woensdag 23 maart 2022

Energietoeslag van 200 euro in Amsterdam uitbetaald aan sommigen

 Zal me benieuwen of de uitbetaling van de energietoeslag een beetje vlot gaat verlopen. Ik denk dat het een grote logistieke operatie is, want van de AOW-ers, WAO-ers, WiA WW-ers etc. die niet bij de gemeente bekend zijn moet ik denk via een formulier eerst vastgesteld worden of ze aan de voorwaarden voldoen. En de meeste minima zijn bij de gemeente niet bekend. In de loop van de dag is de energietoeslag van 200 euro voor de minima tot 120% van het sociale minimum uitbetaald in Amsterdam aan de minima die als zodanig bij de gemeente bekend zijn. In Nederland komen 850.000 huishoudens in aanmerking voor de toeslag; 350.000 slechts van hen zijn bekend bij de gemeenten. Wanneer je niet bekend bent bij de gemeente moet je de toeslag zelf aanvragen. Dat kan in Amsterdam door uw e-mailadres aan de gemeente door te geven. (Dat moet je dan wel hebben natuurlijk) De gemeente Amsterdam stuurt u een bericht via de mail zodra de informatie bekend is. Dat zal uiterlijk eind april zijn. Met andere woorden: mensen die niet bekend zijn bij de gemeente kunnen op zijn vroegst eind april de toeslag aanvragen.

De overheid gaat het bedrag van de energietoeslag verhogen. Hierdoor kunt u later in het jaar nog meer energietoeslag krijgen.

Meer informatie en mailadres doorgeven volgens de website van de gemeente Amsterdam: amsterdam.nl/werk-inkomen/hulp-bij-laag-inkomen/regelingen-alfabet/energietoeslag

Deze link leidt je echter naar tips voor energiebesparen en ik zie nergens dat je je emailadres kunt doorgeven. De optie is er niet.

Piet van der Lende


dinsdag 22 maart 2022

GGD gaat zonder overleg onaangekondigd over tot spoedontruimingen

 

Bij de Bijstandsbond komen verschillende signalen binnen dat de GGD op grote schaal bezig is met onaangekondigde spoedontruimingen. Sommige mensen hebben hun huis volgebouwd met spullen die ze verzameld hebben van oude kranten tot prullaria. De gemeente is van mening, dat deze mensen in strijd handelen met het bouwbesluit. Omdat door de grote verzamelingen in het huis gevaarlijke situaties ontstaan. Daarom wordt er rigoreus ingegrepen. De GGD komt onaangekondigd langs en gaat via een spoedprocedure, zonder overleg je huis leeghalen. Alles wordt weggegooid terwijl het in een groot aantal gevallen helemaal niet op die manier hoeft. Er vindt zoals gezegd geen overleg plaats over eventuele dingen die je wilt behouden, of een overleg over hoe de situatie verbeterd kan worden. Er wordt kunstmatig 'spoed' gecreeerd en de ontruimingen gebeuren met een machtiging van de burgemeester. Zelfs deurwaarders werken niet op deze manier.

Piet van der Lende


dinsdag 15 maart 2022

Sociaal ondernemen in de marge

 Ook verschenen op Konfrontatie.nl

maandag, 14 maart 2022

Nederland kent een rijke traditie van activiteiten, die in een of meerdere opzichten het tegenbeeld zijn van het kapitalisme, waarbij (groepen) mensen concrete alternatieven proberen te ontwikkelen door de productie van goederen en diensten zelf ter hand nemen op basis van idealen als solidariteit, gelijkwaardigheid in de beslissingen, kleinschaligheid, milieuvriendelijkheid, afschaffing van loonarbeid, doorbreking van de scheiding tussen hoofd- en handarbeid, etc. Velen zien hierin een manier om van binnenuit het kapitalisme te hervormen. Is dat een reele optie?

