donderdag 19 juni 2014

Bijstandsgerechtigden die werkten met behoud van uitkering blootgesteld aan asbest, mosterdgas en andere gevaarlijke stoffen op het Hembrugterrein in Zaandam

Persbericht Bijstandsbond

Update. Het raadslid voor de SP Maureen van der Pligt heeft vragen gesteld aan de wethouder werk en Inkomen van Amsterdam. Daarop is antwoord gegeven Lees hier de vragen en antwoorden

Op donderdag 12 juni meldde P. Z. zich op het spreekuur van de Bijstandsbond waar hij zijn ervaringen met het werken met behoud van uitkering als bijstandsgerechtigde kwam vertellen. Van zijn verhaal is een rapport gemaakt. (Zie bijlage). Hij heeft o.a. als bijstandsgerechtigde uit Amsterdam op straffe van kortingen op zijn uitkering gewerkt op het zwaar vervuilde Hembrugterrein in Zaandam. Toen P. in 2009 werkloos werd en eerst WW en daarna bijstand kreeg hebben de uitkerende instanties zijn opmerkingen, voorstellen en problemen systematisch genegeerd. Hij kwam als dwangarbeider terecht in het Amsterdamse Bos en uiteindelijk in december 2011 op het hierboven genoemde Hembrugterrein, waar niemand rekening hield met zijn situatie. Het Hembrugterrein bleek een zwaar met chemicaliën en resten van wapens en explosieven vervuild voormalig militair terrein te zijn. P. heeft de risico’s van het werken op dat terrein van 2011 tot in 2013 aangekaart bij de Herstelling die hem tewerk had gesteld, maar hij vond geen enkel gehoor. Uit de stukken die hij tijdens een onderzoek in handen kreeg blijkt, dat de groenploeg van Herstelling die vanaf december 2011 op het terrein werkte dit deed terwijl de autoriteiten wisten dat er risico’s waren. De leden van de groenploeg haddenen wel beschermende kleding aan maar of dit voldoende bescherming tegen de vervuiling was is onduidelijk. Ze hebben  gezaagd, gegraven en onkruid gewied op het terrein, dat pas in het najaar van 2012 zou worden gesaneerd. Een definitief actualiserend onderzoek is pas in de zomer van 2012 uitgevoerd. De leden van de groenploeg van dwangarbeiders die door Herstelling het terrein werden opgestuurd beschikten niet over de vereiste certificaten voor het werken met gevaarlijke machines. De werkmeesters beschikten wel over die certificaten, maar weer niet over certificaten voor het werken met gevaarlijke stoffen op vervuilde terreinen. Herstelling had en heeft geen vergunning voor het werken op vervuilde terreinen. De dwangarbeiders hadden er nooit naartoe gestuurd mogen worden.
Ook onder het personeel van Herstelling ontstond onrust. Daarover is in december 2012 een voorlichtingsbijeenkomst geweest, waar niet de onderliggende onderzoeksrapporten aan het personeel werden overhandigd.  (Een actualiserend onderzoek naar de vervuiling op het Hembrugterrein van Arcadis was toen een half jaar oud). Men ontkende dat er iets aan de hand was. Herstelling besloot, met wat nadere afspraken gewoon met de werkzaamheden door te gaan. Uit de correspondentie en de rapporten blijkt, dat het terrein in strijd met de Wet Bodem Bescherming is gesaneerd waarbij de kostenfactor een grote rol speelde. Uitvoeren van de wet zou teveel geld  hebben gekost. Ongeveer 1 hectare is gesaneerd, maar van het andere gedeelte is op basis van ‘historisch’ onderzoek geconcludeerd, dat er niets aan de hand is.
Overigens was niet alleen de groenploeg van Herstelling al vanaf november – december 2011 op het terrein aan het werk, er waren ook al aannemers actief, die hun personeel hebben blootgesteld aan situaties waarvan zij de gevaren niet konden overzien. De verschillende uitvoerende instanties en de verantwoordelijke bestuurders hebben vanaf 2009 tot nu toe de signalen van mensen die er werkten over de vervuiling en de risico’s gebagatelliseerd en ontkent, toen bekend was dat die risico’s er waren maar niet bekend was hoe groot die waren.

Voor meer informatie:

P. van der Lende
Bijstandsbond
info@bijstandsbond.org

https://www.bijstandsbond.org/dwangarbeid/Hembrug/Blog%20Hembrugterrein.pdf


vrijdag 13 juni 2014

Voorlichtings en discussieavond voor mensen met een minimuminkomen met of zonder vrijwilligerswerk of dwangarbeid


Individuele hulpverlening waarbij klachten en bezwaarschriften worden ingediend en collectief actievoeren op basis van die hulpverlening is effectief! Het nieuwe college in Amsterdam neemt veel van onze eisen over.

Aanstaande woensdagavond 25 juni om 19.30 uur organiseert het actiecomité dwangarbeid nee in samenwerking met de Bijstandsbond en Doorbraak Amsterdam een voorlichtings en discussie bijeenkomst over de laatste stand van zaken mbt de rechtspositie van bijstandsgerechtigden en andere mensen met een minimuminkomen in Amsterdam. De bijeenkomst wordt gehouden in het zogenaamde SBOW-gebouw, Eerste Helmersstraat 106M in Amsterdam oud West. De Eerste Helmersstraat loop parallel aan de Overtoom.

We beginnen met een inleiding van Marc van Hoof, de advocaat van de Bijstandsbond. Daarna hopen we dat de kersverse wethouder werk en inkomen in Amsterdam Arjen Vliegenthart, antwoord zal kunnen geven op vragen die bij ons leven. 

In het collegeakkoord dat D'66, de VVD en de SP gesloten hebben maar dat nog door de achterbannen van de partijen moet worden goedgekeurd wordt aangekondigd, dat de dwangarbeid (werken met behoud van uitkering) gaat stoppen. Verder komt er een gratis identiteitsbewijs. Er komen 'perspectiefbanen' en dagopvang faciliteiten. Werklozen kunnen voortaan kiezen uit scholing, vrijwilligerswerk  of een perspectiefbaan. Verder wordt het anti-armoede beleid uitgebreid. Er gaat dus nogal wat veranderen. Dankzij de vele acties van de bovengenoemde organisaties is er eindelijk een verandering in positieve zin. Maar er zijn nog vele vragen. Op welke termijn gaan die maatregelen worden ingevoerd? En wat betekenen de nieuwe plannen op dit moment voor mensen die in een moeilijke situatie zitten door de bureaucratie, een onheuse bejegening of in een dwangarbeiders-situatie? Hoe ziet de overgangsperiode eruit? We zullen de laatste stand van zaken over deze en andere vragen tegen het licht houden en tevens spiegelen aan het (verplichte) beleid uit Den Haag en de wetgeving die er nu is.  Daarbij zullen de veranderingen in de bijstand en diverse andere sociale zekerheidswetten aan de orde komen. Met het laatste nieuws over de boeten die bijstandsgerechtigden krijgen opgelegd, de kostendelersnorm en andere vraagstukken. Dat de kostendelersnorm per 1 januari 2014 wordt ingevoerd is nog niet zeker. Men wil het een jaar uitstellen. Hierover vergadert de Eerste Kamer eind juni.

