De voorbereidingen van de mars tegen dwangarbeid op woensdag 10 september om 17.00 uur vanaf het Weesperplein in Amsterdam zijn in volle gang.
Nieuws, commentaren en aankondigingen van de Bijstandsbond. Op deze blog vindt u alle informatie over de Bijstandsbond. Telefoon: 020-6898806. Whatt's App, Telegram en Signal 06-20367458. Algemeen spreekuur di en do van 11.00 uur tot 16.00 uur. Advocaat Mark van Hoof aanwezig di en do van 13.00 uur tot 14.00 uur. 06-47816228. info@bijstandsbond.org.
woensdag 3 september 2014
zaterdag 16 augustus 2014
Aanmelding
Beste mensen,
Zoals in en eerder bericht al aangekondigd organiseert het Actiecomite Dwangarbeid Nee in Amsterdam op woensdag 10 september een mars van het Weesperplein bij de doodskist (het hoge zwarte gebouw) naar de Stopera om te protesteren tegen het werken met behoud van uitkering (dwangarbeid). Aanvang van de mars: 16.30 uur.
Verschillende mensen hebben al gezegd dat ze komen en er zijn ook aanmeldingen op de facebook pagina.
https://www.facebook.com/events/1530680913821289/1530683140487733/?notif_t=like
Er is ook een evenementenpagina op Google+
https://plus.google.com/u/0/events/cd26adgsq191dhbap0tiake0fvs?authkey=CITw2qW_7bjLLg&cfem=1
De organisatoren zouden het fijn vinden als je meedeelt, of je komt door even een mailtje te sturen aan info@dwangarbeidnee.nl als je dat nog niet gedaan hebt. Dan hebben we vooraf een indruk van hoeveel mensen er komen.
Tot ziens op de tiende!
Zoals in en eerder bericht al aangekondigd organiseert het Actiecomite Dwangarbeid Nee in Amsterdam op woensdag 10 september een mars van het Weesperplein bij de doodskist (het hoge zwarte gebouw) naar de Stopera om te protesteren tegen het werken met behoud van uitkering (dwangarbeid). Aanvang van de mars: 16.30 uur.
Verschillende mensen hebben al gezegd dat ze komen en er zijn ook aanmeldingen op de facebook pagina.
https://www.facebook.com/events/1530680913821289/1530683140487733/?notif_t=like
Er is ook een evenementenpagina op Google+
https://plus.google.com/u/0/events/cd26adgsq191dhbap0tiake0fvs?authkey=CITw2qW_7bjLLg&cfem=1
De organisatoren zouden het fijn vinden als je meedeelt, of je komt door even een mailtje te sturen aan info@dwangarbeidnee.nl als je dat nog niet gedaan hebt. Dan hebben we vooraf een indruk van hoeveel mensen er komen.
Tot ziens op de tiende!
woensdag 13 augustus 2014
Amsterdam vrij van dwangarbeid nu!
woensdag 10 september
16.30 uur
Start: Weesperplein
(naast het hoge zwarte gebouw)
Einde: Stopera
Na een lange strijd van
het Actiecomité Dwangarbeid Nee staat er in het
nieuwe collegeakkoord:
"We stoppen met onbetaald werk". Mooie woorden, maar
nu de daden nog. Dus:
* Geen klantmanagers meer die je een
traject in duwen om gedwongen
te werken zonder loon.
* Geen verdringing meer van betaalde
banen door gedwongen werken
zonder loon.
* Geen criminalisering meer van
bijstandsgerechtigden.
Samen hebben wij als
bijstandsgerechtigden met iedereen die solidair is een
sterkere stem. Hoe
sterker onze stem, des te sneller dwangarbeid stopt.
Onze strijdbare mars gaat
van het Weesperplein naar het stadhuis. Daar gaan
wij de verantwoordelijke
wethouder, Vliegenthart (SP), vertellen dat wij
blij zijn met de woorden
die de SP in het collegeakkoord heeft gekregen.
Wij willen hem
aanmoedigen die woorden in daden om te zetten:
* Wij eisen dat gedwongen werken zonder
loon stopt; vandaag nog!
* Wij eisen dat gedwongen werken zonder
loon erkend wordt als
dwangarbeid.
* Wij eisen dat gedwongen werken zonder loon nooit meer kan
gebeuren.
Sta jij achter deze eisen?
Kom dan ook en neem zoveel mogelijk mensen mee naar de mars
Facebook evenementenpagina
Facebook evenementenpagina
maandag 28 juli 2014
Klachten bij het steunpunt GGZ over het functioneren van de Dienst Werk en Inkomen
DWI
Bij het Steunpunt GGZ valt het op dat het voor
veel cliënten heel lastig is om een uitkering of bijzondere bijstand aan te
vragen. Het lijkt wel alsof het standaardantwoord van DWI-callcenter medewerkers NEE
is. Ongeacht of de aanvraag terecht is of niet. Bijvoorbeeld als je een
aanvraagformulier voor bijzondere bijstand wilt aanvragen komt het nogal eens
voor dat de callcenter-medewerker al weigert een formulier op te sturen omdat
hij/zij meent dat de klant daar niet voor in aanmerking komt. Een beslissing die hij/zij niet mag nemen.
Pas na het bestuderen van een ingediende aanvraag kan een beslissing
hieromtrent genomen worden. En onze
ervaring is ook, dat als je doorzet en
de procedure assertief doorloopt, je toch vaak een toekenning krijgt.
We krijgen sterk de indruk dat er onzorgvuldig
gewerkt wordt bij DWI. Veel te vaak worden aanvragen onterecht (blijkt
achteraf) afgewezen. De stukken zijn niet goed genoeg bestudeerd of er worden
fouten gemaakt. Het komt ook vaak voor dat na dat de juiste documenten
aangeleverd zijn en een huisbezoek is afgelegd, er toch om onduidelijke redenen
een afwijzing volgt en pas bij een bezwaarprocedure van de klant de uitkering
toegewezen wordt. Excuses voor de
eerdere verkeerde beslissing krijg je zelden. Daarbij veroorzaakt de eerdere
afwijzing bij de cliënt enorm veel onrust , onzekerheid en stress. Vaak
moet er een cliëntondersteuner of jurist
aan te pas komen om er voor te zorgen dat een aanvraag juist behandeld en
beoordeeld wordt.
De bejegening van de frontoffice of klantadviseur kan ronduit klantonvriendelijk
zijn. Als je dat op een goed moment op
een beleefde toon te kennen geeft, is het ook al eens voorgekomen dat de
klantadviseur dit ontkende (!) en besloot het
gesprek te beëindigen.
Vaak is er ook veel wisseling in consulenten
wat de afhandeling van een aanvraag niet ten goede komt.
Veel cliënten worden zo boos en ontmoedigd dat
ze gedurende de aanvraagprocedure dreigen af te haken. Steunpuntmedewerkers
zetten zich dan in om de cliënt aan te moedigen toch door te zetten. In een
brief van DWI aan een cliënt stond dat men twijfelde aan zijn oprechtheid.
Later bleek dat deze klant juist heel eerlijk zijn verhaal had verteld en kreeg
na bezwaar ingediend te hebben toch de uitkering waar hij recht op had.
Wat zo naar is, is dat veel burgers standaard
met achterdocht en wantrouwen benaderd
worden. Heel onprettig. Je voelt je als
aangeklaagde wiens taak het is je
onschuld te bewijzen.
Een
aantal casussen:
- Ondersteuner belde met DWI over de zaak van een klant. De Dwi-medewerker liet ondersteuner nauwelijks aan het woord maar praatte zelf in een stuk door. Ondersteuner kreeg nauwelijks de kans zijn vragen te stellen. Toen ondersteuner op een beleefde toon te kennen gaf dat hij haar bejegening klantonvriendelijk vond, besloot ze het gesprek te beëindigen.