Tine de Moor is van huis uit een historica die de opkomst en ondergang van initiatieven voor zelfbeheer en zelfregulering door burgers heeft bestudeerd. Ze noemt dat 'instituties voor collectieve actie'. Daarbij blijken er drie grote golven geweest te zijn in de West-Europese geschiedenis waarin mensen zelf het heft in handen namen, los van de staat en gedeeltelijk tegen het marktdenken in, waarbij ze groepsgewijs de productie van goederen en diensten en de regulering van de lokale samenleving vorm gaven.

De eerste golf van initiatieven ligt in de Middeleeuwen. Na ongeveer 1100 ontstonden in Nederland de steden en werden kooplieden steeds belangrijker in de handel. Ook werd de productie van niet-agrarische goederen, dus door ambachtslieden, in die steden geconcentreerd. De opkomst van de steden ging gepaard met een bevolkingsexplosie. Nieuwe moerasgebieden werden ontgonnen waarbij de boeren die dat deden niet langer meer horige van een heer wilden zijn, maar vrije boeren wensten te worden die pacht zouden gaan betalen.

Vanaf 1200 tot 1300 zien we dan de opkomst van gilden en markegenootschappen in de dorpen, met grond in gemeenschappelijk eigendom en gezamenlijk bestuurd, in burenhulpstructuren, en in het noorden van Nederland een grote mate van zelfstandigheid in het besturen van de samenleving in min of meer autonome gebieden, die niet meer onderworpen waren aan de principes van het leenstelsel. Omstreeks 1100 was er wel een rauw soort kapitalisme in opkomst in de groter wordende steden, al bleven veel rurale gebieden sterk op zelfvoorziening buiten de markt gericht. De opkomst van collectieve instituties was een reactie op de doorgeschoten marktwerking.

De tweede golf van initiatieven ligt aan het einde van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw. Toen was er onder leiding van de liberalen een sterk doorgevoerde kapitalistische markteconomie, die veel ellende, armoede, verpaupering en desintegratie met zich meebracht. In de opkomende arbeidersbeweging werden nieuwe collectieve instituties opgericht, de vakbonden, die de rechten van de arbeiders moesten verdedigen. Maar daarnaast was er ook een nieuwe golf van initiatieven om in zelfbeheer de productie van goederen en diensten weer ter hand te nemen buiten de kapitalistische markteconomie om, of om als groep in die markteconomie sterker te staan tegenover puur kapitalistische producenten.

Zo kwam de cooperatieve gedachte op. Kleine ondernemers, bijvoorbeeld boeren, richtten cooperaties op om via samenwerking de leverantie van grondstoffen, verzekeringen tegen bedrijfsrisico's en de afzet van producten te organiseren, zodat ze puur kapitalistische ondernemingen beter konden beconcurreren en de opbrengsten van hun bedrijfsvoering aan hen zelf ten goede kwamen en niet verdwenen in de zakken van de rijken. Ook deze tweede golf van initiatieven is dus een reactie op de sterk doorgevoerde, rauwe kapitalistische markteconomie.

Volgens De Moor staan we nu aan het begin van een derde golf. Cooperatieve samenwerkingsverbanden, broodfondsen voor zzp-ers, woon-werk gemeenschappen, collectieven voor de productie van duurzame energie en dergelijke schieten als paddenstoelen uit de grond. Dergelijke initiatieven zijn er bijvoorbeeld ook veel in de zorg. De Moor produceert statistieken waaruit die derde golf blijkt. Bijvoorbeeld de sterke toename van het aantal cooperatieve samenwerkingsverbanden sinds 2005.

De Moor ziet naar aanleiding van de derde golf wat al te rooskleurig een nieuwe samenleving opdoemen, waarin staat, markt en collectieve instituties elkaar zouden aanvullen en waarbij een grotere sociale rechtvaardigheid bereikt zou worden. Een opbouw- en welzijnsorganisatie als stichting Omslag focust sterk op wat zij noemen sociaal ondernemers. Van de website: 'Sociaal ondernemers nemen het initiatief om werk toegankelijk te maken voor iedereen. Zij stellen het doel (werk) voor de winst en investeren in mensen. De Europese Commissie stimuleert. Nu moeten we de omslag maken'.