Voor meer informatie:
Actiecomite dwangarbeidnee
020-6898806
info@dwangarbeidnee.nl
Bijstandsbond
0206181815
info@bijstandsbond.org


U kunt de successen in uw en onze strijd steunen door lid te worden van de Bijstandsbond. Het lidmaatschap is 17 euro per jaar. Overmaken op giro NL22 INGB 0004 5548 41 t.n.v. bijstandsbond Amsterdam. Tevens kunt u lid worden van onze berichtenlijst met  laatste informatie over werk en uitkeringen in Amsterdam.

Actievoeren helpt! Dwangarbeid in Amsterdam voorlopig afgeschaft. Nu de rest van Nederland nog

Het actiecomité DwangarbeidNee in Amsterdam, de Bijstandsbond en Doorbraak Amsterdam hebben kennis genomen van het collegeakkoord in Amsterdam tussen SP, VVD en D’66. In deze reactie gaan we in op de paragraaf werk en inkomen. En dan in het bijzonder het werken met behoud van uitkering dat nu toe in Amsterdam uitgevoerd wordt. De afgelopen twee jaar hebben wij vele acties gevoerd tegen het werken met behoud van uitkering door bijstandsgerechtigden oftewel dwangarbeid. Maureen van der Pligt, lid van het actiecomité DwangarbeidNee en onderhandelaar namens de SP over het nieuwe collegeakkoord, heeft aan vele van die acties meegedaan en zo ervaren hoe schrijnend de positie van de dwangarbeiders was. In november hebben wij een zwartboek gepubliceerd waarin de misstanden op dit gebied aan de orde werden gesteld. Dit heeft geleid tot veel publiciteit. Ook in andere delen van het land kwamen actiegroepen op, om de verwerpelijkheid van de dwangarbeid voor bijstandsgerechtigden aan de kaak te stellen. Op internet verschenen honderden getuigenverklaringen uit het hele land over de zinloosheid van dergelijke trajecten, de vernederingen die mensen moesten ondergaan, voorbeelden van verdringing van bestaande arbeid, de rechteloosheid van de dwangarbeiders, etc.

Al deze acties en discussies beginnen nu hun resultaten af te werpen. In het nieuwe college akkoord in Amsterdam wordt dwangarbeid, het werken met behoud van uitkering in participatieplaatsen afgeschaft. Laurens Ivens, de onderhandelaar namens de SP, heeft bij de presentatie van het akkoord gezegd dat werklozen dit niet meer hoeven te doen.  In het akkoord staat letterlijk: ‘we stoppen met onbetaald werk’. Wij zijn blij met deze maatregel. Er gaat een heel ander beleid gevoerd worden. Werklozen kunnen voortaan kiezen uit scholing, zelfgekozen vrijwilligerswerk of nieuwe ‘perspectiefbanen’ waarbij het minimumloon of een cao loon wordt betaald. Deze ‘perspectiefbanen’ kunnen worden ingezet bij scholen, sportverenigingen, culturele instellingen. Er wordt een Werkbedrijf opgericht, al een oud plan van de SP, waarin de Dienst Werk en Inkomen (sociale dienst) opgaat. Dit werkbedrijf initieert en begeleidt de perspectiefbanen, de sociale werkvoorziening en de dagbesteding in samenwerking met gemeentelijke organisaties, Amsterdamse instellingen, sociale firma’s en het bedrijfsleven.

Wij zijn blij met de behaalde resultaten, maar de strijd gaat door. In de eerste plaats zullen we de uitvoering van het akkoord kritisch blijven volgen. Uitgangspunt voor ons is dat werkzoekenden op basis van vrijwilligheid kunnen deelnemen aan eventuele trajecten, dat ze zelf voorstellen kunnen doen en dat er eindelijk, eindelijk eens structureel geluisterd wordt naar de werkzoekenden zelf, die vaak zelf de beste plannen hebben om hun leven in te richten gezien hun persoonlijke omstandigheden. Strafkortingen passen daar niet in. De ‘zinvolle’ dagbesteding die georganiseerd gaat worden voor Amsterdammers die geen betaald werk kunnen verrichten moet geheel vrijwillig zijn. In de tweede plaats willen we andere groepen in het land steunen om ook de dwangarbeid in hun gemeente afgeschaft te krijgen.

Wij hopen dat wij op korte termijn voorlichtingsacties met flyers kunnen organiseren om de dwangarbeiders, die op dit moment nog als dwangarbeider aan het werk zijn in projecten als het Amsterdamse Bos en andere trajecten van de Herstelling Werk en Uitvoering, erop te wijzen dat hun lijdensweg wat dit betreft ophoudt. En dat ze ermee kunnen stoppen. Of als ze er bijvoorbeeld voor willen kiezen het werk te blijven doen zoals bij het concern congres centrum of de scanbedrijven van het gemeentearchief dit voortaan betaald wordt volgens het arbeidsrecht en het geldende cao-loon.


Actiecomite Dwangarbeidnee
020-6181815
info@dwangarbeidnee.nl
http://dwangarbeidnee.blogspot.nl

Doorbraak Amsterdam

maandag 26 mei 2014

Nieuw programma volgens nieuwe journalistieke methoden over werken met behoud van uitkering, dwangarbeid, tegenprestatie en werkloos zijn

Nieuw programma volgens nieuwe journalistieke methoden over werken met 
behoud van uitkering, dwangarbeid, tegenprestatie en werkloos zijn.

Vorige week heeft de Bijstandsbond gepraat met Bastiaan Hetebrij en 
Marije Betten van het NCRV/KRO programma Altijd Wat Monitor. Dit is een 
onderzoeksjournalistiek programma waarbij een bepaald onderwerp nader 
wordt uitgediept. Ze hebben onlangs een programma gemaakt over aangifte 
doen bij de politie. Ze gaan nu een programma maken over werken met 
behoud van uitkering cq dwangarbeid en over de generieke tegenprestatie. 
Uitgangspunt is niet, zoals in de oude journalistiek, dat een journalist 
allerlei mensen intervieuwt, dingen onderzoekt en daar dan een programma 
over maakt. Dus dat alles via hem of haar loopt en die er dan een tekst, 
filmpje reportage of documentaire van maakt.  Dat vinden ze ouderwetse 
journalistiek. Uitgangspunt is dat meer gebruik wordt gemaakt van de 
mensen die er wat vanaf weten via internet. De mensen dragen zelf 
informatie aan en in wisselwerking met de redactie komt daar dan iets 
uitrollen, althans zo hebben wij het begrepen. Journalistiek waarbij je 
je wat meer laat leiden door het publiek.  Daarom hebben ze vandaag een 
internetsite gelanceerd, waar dwangarbeiders hun vragen, opmerkingen, 
klachten en voorstellen kunnen deponeren. Alles wordt ook gevolgd op 
twitter, facebook en er worden videoclips gemaakt, met interviews met 
ervaringsdeskundigen, etc. Hoewel dit op zich al een heel gebeuren is, 
gaat dit resulteren in een programma van 25 minuten op de televisie in 
september. Ze zijn nu een week bezig met het onderzoek, maar de eerste 
weblog is al gepubliceerd. Daarbij moeten ze er duidelijk nog inkomen, 
want in de blog staat met zoveel woorden: dat de werklozen en 
bijstandsgerechtigden in het bijzonder steeds strenger worden aangepakt 
is terecht, want wie kan werken moet werken'. Dan heb je het nog niet 
helemaal begrepen. Aan ons hen dat uit te leggen. Je kunt reacties kwijt 
op hun website. http://www.werkloosenboos.nl

Piet van der Lende

maandag 12 mei 2014

De werklozenbeweging tussen de beide wereldoorlogen

Op 27 maart hield de historicus Wim Pelt op uitnodiging van de Bijstandsbond in Amsterdam een boeiende lezing over de strijdbare werklozenbeweging in het tijdvak tussen de twee wereldoorlogen. Hieronder de integrale tekst.