- afd. Handhaving. Cliënte werd opgeroepen door Handhaving. Zij was net ontslagen uit het ziekenhuis vanwege longontsteking. Op de dag van de afspraak was mevr. nog ziek (hoesten, koorts). Zij belde met DWI. De medewerkster zei dat mevr. toch naar de afspraak moest komen anders zou haar uitkering worden stopgezet. Bij het gesprek gaf mevr. direct aan dat zij zich niet goed voelde en eigenlijk in bed moest liggen. Mevr. mocht naar huis en het gesprek werd verzet. De medewerker hoort per definitie altijd voordat een gesprek begint aan de cl. te vragen of de cliënt zich goed genoeg voelt om het gesprek aan te gaan. (fysiek en/of geestelijk). De betreffende medewerker heeft dit nagelaten. Dit is in het dossier opgenomen
- Klacht van cliënt over de weinig flexibele houding van DWI. Client is dakloos, heeft briefadres bij DWI. Wekelijks moet hij bij DWI langs om zijn post op te halen. Het is twee keer voorgekomen dat DWI zijn uitkering blokkeerde omdat cliënt niet op een gesprek was gekomen. DWI stuurde hem hiervoor een uitnodiging maar die lag nog niet in zijn postvak toen hij de post ophaalde. De uitnodiging van DWI lag er een dag later dus cliënt miste zijn afspraak. Hij heeft geprobeerd om zijn situatie uit te leggen maar hij vindt dat dit niet is gelukt.
- cl ontvangt tegemoetkoming eigen bijdrage i.k.v. atcg. Omdat de IB per 27 mei stopt, wil cl deze voorziening stopzetten . Hij belt met DWI en geeft dit door. De medewerker zegt toe hem een bevestigingsmail te sturen. Cl belt vervolgens drie keer naar DWI aangezien hij geen bevestiging ontvangt. Hij wordt van kastje naar de muur gestuurd en heeft zijn belsaldo aan DWI opgebruikt.
- Ondersteuner belt naar DWI en heeft dezelfde ervaring: wordt doorverbonden met de verkeerde afdeling, verkeerde medewerker, terugbelverzoeken worden niet beantwoord. Client gaat de voorziening schriftelijk beëindigen. Heeft hier slechte ervaringen mee bij DWI: brief was niet aangekomen, hij kreeg een boete omdat hij de informatie niet aan DWI zou hebben doorgegeven. Cl. kon niet bewijzen dat hij de brief had verstuurd.
- In het algemeen bij het aanvragen van een WWB voor daklozen; daklozen moeten een 7 dagen briefje invullen met de adressen waar zij de afgelopen 7 dagen overnacht hebben en waar ze de komende 7 dagen ook weer overnachten. Dit voor Handhaving, die gaat dan de week daaropvolgend langs, als vervanging van het huisbezoek. Dit is juist voor daklozen vaak een onoverkomelijk bezwaar, ze weten niet waar ze de komende tijd terecht kunnen. En als ze dan geregeld hebben dat ze ergens zijn komt Handhaving vaak niet langs, of op een andere dag dat cl er niet is. Dit geeft vaak veel vertraging, Handhaving is onverbiddelijk, geen client, dan stopt de procedure . Ook de daklozenvakbond komt dit vaak tegen, zeker al 12 gevallen dit jaar. Net is bij iemand na 11 jaar daklozenuitkering vanwege 2 keer niet aantreffen op adres van 7 dagen formulier de uitkering gestopt. Handhaving moet clienten op een van de aangegeven adressen zien. Zij gaan tussen 5.00 en 7.00 uur ochtends op alle aangegeven adressen van het 7 daagsformulier langs . Treffen zij op het adres niemand aan (waar een goede rede voor kan zijn), dan wordt de cliënt uitgenodigd voor gesprek handhaving. Dat resulteert dan meestal in een stopzetting en heel vaak ook in een terugvordering van uitbetaald uitkering, soms over 2 tot 3 jaar.
- Cl, 30 jaar, jaren psychische problemen, is al jaren onderhouden door zijn moeder. Moeder kan het niet meer betalen, cl kan nu ook een eigen leven opbouwen. Doordat cl nooit een eigen bankrekening heeft gehad, geen inkomen, geen huis, twijfelt Handhaving en wijst de aanvraag af. Zonder bewijs voor fraude, dat kan er ook niet zijn. Handhaving wijst op de mogelijkheid van bezwaar. De cl. raakt daar zo van overstuur dat hij afhaakt. Gevolg, grote problemen voor cl. en zijn moeder.
maandag 30 juni 2014
Dwangarbeid is het juiste woord
Dwangarbeid is het juiste woord
Ingezonden brief verschenen in Het Parool op 30-06
Dwangarbeid is de verkeerde naam voor de werkzaamheden van bijstandsgerechtigden op bijvoorbeeld het Hembrugterrein, betoogde PvdA-raadslid Dennis Boutkan vrijdag. Maar er is geen beter woord voor, en Boutkan maakt zich druk over de verkeerde zaken, aldus onder anderen SP-Kamerlid Sadet Karabulut.
PvdA-raadslid Dennis Boutkan beklaagt zich in Het Parool over de term 'dwangarbeid'. Dit doet hij naar aanleiding van schriftelijke vragen van de SP-fractie in de Amsterdamse gemeenteraad over feiten rondom het met chemicaliën en asbest vervuilde Hembrugterrein.
Bijstandsgerechtigden uit Amsterdam werden hier verplicht aan het werk gezet, op straffe van korting op de uitkering. Zij moesten vanaf oktober 2011 het gebied vrij maken van struiken en onkruid zonder beschermende maatregelen en zonder dat er een precies beeld was van de mate van vervuiling van het terrein. Er was geen vergunning voor het werken op terreinen met gevaarlijke stoffen en er waren geen gecertificeerde werkmeesters.
Hoewel de betrokken uitkeringsgerechtigden diverse keren aan de bel trokken dat er wellicht een gevaar voor hun gezondheid bestond, werd er weinig acht geslagen op hun protesten. Niet meer komen betekende een korting op de uitkering. Tegen deze wantoestanden protesteert Boutkan niet, hoewel mensen wellicht blijvende gezondheidsschade hebben opgelopen. Wel treft de term dwangarbeid hem in zijn hart, schrijft hij.
Wat hem in zijn hart had moeten treffen, is de gedwongen tewerkstelling onder het mom van re-integratie van mensen onder dreiging van een flinke korting op of zelfs intrekking van hun bijstandsuitkering. Dat betekent geen huur kunnen betalen, geen eten kunnen kopen en de zorgpremie niet kunnen voldoen.
Het ís namelijk dwangarbeid volgens de definitie van de Internationale Arbeidsorganisatie: 'Onder dwangarbeid wordt arbeid verstaan die mensen onder bedreiging van straf, tegen hun wil, verrichten.'
Ieder weldenkend mens hoort daar tegen te zijn. De PvdA heeft er echter hard aan meegewerkt dat mensen zonder werknemersrechten, zonder veilige arbeidsomstandigheden en zonder salaris, moeten werken. Dat leidt tot verdringing van betaalde arbeid, ontduiking van het wettelijk minimumloon, niet-naleven van de cao en oneigenlijke concurrentie voor andere werkgevers.
Maar dat raakt sociaaldemocraat Boutkan niet in zijn hart. Sterker: hij bejubelt het feit dat mensen met veel werkervaring, die recent werkloos zijn geworden, via de Herstelling van de gemeente totaal zinloos 'werknemersvaardigheden' moeten opdoen. Schoenenpoetsen, strijken, takken rapen in het Amsterdamse Bos.
Zijn bewering dat door dit beleid meer dan vierduizend bijstandsgerechtigden aan het werk zijn geholpen, wordt niet gestaafd door de feiten. Schoolverlaters en uitstromers naar de Sociale Werkvoorziening zijn bij deze cijfers inbegrepen.
Boutkan doet een hartstochtelijk appèl op wethouder Arjan Vliegenthart afstand te nemen van de term dwangarbeid. Ondergetekenden doen een hartstochtelijk appèl op de PvdA-fractie daden te tonen en niet te vallen over woorden. Maak samen met ons zo snel mogelijk een einde aan werken zonder loon in Amsterdam. Werk moet lonen, te allen tijde, dat zou de Partij van de Arbeid toch moeten onderschrijven.