Laten we eens een schatting maken van hoe groot de beweging is die Tine de Moor en de stichting Omslag naar voren halen. Sociaal ondernemen is de laatste jaren sterk in opkomst. In vijf jaar tijd groeide het aantal bedrijven in Nederland met 80 procent tot circa 5000 in 2019, blijkt uit de Social Enterprise Monitor 2019. Maar Nederland kent maar liefst 1.9 miljoen bedrijven (CBS 2020). De meeste sociale ondernemingen hebben tussen de 2 en 10 mensen in dienst (51%).

Ondanks de sterke groei maken sociale ondernemingen, die voor 46% als sociale doelstelling hebben gehandicapten en langdurig werklozen in dienst te nemen, slechts een zeer klein deel uit van de totale economie. Zij helpen -dikwijls met grote loonkostensubsidies- slechts tussen de 10.000 en 50.000 mensen aan het werk op een beroepsbevolking van 9,7 miljoen. Dit zet geen zoden aan de dijk en heeft geen invloed op macro-ontwikkelingen op het gebied van werkgelegenheid, werkloosheid en arbeidsmarkt.

Bovendien zijn in dergelijke sociale ondernemingen de werkwijzen soms aanvechtbaar, zoals de verspreiding van de werk-werk ideologie en het traditionele arbeidsethos, waarbij eraan voorbijgegaan wordt dat velen niet kunnen werken in betaald werk en waarbij de arbeidsvoorwaarden soms slecht zijn, zoals het werken met behoud van uitkering. We zijn dan ook zeer ver verwijderd van de omslag waar stichting Omslag voor pleit. Zelfs als de huidige sterke groei zich doorzet zijn we nog decennia verwijderd van een beetje invloed op de macro-ontwikkelingen.

Maar er kunnen ook andere doelstellingen zijn dan mensen aan het werk helpen, bijvoorbeeld in een cooperatie de energiebesteding ter hand nemen. Hoeveel cooperaties zijn er in Nederland, waarvan Tine de Moor zegt dat hun aantal sterk toeneemt? De Nationale Cooperatieve Raad (NCR) geeft de volgende cijfers. Er waren in 2020 3309 cooperaties actief in Nederland. Dit is een toename van 778 ten opzichte van 2016: ruim 30%. Tine de Moor haalt deze toename aan.

In het eerste kwartaal was er een totaal van 9304 ingeschreven cooperaties. Hiervan is een groot deel (64%) aangemerkt als 'niet cooperatief actief'. Deze cooperaties bevatten geen of zeer beperkte economische activiteiten, zijn niet cooperatief georienteerd en/of zijn niet zichtbaar. Soms bestaan deze uit financiele holdings of zijn ze als investeringsvehikel of om fiscale redenen ingeschreven als cooperatie.

De Energie sector is het meest gegroeid ten opzichte van 2016, met maar liefst 152 procent. Onder deze sector vallen cooperaties die zich richten op duurzaamheid, windenergie, zonnepanelen en biomassa. Deze cooperaties zijn vaak opgericht door burgers en/of agrariers die op eigen initiatief duurzame energie willen opwekken. Afgezet tegen het totale aantal bedrijven in Nederland is ook vanuit deze gezichtshoek het aantal bedrijven in cooperatieve vorm beperkt.

Laten we er nog op een andere manier naar kijken, bijvoorbeeld de voedselproductie. Wereldwijd was in 2019 ongeveer 72,3 miljoen hectare van alle landbouwgrond in gebruik voor biologische landbouw. Daarmee kwam het uit op een percentage van 1,5% van alle wereldwijde landbouwgrond. Het aandeel biologisch bewerkte landbouwgrond in Europa was in 2019 3,3% (16.5 miljoen hectare), in de Europese Unie 8,1% (14.6 miljoen hectare). In 2016 waren er 295.577 producenten. Qua landbouwareaal dat biologisch beplant wordt loopt Nederland met 4% (80.000 hectare) in 2021 achter op de rest van Europa. Begin 2021 telde Nederland 2115 landbouwbedrijven die biologisch gecertificeerd zijn bij Skal Biocontrole. Nederland telde in 2014 ongeveer 350 biologische melkveehouders. In 2017 was dit aantal gestegen naar 481.