In 1920 werd de crisis voelbaar, de werkloosheid nam toe en de werkgevers gingen over tot loonsverlaging. Al daalde het aantal werklozen tussen 1923 en 1929, de werkloosheid bleef aanzienlijk. In die jaren bestond er een zwakke en verdeelde werklozenbeweging. Het Nationaal Arbeids Secretariaat (NAS), een vakbond met anarcho-syndicalistische trekken, had een comité dat eisen stelde aan de arbeidsvoorwaarden in de werkverschaffing en dat verbetering van de positie van de werklozen nastreefde. Midden jaren twintig richtte de Revolutionair Socialistische Partij (RSP) het Landelijk Werklozen Comité op, dat plaatselijk met het NAS samenwerkte en vooral in het Rotterdamse enige aanhang verwierf.
In Amsterdam en de grotere steden namen de communisten het initiatief tot het vormen van Werklozen Agitatie Comités (WACs). In 1929 verenigden de WACs van Amsterdam, Rotterdam, Haarlem, Schiedam, Delft, Leiden en Den Haag zich tot een landelijke organisatie, het LWAC. Het actieprogramma omvatte onder meer stopzetting van verplichte werkverschaffing, productief werk tegen vol loon, reiskostenvergoeding, gereedschap, geneeskundige hulp, steun gelijk aan het laatst verdiende loon, en gelijke rechten voor vrouwen.

Sociaal-democratische tegenstanders

De Communistische Partij Holland (CPH) gaf niet geheel zelfstandig richting aan de werklozenbeweging. De partij kreeg orders van de Rode Vakbonds Internationale (RVI) die in Moskou zetelde. In 1928 ging de RVI over tot het oprichten van een Rode Vakbond Oppositie (RVO). Dat waren comités van werkenden en werklozen die zich vooral richten tegen de “sociaal-fascistische” leiding van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) en het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV). De communisten verwachtten dat de sociaal-democratische leiders de gevaarlijkste tegenstanders zouden worden in de op handen zijnde socialistische revolutie. De RVO hield in januari 1931 een werklozencongres waar onder meer de volgende eisen werden geformuleerd: extra winterhulp, afschaffing van premie-afdracht aan de werklozenkassen van de vakbeweging, gelijke steun voor georganiseerden en ongeorganiseerden, steun voor jongeren en vrouwen, vijftig procent steunverhoging, geen huisuitzetting wegens huurschuld, geen gedwongen werkverschaffing en geen loonsverlaging.
Met deze maximalistische eisen kreeg de RVO een paar duizend mensen naar een demonstratie in Den Haag. Geconfronteerd met de doorgevoerde verslechteringen bij de zich verdiepende crisis werden de eisen bijgesteld. De regering Ruys de Beerenbrouck verkortte de uitkeringsduur van de steun die ook nog eens werd verlaagd. “Weg met Ruys de Beerenbrouck, hij maakt onze centen zoek!”, was een populaire leuze in werklozendemonstraties.

Stempelstaking

In de werkverschaffing richtten de communisten gekozen vertrouwensmannencommissies op. Ontslag van vertrouwensmannen leidde tot stakingen, die echter snel verliepen door onvoldoende steun. De WACs probeerden advies en praktische hulp te bieden in samenwerking met de gemeenteraadsfracties van de CPH. De WACs werden na een paar jaar omgezet in beter georganiseerde Werklozen Strijd Comités (WSCs), die lokaaltjes huurden voor advieswerk, cursussen en ontspanning. Werk tegen normaal loon was de belangrijkste eis, verder geen steunverlaging, huurverlaging, en lagere gas- en elektra-tarieven.
De regering wilde in 1932 de steun met vijftien procent verlagen. Daartegen organiseerden de WSCs en de CPH een “Rode Dinsdag” op Prinsjesdag. De gemeente Den Haag verbood de demonstratie en de politie trad gewelddadig op tegen de demonstranten. Er werd zelfs geschoten. Het NVV en de SDAP demonstreerden in november en kregen daarvoor tachtigduizend mensen op de been. Geconfronteerd met de massale protesten trok de regering het plan tot steunverlaging in.
In Amsterdam organiseerden de WSCs een stempelstaking tegen het gehate tweemaal daags stempelen. Die werd verloren omdat er geen economische druk van uitging en de werklozen werden getroffen door inhouding van de steun. Later werd het tweemaal daags stempelen teruggebracht tot een keer. Georganiseerde werklozen hoefden maar een keer te stempelen en kregen ook iets meer steun uit door de overheid gesubsidieerde werklozenkassen van de vakbeweging. In 1933 richtte het NVV eigen werklozenverenigingen op, waar vakbondsleden automatisch lid van werden zodra ze werkloos waren. Die verenigingen hielden zich uitsluitend bezig met ontspanning, niet met acties. Hun blad “Werklozenzorg” keerde zich fel tegen de WSCs en de CPH. Hun leuze was overgenomen van de SDAP: “Communisme en fascisme is een”.

Het Jordaanoproer

In juli 1934 kondigde premier Colijn een steunverlaging af, die voor velen neerkwam op zo’n twintig tot dertig procent minder inkomen. De CPH organiseerde een grote protestvergadering in de Diamantbeurs in Amsterdam en de WSCs hielden in zo veel mogelijk buurten demonstraties en protestvergaderingen. Een demonstratie in de Indische Buurt werd door de politie uiteengeslagen. Op 4 juli, de dag dat voor het eerst de verlaagde steun werd uitbetaald, bezetten werklozen enkele uren het gebouw van Maatschappelijke Steun. Een demonstratie op de Noordermarkt liep uit op gevechten met de politie. Het WSC Lauriergracht belegde die avond een protestvergadering in de Harmonie. Na afloop trad de politie gewelddadig op en ook nu weer werd er geschoten.
De opgekropte woede van jaren misère en vernedering kwam tot uitbarsting. In de Jordaan begonnen mensen barricaden op te werpen tegen de politie. Ze haalden de bruggen van de grachten op die de wijk omringden. Vanuit de ramen smeten de Jordaners huisraad, stenen, dakpannen en bloempotten naar de politie. De regering zette de marechaussee in met karabijnen en zelfs pantserwagens. Straat voor straat moest op de bewoners worden ‘veroverd’. Er vielen doden en veel gewonden. De CPH breidde de acties uit naar de Dapperbuurt, de Indische Buurt, de Eilanden, Gerard Dou, West, de Spaarndammerbuurt en Noord om de Jordaan van het politiegeweld te ontlasten. De WSCs gingen bedrijven langs om op te roepen tot solidariteitsstakingen. Dat lukte enkel in de houthaven en op sommige bouwobjecten. De Tribune, het blad van de CPH, en de WSCs hadden niet tot geweld opgeroepen en juist gewaarschuwd tegen provocaties, maar op 7 juli werden de persen van de Tribune in beslag genomen. Deze acties leverden niets tastbaars op.