Piet van der Lende (Actiecomité Dwangarbeid Nee), Déjo Overdijk (de Bijstandsbond), Maureen van der Pligt (FNV) en Sadet Karabulut (SP)
Ingezonden brief verschenen in Het Parool op 30-06
Dwangarbeid is de verkeerde naam voor de werkzaamheden van bijstandsgerechtigden op bijvoorbeeld het Hembrugterrein, betoogde PvdA-raadslid Dennis Boutkan vrijdag. Maar er is geen beter woord voor, en Boutkan maakt zich druk over de verkeerde zaken, aldus onder anderen SP-Kamerlid Sadet Karabulut.
PvdA-raadslid Dennis Boutkan beklaagt zich in Het Parool over de term 'dwangarbeid'. Dit doet hij naar aanleiding van schriftelijke vragen van de SP-fractie in de Amsterdamse gemeenteraad over feiten rondom het met chemicaliën en asbest vervuilde Hembrugterrein.
Bijstandsgerechtigden uit Amsterdam werden hier verplicht aan het werk gezet, op straffe van korting op de uitkering. Zij moesten vanaf oktober 2011 het gebied vrij maken van struiken en onkruid zonder beschermende maatregelen en zonder dat er een precies beeld was van de mate van vervuiling van het terrein. Er was geen vergunning voor het werken op terreinen met gevaarlijke stoffen en er waren geen gecertificeerde werkmeesters.
Hoewel de betrokken uitkeringsgerechtigden diverse keren aan de bel trokken dat er wellicht een gevaar voor hun gezondheid bestond, werd er weinig acht geslagen op hun protesten. Niet meer komen betekende een korting op de uitkering. Tegen deze wantoestanden protesteert Boutkan niet, hoewel mensen wellicht blijvende gezondheidsschade hebben opgelopen. Wel treft de term dwangarbeid hem in zijn hart, schrijft hij.
Wat hem in zijn hart had moeten treffen, is de gedwongen tewerkstelling onder het mom van re-integratie van mensen onder dreiging van een flinke korting op of zelfs intrekking van hun bijstandsuitkering. Dat betekent geen huur kunnen betalen, geen eten kunnen kopen en de zorgpremie niet kunnen voldoen.
Het ís namelijk dwangarbeid volgens de definitie van de Internationale Arbeidsorganisatie: 'Onder dwangarbeid wordt arbeid verstaan die mensen onder bedreiging van straf, tegen hun wil, verrichten.'
Ieder weldenkend mens hoort daar tegen te zijn. De PvdA heeft er echter hard aan meegewerkt dat mensen zonder werknemersrechten, zonder veilige arbeidsomstandigheden en zonder salaris, moeten werken. Dat leidt tot verdringing van betaalde arbeid, ontduiking van het wettelijk minimumloon, niet-naleven van de cao en oneigenlijke concurrentie voor andere werkgevers.
Maar dat raakt sociaaldemocraat Boutkan niet in zijn hart. Sterker: hij bejubelt het feit dat mensen met veel werkervaring, die recent werkloos zijn geworden, via de Herstelling van de gemeente totaal zinloos 'werknemersvaardigheden' moeten opdoen. Schoenenpoetsen, strijken, takken rapen in het Amsterdamse Bos.
Zijn bewering dat door dit beleid meer dan vierduizend bijstandsgerechtigden aan het werk zijn geholpen, wordt niet gestaafd door de feiten. Schoolverlaters en uitstromers naar de Sociale Werkvoorziening zijn bij deze cijfers inbegrepen.
Boutkan doet een hartstochtelijk appèl op wethouder Arjan Vliegenthart afstand te nemen van de term dwangarbeid. Ondergetekenden doen een hartstochtelijk appèl op de PvdA-fractie daden te tonen en niet te vallen over woorden. Maak samen met ons zo snel mogelijk een einde aan werken zonder loon in Amsterdam. Werk moet lonen, te allen tijde, dat zou de Partij van de Arbeid toch moeten onderschrijven.
Piet van der Lende (Actiecomité Dwangarbeid Nee), Déjo Overdijk (de Bijstandsbond), Maureen van der Pligt (FNV) en Sadet Karabulut (SP)
donderdag 19 juni 2014
Bijstandsgerechtigden die werkten met behoud van uitkering blootgesteld aan asbest, mosterdgas en andere gevaarlijke stoffen op het Hembrugterrein in Zaandam
Persbericht
Bijstandsbond
Update. Het raadslid voor de SP Maureen van der Pligt heeft vragen gesteld aan de wethouder werk en Inkomen van Amsterdam. Daarop is antwoord gegeven Lees hier de vragen en antwoorden
Op donderdag 12 juni meldde P. Z. zich op het spreekuur van de Bijstandsbond waar hij zijn ervaringen met het werken met behoud van uitkering als bijstandsgerechtigde kwam vertellen. Van zijn verhaal is een rapport gemaakt. (Zie bijlage). Hij heeft o.a. als bijstandsgerechtigde uit Amsterdam op straffe van kortingen op zijn uitkering gewerkt op het zwaar vervuilde Hembrugterrein in Zaandam. Toen P. in 2009 werkloos werd en eerst WW en daarna bijstand kreeg hebben de uitkerende instanties zijn opmerkingen, voorstellen en problemen systematisch genegeerd. Hij kwam als dwangarbeider terecht in het Amsterdamse Bos en uiteindelijk in december 2011 op het hierboven genoemde Hembrugterrein, waar niemand rekening hield met zijn situatie. Het Hembrugterrein bleek een zwaar met chemicaliën en resten van wapens en explosieven vervuild voormalig militair terrein te zijn. P. heeft de risico’s van het werken op dat terrein van 2011 tot in 2013 aangekaart bij de Herstelling die hem tewerk had gesteld, maar hij vond geen enkel gehoor. Uit de stukken die hij tijdens een onderzoek in handen kreeg blijkt, dat de groenploeg van Herstelling die vanaf december 2011 op het terrein werkte dit deed terwijl de autoriteiten wisten dat er risico’s waren. De leden van de groenploeg haddenen wel beschermende kleding aan maar of dit voldoende bescherming tegen de vervuiling was is onduidelijk. Ze hebben gezaagd, gegraven en onkruid gewied op het terrein, dat pas in het najaar van 2012 zou worden gesaneerd. Een definitief actualiserend onderzoek is pas in de zomer van 2012 uitgevoerd. De leden van de groenploeg van dwangarbeiders die door Herstelling het terrein werden opgestuurd beschikten niet over de vereiste certificaten voor het werken met gevaarlijke machines. De werkmeesters beschikten wel over die certificaten, maar weer niet over certificaten voor het werken met gevaarlijke stoffen op vervuilde terreinen. Herstelling had en heeft geen vergunning voor het werken op vervuilde terreinen. De dwangarbeiders hadden er nooit naartoe gestuurd mogen worden.
Op donderdag 12 juni meldde P. Z. zich op het spreekuur van de Bijstandsbond waar hij zijn ervaringen met het werken met behoud van uitkering als bijstandsgerechtigde kwam vertellen. Van zijn verhaal is een rapport gemaakt. (Zie bijlage). Hij heeft o.a. als bijstandsgerechtigde uit Amsterdam op straffe van kortingen op zijn uitkering gewerkt op het zwaar vervuilde Hembrugterrein in Zaandam. Toen P. in 2009 werkloos werd en eerst WW en daarna bijstand kreeg hebben de uitkerende instanties zijn opmerkingen, voorstellen en problemen systematisch genegeerd. Hij kwam als dwangarbeider terecht in het Amsterdamse Bos en uiteindelijk in december 2011 op het hierboven genoemde Hembrugterrein, waar niemand rekening hield met zijn situatie. Het Hembrugterrein bleek een zwaar met chemicaliën en resten van wapens en explosieven vervuild voormalig militair terrein te zijn. P. heeft de risico’s van het werken op dat terrein van 2011 tot in 2013 aangekaart bij de Herstelling die hem tewerk had gesteld, maar hij vond geen enkel gehoor. Uit de stukken die hij tijdens een onderzoek in handen kreeg blijkt, dat de groenploeg van Herstelling die vanaf december 2011 op het terrein werkte dit deed terwijl de autoriteiten wisten dat er risico’s waren. De leden van de groenploeg haddenen wel beschermende kleding aan maar of dit voldoende bescherming tegen de vervuiling was is onduidelijk. Ze hebben gezaagd, gegraven en onkruid gewied op het terrein, dat pas in het najaar van 2012 zou worden gesaneerd. Een definitief actualiserend onderzoek is pas in de zomer van 2012 uitgevoerd. De leden van de groenploeg van dwangarbeiders die door Herstelling het terrein werden opgestuurd beschikten niet over de vereiste certificaten voor het werken met gevaarlijke machines. De werkmeesters beschikten wel over die certificaten, maar weer niet over certificaten voor het werken met gevaarlijke stoffen op vervuilde terreinen. Herstelling had en heeft geen vergunning voor het werken op vervuilde terreinen. De dwangarbeiders hadden er nooit naartoe gestuurd mogen worden.