Al deze cijfers zijn weliswaar een ruwe indicatie van het aantal ondernemingen die mooie doelstellingen bij hun productie hebben, zoals milieuvriendelijk produceren, werklozen aan het werk helpen, alternatieve energie produceren, democratie en zeggenschap over de productie, etc. maar ze maken wel duidelijk dat een alternatieve manier van produceren slechts een marginale rol speelt in de totale economie. We zijn wel zeer ver verwijderd van het ideaal van Tine de Moor, waarin naar aanleiding van de derde golf van initiatieven een nieuwe samenleving ontstaat, waarin staat, markt en collectieve instituties elkaar zouden aanvullen en waarbij een grotere sociale rechtvaardigheid bereikt zou worden.

Ook als de huidige groei doorzet zijn we nog vele decennia op zijn minst verwijderd van dat ideaal. De Moor overdrijft de invloed van de huidige golf van initiatieven. Het is onvergelijkbaar met de structuren in de Middeleeuwen, toen de gilden en de markegenootschappen in Noord-Nederland een groot deel van de productie uitmaakten en integraal onderdeel waren van de samenleving. Mijn conclusie is, dat het opzetten van sociale ondernemingen een mooie doelstelling is, maar weinig invloed heeft op de hoofdmanier waarop goederen en diensten geproduceerd worden in het kapitalisme.

Piet van der Lende

zaterdag 12 maart 2022

energietoeslag (II)

 Gisteren heb ik een bericht op de weblog gezet dat de minima 200 euro energietoeslag krijgen. Maar gisteren werd ook het volgende bekend

Het kabinet heeft besloten tot een pakket aan maatregelen om de prijzen van energie te dempen en de koopkracht te verbeteren. Hiervoor is 2,8 miljard euro uitgetrokken. De steun duurt in elk geval een half jaar.                                                         

De accijns op benzine wordt op 1 april met 17 cent per liter verlaagd. Dan gaat de dieselaccijn met 11 cent omlaag. Op 1 juli daalt de btw op gas en stroom van 21 procent naar 9 procent.                                 

Minima krijgen via hun gemeente een hogere tegemoetkoming voor de gestegen energieprijzen. Het eerder toegezegde   bedrag van 200 euro gaat naar 800 euro. Het kabinet wil de steun snel geven. 

Wanneer de verhoging van 200 euro naar 800 euro uitbetaald wordt is nog niet bekend. Ik neem aan dat 23 maart 200 euro uitbetaald wordt en pas later de resterende 600 euro omdat het te kort dag is om alles voor 23 maart te organiseren.. Maar weten doe ik het niet.

Piet van der Lende




energietoeslag

 

Energietoeslag

U krijgt eenmalig  € 200,- energietoeslag. Met dit geld kunt u (een deel van) de gestegen energiekosten betalen.

Als u aan de voorwaarden voldoet en bekend bent bij de gemeente, krijgt u op 23 maart automatisch € 200,- op uw rekening.

U krijgt eind maart een brief om uw bankrekeningnummer door te geven als:

  • wij uw rekeningnummer niet hebben of
  • we willen weten of uw rekeningnummer nog juist is

U bent bekend bij de gemeente als:

  • u een uitkering hebt van de gemeente. Bijvoorbeeld een bijstandsuitkering of IOAW, IOAZ of Bbz.
  • u gebruikt maakt van een regeling voor Amsterdammers met weinig geld. Zoals de Stadspas met groene stip of collectieve zorgverzekering.

U bent niet bekend bij de gemeente

Dan kunt u zelf de energietoeslag aanvragen. U leest uiterlijk eind april hoe u dat kunt doen op deze pagina. U kunt ook uw e-mailadres aan ons doorgeven, dan mailen wij u tegen die tijd de informatie over zelf aanvragen.

