betaalt en zo ja, hoeveel. Er staat verder niets uitgelegd, maar duidelijk is dat als gedeeltelijk arbeidsongeschikte Wajongers geen andere inkomsten hebben, een AWBZ premie betaald wordt als percentage van het Wajonginkomen. Als deze en misschien nu nog volledig arbeidsongeschikte Wajongers met een volledige uitkering in de WWNV komen zal er geen premie meer betaald worden en worden de inkomsten uit premies voor de AWBZ dus navenant minder. Memo 58 draagt als titel Overheveling reintegratiebudgetten WWNV. Blijkbaar brengt dit ook extra kosten met zich mee. Dit memo is geheel witgekalkt. Conclusie kan luiden, dat alle 5 de memo’s gaan over de kosten en baten van de hele operatie van overheveling van de Wajong naar de gemeenten en de invoering van de WWNV en de uitvoeringskosten die dit met zich meebrengt. Deze berekeningen zijn geheim. Hoeveel minder opbrengsten aan AWBZ premies er zijn is moeilijk te ramen, omdat je dan een raming moet maken van het aantal (volledige) Wajongers dat in de WWNV terecht zal komen, en dat is van te voren moeilijk in te schatten omdat de mensen eerst gekeurd moeten worden, wat trouwens ook extra uitvoeringskosten met zich meebrengt. Maar die berekening heeft men wel gemaakt en is geheim. De staatssecretaris en zijn ambtenaren waren op tijd op alles voorbereid.

Een FNV rapport

Maar het artikel wordt gepubliceerd en heeft althans in de publiciteit geen gevolgen. Geen enkele journalist besteed er aandacht aan. Maart gaat voorbij. Tot 30 maart 2011. Dan geeft de FNV een verklaring uit waarin zij zich uitspreekt tegen het samenvoegen van allerlei regelingen in een WWNV. Ook wil het FNV de taken van het UWV handhaven. Het op een hoop gooien van Wajong, WSW, WWB en WIJ levert juist een kostenpost van 750 miljoen euro op in plaats van de door het kabinet beoogde bezuiniging.

Dat is de conclusie van onderzoek van het bureau Epsilon Research, in opdracht van de FNV. [2]

Het betreft hier een literatuuronderzoek, waar ook het al eerder genoemde rapport van APE ter sprake komt. De staatssecretaris moet goed voorbereid zijn geweest op deze FNV interventie. Hij had het antwoord al een maand op de plank liggen, blijkens de 5 memo’s. De interventie van de FNV wordt in verschillende media genoemd, en haalt het NOS journaal. Behalve de kosten van 750 miljoen euro wordt naar voren gebracht, dat het in eerste instantie een goed idee leek om de uitvoeringstaken van het UWV over te hevelen naar de gemeenten. Het schuiven met Wajongers en andere uitkeringsgerechtigden van loket naar loket zou dan tot het verleden behoren. Maar het onderzoek van de FNV toont aan dat er alleen maar meer regels bijkomen en dat de reïntegratie 35 keer duurder wordt dan nu het geval is. "Gemeenten zullen allemaal apart een uitvoeringsbeleid maken en daarbij opnieuw het wiel moeten uitvinden. Dat leidt tot wel 420 regelingen in plaats van één", zegt de vakcentrale. De FNV wil daarom dat het kabinet het besluit herziet. De volgende dag laten ook de werkgevers weten niets in een uitvoering van een decentrale Wajong door de gemeenten te zien. Ze gebruiken dezelfde argumenten als de FNV.  Gemeenten moeten niet de verantwoordelijkheid krijgen voor de Wajong-uitkering. Bernard Wientjes vreest voor een 'uitvoeringsmoeras', omdat werkgevers dan met 420 aanspreekpunten te maken krijgen. De voorzitter van VNO-NCW ziet liever dat de uitkering aan jonggehandicapten blijft bij het UWV, de huidige uitvoeringsorganisatie. Als de arbeidsbemiddeling voor jonggehandicapten bij gemeenten komt te liggen, wordt het beleid te versnipperd. Er kan beter één centrale uitvoeringsorganisatie de Wajong blijven doen. Volgens VNO-NCW heeft het UWV, met slechts dertig regio's, één centrale aansturing en ruime ervaring met deze regeling, daarvoor de beste papieren.

