dinsdag 14 maart 2017

HET ERDOGAN-REGIME IS EEN VAN DE GROOTSTE VIJANDEN VAN ARBEIDERS


Mercan, die wij goed kennen, heeft onderstaand artikel geschreven

De AK-partij van Erdogan is in 2002 aan de macht gebracht en sindsdien ook aan de macht gelaten, dankzij:

-de CIA die de AK-partij onder leiding van Erdogan heeft laten oprichten om (samen met het Arabië van de Saoedische familie en het Egypte van Mubarrak) een leidende rol te spelen in de realisatie van het Grote Amerikaanse Middenoosten Project;
-de grote en middelgrote kapitalisten en de grootgrondbezitters in Turkije;
-de politieke, financiële en electorale steun van religieus-sectarische orden, genootschappen en gemeenschappen.

Kenmerkend voor de regering van de AK-partij is dat zij door haar neoliberaal economisch beleid, oorlogszuchtige buitenlandpolitiek, religieus-sectarische provocaties en repressief minderhedenbeleid het land en de samenleving heeft kapotgemaakt. Daarbij werden  humanitaire en democratische waarden en rechten beleidsmatig, structureel en systematisch vertrapt. Turkije maakte wederom kennis met een regime die het doel had om alle macht van het parlement te onttrekken en die steeds meer in de handen van één persoon te concentreren. Wat het volk daarvan dacht was en is niet relevant. Het gaat thans om een regime dat over lijken gaat. Het gaat om een regime dat de oorlog aan het volk heeft verklaard en dat in alles daarnaar handelt.

Ook op het punt van de arbeidsomstandigheden. Daar geeft de regering van dit regime helemaal niets om. De staatsbedrijven en de particuliere kapitalistische bedrijfseigenaren en hun onderaannemers hebben dezelfde houding. Regering en kapitalisten gedogen elkaar in de instandhouding van de vaak primitieve, levensgevaarlijke arbeidsomstandigheden. Dat doen ze niet voor niets want dat brengt de meeste winsten op. Ten koste van de levens van honderden, duizenden en tienduizenden arbeiders.

‘TMMOB’ (de confederatie van Turkse ingenieurs en architecten) heeft onlangs een onderzoek afgerond waaruit onder andere het volgende blijkt:

‘In de afgelopen periode van 15 jaar dat de AK-partij van Erdogan aan de macht is, hebben meer dan 20.000 (twintig duizend) arbeiders hun leven verloren ten gevolge van arbeidsongevallen voortkomend uit slechte arbeidsomstandigheden.’.

Dat is zes keer zo veel als de gemiddelden onder de voorgaande regeringen.

Sinds 1 januari 2017 zijn er volgens hetzelfde onderzoeksrapport al weer honderden arbeiders verongelukt.

Onder het Erdogan-regime zijn arbeidsongevallen geen ‘arbeidsongevallen’ maar moordaanslagen.

Het criminele regime van Erdogan, is net als Erdogan zelf een van de grootste vijanden van arbeiders.

Mercan

dinsdag 7 maart 2017

Politiek

Raar idee. De politici zijn nu niet weg te slaan uit de media en je kunt de computer of de televisie niet aanzetten of de tronies met rollende ogen willen je overtuigen van hun goedheid. Op sociale media en internet word je doodgegooid met nietszeggende clips met daaronder in vette letters ook nog eens weergegeven wat de politicus in 10 seconden zegt. Speciaal voor de doven, misschien? Of wordt veronderstelt dat de kiezers zo oliedom zijn dat ze een clip over een met zeer eenvoudige taal uitgesproken oppervlakkige boodschap niet zullen begrijpen als er niet ook nog eens in korte zinnen in grote vette letters onder staat wat er gezegd wordt? Je zult en moet luisteren naar wat de politici met graagte tegen je willen zeggen. 

