Staatssecretaris Klijnsma pleitte in het interview voor de terugkeer van permanent gesubsidieerde banen, zonder tijdslimiet. Zeg maar de terugkeer van de Melkertbanen. Volgens Klijnsma weten gemeenten niet wat ze aanmoeten met een groep mensen die al heel lang in de bijstand zit, waarbij er geen aanwijsbare arbeidshandicap is, zodat ze niet in een andere regeling dan de bijstand kunnen, maar er komt ook geen arbeidscontract met een werkgever omdat de betrokkene bijvoorbeeld geen goede scholing en werkervaring heeft.
En, hebben de gemeenten tijdens die studiereis tegen de staatssecretaris gezegd, wij hebben grote behoefte aan mensen voor ondersteunende taken zoals concierges op school, medewerkers van een fietsenstalling of een buurtcentrum. Waarom, zegt Klijnsma nu ook, zou iemand die verder geen kans heeft op een vaste baan, en die op deze manier nuttig is voor de samenleving, dit niet tot zijn of haar pensioen kunnen doen?
wesp
De CDA-kamerlid Van Hijum reageerde als door een wesp gestoken. Hij ziet er niets in. We moeten blijven focussen op doorstroming. Mensen daarbij ondersteunen is prima, maar het moet tijdelijk zijn. Desgevraagd is er volgens van Hijum een groot verschil tussen iemand met een regulier arbeidscontract, die op de loonlijst bij een werkgever of overheid staat en iemand met een regulier arbeidscontract, die via een subsidiepot werkt. Ook al doen ze in beide gevallen zinnig werk. Hij vindt dat permanent gesubsidieerde banen tegenhouden dat mensen zich doorontwikkelen, zoals bij sommige ‘Melketiers’ gebeurde. Hij noemt de Melkertbanen een ‘gouden kooi’. Scholing, of subsidie moet een opstapje zijn naar een betaalde baan voor een bijstandsgerechtigde, en mag niet te lang duren.
De SP heeft ook al gereageerd en is voorstander van de voorstellen die de staatssecretaris doet. Paul Ulebelt zegt in Trouw van maandag, dat de regering geen andere optie heeft. Zij moet volgens hem of de werkgevers verplichten een bepaald percentage langdurig werklozen aan te nemen, of banen scheppen en deze ook betalen. Door het kapitalistisch systeem nemen werkgevers geen mensen aan die niet genoeg opbrengen. Daar moet de overheid voor zorgen, via quota of zelf werk scheppen.
Gedachten tijdens een congres
Op 26 november was er een congres van UWV en Sociaal-Economische Raad (SER) Bestuursvoorzitter Linthorst van het UWV pleitte voor het opknippen van banen, waardoor een terugkeer van de koffiejuffrouw in het verschiet ligt. We moeten dit soort banen weer maken, aldus de bestuursvoorzitter, het is werk waar niet veel scholing voor nodig is en qua beloning net boven het minimumloon zit. Dat werk is volgens hem niet verdwenen, maar wordt nu door duurbetaalde krachten erbij gedaan. Er zouden weer van die eenvoudige banen moeten komen, niet alleen de koffiejuffrouw, maar ook eten rondbrengen in een verzorgingstehuis in plaats van zorgpersoneel, of concierges in flatgebouwen. Ook wil hij weer een nieuwe reorganisatie van de reintegratie-industrie. Niet de gemeenten en het UWV moeten opdrachtgever worden, maar de werkgevers. Die moeten dan een pot met reintegratiegeld krijgen. De grote vraag is of dit nieuwe systeem er moet komen door de werkgevers te dwingen banen ‘op te knippen’ waarbij ze alle lonen uitbetalen, of dat die eenvoudige banen die ontstaan gesubsidieerd worden. Ik heb dat niet kunnen halen uit de berichten over zijn toespraak. Maar het moet in het bedrijfsleven.
Andere gedachten
Een ander proefbalonnetje wordt opgeworpen door Rene Paas, voorzitter van DIVOSA, de vereniging van directeuren van sociale diensten. Hij stelt dat ‘het stelsel’ eenvoudiger moet worden. En hij stelt daarom voor, om de verschillende regelingen zoals Wajong, de WSW en de bijstand in een regeling te stoppen. Dit lijkt rechtstreeks overgenomen uit de Participatiewet van de VVD. Deze wet wil bijstand, WSW, werkloosheidsregelingen en de Wajong ook samenvoegen en beoogt in mijn ogen een door de staat gecreëerde ‘onderklasse’ van qua rechten tweederangs burgers, die met zo minimaal mogelijke publieke middelen hun hele leven aangewezen zijn op een permanente combinatie van een bijstandsachtige minimumuitkering met pulpbaantjes (qua arbeidsvoorwaarden en omstandigheden). Daarbij streng gecontroleerd door de staat. De VVD wil daarbij weliswaar een soort bijverdiensteregeling invoeren, maar ontsnappen uit het armoede-bestaan door betaald werk zal gezien de massawerkloosheid maar voor een kleine minderheid zijn weggelegd. In feite gaat het bij de participatiewet naast het creeren van een klasse van rechteloze en streng gecontroleerde burgers om een gigantische loonkostensubsidie aan het bedrijfsleven, die geen verplichtingen krijgen opgelegd.
De opmaat naar de nog strenger gecontroleerde ‘onderkant’ van de maatschappelijke ladder en om de argumenten voor een particpatiewet-achtige regeling kracht bij te zetten uittte Rene Paas, blijkbaar aan het eind van zijn betoog de volgende waarschuwing:
”Als wij er niet in slagen op wijkniveau de zaken aan te pakken, ontstaat er een kruitvat. Dan komt er een vertrouwenscrisis die veel heftiger is dan de economische crisis die we nu meemaken".
P. van der Lende