Het overleg over de AOW in de Sociaal-economische Raad (SER) is dus mislukt. Nog steeds staan tegenover elkaar: de huidige regering en de werkgevers, die in wat voor variant dan ook, een verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd willen en de vakbonden, SP en… de PVV die in wat voor variant dan ook de mogelijkheid willen dat iemand met een ‘fatsoenlijk’ inkomen op zijn 65ste met pensioen gaat.
Hierdoor is er een soort monsterverbond tussen rechts van het midden en links van het midden, die ieder vanuit geheel eigen en zeer verschillende doelstellingen op andere terreinen in een concreet politiek hot item dezelfde conclusie delen. Met een zeer moeizame positie voor die andere oppositiepartij, Groen Links, die een soort tussenstandpunt in de AOW-kwestie probeert in te nemen.
Deze situatie heeft zich eerder voorgedaan, en wel bij het referendum over de Europese grondwet. Ook toen kwamen de traditionele middenpartijen en Groen Links klem te zitten tussen links en rechts, die ieder geheel eigen en hemelsbreed van elkaar verschillende analyses en doelstellingen hadden, maar die de conclusie deelden: de Europese grondwet moest er niet komen, met het gevolg dat de meerderheid van de stemmers in het referendum de grondwet afwees. Gaat de geschiedenis zich herhalen?
Er is nog een ander hot item waar min of meer hetzelfde lijkt te gaan gebeuren, nl de kritiek op de controle en strafstaat, met de rationeel-bureaucratische ingrepen in het dagelijks leven van de mensen, die zo langzamerhand door veel mensen een politiestaat wordt genoemd. De staat, of verzelfstandigde instanties die voorheen staatsorganen waren maar nu zelfstandige bestuursinstellingen zijn met een monopoliepositie grijpen steeds verdergaand in bij het prive-leven van mensen. Deze interventiepolitiek-sociale activering van werklozen en inburgering, koppeling van databanken met voorbijzien aan privacy, de nodale politie, huisbezoeken, particuliere bewakers overal, camera’s op straat, belachelijke overregulering etc. wordt uitgevoerd met het argument van preventie en -vanuit de sociaal- democratie- mensen weer kansen geven, empowerment bijbrengen, sterk maken voor de concurrentie in de risicosamenleving.
Tegen deze ontwikkeling, waartegen ik reeds lang ageer, ontstaat meer oppositie, zowel van links als van rechts. D’66- een andere oppositiepartij die op economisch gebied voor strakke overheidsbezuinigingen en een radicale liberale politiek is- staat zeer kritisch tegenover de controlemaatschappij. Een weblog als Geen Stijl ageert tegen de ‘huisbezoeken’ waarbij zonder huiszoekingsbevel ‘handhavers’ aan kloppen om je te controleren. Vooraanstaande wetenschappers als professor Willem Trommel en professor Margo Trappenburg hekelen deze controlemaatschappij ook. Beiden spraken onlangs hun inaugurele rede uit waarin zij de lans braken over wat Trommel de ‘pathologisch gulzige overheid’ noemt.
De liberale professor Ankersmit die onlangs uit de VVD trad, hekelt het verschijnsel, dat er bij de privatisering van overheidstaken een netwerk van min of meer zelfstandige instellingen is ontstaan, deels privaat en deels publiek, waardoor in deze ondoorzichtige structuren iedereen naar iedereen verwijst, niemand verantwoordelijk is en de staat als verdediger van de publieke zaak vervaagd. Hij bepleit- net als links- maar dan precies de andere kant op- een heroverweging van de taken van de staat en een heldere scheiding tussen publiek en privaat. Kritiek op de controlemaatschappij is verder zeer wel combineerbaar met een pleidooi voor strengere straffen, het rechteloos maken van migranten en een strikte immigratiepolitiek.
Kortom, ook hier is de analyse en het doel van delen van politiek links en rechts geheel verschillend, maar de conclusie dezelfde: weg met deze overgereguleerde controlemaatschappij.
En nu hebben de werkgeversorganisaties de stekker uit het overleg over de AOW getrokken. Ik denk niet vanwege de AOW, daarover lagen eigenlijk wel compromisvoorstellen- een flexibele AOW- die een kans maakten. Het ging misschien om de pensioenen. De werkgevers wilden die ook later laten ingaan en zeggen ze zelf- de bespaarde gelden besteden om de pensioenfondsen op orde te brengen. De vakbonden zeggen dat ze het geld in hun zak wilden steken. Hier is er geen overheid, die rechtstreeks kan ingrijpen, hooguit via fiscale maatregelen. De werkgevers roken geld, en dan is het moeilijk onderhandelen. Duidelijk is dat het poldermodel zwaar onder druk komt te staan.
Het poldermodel van overleg, compromissen en daardoor het ontstaan van een ‘gevonden’, door niemand gewild systeem van overheidsinterventie in het leven van de burgers, ondoorzichtige verhoudingen tussen staat en markt en waterige compromissen tussen sociale partners die er alleen maar toe leiden dat de massawerkloosheid voortduurt, steeds meer mensen zich met flexibele baantjes in het leven moeten houden.
Maar de tactiek van de werkgevers is vooralsnog onduidelijk. Want zeg nou zelf, zij wilden eigenlijk ook geen verhoging van de AOW leeftijd. Afspraken in 2009 maken om die verhoging in 2024 te laten ingaan, zoals ze wilden, dat is nou ook niet wat je zegt een keiharde bezuiniging, tegen de tijd dat de geboortegolf van na de oorlog tussen de 75 en de 80 is, en dus al aardig gedecimeerd. En zoals gezegd, het flexibele AOW-compromis was in zicht. Volgen van twitterberichten duidt erop, dat de vakbondsonderhandelaars ook in het duister tasten over de werkgeverstactiek, de werkgevers kennen vast de gevolgen voor het ontstaan van bovenomschreven monsterverbond toch ook.
Robin van Linschoten, kroonlid van de SER, was in zijn commentaar laconiek: ‘sociale partners hebben wel eerder complete veldslagen gevoerd, en uiteindelijk gaan ze toch weer om de tafel, zegeviert het poldermodel, en komt alles op zijn pootjes terecht’. Of het poldermodel ten dode is opgeschreven, kan ik niet voorspellen, maar hoewel ik het al eerder heb voorspelt, en het toen niet uitkwam, die veldslagen zullen er nu toch wel komen denk ik.
Piet van der Lende