Brief staatssecretaris

11 april 2011 reageert de staatssecretaris per brief. In de brief wordt geschermd met berekeningen van het CPB, maar er wordt verder geen bron genoemd en om welke berekeningen het gaat. [3] Het CPB maakt volgens de brief een andere inschatting van de uitvoeringskosten dan in het onderzoek van Epsilon research. Dit onderzoek spreekt ‘de vrees uit dat uitvoering van de (gehele) Wajong door vele gemeenten in plaats van één UWV veel duurder is’. Volgens de brief van de staatssecretaris verwacht het CPB  niet dat de hervorming van de Wajong en de nieuwe regeling WnV ertoe leidt dat de uitvoeringskosten van het UWV (voor de Wajong, de groep volledig en duurzaam arbeidsongeschikten) en gemeenten (voor de gemeentelijke doelgroep) per saldo zullen toenemen. Dit vanuit de veronderstelling dat eventuele schaalnadelen opwegen tegen schaalvoordelen vanwege synergie met andere gemeentelijke regelingen en vanwege de mogelijkheid dat gemeenten door de vergrote beleidsvrijheid samenwerkingsverbanden kunnen aangaan om schaalnadelen te voorkomen. Om precies dezelfde redenen hebben gemeenten, in de aanloop naar de kabinetsformatie, aangegeven dat veel kosten kunnen worden bespaard en de effectiviteit van re-integratie kan worden vergroot.

De brief van de staatssecretaris gaat ook in op de conclusies van het onderzoeksrapport van de APE. Daarover zijn zoals we zagen begin maart de memo’s gemaakt. De brief: ‘In de berekeningswijze hebben de APE onderzoekers naar mijn mening onvoldoende rekening gehouden met de beleidswijzigingen die het kabinet heeft voorgesteld. Ook hebben zij bepaalde aspecten niet in hun berekeningen betrokken, zoals de al eerder genoemde schaalvoordelen en de verwachte synergie. Zoals ik hiervoor al een paar keer heb gemeld, heeft het kabinet gebruik gemaakt van de berekeningen van het CPB en het CPB heeft deze aspecten (en andere) wel in zijn berekeningen meegenomen’. Einde citaat.

Er wordt gesproken over ‘de berekeningen van het CPB’. Ik heb het CPB gebeld, maar zij wisten zo niet op welke berekeningen de staatssecretaris wijst, en ze wilden het ook niet uitzoeken. Ik moest eerst maar eens navragen bij het ministerie welke berekeningen bedoeld worden en dan kunnen zij het- als het openbaar is- opzoeken. Ik heb de vraag via postbus 51 neergelegd bij het ministerie maar beantwoording kan wel een week duren. Nadere navraag bij de FNV levert op, dat het CPB in september 2011 een policy brief heeft gepubliceerd, waarin berekeningen staan over de te verwachten ontwikkelingen in de Wajong. Hier staan echter geen berekeningen in over de extra uitvoeringkosten bij overheveling van de Wajongers naar de gemeenten. [4] Wel wordt berekend, wat de effecten zijn van het feit, dat gemeenten bijstandsgerechtigden gestimuleerd hebben een Wajong uitkering aan te vragen wanneer ze arbeidsongeschikt waren. De gemeenten hebben daarnaar gestreefd, omdat ze dan geen kosten meer hebben in verband met de WWB. Dit rapport kan door de staatssecretaris in zijn brief niet zijn bedoeld, want de brief van de staatssecretaris is van 11 april 2011 en bovengenoemd rapport van het CPB is van september 2011. Op de website van het CPB is de enige verdere berekening die te vinden is een rapport van 18 augustus 2009, waarin de Toenmalige VVD plannen voor samenvoeging van Wajong, WSW en bijstand worden doorgerekend. [5]