Ook onder het personeel van Herstelling ontstond onrust.
Daarover is in december 2012 een voorlichtingsbijeenkomst geweest, waar niet de
onderliggende onderzoeksrapporten aan het personeel werden overhandigd. (Een actualiserend onderzoek naar de
vervuiling op het Hembrugterrein van Arcadis was toen een half jaar oud). Men
ontkende dat er iets aan de hand was. Herstelling besloot, met wat nadere
afspraken gewoon met de werkzaamheden door te gaan. Uit de correspondentie en
de rapporten blijkt, dat het terrein in strijd met de Wet Bodem Bescherming is
gesaneerd waarbij de kostenfactor een grote rol speelde. Uitvoeren van de wet
zou teveel geld hebben gekost. Ongeveer
1 hectare is gesaneerd, maar van het andere gedeelte is op basis van ‘historisch’
onderzoek geconcludeerd, dat er niets aan de hand is.
Overigens was niet alleen de groenploeg van Herstelling al
vanaf november – december 2011 op het terrein aan het werk, er waren ook al
aannemers actief, die hun personeel hebben blootgesteld aan situaties waarvan
zij de gevaren niet konden overzien. De verschillende uitvoerende instanties en
de verantwoordelijke bestuurders hebben vanaf 2009 tot nu toe de signalen van
mensen die er werkten over de vervuiling en de risico’s gebagatelliseerd en
ontkent, toen bekend was dat die risico’s er waren maar niet bekend was hoe
groot die waren.
Voor meer informatie:
https://www.bijstandsbond.org/dwangarbeid/Hembrug/Blog%20Hembrugterrein.pdf
vrijdag 13 juni 2014
Voorlichtings en discussieavond voor mensen met een minimuminkomen met of zonder vrijwilligerswerk of dwangarbeid
Individuele hulpverlening waarbij klachten en
bezwaarschriften worden ingediend en collectief actievoeren op basis van die
hulpverlening is effectief! Het nieuwe college in Amsterdam neemt veel van onze
eisen over.
Aanstaande
woensdagavond 25 juni om 19.30 uur organiseert het actiecomité dwangarbeid nee
in samenwerking met de Bijstandsbond en Doorbraak Amsterdam een voorlichtings
en discussie bijeenkomst over de laatste stand van zaken mbt de rechtspositie
van bijstandsgerechtigden en andere mensen met een minimuminkomen in Amsterdam.
De bijeenkomst wordt gehouden in het zogenaamde SBOW-gebouw, Eerste
Helmersstraat 106M in Amsterdam oud West. De Eerste Helmersstraat loop parallel
aan de Overtoom.
We beginnen met een inleiding van Marc van Hoof, de advocaat van de Bijstandsbond. Daarna hopen we dat de kersverse wethouder werk en inkomen in Amsterdam Arjen Vliegenthart, antwoord zal kunnen geven op vragen die bij ons leven.
We beginnen met een inleiding van Marc van Hoof, de advocaat van de Bijstandsbond. Daarna hopen we dat de kersverse wethouder werk en inkomen in Amsterdam Arjen Vliegenthart, antwoord zal kunnen geven op vragen die bij ons leven.
In het
collegeakkoord dat D'66, de VVD en de SP gesloten hebben maar dat nog door de
achterbannen van de partijen moet worden goedgekeurd wordt aangekondigd, dat de
dwangarbeid (werken met behoud van uitkering) gaat stoppen. Verder komt er een
gratis identiteitsbewijs. Er komen 'perspectiefbanen' en dagopvang
faciliteiten. Werklozen kunnen voortaan kiezen uit scholing,
vrijwilligerswerk of een
perspectiefbaan. Verder wordt het anti-armoede beleid uitgebreid. Er gaat dus
nogal wat veranderen. Dankzij de vele acties van de bovengenoemde organisaties
is er eindelijk een verandering in positieve zin. Maar er zijn nog vele vragen.
Op welke termijn gaan die maatregelen worden ingevoerd? En wat betekenen de nieuwe
plannen op dit moment voor mensen die in een moeilijke situatie zitten door de
bureaucratie, een onheuse bejegening of in een dwangarbeiders-situatie? Hoe
ziet de overgangsperiode eruit? We zullen de laatste stand van zaken over deze
en andere vragen tegen het licht houden en tevens spiegelen aan het
(verplichte) beleid uit Den Haag en de wetgeving die er nu is. Daarbij zullen de veranderingen in de
bijstand en diverse andere sociale zekerheidswetten aan de orde komen. Met het
laatste nieuws over de boeten die bijstandsgerechtigden krijgen opgelegd, de
kostendelersnorm en andere vraagstukken. Dat de kostendelersnorm per 1 januari
2014 wordt ingevoerd is nog niet zeker. Men wil het een jaar uitstellen.
Hierover vergadert de Eerste Kamer eind juni.
Voor meer
informatie:
U kunt de
successen in uw en onze strijd steunen door lid te worden van de Bijstandsbond.
Het lidmaatschap is 17 euro per jaar. Overmaken op giro NL22 INGB 0004 5548 41
t.n.v. bijstandsbond Amsterdam. Tevens kunt u lid worden van onze
berichtenlijst met laatste informatie
over werk en uitkeringen in Amsterdam.
Actievoeren helpt! Dwangarbeid in Amsterdam voorlopig afgeschaft. Nu de rest van Nederland nog
Het actiecomité DwangarbeidNee in Amsterdam, de Bijstandsbond en Doorbraak
Amsterdam hebben kennis genomen van het collegeakkoord in Amsterdam tussen SP,
VVD en D’66. In deze reactie gaan we in op de paragraaf werk en inkomen. En dan
in het bijzonder het werken met behoud van uitkering dat nu toe in Amsterdam
uitgevoerd wordt. De afgelopen twee jaar hebben wij vele acties gevoerd tegen
het werken met behoud van uitkering door bijstandsgerechtigden oftewel
dwangarbeid. Maureen van der Pligt, lid van het actiecomité DwangarbeidNee en
onderhandelaar namens de SP over het nieuwe collegeakkoord, heeft aan vele van
die acties meegedaan en zo ervaren hoe schrijnend de positie van de
dwangarbeiders was. In november hebben wij een zwartboek gepubliceerd waarin de
misstanden op dit gebied aan de orde werden gesteld. Dit heeft geleid tot veel
publiciteit. Ook in andere delen van het land kwamen actiegroepen op, om de
verwerpelijkheid van de dwangarbeid voor bijstandsgerechtigden aan de kaak te
stellen. Op internet verschenen honderden getuigenverklaringen uit het hele
land over de zinloosheid van dergelijke trajecten, de vernederingen die mensen
moesten ondergaan, voorbeelden van verdringing van bestaande arbeid, de
rechteloosheid van de dwangarbeiders, etc.