Eendacht Maakt Macht

Een gebrek van de WSCs was dat ze geen contact hadden met de vakbeweging en daardoor te weinig met de werkende arbeiders. Vanaf de zomer van 1934 streefde de Communistische Internationale naar eenheid tegen het fascisme. Dat werd dus ook de politiek van de CPH en de WSCs. De communisten moesten voortaan actief zijn in de “reformistische” vakbonden en het Plan van de Arbeid van de SDAP en het NVV ondersteunen, waarin uitvoering van grote werken, handhaving van cao’s, een veertigurige werkweek en verhoging van de steun werd geëist. De WSCs moesten aansluiting bij het NVV zoeken.
De Amsterdamse WSCs richtten de Amsterdamse Vereniging van Ongeorganiseerde Werklozen op, die al snel naar haar orgaan Eendracht Maakt Macht (EMM) werd genoemd. In de statuten stond dat arbeiders lid moest worden van de vakvereniging zodra ze werk hadden. EMM wilde de werklozen verenigen die niet in het NVV konden worden opgenomen. Verder wilde EMM dezelfde rechten voor ongeorganiseerde werklozen, betrekkingen met de overheid voor belangenbehartiging, lokalen van de gemeente voor cultureel werk en goedkope bad- en zwemgelegenheid. In januari 1937 had EMM zes afdelingen en vierduizend leden. De organisatie vormde ook vrouwencomités en jongerengroepen. Elders in het land lukte het ook hier en daar om dergelijke verenigingen tot stand te brengen. EMM had iets te bieden, want Voorwaarts, de werklozenvereniging van het NVV, had in juli 1936 niet meer dan tweehonderdnegenendertig leden.

Acties tegen afschaffing van huurtoeslag

In augustus 1936 kwam de regering met nieuwe maatregelen tot steunverlaging, waarvan de belangrijkste de afschaffing van de huurtoeslag was. Meer dan twintig procent van de huur werd niet meer vergoed voor zestig procent van de Amsterdamse werklozen. Volgens de regering bevorderde deze maatregel huurverlaging. EMM belegde wijkvergaderingen en organiseerde allerlei vormen van protest. Ook het NVV protesteerde tegen de afschaffing van de huurtoeslag. NVV-bestuurder Lindeman riep op de huurtoeslag van de huur af te houden. Protestmeetings van het NVV in Amsterdam en Rotterdam werden bezocht door respectievelijk negenduizend en vijfduizend mensen. In deze omstandigheden, waarbij al gauw de vlam in de pan kon slaan, stelde Colijn de steunverlaging vier weken uit.
De oproep om de huurtoeslag van de huur af te houden bracht de huuracties in een stroomversnelling. EMM gaf ondersteuning met haar adviesbureaus. Bij gerechtelijke verkoping mobiliseerde men buurtbewoners om opkopers uit de straat te houden en collecteerde men om de huisraad op te kunnen kopen en terug te geven. Dit soort solidariteitsacties waren al een traditie in Amsterdamse arbeidersbuurten. De regering voerde huurverlaging voor woningwetwoningen door en zwakte de steunverlaging iets af. Eind september 1936 werd de gulden met twintig procent gedevalueerd en dat veroorzaakte prijsstijgingen.
In 1937 slaagde EMM er in zich aan te sluiten bij het NVV en daarna ook bij de Amsterdamse Bestuurders Bond (ABB). De vreugde over de bereikte eenheid was van korte duur, want de ABB begon al snel met het royeren van communisten. Vervolgens probeerde de ABB nieuwe statuten door te drukken, waarin het voor communisten verboden was om lid te zijn van EMM. Alle ledenvergaderingen wezen deze clausule af. Het bestuur trad af, maar dat mocht niet baten: april 1939 werd EMM uit het NVV gezet. Geroyeerd uit het NVV vormde EMM met andere werklozencomités de Landelijke Bond van Werkverschaffingarbeiders met weldra meer dan veertig afdelingen in het hele land. EMM belegde met kerstmis 1939 een groot landelijk congres in Bellevue.

Verzet in de werkverschaffing

Een bron van conflict met het NVV werd ook de werkverschaffing. Het NVV zat in de provinciale Werkcomités voor de werkverschaffing. Deze comités stelden voor de arbeiders onder meer de strafmaat vast bij overtredingen. Dat betekende dan uitsluiting en dus lagere steun. Toen de werkverschaffing in mei 1938 werd uitgebreid, namen de activiteiten van EMM daar toe. De organisatie beschouwde werkverschaffing als een loondruk-experiment. De arbeiders kozen commissies die niet erkend werden door de Nederlandse Heidemij. EMM steunde stakingen en demonstraties, organiseerde meetings, petities en werkte met steunlijsten. De acties richtten zich op verbetering van de lonen, de arbeidsduur en de sociale toestanden in de werkverschaffing. Toen de regering verdedigingswerken liet aanleggen, eiste EMM dat daarvoor een normaal loon werd betaald.
Vanaf maart 1937 werden werklozen naar Duitsland gestuurd. De werklozenbeweging voerde daar actie tegen. Werklozen mochten principiële bezwaren maken, maar weigeren kon wel hun uitkering kosten. Ook werden werklozen, in plaats van werkenden, opgeroepen voor militaire dienst. Tijdens de laatste vooroorlogse jaren liep de werkloosheid terug, maar de prijzen bleven stijgen. Bij de Duitse inval sloot EMM haar lokalen en het adressenmateriaal werd verbrand. De commissies in de werkverschaffing bleven deels bestaan.

Strijd van werkverschaffingarbeiders tijdens de bezetting

Na 10 mei 1940 steeg de werkloosheid doordat veel bedrijven stil vielen. Om te voorkomen dat grote groepen werklozen voor de stempellokalen samendromden, werd het gehate stempelen afgeschaft. Er kwam een verbod op het stilleggen van bedrijven en de werkverschaffing werd uitgebreid. Gedemobiliseerden moesten in de opbouwdienst. Ook daar werd actie tegen gevoerd, omdat dit werd gezien als het voorportaal van de Arbeidsdienst in Duitsland. Eind december werkten bijna zevenduizend Amsterdammers in Duitsland, eenentwintighonderd werklozen en duizend werkverschaffingarbeiders hadden geweigerd. In februari 1941 waren de prijzen sinds het uitbreken van de oorlog met 38,1 procent gestegen. Veel activisten van EMM zaten nu in de werkverschaffing. Op verschillende plaatsen waren acties. De actieleiders stuurden met hun namen ondertekende brieven naar de overheid en stapten zelfs naar de Ortskommandantur. Daar werd erkend dat de lonen te laag waren, maar staken was verboden en stakingsleiders werden gewaarschuwd dat ze de kogel konden krijgen. De Duitsers hoopten in het begin van de bezetting de Nederlandse bevolking als “Brudervolk” te paaien. Daar maakten de werkverschaffingarbeiders gebruik van.
Op verschillende objecten slaagden EMM-ers er opnieuw in door de arbeiders gekozen commissies tot stand te brengen. Ze spraken de arbeiders toe in de fietsenstalling en in de trein. De objectcommissies vergaderden in de trein, deden daar ook advieswerk en probeerden de saamhorigheid van de werkverschaffingarbeiders te verbeteren. Ze bemoeiden zich met de arbeidsomstandigheden en de hoogte van het akkoordloon. Al werden ze niet officieel door de werkleiding erkend, ze bereikten meer dan voor de bezetting. In oktober 1940 vaardigden de commissies iemand af naar de overkoepelende Vertrouwenscommissie die werd geleid door de voormalige EMM-voorzitter Arie van Rijkom. De Vertrouwenscommissie vergaderde ‘s zondagmorgens in café De Witte Ballon aan de Wittenkade. Zij stuurde een met de namen van de commissieleden ondertekende brief naar de directeur van de Arbeidsbeurs, naar de werkleiding, de rijksinspecteur en de waarnemend secretaris-generaal van Sociale Zaken Verwey. In de brief eiste de vertrouwenscommissie hoger loon, een duurtetoeslag, kortere werktijden en betere arbeidsvoorwaarden. Dit eisenpakket werd ook als pamflet op de objecten verspreid, maar de acties zouden over een ander punt beginnen.