Volgens de berekeningen van het CPB zou dit VVD plan leiden tot een besparing van 1,2 miljard euro. In het VVD plan worden echter de meeste uitkeringen en WSW lonen voor personen onder de 27 jaar afgeschaft. Uitkeringen worden verlaagd en de lonen van WSW-ers worden fors verlaagd. Op het budget voor reintegratie wordt fors bezuinigd. De besparingen zullen echter pas op de langere termijn worden bereikt. Dit is dus een heel ander plan dan wat er nu aan voorstellen in het kader van de Wet Werken naar Vermogen op tafel ligt. In het huidige wetsvoorstel wordt ervoor gekozen het aantal WSW plaatsen op langere termijn fors te beperken en hebben jongeren nog wel uitkeringsrechten.

Nu zijn er een aantal mogelijkheden. Ik heb een CPB berekening over het hoofd gezien of de CPB berekeningen waar de staatssecretaris in zijn brief verwijst zijn niet openbaar gemaakt. Een derde mogelijkheid is, dat de staatssecretaris verwijst naar de berekeningen van augustus 2009.  Zijn opmerking dat de berekeningen van APE uit 2010 niet actueel meer zijn omdat er sindsdien beleidsvoornemens gewijzigd zijn komt dan wel in een heel ander daglicht te staan. Hij citeert dan zelf immers uit een CPB berekening van augustus 2009. Al met al lijkt het erop, dat een deugdelijke openbare, actuele  CPB analyse van de kosten en baten niet bestaat en dat de 1,8 miljard die men wil bezuinigen door invoering van de Wet Werken naar Vermogen volkomen uit de lucht gegrepen is en gebaseerd op niet onderbouwde ramingen of gebaseerd op niet openbare berekeningen van het CPB. Het zou wel eens kunnen, dat het saldo van kosten en baten nog somberder is qua bezuinigingen dan door de APE is voorspeld. Hun rapport uit 2010 en ook de vage brief van de staatssecretaris van april 2011 gaat immers alleen in op mogelijke toegenomen uitvoeringskosten van overheveling van de Wajongers naar de bijstand. En niet op enkele punten die wel in de memo’s worden genoemd, zoals de overheveling van reintegratiebudgetten naar de gemeenten (de ontschotting genoemd, waar vele memo’s in de ons toegestuurde stukken over gaan) en de verminderde inkomsten uit AWBZ premies door de overheveling van Wajongers naar de bijstand. Zodat naast de uitvoeringskosten die in het APE rapport worden genoemd ook nog eens de bezuinigingen op de AWBZ door overheveling van taken naar de gemeente voor een gedeelte teniet worden gedaan.

11/04/2012 Piet van der Lende

Bijstandsbond



[1] Aarts de Jong en Wilms Goudriaan. Schaalniveau en doelmatigheid in de uitvoering van de sociale zekerheid. Eindnotitie. Onderzoek in opdracht van het UWV. Public Economics BV. (APE). De Haag, 18 januari 2010. APE rapport nr 15-719

[2]  Drs. W.S. Zwinkels. Verwachte effecten overheveling Wajong naar gemeenten. Epsilon Research. Opdrachtgever FNV. Maart 2011.

[3] Tweede Kamer der Staten Generaal. Vergaderjaar 2010-2011. Brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Arbeidsmarktbeleid 29544. Nr 286. 11 april 2011.

[4] Daniel van Vuuren, Frank van Es en Gijs Roelofs. Wajong groeit explosief. Samenhang met bijstand belangrijk. CPB Policybrief 2011/09. ‘Van bijstand naar Wajong’.