Geef uw e-mailadres door

Voorwaarden

donderdag 10 maart 2022

Walgelijke inlichtingenplicht in de Participatiewet in Amsterdam voluit uitgevoerd

 Inlichtingenplicht Participatiewet in Amsterdam voluit uitgevoerd

Ondanks de kritische opmerkingen van wethouder Groot Wassink over de veel te strenge Participatiewet wordt de walgelijke inlichtingenplicht in Amsterdam voluit uitgevoerd, zoals blijkt uit een flyer die door de WPI (sociale dienst) wordt verspreid.



maandag 7 februari 2022

06-02-2022. Gratis Duitse bankrekening N26 door sociale dienst (WPI) geaccepteerd

Enige tijd geleden heeft de Bijstandsbond de gemeente gevraagd wat het beleid is m.b.t. gratis bankrekeningen. Dit naar aanleiding van een klacht die wij binnenkregen dat een gratis bankrekening van N26 in Duitsland niet werd geaccepteerd. De bankkosten kunnen bij zo’n gratis bankrekening volgens ons worden uitgespaard, en dat scheelt toch weer in de vaste lasten. Het antwoord luidt als volgt. Ook op de Nederlandse markt zijn verschillende FinTech banken actief die een gratis bankrekening aanbieden. Een aantal Amsterdamse minima laat hun bijstandsuitkering maandelijks overmaken naar een gratis rekening van de Duitse bank N26. WPI accepteert buitenlandse bankrekeningen dus N26 zal ook geaccepteerd moeten worden. Soms zijn er vanuit de gemeente extra handelingen nodig. Daar zijn inmiddels instructies voor gemaakt. Als bij clienten een buitenlandse bankrekening toch geweigerd wordt, kun je met ons contact opnemen, dan stellen wij het bij onze ambtelijk contactpersoon bij WPI aan de orde, die dan contact opneemt met de betreffende afdeling. 

Wij vroegen ook, te onderzoeken of bij de grote reguliere banken een gratis bankrekening mogelijk was, desnoods met steun van de gemeente. Daarop heeft wethouder Moorman het volgende geantwoord. De servicekosten bij een bank behoren tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan die ook uit een inkomen of uitkering op bijstandsniveau kunnen worden voldaan;

Het voorstel van de Bijstandsbond is moeilijk te realiseren, zowel voor de gemeente als voor de voornoemde banken. Er moet namelijk een systeem worden ontwikkeld dat de bankkosten weer gaat doorberekenen, als de rekeninghouder niet meer behoort tot de doelgroep minima. Bovendien worden de realisatie-, uitvoerings- en controlekosten van een dergelijke voorziening voor de gemeente veel te hoog;

De gemeente moet meer gegevens van minima met de betreffende bank(en) uitwisselen.  Dat vindt WPI onwenselijk vanwege de privacywetgeving;

Minima moeten om hier gebruik van te kunnen maken overstappen naar een andere bank (inclusief al hun lopende incasso’s);

De kostenbesparing voor minima is beperkt, in vergelijking met andere minimaregelingen (bijvoorbeeld de collectieve zorgverzekering). De jaarlijkse kosten van een bankpas bedragen bij de Nederlandse grootbanken tussen de € 20 en € 30;

Een gratis bankrekening bij de grote reguliere banken is dus niet mogelijk, maar de gratis bankrekening N26 (met betaalpas) is wel mogelijk. Ook als je een andere bank vindt waar geen uitvoeringskosten berekend worden, moet dat worden geaccepteerd.

Piet van der Lende


zondag 30 januari 2022

Verzoek om betaling jaarlijkse contributie

 Amsterdam, 30-01-2022


Aan de leden, donateurs en symphatisaten van de Bijstandsbond,

Allereerst mede namens de andere medewerkers van de Bijstandsbond de beste wensen voor 2022. Ik hoop dat het dit jaar goed met je mag gaan.
Hierbij vraag ik aan het begin van het nieuwe jaar de contributie voor 2022 over te maken. De contributie bedraagt 20 euro per jaar maar meer of minder mag ook.