Al deze acties en discussies beginnen nu hun resultaten af te werpen. In
het nieuwe college akkoord in Amsterdam wordt dwangarbeid, het werken met
behoud van uitkering in participatieplaatsen afgeschaft. Laurens Ivens, de
onderhandelaar namens de SP, heeft bij de presentatie van het akkoord gezegd
dat werklozen dit niet meer hoeven te doen. In het akkoord staat letterlijk: ‘we stoppen
met onbetaald werk’. Wij zijn blij met deze maatregel. Er gaat een heel ander
beleid gevoerd worden. Werklozen kunnen voortaan kiezen uit scholing, zelfgekozen
vrijwilligerswerk of nieuwe ‘perspectiefbanen’ waarbij het minimumloon of een
cao loon wordt betaald. Deze ‘perspectiefbanen’ kunnen worden ingezet bij
scholen, sportverenigingen, culturele instellingen. Er wordt een Werkbedrijf
opgericht, al een oud plan van de SP, waarin de Dienst Werk en Inkomen (sociale
dienst) opgaat. Dit werkbedrijf initieert en begeleidt de perspectiefbanen, de
sociale werkvoorziening en de dagbesteding in samenwerking met gemeentelijke
organisaties, Amsterdamse instellingen, sociale firma’s en het bedrijfsleven.
Wij zijn blij met de behaalde resultaten, maar de strijd gaat door. In de eerste
plaats zullen we de uitvoering van het akkoord kritisch blijven volgen.
Uitgangspunt voor ons is dat werkzoekenden op basis van vrijwilligheid kunnen
deelnemen aan eventuele trajecten, dat ze zelf voorstellen kunnen doen en dat
er eindelijk, eindelijk eens structureel geluisterd wordt naar de werkzoekenden
zelf, die vaak zelf de beste plannen hebben om hun leven in te richten gezien
hun persoonlijke omstandigheden. Strafkortingen passen daar niet in. De
‘zinvolle’ dagbesteding die georganiseerd gaat worden voor Amsterdammers die
geen betaald werk kunnen verrichten moet geheel vrijwillig zijn. In de tweede
plaats willen we andere groepen in het land steunen om ook de dwangarbeid in
hun gemeente afgeschaft te krijgen.
Wij hopen dat wij op korte termijn voorlichtingsacties met flyers kunnen
organiseren om de dwangarbeiders, die op dit moment nog als dwangarbeider aan
het werk zijn in projecten als het Amsterdamse Bos en andere trajecten van de
Herstelling Werk en Uitvoering, erop te wijzen dat hun lijdensweg wat dit
betreft ophoudt. En dat ze ermee kunnen stoppen. Of als ze er bijvoorbeeld voor
willen kiezen het werk te blijven doen zoals bij het concern congres centrum of
de scanbedrijven van het gemeentearchief dit voortaan betaald wordt volgens het
arbeidsrecht en het geldende cao-loon.
Doorbraak Amsterdam
maandag 26 mei 2014
Nieuw programma volgens nieuwe journalistieke methoden over werken met behoud van uitkering, dwangarbeid, tegenprestatie en werkloos zijn
Nieuw programma volgens nieuwe journalistieke methoden over werken met behoud van uitkering, dwangarbeid, tegenprestatie en werkloos zijn. Vorige week heeft de Bijstandsbond gepraat met Bastiaan Hetebrij en Marije Betten van het NCRV/KRO programma Altijd Wat Monitor. Dit is een onderzoeksjournalistiek programma waarbij een bepaald onderwerp nader wordt uitgediept. Ze hebben onlangs een programma gemaakt over aangifte doen bij de politie. Ze gaan nu een programma maken over werken met behoud van uitkering cq dwangarbeid en over de generieke tegenprestatie. Uitgangspunt is niet, zoals in de oude journalistiek, dat een journalist allerlei mensen intervieuwt, dingen onderzoekt en daar dan een programma over maakt. Dus dat alles via hem of haar loopt en die er dan een tekst, filmpje reportage of documentaire van maakt. Dat vinden ze ouderwetse journalistiek. Uitgangspunt is dat meer gebruik wordt gemaakt van de mensen die er wat vanaf weten via internet. De mensen dragen zelf informatie aan en in wisselwerking met de redactie komt daar dan iets uitrollen, althans zo hebben wij het begrepen. Journalistiek waarbij je je wat meer laat leiden door het publiek. Daarom hebben ze vandaag een internetsite gelanceerd, waar dwangarbeiders hun vragen, opmerkingen, klachten en voorstellen kunnen deponeren. Alles wordt ook gevolgd op twitter, facebook en er worden videoclips gemaakt, met interviews met ervaringsdeskundigen, etc. Hoewel dit op zich al een heel gebeuren is, gaat dit resulteren in een programma van 25 minuten op de televisie in september. Ze zijn nu een week bezig met het onderzoek, maar de eerste weblog is al gepubliceerd. Daarbij moeten ze er duidelijk nog inkomen, want in de blog staat met zoveel woorden: dat de werklozen en bijstandsgerechtigden in het bijzonder steeds strenger worden aangepakt is terecht, want wie kan werken moet werken'. Dan heb je het nog niet helemaal begrepen. Aan ons hen dat uit te leggen. Je kunt reacties kwijt op hun website. http://www.werkloosenboos.nl Piet van der Lende
maandag 12 mei 2014
De werklozenbeweging tussen de beide wereldoorlogen
Op 27 maart hield de historicus Wim Pelt op uitnodiging van de Bijstandsbond in Amsterdam een boeiende lezing over de strijdbare werklozenbeweging in het tijdvak tussen de twee wereldoorlogen. Hieronder de integrale tekst.
In 1920 werd de crisis voelbaar, de werkloosheid nam toe en de werkgevers gingen over tot loonsverlaging. Al daalde het aantal werklozen tussen 1923 en 1929, de werkloosheid bleef aanzienlijk. In die jaren bestond er een zwakke en verdeelde werklozenbeweging. Het Nationaal Arbeids Secretariaat (NAS), een vakbond met anarcho-syndicalistische trekken, had een comité dat eisen stelde aan de arbeidsvoorwaarden in de werkverschaffing en dat verbetering van de positie van de werklozen nastreefde. Midden jaren twintig richtte de Revolutionair Socialistische Partij (RSP) het Landelijk Werklozen Comité op, dat plaatselijk met het NAS samenwerkte en vooral in het Rotterdamse enige aanhang verwierf.
In Amsterdam en de grotere steden namen de communisten het initiatief tot het vormen van Werklozen Agitatie Comités (WACs). In 1929 verenigden de WACs van Amsterdam, Rotterdam, Haarlem, Schiedam, Delft, Leiden en Den Haag zich tot een landelijke organisatie, het LWAC. Het actieprogramma omvatte onder meer stopzetting van verplichte werkverschaffing, productief werk tegen vol loon, reiskostenvergoeding, gereedschap, geneeskundige hulp, steun gelijk aan het laatst verdiende loon, en gelijke rechten voor vrouwen.
Sociaal-democratische tegenstanders
De Communistische Partij Holland (CPH) gaf niet geheel zelfstandig richting aan de werklozenbeweging. De partij kreeg orders van de Rode Vakbonds Internationale (RVI) die in Moskou zetelde. In 1928 ging de RVI over tot het oprichten van een Rode Vakbond Oppositie (RVO). Dat waren comités van werkenden en werklozen die zich vooral richten tegen de “sociaal-fascistische” leiding van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) en het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV). De communisten verwachtten dat de sociaal-democratische leiders de gevaarlijkste tegenstanders zouden worden in de op handen zijnde socialistische revolutie. De RVO hield in januari 1931 een werklozencongres waar onder meer de volgende eisen werden geformuleerd: extra winterhulp, afschaffing van premie-afdracht aan de werklozenkassen van de vakbeweging, gelijke steun voor georganiseerden en ongeorganiseerden, steun voor jongeren en vrouwen, vijftig procent steunverhoging, geen huisuitzetting wegens huurschuld, geen gedwongen werkverschaffing en geen loonsverlaging.