[5]  CPB notitie 18 augustus 2009. Budgettaire effect samenvoeging WWB, Wajong en WSW. Onderzoek in opdracht van de VVD.

mso-bidi-font-weight: normalP style=

dinsdag 31 januari 2012

Het wetsvoorstel van de Wet Werken naar Vermogen komt eraan

Staatssecretartis Paul de Krom heeft maandag voor de OESO in Parijs een presentatie gehouden van de Nederlandse plannen voor de hervorming van wat de onderkant van de arbeidsmarkt wordt genoemd. Het ging daarbij om het duidelijk maken van de samenvoeging van bijstand, sociale werkplaatsen en Wajong. Volgens De Krom wil het kabinet in de zorg aan gehandicapten meer aandacht voor werk. Ook moeten jongeren met een lichamelijke en/of geestelijke beperking in het speciaal onderwijs beter worden voorbereid op een leven van iemand die betaald werk verricht. De staatssecretaris wil nog deze week zijn wetsvoorstel Werken naar Vermogen bij de Tweede Kamer indienen.

De bedoeling is volgens de staatssecretaris dat de gemeenten een centrale rol krijgen bij het beinvloeden van de onderkant van de arbeidsmarkt en dat een totaalaanpak wordt ontwikkeld met het onderwijs en de (jeugd)zorg om mensen met een beperking uit de uitkering te houden en aan het betaalde werk te helpen. De staatssecretaris gaat hierover in maart verder praten met zijn collega's Marja Bijsterveldt van Onderwijs en Marlies Veldhuijzen van Zanten van Volksgezondheid.

De OESO concludeerde maandag ook nog in een studie dat een steeds groter deel van de beroepsbevolking van westerse landen kampt met psychische problemen. Daardoor zou er een toenemend beroep op zorg en uitkeringen zijn. Nederland wordt samen met Zweden en Zwitserland genoemd als landen die op de goede weg zijn met hervormingen. Dus Nederland wordt na de rigoreuze bezuinigingen op het bijzonder onderwijs, de invoering van strenge maatregelen in de bijstand waarbij door de huishoudtoets kinderen voor hun ouders moeten zorgen als voorbeeld genoemd voor andere landen. Dat kan wat worden in die landen. Want het gaat er natuurlijk niet om de oorzaken van de psychische problemen te bestrijden maar zoveel mogelijk mensen de arbeidsmarkt op te jagen tot het uiterste, ook als ze dat nauwelijks kunnen en nog meer in de problemen komen. Alle maatregelen van deze regering zijn erop gericht het leger van mensen die gedwongen zijn zich tegen iedere prijs op de arbeidsmarkt ter beschikking te stellen zo groot mogelijk te maken. Zie ook de voorstellen van vandaag voor inperking van de alimentatieverplichtingen

PvdL

dinsdag 21 juni 2011

Nieuw Wetsontwerp voor de Wet Werk en Bijstand

Het wetsvoorstel Werken naar Vermogen dat als het wet wordt als uitgangspunt zal gaan dienen voor de samenvoeging van de Wajong, de huidige Wet Werk en Bijstand en de Wet Investeren in Jongeren (Wet WIJ) en de Wet Sociale Werk Voorziening (WSW) is voorzover ik kan zien nog steeds niet openbaar. Wel zijn een reeks van belangrijke wijzigingen van de Wet Werk en Bijstand WWB  bij de Tweede kamer aanhangig gemaakt.  Daarbij wordt de Wet WIJ afgeschaft en een toets op het huishoudinkomen ingevoerd. Wanneer dit wet wiordt weet ik niet, het moet nog in de Eerste en Tweede Kamer behandeld worden, en dus kan het op zijn vroegst 1 januari 2012 zijn lijkt mij. De verplichtingen voor uitkeringsgerechtigden op zoek te gaan naar een baan worden aangescherpt oa. De Raad van State vat het wetsontwerp als volgt samen
´De belangrijkste maatregelen zijn het aanscherpen van de regels ten aanzien van jongeren tot 27 jaar die thans in de Wet investeren in jongeren (WIJ) zijn opgenomen, en deze over te hevelen naar de WWB, het afschaffen van de bijstand voor inwonenden, het vervangen van de toets op het inkomen van de partner door een toets op gezinsniveau (huishoudinkomen), het vervallen van de specifieke ontheffing van de arbeidsverplichting voor alleenstaande ouders met jonge kinderen, de maximering van het gemeentelijke minimabeleid en de introductie van de mogelijkheid om de verplichting op te leggen om maatschappelijk nuttige werkzaamheden te verrichten als tegenprestatie voor bijstandsverlening.´.