En na volgende week woensdag wil niemand meer iets zeggen en duiken ze weg voor de vragen van de journalisten of geven nietszeggende antwoorden. Dan rest de journalisten in de media niets anders dan weer de beroemde gesloten bruine eikenhouten deur van de CDA-kamerfractie via een webcamera tijden in beeld brengen die bij vorige onderhandelingen ook in beeld was. Je krijgt dan weer dat een journalist van Het Journaal voor zo'n deur gaat staan of voor een gebouw waar van binnen onttrokken aan het oog van de camera's van alles gebeurt en die journalist gaat dan- geheel onwetend over wat zich binnen afspeelt- alle opties bij langs van wat eventueel zou kunnen gebeuren, maar misschien ook niet. Ze wachten geduldig urenlang, soms tot diep in de nacht tot de politici glimlachend naar buiten komen. De journalisten gaan vragen stellen. De zwarte rijksauto met chauffeur staat voor de ingang met ronkende motor, klaar om weg te rijden. De politicus zegt terwijl hij of zij haastig instapt glimlachend dat 'we" morgen verder gaan. De wegrijdende auto verdwijnt in de nacht, gefilmd door hordes camera's die het nu onbewogen gezicht van de politicus zittend in de auto achter het raam enkele fracties van seconden in beeld brengen. Dit was het nieuws.

Piet van der Lende

zaterdag 4 maart 2017

Heb je klachten over Flextensie?

Bijstandsgerechtigden, kom in actie tegen de uitbuiting door het bedrijf Flextensie en meld je klachten! Werk jij via de Flextensie-constructie of dreig je dat te moeten gaan doen? Ken je baanlozen die via Flextensie werken of hebben gewerkt? Lees dan deze oproep: http://www.doorbraak.eu/bijstandsgerechtigden-kom-actie-uitbuiting-flextensie-en-meld-klachten En mail: dwangarbeid@doorbraak.eu

Belastingvoorlichting

Belastingvoorlichting voor uitkeringsgerechtigden

Georganiseerd door de BWZ Zaanstreek en de Bijstandsbond

Gratis informatiebijeenkomsten over uw inkomstenbelasting en toeslagen (en de wijzigingen per 2016 en 2017)

op D.V. donderdag 9 maart a.s.

-om 14 uur bij de Bijstandsbond, TET-theater

ingang Da Costakade 162 1053 XD Amsterdam en

-om 19.30 uur bij “Bij Simon de Looier”

ingang Looiersgracht 70-72 1016 VT Amsterdam

Deze bijeenkomsten zijn bedoeld voor alle uitkeringsgerechtigden, ook voor diegenen die nog weinig ervaring hebben met hun aangifte inkomstenbelasting en/of toeslagen of om welke reden dan ook geen gebruik van toeslagen meer durven te maken. Deelname is geheel vrijblijvend. Binnen de grenzen der wet geven wij tips om zo weinig mogelijk belasting te betalen of zoveel mogelijk geld terug te krijgen.

Presentatie door belastingdeskundigen Martin Suer RB en/of Jan van Zaane RS van de BWZ. Duur 1,5 a 2 uur. Aanmelden mag maar is niet verplicht.

BWZ, voor alle Zaanse uitkeringsgerechtigden: bwz-online@hetnet.nl www.bwz-online.nl 075-6178497

Bij Simon de Looier: amsterdam@bijbelcentrum.nl www.bijsimondelooier.nl 020-6227742

Bijstandsbond Amsterdam: info@bijstandsbond.org www.bijstandsbond.org 020-6898806

vrijdag 3 maart 2017

Belangstelling van Een Vandaag TV voor bericht over bijverdienen en de Participatiewet


Er komen signalen binnen bij de Bijstandsbond dat gemeenten de bijverdienregeling in de Participtiewet zoals die standaard in de wet staan omschreven (en die ze dus gewoon op iedereen moeten toepassen) niet uitvoeren en saboteren, bv door eerst in een indringend gesprek met een klantmanger te onderzoeken of je er wel voor in aanmerking komt en dan redenen zoeken om het af te wijzen of eenvoudigweg erop speculeren dat de betrokkene het toch niet weet. Dat is kassa voor de gemeenten, want dan kunnen ze besparen op de uitkering nl het verschil tussen wat je eigenlijk zo mogen houden en een lagere uitkering.

Ook zijn er bijstandsgerechtigden die als ZZP-er of op andere wijze in een deeltijdbaan met betaald werk geld proberen te verdienen, en die ver beneden het bestaansminimum zakken, omdat de sociale diensten niet goed kunnen omgaan met de verrekeningen. Uitkeringen worden onterecht stop gezet, wisselende inkomsten worden verkeerd verrekend, etc.

De berichten en klachten hierover hebben de belangstelling gewekt van het TV programma Een Vandaag die een onderzoek willen instellen naar de omvang van het probleem en die er dan een TV uitzending over willen maken. Ze hebben mij gevraagd mensen te benaderen die hierover zouden willen vertellen, niet om op de televisie te komen maar om de omvang en aard van het probleem in kaart te brengen en de achtergronden in beeld te krijgen. Iedereen die hierover zou willen vertellen roep ik op contact met mij op te nemen, dan kan ik dat volgende week doorgeven aan Een Vandaag.