Met deze maximalistische eisen kreeg de RVO een paar duizend mensen naar een demonstratie in Den Haag. Geconfronteerd met de doorgevoerde verslechteringen bij de zich verdiepende crisis werden de eisen bijgesteld. De regering Ruys de Beerenbrouck verkortte de uitkeringsduur van de steun die ook nog eens werd verlaagd. “Weg met Ruys de Beerenbrouck, hij maakt onze centen zoek!”, was een populaire leuze in werklozendemonstraties.
Stempelstaking
In de werkverschaffing richtten de communisten gekozen vertrouwensmannencommissies op. Ontslag van vertrouwensmannen leidde tot stakingen, die echter snel verliepen door onvoldoende steun. De WACs probeerden advies en praktische hulp te bieden in samenwerking met de gemeenteraadsfracties van de CPH. De WACs werden na een paar jaar omgezet in beter georganiseerde Werklozen Strijd Comités (WSCs), die lokaaltjes huurden voor advieswerk, cursussen en ontspanning. Werk tegen normaal loon was de belangrijkste eis, verder geen steunverlaging, huurverlaging, en lagere gas- en elektra-tarieven.
De regering wilde in 1932 de steun met vijftien procent verlagen. Daartegen organiseerden de WSCs en de CPH een “Rode Dinsdag” op Prinsjesdag. De gemeente Den Haag verbood de demonstratie en de politie trad gewelddadig op tegen de demonstranten. Er werd zelfs geschoten. Het NVV en de SDAP demonstreerden in november en kregen daarvoor tachtigduizend mensen op de been. Geconfronteerd met de massale protesten trok de regering het plan tot steunverlaging in.
In Amsterdam organiseerden de WSCs een stempelstaking tegen het gehate tweemaal daags stempelen. Die werd verloren omdat er geen economische druk van uitging en de werklozen werden getroffen door inhouding van de steun. Later werd het tweemaal daags stempelen teruggebracht tot een keer. Georganiseerde werklozen hoefden maar een keer te stempelen en kregen ook iets meer steun uit door de overheid gesubsidieerde werklozenkassen van de vakbeweging. In 1933 richtte het NVV eigen werklozenverenigingen op, waar vakbondsleden automatisch lid van werden zodra ze werkloos waren. Die verenigingen hielden zich uitsluitend bezig met ontspanning, niet met acties. Hun blad “Werklozenzorg” keerde zich fel tegen de WSCs en de CPH. Hun leuze was overgenomen van de SDAP: “Communisme en fascisme is een”.
Het Jordaanoproer
In juli 1934 kondigde premier Colijn een steunverlaging af, die voor velen neerkwam op zo’n twintig tot dertig procent minder inkomen. De CPH organiseerde een grote protestvergadering in de Diamantbeurs in Amsterdam en de WSCs hielden in zo veel mogelijk buurten demonstraties en protestvergaderingen. Een demonstratie in de Indische Buurt werd door de politie uiteengeslagen. Op 4 juli, de dag dat voor het eerst de verlaagde steun werd uitbetaald, bezetten werklozen enkele uren het gebouw van Maatschappelijke Steun. Een demonstratie op de Noordermarkt liep uit op gevechten met de politie. Het WSC Lauriergracht belegde die avond een protestvergadering in de Harmonie. Na afloop trad de politie gewelddadig op en ook nu weer werd er geschoten.
De opgekropte woede van jaren misère en vernedering kwam tot uitbarsting. In de Jordaan begonnen mensen barricaden op te werpen tegen de politie. Ze haalden de bruggen van de grachten op die de wijk omringden. Vanuit de ramen smeten de Jordaners huisraad, stenen, dakpannen en bloempotten naar de politie. De regering zette de marechaussee in met karabijnen en zelfs pantserwagens. Straat voor straat moest op de bewoners worden ‘veroverd’. Er vielen doden en veel gewonden. De CPH breidde de acties uit naar de Dapperbuurt, de Indische Buurt, de Eilanden, Gerard Dou, West, de Spaarndammerbuurt en Noord om de Jordaan van het politiegeweld te ontlasten. De WSCs gingen bedrijven langs om op te roepen tot solidariteitsstakingen. Dat lukte enkel in de houthaven en op sommige bouwobjecten. De Tribune, het blad van de CPH, en de WSCs hadden niet tot geweld opgeroepen en juist gewaarschuwd tegen provocaties, maar op 7 juli werden de persen van de Tribune in beslag genomen. Deze acties leverden niets tastbaars op.
Eendacht Maakt Macht
Een gebrek van de WSCs was dat ze geen contact hadden met de vakbeweging en daardoor te weinig met de werkende arbeiders. Vanaf de zomer van 1934 streefde de Communistische Internationale naar eenheid tegen het fascisme. Dat werd dus ook de politiek van de CPH en de WSCs. De communisten moesten voortaan actief zijn in de “reformistische” vakbonden en het Plan van de Arbeid van de SDAP en het NVV ondersteunen, waarin uitvoering van grote werken, handhaving van cao’s, een veertigurige werkweek en verhoging van de steun werd geëist. De WSCs moesten aansluiting bij het NVV zoeken.
De Amsterdamse WSCs richtten de Amsterdamse Vereniging van Ongeorganiseerde Werklozen op, die al snel naar haar orgaan Eendracht Maakt Macht (EMM) werd genoemd. In de statuten stond dat arbeiders lid moest worden van de vakvereniging zodra ze werk hadden. EMM wilde de werklozen verenigen die niet in het NVV konden worden opgenomen. Verder wilde EMM dezelfde rechten voor ongeorganiseerde werklozen, betrekkingen met de overheid voor belangenbehartiging, lokalen van de gemeente voor cultureel werk en goedkope bad- en zwemgelegenheid. In januari 1937 had EMM zes afdelingen en vierduizend leden. De organisatie vormde ook vrouwencomités en jongerengroepen. Elders in het land lukte het ook hier en daar om dergelijke verenigingen tot stand te brengen. EMM had iets te bieden, want Voorwaarts, de werklozenvereniging van het NVV, had in juli 1936 niet meer dan tweehonderdnegenendertig leden.
Acties tegen afschaffing van huurtoeslag
In augustus 1936 kwam de regering met nieuwe maatregelen tot steunverlaging, waarvan de belangrijkste de afschaffing van de huurtoeslag was. Meer dan twintig procent van de huur werd niet meer vergoed voor zestig procent van de Amsterdamse werklozen. Volgens de regering bevorderde deze maatregel huurverlaging. EMM belegde wijkvergaderingen en organiseerde allerlei vormen van protest. Ook het NVV protesteerde tegen de afschaffing van de huurtoeslag. NVV-bestuurder Lindeman riep op de huurtoeslag van de huur af te houden. Protestmeetings van het NVV in Amsterdam en Rotterdam werden bezocht door respectievelijk negenduizend en vijfduizend mensen. In deze omstandigheden, waarbij al gauw de vlam in de pan kon slaan, stelde Colijn de steunverlaging vier weken uit.
De oproep om de huurtoeslag van de huur af te houden bracht de huuracties in een stroomversnelling. EMM gaf ondersteuning met haar adviesbureaus. Bij gerechtelijke verkoping mobiliseerde men buurtbewoners om opkopers uit de straat te houden en collecteerde men om de huisraad op te kunnen kopen en terug te geven. Dit soort solidariteitsacties waren al een traditie in Amsterdamse arbeidersbuurten. De regering voerde huurverlaging voor woningwetwoningen door en zwakte de steunverlaging iets af. Eind september 1936 werd de gulden met twintig procent gedevalueerd en dat veroorzaakte prijsstijgingen.
In 1937 slaagde EMM er in zich aan te sluiten bij het NVV en daarna ook bij de Amsterdamse Bestuurders Bond (ABB). De vreugde over de bereikte eenheid was van korte duur, want de ABB begon al snel met het royeren van communisten. Vervolgens probeerde de ABB nieuwe statuten door te drukken, waarin het voor communisten verboden was om lid te zijn van EMM. Alle ledenvergaderingen wezen deze clausule af. Het bestuur trad af, maar dat mocht niet baten: april 1939 werd EMM uit het NVV gezet. Geroyeerd uit het NVV vormde EMM met andere werklozencomités de Landelijke Bond van Werkverschaffingarbeiders met weldra meer dan veertig afdelingen in het hele land. EMM belegde met kerstmis 1939 een groot landelijk congres in Bellevue.