Aan dit laatste en ook aan de loondispensatie dus werken onder het minimumloon, wijdt de Raad van State een hele beschouwing in het kader van EVRM en de ILO verdragen, waarbij zij in feite met zoveel woorden zegt dat het wetsvoorstel daarmee in strijd is.

Piet


Het persbericht van het Ministerie van Sociale Zaken.

Het wetsvoorstel

Advies van de Raad van State

vrijdag 15 april 2011

Duizenden ontslagen voor ID-ers en de positie van mensen in de bijstand

Het landelijk beeld: duizenden ontslagen dreigen of zijn al gerealiseerd voor mensen met een ID-baan. De positie van bijstandsgerechtigden is wisselgeld in de onderhandelingen over samenvoeging van regelingen.
De gemeenten worden dit jaar drastisch gekort op hun re-integratiebudgetten door het bezuinigingsbeleid van de nieuwe regering. Een reeks van gemeenten heeft daarom besloten het aantal arbeidsplaatsen in de wsw en vooral het aantal mensen met een Instroom-Doorstroom baan drastisch te verminderen. Deze laatste banen zijn ontstaan toen het Rijk alweer een aantal jaren geleden de regeling van de ID-banen- de Melkertbanen afschafte. In veel gemeenten deden deze ID-ers onmisbaar werk, als schoolconciërge, in de wijkopbouw en in vele andere functies. Gemeenten besloten daarom –zij het in beperkte mate- deze ID-banen te blijven financieren uit de re-integratiebudgetten. (Het W-deel van de Wet Werk en Bijstand).

De huidige vermindering van het aantal ID-banen in veel gemeenten en in sommige gemeenten de gehele afschaffing ervan betekenen landelijk gezien opnieuw werkloosheid voor duizenden die tot nu toe zeer nuttig werk deden. Het is een van de eerste vele gevolgen van het afbraakbeleid van deze regering, die zich langzaam maar zeker beginnen af te tekenen. Maar om hoeveel banen het gaat daar heeft landelijk gezien niemand een overzicht van; de gemeenten voeren het beleid uit, en de discussie over de ID-banen en de bezuinigingen op de WSW blijven dan ook meestal op lokaal niveau steken. Een globale inventarisatie die met enig googlen wel te vinden is levert op, dat vanaf oktober vorig jaar tot nu toe actie gevoerd werd in Nijmegen, Groningen, Haarlem, Rotterdam, Leiden, Apeldoorn en verschillende andere gemeenten.

Discussies over de bezuinigingen op ID-ers in gemeenteraden kun je nog veel meer vinden, oa in Tilburg. Als je het aantal banen optelt dat op de tocht komt te staan heb je het over duizenden. Er zijn verschillende demonstraties en stakingen geweest. Wat mij daarbij opvalt is, dat al vanaf oktober vorig jaar overal in den lande actie gevoerd wordt door ID-ers, maar dat van een landelijke coördinatie in het geheel geen sprake is. De duizenden ontslagen in deze groep dringen dan ook nauwelijks door in de landelijke pers en een meer algemene-nationale- discussie over het nut van ID-banen komt niet van de grond. De actievoerders richten zich uitsluitend op het lokale niveau, en proberen door onderhandelingen met de gemeente te redden wat er te redden valt.

Een van de redenen voor het gebrek aan coördinatie van acties op landelijk niveau is het beleid en de positie van grote landelijke organisaties die voor de ID-ers kunnen opkomen, zoals de linkse politieke partijen en de ABVA/KABO. Enerzijds voeren de linkse politieke partijen oppositie tegen de bezuinigingen van het kabinet. Anderzijds zitten zij op lokaal niveau in het bestuur en zijn de plaatselijke partijbestuurders gedwongen de rigoureuze bezuinigingen van het kabinet door te voeren en de definitieve volledige afbouw van de ID-banen te regelen. Wat daarbij ook een rol speelt, is het steekspel dat op dit moment plaatsvindt over de door de regering aangekondigde samenvoeging van de Wet Werk en Bijstand, (WWB) de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en de Wet Arbeidsongeschiktheid Jong Gehandicapten. (Wajong).