Je kunt de contributie overmaken op girorekening NL22 INGB 0004 5548 41 t.n.v Bijstandsbond Amsterdam. Maar je kunt de contributie ook contant betalen op ons kantoor tijdens spreekuurtijden. Indien je nog niet bezig bent met internetbankieren kun je een overschrijvingskaart gebruiken. De acceptgiro's hebben wij afgeschaft. Het spreekuur is op dinsdag en donderdag om 11.00 uur tot 16.00 uur, en vanaf 13.00 uur is advocaat Mark van Hoof van VHM advocaten aanwezig.

De Bijstandsbond is een vereniging van vrijwilligers. Er zijn geen betaalde krachten. De werkzaamheden worden verricht door mensen die zelf een minimumuitkering of minimum inkomen uit ander werk hebben. De Bijstandsbond heeft de ANBI status.

Wij hebben ook een crowdfunding campagne om inkomsten te krijgen naast de inkomsten uit contributies. je kunt je bijdrage ook betalen door te surfen naar http://www.bijstandsbond.amsterdam (dus niet .nl) en dan op de knop ‘support’ drukken. De rest wijst zich vanzelf. Je kunt daarbij desgewenst ook een bijdrage betalen onder een andere naam of anoniem. Ik hoop wat van u te horen!


Met vriendelijke groet,
Piet van der Lende 

woensdag 12 januari 2022

Rechter veegt de vloer aan met wet vereenvoudiging beslagvrije voet voor mensen met schulden

De “Wet vereenvoudiging beslagvrije voet”, is op 1 januari 2021 in werking getreden. Met deze wet wordt een standaard rekenwijze geïntroduceerd waarbij de beslagvrije voet wordt berekend. Deze wet heeft voor mensen met een AOW-gerechtigde leeftijd een negatief gevolg omdat in de nieuwe wet ervoor is gekozen om voor deze groep van een lagere bijstandsnorm bij de beslagvrije voet uit te gaan dan eerder het geval was. Mensen met een AOW-gerechtigde leeftijd in een schuldensituatie kunnen per maand daarom behoorlijk moeten inleveren. Geen rekening is gehouden met de extra hoge kosten van een AOW-gerechtigde. Toepassen van de nieuwe standaard methode heeft tot gevolg dat verzoekster niet meer in haar kosten van levensonderhoud kan voorzien.


De rechter vindt dit onredelijk

In een rechtszaak van een AOW gerechtigde van de Rechtbank Overijssel blijkt dit. De vereenvoudiging heeft dus tot gevolg dat in een beslagsituatie mensen met een AOW-gerechtigde leeftijd per maand behoorlijk moeten inleveren. Voor [verzoekster] is dit verschil € 156,- per maand. Aanleiding wordt dan ook gezien weer aan te sluiten bij de bijstandsnorm voor een AOW-gerechtigde. De beslagvrije voet wordt verhoogd, als verzocht, verzoekster blijft dan in staat om met minimaal 5% van haar netto inkomen op haar schuld af te lossen en houdt voldoende middelen over om in de kosten van levensonderhoud te kunnen voorzien, wat in overeenstemming is met het uitgangspunt van de wet.

Deze wijze van berekenen sluit ook aan bij de berekening van het vrij te laten bedrag volgens de Vtlb-methode van de Recofa, waar een correctie wordt toegepast zodat weer wordt aangesloten bij de bijstandsnorm voor een AOW-gerechtigde (zie art. 4.3 van het Vtlb-rapport versie juli 2021).

commentaar Bijstandsbond:

De wet vereenvoudiging beslagvrije voet is belachelijk, omdat nu in de praktijk iemand die zelf zijn schulden regelt meer moet aflossen dan iemand die in de WSNP of de vrijwillige schuldsanering zit, waarbij wordt gewerkt volgens de 'Vtlb-methode' een methode om de beslagvrije voet te berekenen. De rechter zegt nu dat ook in het onderhavige geval volgens deze methode moet worden gewerkt.

Zie voor de uitspraak https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBOVE:2021:4580

https://linkeddata.overheid.nl/front/portal/document-viewer?ext-id=ECLI:NL:RBOVE:2021:4580

wereld armoede dag

Armoede is weer in het nieuws. Vandaag, 17 oktober, is het wereld armoede dag. Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) en het NIBUD produceer...