Actie tegen werktijdverlenging

Werkverschaffingarbeiders waren vaak dertien tot veertien uur van huis door de lange reistijden. Toen op een aantal objecten rond Amersfoort ook nog werktijdverlenging werd afgekondigd, stuurde de Amsterdamse Vertrouwenscommissie een brief naar de waarnemend secretaris-generaal waarin zij dreigde met acties als de werktijdverlenging niet werd ingetrokken en als niet aan de eerder gestelde eisen tegemoet werd gekomen. Op de objecten stopten de arbeiders twee dagen achtereen op de oude tijd. Verwey liet de achttienhonderd werkverschaffingarbeiders van de betreffende projecten schorsen en verbood voor hen de steun. Dagelijks demonstreerden ze daarop voor de Arbeidsbeurs op de Passeerdersgracht om uitbetaling van de steun te eisen. De Vertrouwenscommissie sprak de menigte toe op het Raamplein. In de buurten en bij het uitgaan van bedrijven werd gewerkt met steunlijsten.
Zo’n tweeduizend werkverschaffingarbeiders kampeerden met hun gezinnen en sympathisanten in de galerij van het voormalige Paleis van Volksvlijt, waar de Arbeidsreserve zat. Buurtbewoners brachten brood en surrogaatkoffie. Toen honderden vrouwen van werkverschaffingarbeiders zich op het Raamplein verzamelden, werden ze door de politie met gummiknuppels uiteengeslagen. Daarop trokken ze naar de Ortskommandantur op het Museumplein. Terwijl een delegatie binnen hun eisen naar voren bracht, werd door de vrouwen buiten “Honger! Honger!” gescandeerd. Inmiddels waren de meeste werkverschaffingarbeiders weer aan het werk gegaan, waarvoor ze eerst een verklaring hadden moeten ondertekenen dat ze zich voortaan aan de voorschriften van de Werkleiding zouden houden. De Vertrouwenscommissie had hen afgeraden te tekenen, omdat er nog helemaal geen eisen waren ingewilligd. Ze gingen toch, maar stopten op de oude tijd. Daarom werden ze de volgende dag alweer uitgesloten. Weer demonstraties en nu ook hardere confrontaties met de politie. Het NVV, dat nu werd bestuurd door NSB-ers, probeerde de acties over te nemen, maar daar trapten de werkverschaffingarbeiders niet in. Nu ging de bezetter zich ermee bemoeien, vanwege “Kommunistische tendenzen”. De commissieleden werden bij de SD op de Herengracht ontboden. Ze ontkenden ook maar iets te maken te hebben met de illegale CPN. Zij werden ervoor verantwoordelijk gehouden duizenden arbeiders in staking te hebben gebracht en in de stad rellen te hebben veroorzaakt. De Vertrouwenscommissie hield vol dat de Nederlandse Heidemij de schuldige was, want die had de werktijden verlengd.

Februari-staking

De actie leidde tot resultaten: de steun werd uitbetaald, de werktijd werd niet verlengd, verloren reistijd werd vergoed en behalve de commissieleden mocht iedereen weer aan het werk. De commissieleden moesten opnieuw voor verhoor bij de SD komen. Zij hielden vol geen communisten te zijn, maar enkelen konden niet ontkennen bestuurslid te zijn geweest van EMM. In hun agitatie hadden ze zich uitsluitend gericht tot de Nederlandse autoriteiten. De commissieleden werden drie weken vastgehouden op de Weteringschans, waarna ze naar een strafkolonie in Vinkeveen werden gestuurd.
Op 21 december werd de werkverschaffing gestopt vanwege kerstmis en de ingetreden vorst. Zo’n tienduizend arbeiders waren uitgevroren. Dat betekende een terugval van een gemiddeld weekloon van vierentwintig gulden naar gemiddeld dertien gulden steun. Dus werd hogere steun geëist. De meetings op het Raamplein, die werden toegesproken door vertrouwensmannen als Wouter Kalf, werden groter en groter. Er kwamen ook delegaties van gemeente- en metaalbedrijven. De hele maand januari 1941 werd er gedemonstreerd op het Raamplein, bij het NVV-kantoor in de P.C. Hooftstraat en bij het stadhuis. Toen de actieleiding op 29 januari een meeting in het Vondelpark probeerde te houden, reed de Grüne Polizei met overvalwagens en machinegeweren het park in. De massa verspreidde zich en er gebeurde niets.
Op 31 januari werd bekend dat alle werklozen één week extra steun kregen. Dat was te weinig, dus de acties tegen de Nederlandse autoriteiten en het door de NSB bestuurde NVV werden voortgezet. Openlijke agitatie tegen de Duitse bezetter kon bij deze publiekelijk gevoerde acties niet. De werkverschaffingarbeiders hadden het door de bezetter afgekondigde verbod op staken en demonstreren genegeerd en laten zien dat met acties iets kon worden bereikt. Het kan niet anders of dat moet van grote invloed zijn geweest op de daaropvolgende Februari-staking.
Op 25 februari om zes uur ‘s ochtends probeerden leden van de vertrouwenscommissie de werkverschaffingarbeiders op het Centraal Station ervan te weerhouden in de trein te stappen, om zo te staken tegen de Jodenvervolging. Een groot deel beloofde op het object te staken, zo’n vierhonderd mensen stapten niet in de trein. Commissieleden sprongen in de rijdende trein om ook de rest eruit te krijgen. Dat lukte niet, op het Muiderpoort Station stapten er slechts honderd uit. Met anderen blokkeerden ze het station. Werkverschaffingarbeiders trokken door de stad om iedereen tot staken op te roepen. Wouter Kalf probeerde de werkverschaffingarbeiders op het Raamplein toe te spreken, maar de politie verhinderde dat. Toen Kalf ‘s avonds bij het Centraal Station terugkerende werkverschaffingarbeiders opriep om de volgende dag te staken, werd hij gearresteerd door een NSB-agent. Hij werd uitgeleverd aan de Sicherheits Polizei. De Duitse politie en de Wehrmacht traden met grof geweld op. Met dertien doden en vele tientallen gewonden werd de staking de kop ingedrukt.
Wim Pelt
Bronnen
  • Wim Pelt, “Die Erwerblosenbewegung zwischen RGI en IGB”, in: Internationale Tagung der Historiker der Arbeiterbewegung, 16. Linzer Konferenz, 1980.
  • Wim Pelt, “Eendracht Maakt Macht”, in: Cahiers over de geschiedenis van de CPN, nr.2, Amsterdam, 1979.
  • Verslag van de PKV-werklozengroep, Utrecht 1978.
  • H.Bakker en E.Nijhof, “Het Jordaanoproer”, in: Tijdschrift voor sociale geschiedenis, maart 1978.
  • Wim Pelt, “Vrede door revolutie. De CPN tijdens het Molotov-Ribbentrop Pact (1939-1941)”, Den Haag, 1990.

zondag 11 mei 2014

Uitspraak Rechtbank Den Haag: bijstandsgerechtigde met recent arbeidsverleden hoeft geen module werknemersvaardigheden aanleren c.q. dwangarbeid te volgen.