Verzet in de werkverschaffing
Een bron van conflict met het NVV werd ook de werkverschaffing. Het NVV zat in de provinciale Werkcomités voor de werkverschaffing. Deze comités stelden voor de arbeiders onder meer de strafmaat vast bij overtredingen. Dat betekende dan uitsluiting en dus lagere steun. Toen de werkverschaffing in mei 1938 werd uitgebreid, namen de activiteiten van EMM daar toe. De organisatie beschouwde werkverschaffing als een loondruk-experiment. De arbeiders kozen commissies die niet erkend werden door de Nederlandse Heidemij. EMM steunde stakingen en demonstraties, organiseerde meetings, petities en werkte met steunlijsten. De acties richtten zich op verbetering van de lonen, de arbeidsduur en de sociale toestanden in de werkverschaffing. Toen de regering verdedigingswerken liet aanleggen, eiste EMM dat daarvoor een normaal loon werd betaald.
Vanaf maart 1937 werden werklozen naar Duitsland gestuurd. De werklozenbeweging voerde daar actie tegen. Werklozen mochten principiële bezwaren maken, maar weigeren kon wel hun uitkering kosten. Ook werden werklozen, in plaats van werkenden, opgeroepen voor militaire dienst. Tijdens de laatste vooroorlogse jaren liep de werkloosheid terug, maar de prijzen bleven stijgen. Bij de Duitse inval sloot EMM haar lokalen en het adressenmateriaal werd verbrand. De commissies in de werkverschaffing bleven deels bestaan.
Strijd van werkverschaffingarbeiders tijdens de bezetting
Na 10 mei 1940 steeg de werkloosheid doordat veel bedrijven stil vielen. Om te voorkomen dat grote groepen werklozen voor de stempellokalen samendromden, werd het gehate stempelen afgeschaft. Er kwam een verbod op het stilleggen van bedrijven en de werkverschaffing werd uitgebreid. Gedemobiliseerden moesten in de opbouwdienst. Ook daar werd actie tegen gevoerd, omdat dit werd gezien als het voorportaal van de Arbeidsdienst in Duitsland. Eind december werkten bijna zevenduizend Amsterdammers in Duitsland, eenentwintighonderd werklozen en duizend werkverschaffingarbeiders hadden geweigerd. In februari 1941 waren de prijzen sinds het uitbreken van de oorlog met 38,1 procent gestegen. Veel activisten van EMM zaten nu in de werkverschaffing. Op verschillende plaatsen waren acties. De actieleiders stuurden met hun namen ondertekende brieven naar de overheid en stapten zelfs naar de Ortskommandantur. Daar werd erkend dat de lonen te laag waren, maar staken was verboden en stakingsleiders werden gewaarschuwd dat ze de kogel konden krijgen. De Duitsers hoopten in het begin van de bezetting de Nederlandse bevolking als “Brudervolk” te paaien. Daar maakten de werkverschaffingarbeiders gebruik van.
Op verschillende objecten slaagden EMM-ers er opnieuw in door de arbeiders gekozen commissies tot stand te brengen. Ze spraken de arbeiders toe in de fietsenstalling en in de trein. De objectcommissies vergaderden in de trein, deden daar ook advieswerk en probeerden de saamhorigheid van de werkverschaffingarbeiders te verbeteren. Ze bemoeiden zich met de arbeidsomstandigheden en de hoogte van het akkoordloon. Al werden ze niet officieel door de werkleiding erkend, ze bereikten meer dan voor de bezetting. In oktober 1940 vaardigden de commissies iemand af naar de overkoepelende Vertrouwenscommissie die werd geleid door de voormalige EMM-voorzitter Arie van Rijkom. De Vertrouwenscommissie vergaderde ‘s zondagmorgens in café De Witte Ballon aan de Wittenkade. Zij stuurde een met de namen van de commissieleden ondertekende brief naar de directeur van de Arbeidsbeurs, naar de werkleiding, de rijksinspecteur en de waarnemend secretaris-generaal van Sociale Zaken Verwey. In de brief eiste de vertrouwenscommissie hoger loon, een duurtetoeslag, kortere werktijden en betere arbeidsvoorwaarden. Dit eisenpakket werd ook als pamflet op de objecten verspreid, maar de acties zouden over een ander punt beginnen.
Actie tegen werktijdverlenging
Werkverschaffingarbeiders waren vaak dertien tot veertien uur van huis door de lange reistijden. Toen op een aantal objecten rond Amersfoort ook nog werktijdverlenging werd afgekondigd, stuurde de Amsterdamse Vertrouwenscommissie een brief naar de waarnemend secretaris-generaal waarin zij dreigde met acties als de werktijdverlenging niet werd ingetrokken en als niet aan de eerder gestelde eisen tegemoet werd gekomen. Op de objecten stopten de arbeiders twee dagen achtereen op de oude tijd. Verwey liet de achttienhonderd werkverschaffingarbeiders van de betreffende projecten schorsen en verbood voor hen de steun. Dagelijks demonstreerden ze daarop voor de Arbeidsbeurs op de Passeerdersgracht om uitbetaling van de steun te eisen. De Vertrouwenscommissie sprak de menigte toe op het Raamplein. In de buurten en bij het uitgaan van bedrijven werd gewerkt met steunlijsten.
Zo’n tweeduizend werkverschaffingarbeiders kampeerden met hun gezinnen en sympathisanten in de galerij van het voormalige Paleis van Volksvlijt, waar de Arbeidsreserve zat. Buurtbewoners brachten brood en surrogaatkoffie. Toen honderden vrouwen van werkverschaffingarbeiders zich op het Raamplein verzamelden, werden ze door de politie met gummiknuppels uiteengeslagen. Daarop trokken ze naar de Ortskommandantur op het Museumplein. Terwijl een delegatie binnen hun eisen naar voren bracht, werd door de vrouwen buiten “Honger! Honger!” gescandeerd. Inmiddels waren de meeste werkverschaffingarbeiders weer aan het werk gegaan, waarvoor ze eerst een verklaring hadden moeten ondertekenen dat ze zich voortaan aan de voorschriften van de Werkleiding zouden houden. De Vertrouwenscommissie had hen afgeraden te tekenen, omdat er nog helemaal geen eisen waren ingewilligd. Ze gingen toch, maar stopten op de oude tijd. Daarom werden ze de volgende dag alweer uitgesloten. Weer demonstraties en nu ook hardere confrontaties met de politie. Het NVV, dat nu werd bestuurd door NSB-ers, probeerde de acties over te nemen, maar daar trapten de werkverschaffingarbeiders niet in. Nu ging de bezetter zich ermee bemoeien, vanwege “Kommunistische tendenzen”. De commissieleden werden bij de SD op de Herengracht ontboden. Ze ontkenden ook maar iets te maken te hebben met de illegale CPN. Zij werden ervoor verantwoordelijk gehouden duizenden arbeiders in staking te hebben gebracht en in de stad rellen te hebben veroorzaakt. De Vertrouwenscommissie hield vol dat de Nederlandse Heidemij de schuldige was, want die had de werktijden verlengd.
Februari-staking
De actie leidde tot resultaten: de steun werd uitbetaald, de werktijd werd niet verlengd, verloren reistijd werd vergoed en behalve de commissieleden mocht iedereen weer aan het werk. De commissieleden moesten opnieuw voor verhoor bij de SD komen. Zij hielden vol geen communisten te zijn, maar enkelen konden niet ontkennen bestuurslid te zijn geweest van EMM. In hun agitatie hadden ze zich uitsluitend gericht tot de Nederlandse autoriteiten. De commissieleden werden drie weken vastgehouden op de Weteringschans, waarna ze naar een strafkolonie in Vinkeveen werden gestuurd.