Piet van der Lende

pvdlende@dds.nl

06-82361876

donderdag 2 maart 2017

Bijeenkomst van de FNV in de Burcht te Amsterdam naar aanleiding van de verkiezingen. Op woensdagmiddag 1 maart 2017.



Er was een inleiding van professor Gijsbert Vonk en een discussie aan de hand van stellingen met 4 kandidaat kamerleden en de zaal. Dit wordt een subjectief verslag en een impressie met wat ik zag als eye openers. De aamwezige kamerleden waren Sadet Karabulut van de SP, de heer Özdil van Groen Links, Don Ceder van de Christen Unie en Joke de Kock van de Partij van de Arbeid. De discussie stond onder leiding van Frenk van der Linden en ook Ruud Kuin, vicevoorzitter van de FNV deed af en toe een duit in het zakje. Vanuit de zaal kwam veel het principe van het basisinkomen aan de orde, gedeeltelijk vanuit het standpunt van FNV uitkeringsgerechtigden.

Het bleek echter, dat geen van de 4 aanwezige partijen daar voorstander van was. Karabulut zei dat ze tegen was, oa omdat dan de miljonairs ook een basisinkomen krijgen, en ze is meer voor een drastische herverdeling van inkomen en werk en een sociaal leefbare bijstand. Met wel afschaffing van allerlei zinloze strafmaatreglen en boetes en herstel van de oude sociale werkplaatsen voor gehandicapten. De vertegenwoordigster van de Partij van de Arbeid zag ook weinig in een basisinkomen, maar was wel voor experimenten met een regelvrije bijstand om te kijken welke inrichting vand e sociale zekerheid het best werkt. De vertegenwoordiger van de Christen Unie liet zich uit in gergelijkbare bewoordingen, waarbij hij de inspannigsverplichting die werklozen cq bijstandsgerechtigden nu hebben zou willen handhaven, maar wel op een humanere manier op basis van maatwerk.

De vertegenwoordiger van Groen Links benadrukte, dat het congres van Groen Links tegen een onvoorwaardelijk basisinkomen heeft gestemd op basis van verschillende argumenten. Een van de argumenten die hij noemde, en die op het verkiezingscongres van Groen Links een belangrijke rol schijnt te hebben gespeeld, begreep ik niet helemaal, of hij heeft het onduidelijk utigelegd. Er zijn namelijk mensen, die niet goed voor zichzelf kunnen zorgen, die bijvoorbeeld budgetbeheer en zo nodig hebben en een intensieve begeleiding en het is geen oplossing om die mensen zomaar een zak met geld te geven of er naast te zetten. Wat dat dan volgens hem betekende naar de mensen toe qua rechten en plichten kwam niet erg uit de verf, er werd door Frenk van der Linden een soort alarmbel gehanteerd, waarbij de verschillnede bijdragen aan de discussie soms werdne beperkt tot anderhalve mnuut.

Ook professor Vonk zoekt de oplossing niet zozeer in een basisinkomen, maar in de uitbreiding van het huidige toeslagenstelsel, zoals de kindertoeslag, de huurtoeslag en de zorg toeslag en het kindgebonden budget. Met daarnaast allerle belastingkortingen. Zo'n stelsel zou zodanig kunnen worden uitgebreid tot wat hij noemde een gegarandeerd minimuminkomen, dat de huidige bijstand totaal kan worden afgeschaft. Een en ander zou niet moeten worden uitgevoerd door de gemeenten, maar door een uitbreiding van de belastingdienst. Een grote oorzaak van het bashen van bijstandsgerechtigden en hen koeioneren is volgens professor Vonk, dat mensen in de bijstand als mensen die ondersteuning nodig hebben of geen werk kunnen vinden of schulden hebben identificeerbaar zijn waarop allerlei denigrende opmerkingen en vooroordelen kunnen worden lostgelaten. De 'bijstandstrekkers'. Een toeslagen stelsel heeft enerzijds als voordeel, dat ook middengroepen ervan profiteren, en dat qua vermogenstoets er sprake is van een glijdende schaal, en anderzijds dat er geen makkelijk identificeerbare groep meer bestaat. Professor Vonk heeft deze week een onderzoeksvoorstel ingediend om de voorstellen van een nieuw toeslagen stelsel nader uit te werken.