Persbericht 11-05-2014. Op 19 maart 2014 heeft de rechtbank in Den Haag uitgesproken dat een bijstandsgerechtigde niet de door de gemeente Den Haag aangeboden traject module werknemersvaardigheden hoefde te volgen. Het is alweer enige tijd geleden maar in verband met de ontwikkeling van de jurisprudentie over de rechten en plichten van bijstandsgerechtigden in het kader van dwangarbeid toch van belang om daar nog aandacht aan te besteden.

Paula ontving sinds 19 januari 2012 een bijstandsuitkering. Haar werden arbeidsverplichtingen opgelegd 'als bedoeld in artikel 9 van de Wwb'. In mei 2013 werd haar het traject module werknemersvaardigheden aangeboden door de gemeente. Paula liet daarop weten, diverse trajecten al een keer eerder te hebben gevolgd en zij voerde aan, dat het traject niet passend was. Ze heeft ruim 20 jaar werkervaring als secretaresse en wil doorstromen naar administratief werk. Het schoonmaken van toiletten en het repareren van fietsen in projecten om werknemersvaardigheden te leren zoals op tijd komen en luisteren naar je baas draagt niet bij aan haar re-integratie.

Daarop reageerde de gemeente door haar een maatregel op te leggen van een maand uitsluiting van de uitkering. Dit besluit werd na een bezwaarschrift gehandhaafd en trad in werking m.i.v. 1 juli 2013.

De rechter constateert vervolgens in de rechtszaak die daarop volgde, dat Paula met haar weigering aan het traject deel te nemen geweigerd heeft de op haar rustende arbeidsverplichtingen voortvloeiende uit artikel 9 van de Wwb na te komen. Maar, zegt de rechter kan Paula ook worden verweten dat ze die verplichting niet is nagekomen/ De rechter vond van niet.

Allereerst is het aan de gemeente, omte bepalen welke reintegratie voorziening voor Paula was aangewezen om het doel- namelijk arbeidsinschakeling te bereiken. Maar, zegt de rechter, daarvoor is wel vereist dat de gemeente maatwerk levert en dat de voorziening het resultaat is van een zorgvuldige en op de persoon toegesneden afweging. De gemeente moet bovendien tegenover Paula motiveren en kenbaar maken waaruit de voorziening concreet bestaat, en waarom deze voorziening gelet op de individuele feiten en omstandigheden is aangewezen *en welk tijdspad wordt gevolgd.*

De rechter constateert, dat de gemeente Den Haag niet aan deze voorwaarden heeft voldaan. In het ondertekende trajectplan is niet nader gespecificeerd welk traject aan Paula zou worden aangeboden. Trajectplannen die louter algemeenheden bevatten die op elke bijstandsgerechtigde van toepassing zijn, zijn niet goed zegt de rechter. Het plan bevat dan ook geen van de voorwaarden die hiervoor werden genoemd.

En de rechter zegt dan vervolgens: Paula heeft gelijk dat ze ruim 20 jaar werkervaring heeft en dat dus de re-integratie module werknemersvaardigheden niet op haar is toegesneden. Voorts heeft Paula al diverse trajecten gevolgd waaronder praktijktrainingen en introductieweken. De module werknemersvaardigheden bestaat uit het werken in een Kringloopwinkel, het schoonspuiten van profielen van kassen en het repareren en bewaken van fietsen. (Dwangarbeid dus, piet). Uit de toelichting bij de module blijkt het erom te gaan, dat bijstandsgerechtigden wennen aan de eisen die het arbeidsproces stelt, zoals op tijd komen en werktijden in acht nemen. Uit de rapportages van de gemeente zelf blijkt echter, dat Paula een werkhouding heeft die gebaseerd is op plichtsbesef, dat zij zich aan afspraken houdt en op tijd komt. Dus zegt de rechter, is de aangeboden module overbodig en een herhaling van zetten. Het aanbod van de gemeente is niet gebaseerd op een zorgvuldige, op Paula toegesneden en voor haar kenbare afweging. Daarom valt Paula niets te verwijten. Het beroep is gegrond. Het besluit van de gemeente Paula een maand uit te sluiten van de uitkering wordt vernietigd wegens strijd met artikel 7:12 van de Awb.

Piet van der Lende


020-6898806
info@bijstandsbond.org

woensdag 23 april 2014

Bijeenkomst met boycot Workfare

Op vrijdag 16 mei organiseren Doorbraak en Dwangarbeid Nee in Amsterdam een bijeenkomst met activisten van de Britse anti-dwangarbeid groep Boycott Workfare. Die organisatie strijdt tegen dwangarbeid, het zonder loon en contract te werk stellen van mensen met een uitkering, en heeft sinds 2011 al aardig wat successen op zijn naam weten te schrijven, via druk op bedrijven en instellingen die gebruik maken van dwangarbeiders. Tijdens de bijeenkomst zullen we ervaringen uitwisselen en discussiëren over strategieën om zo verder te komen in de strijd tegen dwangarbeid. Op 17 mei is er ook in Leiden een bijeenkomst met Boycott Workfare.

Bijeenkomst met Boycott Workfare-activisten
Vrijdag 16 mei, 20:00 uur, inloop 19:30 uur
Eerste Helmersstraat 106-M, Amsterdam
Voertaal: Engels (vertaling aanwezig)
Facebook-evenement

Door heel Europa worden mensen gedwongen te werken voor hun uitkering, en op veel plaatsen is daar ook verzet tegen. De afgelopen twee jaar hebben we al boeiende bijeenkomsten georganiseerd met de Franse groep RTO ende Duitse groep FelS. De discussies waren leerzaam en ze hebben onze ideeën en praktijken flink beïnvloed. Het is belangrijk om onszelf te voeden met kennis en inzichten van anderen die met dezelfde thema’s bezig zijn, om zo onze eigen strijd te versterken en inspiratie op te doen.
Dit jaar hopen we geïnspireerd te worden door Boycott Workare. Deze actiegroep timmert al een aantal jaar aan de weg, en wist al snel successen te boeken. De groep doet onderzoek naar bedrijven die gebruik maken van dwangarbeiders en nagelt die bedrijven publiekelijk aan de schandpaal via naming and shaming-campagnes. Boycott Workfare verzamelt verder informatie over het systeem van dwangarbeid, biedt tips en trucs voor mensen in de bijstand om onder dwangarbeid uit te komen, en verstoort bijeenkomsten van bobo’s die praten over dwangarbeid. Op deze manier probeert de actiegroep het systeem van dwangarbeid onwerkbaar te maken.
Boycott Workfare is een campagne tegen dwangarbeid die landelijk opereert én succes heeft. In Nederland moet zo’n landelijke campagne nog van de grond komen. Kom ook naar de bijeenkomsten en laat je inspireren!
Frodo Tromp