Over deze samenvoeging en de door de regering al in het regeerakkoord aangekondigde maatregelen zijn op allerlei niveaus onderhandelingen gaande. Met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten wordt onderhandeld over een bestuursakkoord en de vakbonden lobbyen in de wandelgangen voor een zo gunstig mogelijke regeling voor de betrokkenen. In deze situatie zoeken de onderhandelaars vanuit het lokale niveau en in het kader van de VNG en in de vakbonden naar posities in de onderhandelingen waarin prioriteiten worden gesteld. Niet alle eisen vanuit het lokale niveau kunnen worden gerealiseerd. Men gaat dus kijken welke insteek men moet laten vallen en voor welke groepen men zich sterk wil inzetten, omdat men inschat dat daarvoor het maatschappelijk draagvlak en de ideologische rechtvaardiging het sterkst is en de organisatiegraad het hoogst is.

In dit kader lijken vooral de bijstandsgerechtigden en de ID-ers het kind van de rekening te worden. De onderhandelaars van de VNG hebben in feite al een bestuursakkoord met de regering alleen de financiering van de WSW en de positie van de WSW-ers is nog een knelpunt. Met andere woorden: men zet zich in dit steekspel op de WSW-ers en ook de Wajongers. De Wajong is in feite een arbeidsongeschiktheidsverzekering en voor de arbeidsongeschiktheidsverzekeringen hebben de vakbonden -met een hoge organisatiegraad van WAO’ers en Wajongers- en de linkse politieke partijen zich altijd ingezet. Mooi bijkomend punt voor de linkse partijen is, dat de Wajong nu niet door de gemeenten wordt uitgevoerd en de lokale bestuurders niet in de knel kunnen komen als er landelijk voor wordt opgekomen.

In Amsterdam hebben de ID-ers ervaringen met de steun van de vakbonden. Enige jaren geleden voerde het college met Groen Links en de Partij van de Arbeid in de gemeente een afbouwregeling voor de ID-ers in. Toen er protesten tegen de afbouw op gang kwamen, haakte de ABVA/Kabo af. De afbouwregeling zou een goede zaak zijn omdat ID-ers tot in lengte van dagen in de ID-regeling zouden blijven hangen, en het is een onvolwaardige gesubsidieerde baan en de mensen moeten doorstromen naar een echte baan, dus moest worden ingezet op het regulier in dienst nemen van de ID-ers door de werkgevers waar zij werkten. Daarbij moest de afbouwregeling van de gemeente worden aanvaard. Bijkomend argument van de ABVA was, dat de banen op een oneigenlijke manier werden gefinancierd: uit de re-integratiebudgetten en niet uit de reguliere begroting. Dat daarbij ook weer een grote groep op straat kwam te staan omdat de werkgevers (veelal eveneens door de gemeente gesubsidieerde welzijnsinstellingen) geen geld hadden om de mensen in dienst te nemen nam de vakbond op de koop toe. De ID-ers die indertijd in deze strategie van de ABVA/Kabo meegingen komen nu van een koude kermis thuis: de banen van veel voormalige ID-ers komen in het kader van de nieuwe bezuinigingsrondes op het welzijnswerk weer op de tocht te staan. En trouwens niet alleen de banen van de ID-ers. Veel ID-ers zijn indertijd in de strategie van de ABVA/Kabo meegegaan om hun eigen individuele hachje te redden.