Het bleek dat de kamerleden de voorstellen van de FNV uitkeringsgerechtigden nog niet goed hadden bestudeerd. Het veelgehoorde argument, dat alle kamerleden ook aanvoerden, is dat een onvoorwaardelijk basisinkomen betekent, dat ook een miljonair een basisinkomen krijgt van de staat. En die man of vrouw heeft al geld genoeg, aldus de kamerleden, we moeten de drastische ongelijkheid in inkomens tegengaan. Iemand uit de zaal weerlegde in enkele bewoordingen dat argument, waaruit bleek dat de kamerleden er nog niet goed over nagedacht hadden. Je kunt namelijk in combinatie met een onvoorwaardelijk basisinkomen om dat te financieren een progressief belastingstelsel invoeren. De miljonairs betalen dan als het ware zelf hun eigen basisinkomen. Dat heeft het grote voordeel ten opzichte van een voorwaardelijk basisinkomen, bv rijken krijgen het niet, dat je geen heel grote bureaucratie hoeft op te tuigen naast het belastingstelsel dat nu al bestaat om te beoordelen of iemand voor een basisinkomen in aanmerking komt aan de hand van het inkomen dat iemand heeft.

Tijdens de discussie werd actie gevoerd door een comite van 50 plussers, het actiecomité Voet tussen de Deur, die aandacht vroegen voor de positie van ouderen op de arbeidsmarkt, die vaak kansloos zijn. Hun kansen moeten worden verbeterd. De actiegroep organiseert regelmatig flashmobs voor hun belangen. Zo hielden ze een flasmob bij VNO/NCW en MKB Nederland. Hun lied is 'start me up' van de Rolling Stones. Ze kwamen op de proppen met een hele grote voet, die moest symboliseren dat ook ouderen op de arbeidsmarkt een voet tussen de deur moeten krijgen. Applaus, maar een van de aanwezigen in de zaal was het er niet mee eens. Ze gaf aan, dat ze de workshop rouwverwerking van de werkloosheid van de FNV had gevolgd, en dat ze zich eerst had suf gesolliciteerd, maar dat er al spoedig gezondheidsklachten kwamen, en dat ook andere deelnemers aan de workshop dat hadden. Ze hebben toen geconcludeerd: ergens moet je er op een gegeven moment een punt achter zetten. Hou toch op actiegroep met het najagen van de illusie dat wij wel een keer weer aan het werk komen. Geef ons onze gezondheid terug. De politici benadrukten, dat de uitvoering van de Participatiewet te ver is doorgeschoten en dat maatwerk moet worden geleverd. Ook werd naar voren gebracht, dat er vroeger VUT-regelingen bestonden en dat die zijn verdwenen. Karabulut zei dat we moeten stoppen met de zinloze sollicitatiecarroussel, waarbij de uitzichtloosheid wordt georganiseerd. Regelingen voor vervroegde uittreding moeten weer worden ingevoerd. Ook is het krankzinnig dat de AOW naar 67 en ouder is gegaan. Dat moet terug naar 65, waarbij degneen, die langer willen werken dat ook moeten kunnen. De mensen op het minimum moeten meer bestedingsruimte krijgen, drie kwart van de bijstandsgerechtigden leeft op of onder het de armoedegrens. De uitkeringen en het Wettelijk Minimum Loon moeten met 10% verhoogd worden.

Hoewel Ruud Kuin zei voorstander te zijn van een veel socialere bijstand, waarbij hij zelfs de uitdrukking 'stop de sollicitatieplicht'in de mond nam, noemde hij toch ook wat bedenkingen tegen de weg van strijden voor een basisinkomen. Er moet niet alleen naar het inkomen worden gekeken, maar ook belangrijk is een drastische herverdeling van de arbeid. En wat de positie van de vakbeweging betref: hij zei dat het hem niet zozeer ging om de FNV, zijn eigen winkeltje, maar dat het wel zo is, dat bij de acties voor behoud van de AOW en ook bij de strijd tegen het werken met behoud van uitkering gebleken is, dat de mensen die het betreft zeer moeilijk tot niet te organiseren zijn. Daarom zal het centraal stellen van meer banen, de arbeidsvoorwaarden en de belangen van de werklenden en meer werk en een drastisch andere bestrijding van de werkloosheid altijd voorop moeten staan en daarmee de organisatie van mensen die werk hebben. De huidige situatie op de arbeidsmarkt tast de positie van de vakbeweging aan.