donderdag 17 april 2014

Nederlands leren in de bijstand. Bijstand bashen in de praktijk


Aan de ene kant nieuwe symboolwetgeving aan de andere kant desastreuze gevolgen. Wie een jaar na het aanvragen van bijstand verwijtbaar nog geen Nederlands spreekt, kan zijn uitkering kwijtraken. Dat is de kern van een wetsvoorstel dat staatssecretaris Klijnsma voor advies naar de Raad van State heeft gestuurd. In de praktijk komt er voor het verkrijgen van bijstand een beoordelingsmoment bij. Extra ambtenaren die moeten gaan beoordelen of iemand Nederlands spreekt. Hoewel klantmanagers er niet voor doorgeleerd hebben om dat te beoordelen.  Uitzonderingsgevallen bedenken, beoordelen of het verwijtbaar is of niet. Ontwikkeling nieuwe jurisprudentie door rechters, op basis van een stortvloed aan bezwaarschriften. Nieuwe bureaucratie van examens en examinatoren, ingewikkelder regels en voorschriften, waar de VVD zogenaamd tegen is. (Wel voor de rijken minder overheidsingrijpen en deregulering, niet voor de armen). In feite symboolwetgeving, omdat voor een grote groep een uitzondering zal worden gemaakt, en bezuinigingen niet worden gerealiseerd, maar toch ook wel met desastreuze gevolgen. Duizenden zonder middelen van bestaan zullen worden uitgesloten van de uitkering, vanwege de ingewikkelder worden van de aanvraagprocedures en omdat ze vaak onterecht verweten wordt dat ze geen Nederlands spreken.

stukje geschiedenis

Toen in de zeventiger jaren de eerste generatie migranten, die toen gastarbeiders genoemd werden, door de werkgevers en de staat geworven werden in o.a. Marokko en Turkije was het feit, dat vele n analfabeet waren en geen Nederlands spraken geen probleem. Werkgevers en overheid maakten zich er niet druk om. Er was en tekort aan arbeidskrachten, en die analfabeten konden mooi eentonig lopende band werk doen in de fabrieken. Die migranten verbleven hier toch maar tijdelijk, was de redenering, dus waarom zouden we voor mensen die straks toch weer weg zijn investeringen doen. Ze zoeken het maar uit, dat ze niet kunnen lezen en schrijven. De overheid en de werkgevers investeerden niet in taalcursussen en andere faciliteiten. Lekker goedkope arbeidskrachten. En als we ze niet meer nodig hebben, doen we ze weg. Mar de migranten die probeerden te ontsnappen aan de bittere armoede in het herkomstland bleven, en velen van hen wilden -met behoud en verdere ontwikkeling van een eigen identiteit- maar al te graag lezen en schrijven leren, en Nederlands. Onderwijs om lezen en schrijven te leren is een fundamenteel mensenrecht, waarvoor de overheid de faciliteiten beschikbaar moet stellen. Maar dat deed de Nederlandse overheid in de loop van de tijd maar mondjesmaat. Er ontstonden in het verleden lange wachtlijsten bij alfabetiseringscursussen en taalcursussen. Want de mensen wilden graag leren.

geld vinden

Toen de inburgeringscursussen ingevoerd moesten worden, moest daar geld voor worden gevonden. En kijk, de schandelijke situatie doet zich voor dat in Nederland anno 2014 meer dan een miljoen in Nederland geboren en getogen burgers ook niet kunnen lezen en schrijven. Daar had de overheid oorspronkelijk wat geld voor uitgetrokken in de volwassenen educatie om hen lezen en schrijven te leren. Dat moest voor een groot gedeelte natuurlijk wel gebeuren door vrijwilligers, voor voldoende professionele krachten was geen geld. (Lezen en schrijven en Nederlands leren aan andere mensen is een vak) Kijk, zeiden de bestuurders daar kunnen we mooi wat verder op bezuinigen en dan zetten we het geld in voor de inburgeringscursussen. Terecht waren veel mensen daar kwaad over, want onderwijs om lezen en schrijven te leren is een fundamenteel mensenrecht. Sommigen maakten de fout dat ze daarom de migranten de schuld gaven, voor hen wel geld, voor 'ons' niet. Maar de werkelijke veroorzaker van de problemen is de staat, die weigert voldoende faciliteiten beschikbaar te stellen voor mensen die niet kunnen lezen en schrijven en geen Nederlands spreken, migrant of niet. De overheid bezuinigt, ja en dan kun je aan de schandelijke situatie dat in het moderne Nederland miljoenen niet kunnen lezen en schrijven niets doen. Dat door de inzet van gelden voor volwassenen educatie voor hier geboren en getogen burgers voor de inburgeringscursussen van migranten de mensen tegen elkaar uitgespeeld werden en de neiging hadden elkaar de schuld te geven was mooi meegenomen, dat leidde de aandacht af van de bezuinigingen.

En nu heeft de staat een nieuwe stok gevonden om de hond te slaan. Er wordt de eis gesteld, dat je Nederlands moet spreken als je een bijstandsuitkering nodig hebt. Zoeken naar een stok om de hond te slaan, d.w.z. zoeken naar redenen om te bezuinigen op de bijstand en mensen die er eigenlijk recht op hebben geen uitkering te geven. Zo´n maatregel is gezien vanuit de burgers volstrekt overbodig, want de overgrote meerderheid van mensen die slecht Nederland spreken of niet kunnen lezen en schrijven willen daar dolgraag ondersteuning bij hebben. Dus waarom dan die verplichting? Gaat de staat nu wel voldoende faciliteiten ontwikkelen om de schande van het analfabetisme in Nederland structureel aan te pakken? Ik denk het niet. Het zijn maatregelen om te bezuinigen op de mensen die het minste hebben en hen de schuld te geven van hun moeilijke positie. En als er wel geld voor wordt uitgetrokken, zal het wel worden weggehaald bij de WMO of elders bij de volwassenen educatie en cursussen voor mensen het een minimuminkomen. Ik hoor de hier geboren en getogen bijstandsgerechtigden al die zeggen: voor ons in de bijstand is niets, en voor die buitenlanders wordt geld over de balk gesmeten’. De PVV komt aan haar stemmen door het beleid van deze regering.


Piet van der Lende

zaterdag 12 april 2014

Filmavond maandag 14 april

Mededeling

Aanstaande maandagavond 14 april om 20.30 uur vertoont Hikmet Ulger een film die hij heeft gemaakt van de demonstratie van het Europees Verbond voor Vakverenigingen (EVV). De demonstratie werd gehouden op 4 april. De bij de EVV koepel aangesloten vakbonden, waaronder het FNV protesteerden tegen het neoliberale beleid van de zogenaamde Troika, nl de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en de Europese ministerraad. Men wil meer banen, een ontwikkeling naar een duurzame economie, behoud van werkgelegenheid en een actiever beleid om de economische crisis tegen te gaan. Hoewel de demonstratie een enerverende gebeurtenis was, waar ongeveer 50.000 mensen uit vele Europese landen aan deelnamen is er weinig van in de publiciteit gekomen. Hikmet wil met zijn film het beeld bijstellen, dat er op het Europese vlak geen protesten zijn. Tijdens de demonstratie deelde het Europese netwerk van werklozenorganisaties, de Euromarsen een pamflet uit waarin geageerd wordt tegen dwangarbeid en werken voor je uitkering. Daarbij werd de eis gesteld, dat sociale bewegingen in de verschillende Europese landen een sociaal minimum moeten eisen waarvan de criteria op Europees niveau worden vastgesteld. Na de film discussieren we over de vraag, of dit een goede eis is. In verschillende Europese landen leven sentimenten dat de sociale zekerheid volledig nationaal bepaald moet blijven worden. Komt allen om hierover te praten.