Het lijkt erop dat in de huidige situatie de onderhandelaars van verschillende huize die met de regering onderhandelen over toekomstige regelingen vooral inzetten op de Wajong en de WSW; daarbij worden de bijstandsgerechtigden en de langdurig werklozen die doorgestroomd zijn naar een ID-baan als wisselgeld gebruikt. De minister van Sociale Zaken De Krom heeft de politieke situatie scherp aangevoeld door nu al-vooruitlopend op de uitkomst van de vele onderhandelingen met maatschappelijke organisaties een reeks van scherpe bezuinigingen aan te kondigen op de bijstand, waarbij een deel van de maatregelen niets met bezuinigen te maken hebben maar kunnen worden gekwalificeerd als zinloze pesterijen. (Het beperken van de mogelijkheid met vakantie te gaan voor AOW’ers met een aanvullende bijstandsuitkering tot 4 weken ipv 13 weken). Zie hier voor een overzicht van de aangekondigde maatregelen in de bijstand. De SP wil in de Tweede Kamer een debat over de ontslagen van Roteb werknemers in Rotterdam. Waarom alleen de situatie in Rotterdam?.

Al met al kan de conclusie worden getrokken, dat de onderhandelingsstrategieën van de vakbonden en de linkse politieke partijen in het politieke steekspel over de bezuinigingen, de discussie over wie wat moet uitvoeren en de verschillende posities van (lokale) bestuurders belemmerend werken waar het gaat om het opzetten van massale oppositie tegen de bezuinigingen en de verdeel en heers politiek van de regering op basis van lokaal georganiseerde initiatieven die aansluiten bij de directe belangen van de mensen.
Piet van der Lende

donderdag 11 november 2010

Kabinet stroomlijnt regelingen onderkant arbeidsmarkt

8 november 2010, 13:30 uur | FD.nl

Door: Ria Cats

Het ministerie van Sociale Zaken werkt koortsachtig aan wat dé grote hervorming van het kabinet-Rutte moet worden: het samenvoegen van de bijstand, de Wajong voor jonggehandicapten en de sociale werkvoorziening. Staatssecretaris Paul de Krom (VVD) laat via zijn woordvoerders weten dat de concrete invulling van dit plan over een maand komt, bij de behandeling van de begroting van Sociale Zaken in de Tweede Kamer. Nu is echter al duidelijk dat de ruim 100.000 mensen met de indicatie 'sociale werkplaats', de dans ontspringen. Zij behouden hun beschutte werkplek. Cedris, de branchevereniging voor de sociale werkvoorziening (WSW) stelt alvast nuchter vast dit weinig ruimte creëert voor de 19.000 mensen op haar wachtlijsten. 'In 1998 zijn de WSW-eisen verscherpt. Er zitten bij ons nog mensen van voor die tijd die naar de huidige maatstaven geen sociale werkplek zouden krijgen', zegt voorzitter Joan Leemhuis-Stout.

Wajong

De jonggehandicapten met een Wajong-uitkering krijgen echter geen respijt van De Krom. Zij moeten straks allemaal langs de keuringsarts. Alleen wie 'volledig en duurzaam arbeidsongeschikt' is, krijgt dan nog een Wajong-uitkering van 75% van het minimumloon. Volgens uitkeringsinstantie UWV geldt dat voor 7% van het huidige aantal Wajong-aanmeldingen. De rest is gedeeltelijk arbeidsongeschikt en krijgt straks nog 70% van het minimumloon: het bijstandsniveau van een alleenstaande ouder. Deze groep moet met hulp en loonsubsidies op zoek naar een baan bij een 'echte' werkgever. Dat geldt ook voor alle bijstandsgerechtigden. Alleen wie nooit zelfstandig bij een werkgever aan de slag kan, valt straks nog onder een nieuwe, WSW-achtige regeling voor beschutte werkplekken.

Het stroomlijnen van de drie regelingen gebeurt omdat de capaciteiten van mensen in de Wajong, bijstand of sociale werkplaats vaak nauwelijks verschillen, terwijl hun recht op loonkostensubsidies en hulp bij het zoeken naar werk flink uiteenlopen. 'Mensen in de bijstand krijgen nu van werkgevers te horen: 'Ik had je wel willen hebben, als je een Wajonger was', zegt René Paas van Divosa, de koepel van sociale diensten.

Lees meer.......

Open monumentendag in woon werk pand Tetterode in Amsterdam

 Beste mensen, Dit weekend is woon werk pand Tetterode in Amsterdam geopend in het kader van Open Monumentendag. Ook de Bijstandsbond, geves...