Hoewel dat laatste natuurlijk belangrijk is, is het een wat merkwaardig geformuleerd argument in mijn ogen. Volledige werkgelegenheid of reductie van de werkloosheid tot aanvaardbare proporties is een illussie in het licht van de robotisering van de industrie en straks ook de zorgsector en we leven in een tijd waarin niet alleen in tijden van crisisi de massa werkloosheid toeneemt, maar ook in tijden dat bij herstel van de kapitalstische economie er een baanloze groei is. De oorzaak van de verzwakte positie van de vakbeweging is juist dat er mondiaal en nationaal een steeds groter surplus aan arbeidskrachten is gaan ontstaan die een loondrukkende werking heeft en die de positie van de (georganiseerde) werkenden uitholt. De oorzaak daarvan is dat dit surplus aan arbeidskrachten gedwongen is zichzelf op de arbeidsmarkt beneden de CAO voorwaarden aan te bieden, omdat de loonarbeid, voor mensen die geen andere reserves hebben en die zijn 'bevrijd'van bezit van productiemiddleen, de hoofdmanier is om een redelijk inkomen te verwerven en/of te overleven. Het beleid van de staat, van Participtiewetcontroles tot grenscontroles, is een beleid om het surplus dat geen waarde heeft voor het kapitaal te managen, niet om het probleem op te lossen. In feite zit links in Nederland ook gevangen in de neoliberale logica van het managen van het overbodig surplus, door discussies aan te gaan over reguleringen van wie wel en niet toegang heeft tot de Nederlandse arbeidsmarkt.

Wanneer het surplus door middel van basisinkomenachtige regelingen niet meer onder die druk staat, kan dit de positie van de werkenden en de vakbonden alleen maar versterken. Het streven naar een vollediger werkgelegenheid op basis van herverdeling van arbeid en meer kansen voor werkzoekenden door aan hem te sleutelen of het invoeren van toegangsregelingen tot de Nederlandse arbeidsmarkt door middel van werkvergunningen zal het bestaan van het grootste deel van het surplus aan overbodige arbeidskrachten niet fundamenteel veranderen. En dat betekent dat onder druk van de omstandigheden duizenden er alles voor over hebben om al is het in ellende te overleven. Meewerken aan dergelijke toegangsregelingen betekent meewerken aan het illegaliseren van duizenden, die onder nog slechtere omstandigheden arbeid zullen verrichten in Nederland. Zo goedkoop voor de werkgevers dat ze lachen om de boetes die een overbelaste Arbeidsinspectie hen oplegt, waarbij die Arbeidsinspectie contant achter de feiten aanloopt, hoe groot zij ook gemaakt wordt. En een steeds machtelozer vakbeweging, die machteloos staat tegenover de uitbuitingspraktijken van de bazen. Het verleden vanaf de zeventiger jaren heeft bewezen, dat dit de uitkomst is van een dergelijk beleid in sommige bedrijfstakken. Althans zo denk ik erover. De vakbeweging hinkt nu teveel op twee gedachten: enerzijds ernaar streven, mensen die weinig kansen meer hebben of ouder zijn vrijstellen van sollicitatieplicht en andere verplichtingen op basis van maatwerk, waarbij naar voren wordt gebracht dat andere dingen dan betaald werk en ook onbetaald werk belangrijk zijn, anderzijds nog steeds de verheerlijking van de betaalde arbeid als enig zaligmamakende weg naar inkomensverwerving en ontplooiing. Het wordt tijd dat de vakbeweging als geheel kiest voor een leefbaar, onvoorwaardelijk basisinkomen. Maar de pleidooien voor toegangsregelingen tot de Nederlandse arbeidsmarkt door middel van een nieuw stelsel van werkvergunningen van o.a Ruud Kuin, maken mij niet optimistisch. Hij kondigde aan in dit kader dat van de zomer een grote campahgne gaat beginnen voor dergelijke regelingen en tegen de afbraak van de arbeidsvoorwaarden 0 uren contracten en flexibiliering van de arbeid.

Piet van der Lende

donderdag 16 februari 2017

Verkiezingsdebat FNV

FNV Uitkeringsgerechtigden nodigt je uit voor het verkiezingsdebat over de Toekomst van de Sociale Zekerheid.

Aanwezig zullen zijn (kandidaat) Tweede Kamerleden van PvdA, Groen Links, ChristenUnie, SP, CDA en D66.
Aan de hand van stellingen over het verplicht moeten werken zonder loon en daardoor de verdringing van vast werk, de bejegening van uitkeringsgerechtigden en het invoeren van een basisinkomen, om te beginnen voor Bijstandsgerechtigden.
Het debat staat onder leiding van Frenk van der Linden.