Plaats: ruimte Voedlink, Bilderdijkstraat 165 f in Amsterdam

Piet van der Lende

woensdag 9 april 2014

Debat over dwangarbeid



Op woensdagavond 16 april om 19.30 uur organiseren de Kritische Studenten Amsterdam een debat over dwangarbeid en de tegenprestatie in de Bijstand. Het debat wordt gehouden in het gebouw van de Universiteit van Amsterdam Oudemanhuispoort 4-6 Zaal OMHP D1.09.
1012 CN Amsterdam. 

Van de weblog van de Kritische Studenten:

Iedere student is zich pijnlijk bewust dat een diploma tegenwoordig geen garantie meer is voor een baan. Daarom is het voor ons juist nu noodzakelijk om te kijken naar hoe de overheid werklozen behandelt. Uitkeringen worden gebonden aan steeds strengere voorwaarden, waarbij uitkeringsgerechtigden worden verplicht tot een ‘maatschappelijk nuttige tegenprestatie’. Maar is deze tegenprestatie wel nuttig, of is dit staaltje symboolmachismo een moderne vorm van dwangarbeid? Drie experts, advocaat Marc van Hoof, onderzoeker Alex Corra en kamerlid Sjoerd Potters (VVD), treden op woensdag 16 april om 19.30 in debat in OMHP D1.09. Komt allen!

Mooie gelegenheid voor werklozen om die Sjoerd Potters van de VVD met zijn schandelijke uitspraken nu eens flink de waarheid te zeggen. Weblog Kritische Studenten Amsterdam kun je reageren. http://kritischestudentenamsterdam.nl/2014/04/06/debat-dwangarbeid-na-je-diploma/

dinsdag 8 april 2014

Nieuwe groep met problematische schulden


Op het spreekuur van de Bijstandsbond komen de laatste weken steeds meer
mensen, die betalingsachterstanden hebben bij energieleveranciers zoals
de NUON, bij ziektekostenverzekeraars zoals de Agis en bij verhuurders
vanwege een huurachterstand. Het lijkt hier te gaan om een nieuwe groep
bijstandsgerechtigden, die tot nu toe met kunst en vliegwerk net het
financiele hoofd boven water konden houden, maar die nu in de problemen
komen.

structureel rood staan

Vaak was er al sprake van onregelmatige betalingen van maandelijkse
lasten aan bovengenoemde organisaties, en kon men zich al te grote
problemen van het lijf houden door betalingsregelingen. Mensen komen
echter steeds meer structureel rood te staan (bijvoorbeeld in plaats van
een halve maand de hele maand) waardoor afspraken in dat opzicht niet
kunnen worden nagekomen, omdat de bovengenoemde schuldeisers altijd als
voorwaarde stellen, dat de betalingsregeling via een automatische
afschrijving moet verlopen. Wanneer mensen rood staan kan die
afschrijving niet plaatsvinden. Daarop wordt vaak meteen een
incassoprocedure automatisch in werking gesteld, waarbij hoge
incassokosten in rekening worden gebracht omdat men zich niet aan de
betalingsregeling zou willen houden. Door de onregelmatige betalingen
van de afgelopen maanden of zelfs jaren, het niet kunnen doorvoeren van
automatische afschrijvingen en soms de administratieve chaos bij de
schuldeisers ontstaat vaak een verwarrende situatie. De
bijstandsgerechtigden worden daarbij van het kastje naar de muur
gestuurd en moeizaam contact met de schuldeisers waarbij je een call
center medewerker of een van niets wetende medewerker aan de telefoon
krijgt die rigide volgens beperkte instructies werkt leidt vaak niet tot
helderheid.

De Nuon

De Nuon bijvoorbeeld stuurt, wanneer een automatische afschrijving van
een betalingsregeling niet kan plaatsvinden, meteen zonder verder
contact of brieven een acceptgiro waarin meteen incassokosten in
rekening worden gebracht. De uitkeringsgerechtigde die al op een
financiele grens leeft wordt zo geconfronteerd met oplopende
inningskosten naast de oorspronkelijke schuld, waardoor alleen een gang
naar de schuldhulpverlening nog een oplossing kan bieden. De strategie
waarbij de uitkeringsgerechtigde de financiele gaten periodiek geheel of
gedeeltelijk opvulde met bijvoorbeeld het vakantiegeld of de
langdurigheidstoeslag werkt niet meer.

Erop af methode

 In Amsterdam wordt getracht de gang naar de schuldhulpverlening te
voorkomen door de Erop Af methode, maar het is de vraag of dit in de
toekomst een voldoende houdbare verdedigingslinie is. Zoals gezegd is
dit een nieuwe groep, die vaak al jaren op een reserveloze financiele
grens leefde, maar buiten het zicht van schuldhulpverlening en andere
hulpverleners bleef, en die nu toch in moeilijkheden komt. Door de erop
af methode zochten In 2013 iets minder Amsterdammers hulp bij een
schuldhulpbureau. In totaal zochten 10.400 Amsterdammers hulp, 1% minder
dan een jaar eerder. Maar ook blijkt dat de gemeente Amsterdam fors meer
signalen van zorgverzekeraars, energiebedrijven, de Belastingdienst en
woningcorporaties over betalingsachterstanden van Amsterdammers. In
totaal ging het om 10.555 meldingen, tegen ruim 8.500 een jaar eerder.
In dit kader heeft de gemeente Amsterdam de maatregel genomen dat bij
bijstandsgerechtigden de Agis premie wordt ingehouden op hun uitkering.
Maar zoals gezegd is het de vraag of dit soort maatregelen ik de
toekomst soelaas bieden zeker vanaf 1 januari 2015, wanneer de nieuwe
Participatiewet wordt ingevoerd, waarbij vele minima gezinnen en er soms
wel enkele honderden euro's per maand op achteruit gaan.

Schuldhulpverlening landelijk

Op 31 maart  presenteerde de NVVK, vereniging voor schuldhulpverlening
en sociaal bankieren, haar jaarcijfers schuldhulpverlening over 2013.
Opnieuw is er een stijging van het aantal mensen dat zich bij de
NVVK-leden meldt en opnieuw is de gemiddelde schuld toegenomen  In 2013
waren er 89.000 aanmeldingen, in 2012 waren dit er 84.500. De gemiddelde
schuld steeg in een jaar tijd van 33.500 euro naar 37.700 euro. Dit
meldt de NVVK  op de site.

daling koopkracht

Uit de korte termijn ramingen van het Centraal Planbureau blijkt ook dat
er een verarming van de bevolking optreedt: de koopkracht voor
verschillende groepen is in de jaren 2011-2014 met 6 tot 4% gedaald.
Voor de onderste inkomensgroepen, die afhankelijk zijn van allerlei
toeslagen waarop bezuinigd wordt, zal de koopkrachtdaling nog sterker
zijn. Het CPB geeft hiervan geen cijfers.

videoclip Bijstandsbond