Op 21 december werd de werkverschaffing gestopt vanwege kerstmis en de ingetreden vorst. Zo’n tienduizend arbeiders waren uitgevroren. Dat betekende een terugval van een gemiddeld weekloon van vierentwintig gulden naar gemiddeld dertien gulden steun. Dus werd hogere steun geëist. De meetings op het Raamplein, die werden toegesproken door vertrouwensmannen als Wouter Kalf, werden groter en groter. Er kwamen ook delegaties van gemeente- en metaalbedrijven. De hele maand januari 1941 werd er gedemonstreerd op het Raamplein, bij het NVV-kantoor in de P.C. Hooftstraat en bij het stadhuis. Toen de actieleiding op 29 januari een meeting in het Vondelpark probeerde te houden, reed de Grüne Polizei met overvalwagens en machinegeweren het park in. De massa verspreidde zich en er gebeurde niets.
Op 31 januari werd bekend dat alle werklozen één week extra steun kregen. Dat was te weinig, dus de acties tegen de Nederlandse autoriteiten en het door de NSB bestuurde NVV werden voortgezet. Openlijke agitatie tegen de Duitse bezetter kon bij deze publiekelijk gevoerde acties niet. De werkverschaffingarbeiders hadden het door de bezetter afgekondigde verbod op staken en demonstreren genegeerd en laten zien dat met acties iets kon worden bereikt. Het kan niet anders of dat moet van grote invloed zijn geweest op de daaropvolgende Februari-staking.
Op 25 februari om zes uur ‘s ochtends probeerden leden van de vertrouwenscommissie de werkverschaffingarbeiders op het Centraal Station ervan te weerhouden in de trein te stappen, om zo te staken tegen de Jodenvervolging. Een groot deel beloofde op het object te staken, zo’n vierhonderd mensen stapten niet in de trein. Commissieleden sprongen in de rijdende trein om ook de rest eruit te krijgen. Dat lukte niet, op het Muiderpoort Station stapten er slechts honderd uit. Met anderen blokkeerden ze het station. Werkverschaffingarbeiders trokken door de stad om iedereen tot staken op te roepen. Wouter Kalf probeerde de werkverschaffingarbeiders op het Raamplein toe te spreken, maar de politie verhinderde dat. Toen Kalf ‘s avonds bij het Centraal Station terugkerende werkverschaffingarbeiders opriep om de volgende dag te staken, werd hij gearresteerd door een NSB-agent. Hij werd uitgeleverd aan de Sicherheits Polizei. De Duitse politie en de Wehrmacht traden met grof geweld op. Met dertien doden en vele tientallen gewonden werd de staking de kop ingedrukt.
Wim Pelt
Bronnen
- Wim Pelt, “Die Erwerblosenbewegung zwischen RGI en IGB”, in: Internationale Tagung der Historiker der Arbeiterbewegung, 16. Linzer Konferenz, 1980.
- Wim Pelt, “Eendracht Maakt Macht”, in: Cahiers over de geschiedenis van de CPN, nr.2, Amsterdam, 1979.
- Verslag van de PKV-werklozengroep, Utrecht 1978.
- H.Bakker en E.Nijhof, “Het Jordaanoproer”, in: Tijdschrift voor sociale geschiedenis, maart 1978.
- Wim Pelt, “Vrede door revolutie. De CPN tijdens het Molotov-Ribbentrop Pact (1939-1941)”, Den Haag, 1990.
zondag 11 mei 2014
Uitspraak Rechtbank Den Haag: bijstandsgerechtigde met recent arbeidsverleden hoeft geen module werknemersvaardigheden aanleren c.q. dwangarbeid te volgen.
Persbericht 11-05-2014. Op 19 maart 2014 heeft de rechtbank in Den Haag uitgesproken dat een bijstandsgerechtigde niet de door de gemeente Den Haag aangeboden traject module werknemersvaardigheden hoefde te volgen. Het is alweer enige tijd geleden maar in verband met de ontwikkeling van de jurisprudentie over de rechten en plichten van bijstandsgerechtigden in het kader van dwangarbeid toch van belang om daar nog aandacht aan te besteden.
Paula ontving sinds 19 januari 2012 een bijstandsuitkering. Haar werden arbeidsverplichtingen opgelegd 'als bedoeld in artikel 9 van de Wwb'. In mei 2013 werd haar het traject module werknemersvaardigheden aangeboden door de gemeente. Paula liet daarop weten, diverse trajecten al een keer eerder te hebben gevolgd en zij voerde aan, dat het traject niet passend was. Ze heeft ruim 20 jaar werkervaring als secretaresse en wil doorstromen naar administratief werk. Het schoonmaken van toiletten en het repareren van fietsen in projecten om werknemersvaardigheden te leren zoals op tijd komen en luisteren naar je baas draagt niet bij aan haar re-integratie.
Daarop reageerde de gemeente door haar een maatregel op te leggen van een maand uitsluiting van de uitkering. Dit besluit werd na een bezwaarschrift gehandhaafd en trad in werking m.i.v. 1 juli 2013.
De rechter constateert vervolgens in de rechtszaak die daarop volgde, dat Paula met haar weigering aan het traject deel te nemen geweigerd heeft de op haar rustende arbeidsverplichtingen voortvloeiende uit artikel 9 van de Wwb na te komen. Maar, zegt de rechter kan Paula ook worden verweten dat ze die verplichting niet is nagekomen/ De rechter vond van niet.
Allereerst is het aan de gemeente, omte bepalen welke reintegratie voorziening voor Paula was aangewezen om het doel- namelijk arbeidsinschakeling te bereiken. Maar, zegt de rechter, daarvoor is wel vereist dat de gemeente maatwerk levert en dat de voorziening het resultaat is van een zorgvuldige en op de persoon toegesneden afweging. De gemeente moet bovendien tegenover Paula motiveren en kenbaar maken waaruit de voorziening concreet bestaat, en waarom deze voorziening gelet op de individuele feiten en omstandigheden is aangewezen *en welk tijdspad wordt gevolgd.*
De rechter constateert, dat de gemeente Den Haag niet aan deze voorwaarden heeft voldaan. In het ondertekende trajectplan is niet nader gespecificeerd welk traject aan Paula zou worden aangeboden. Trajectplannen die louter algemeenheden bevatten die op elke bijstandsgerechtigde van toepassing zijn, zijn niet goed zegt de rechter. Het plan bevat dan ook geen van de voorwaarden die hiervoor werden genoemd.
En de rechter zegt dan vervolgens: Paula heeft gelijk dat ze ruim 20 jaar werkervaring heeft en dat dus de re-integratie module werknemersvaardigheden niet op haar is toegesneden. Voorts heeft Paula al diverse trajecten gevolgd waaronder praktijktrainingen en introductieweken. De module werknemersvaardigheden bestaat uit het werken in een Kringloopwinkel, het schoonspuiten van profielen van kassen en het repareren en bewaken van fietsen. (Dwangarbeid dus, piet). Uit de toelichting bij de module blijkt het erom te gaan, dat bijstandsgerechtigden wennen aan de eisen die het arbeidsproces stelt, zoals op tijd komen en werktijden in acht nemen. Uit de rapportages van de gemeente zelf blijkt echter, dat Paula een werkhouding heeft die gebaseerd is op plichtsbesef, dat zij zich aan afspraken houdt en op tijd komt. Dus zegt de rechter, is de aangeboden module overbodig en een herhaling van zetten. Het aanbod van de gemeente is niet gebaseerd op een zorgvuldige, op Paula toegesneden en voor haar kenbare afweging. Daarom valt Paula niets te verwijten. Het beroep is gegrond. Het besluit van de gemeente Paula een maand uit te sluiten van de uitkering wordt vernietigd wegens strijd met artikel 7:12 van de Awb.
Piet van der Lende
020-6898806
info@bijstandsbond.org
Abonneren op:
Posts (Atom)
-
Vanmorgen heb ik een bericht gepubliceerd over het project ‘Representatie en het maatschappelijk middenveld’ van het Sociaal en Cultureel P...
-
Naar aanleiding van het toeslagenschandaal hebben het ministerie van Sociale Zaken en de Belastingdienst besloten om voortaan niet zo ri...