De middag begint met een schets over de Sociale Zekerheid door Gijsbert Vonk,
hoogleraar Sociale Zekerheid aan de Universiteit van Groningen.
Hij is ervan overtuigd dat de Sociale Zekerheid stevig moet veranderen. Zijn verhaal gaat over waarom dat moet en hoe dat kan.

De middag eindigt met een kort gesprek met Ruud Kuin, vice voorzitter FNV.

Verkiezingsdebat over de Toekomst van de Sociale Zekerheid
Woensdag 1 maart 2017
Inloop vanaf 13.30 uur, programma vanaf 14.00 uur
Locatie: De Burcht, Henri Polaklaan 9 te Amsterdam
Gratis toegang
Opgave voor 22 februari bij rac-amsterdam@fnv.nl
Er is een beperkt aantal plaatsen beschikbaar die op basis van het moment van de ontvangst van de ontvangen aanmelding, verstrekt worden.

We hopen jullie dan te ontmoeten,
Met vriendelijke groet,

Sectorbestuur

FNV Uitkeringsgerechtigden

dinsdag 14 februari 2017

Belasting voorlichting voor uitkeringsgerechtigden

Georganiseerd door de BWZ Zaanstreek en de Bijstandsbond

Gratis informatiebijeenkomsten over uw inkomstenbelasting en toeslagen (en de wijzigingen per 2016 en 2017)

op D.V. donderdag 9 maart a.s.

-om 14 uur bij de Bijstandsbond, TET-theater
ingang Da Costakade 162  1053 XD  Amsterdam
en

-om 19.30 uur bij “Bij Simon de Looier”
ingang Looiersgracht 70-72  1016 VT  Amsterdam

Deze bijeenkomsten zijn bedoeld voor alle uitkeringsgerechtigden, ook voor diegenen die nog weinig ervaring hebben met hun aangifte inkomstenbelasting en/of toeslagen of om welke reden dan ook geen gebruik van toeslagen meer durven te maken. Deelname is geheel vrijblijvend. Binnen de grenzen der wet geven wij tips om zo weinig mogelijk belasting te betalen of zoveel mogelijk geld terug te krijgen.

Presentatie door belastingdeskundigen
Martin Suer RB en/of Jan van Zaane RS
van de BWZ. Duur 1,5 a 2 uur.
Aanmelden mag maar is niet verplicht.

BWZ, voor alle Zaanse uitkeringsgerechtigden:
bwz-online@hetnet.nl  www.bwz-online.nl 075-6178497
Bij Simon de Looier:  amsterdam@bijbelcentrum.nl   www.bijsimondelooier.nl  020-6227742
Bijstandsbond Amsterdam: info@bijstandsbond.org   www.bijstandsbond.org   020-6898806

donderdag 2 februari 2017

Schandelijke actie UWV


Alle mensen met een Wajonguitkering die daarnaast inkomen ontvangen hebben vorige week een brief gekregen van het UWV. Het UWV is in die brieven van oordeel, dat de Wajonger loonvormende arbeid kan verrichten omdat hij een inkomen heeft naast de Wajong. En daarom zal de uitkering per 1 januri 2018 worden verlaagd van 75% naar 70% dus naar bijstandsniveau. Je kunt deze verlaging voorkomen als je binnen drie weken informatie verstrekt dat je een AWBZ indicatie hebt. Mensen met zo’n indicatie zitten bijvoorbeeld in een gezinsvervangend tehuis. Deze mensen werken vaak al jaren als zeer zwaar gehandicapte op een sociale werkplaats en hebben daaruit inkomen. Deze mensen zijn niet tot loonvormende arbeid in staat. Het werk wat ze doen wordt ook wel dagbesteding genoemd. Van deze mensen wordt als ze niet binnen drie weken reageren, automatisch hun uitkering verlaagd, en gaan ze automatisch terug naar bijstandsniveau. Dit is een schandelijke actie. Het UWV kan uit zijn eigen dossiers opmaken, of mensen tot loonvormende arbeid in staat zijn en als ze twijfelen, kunnen ze de mensen herkeuren. Maar op deze manier worden mensen die zichzelf moeilijk kunnen verdedigen automatisch op bijstandsniveau gebracht. Dergelijke ‘piepsystemen’ om bezuinigingen te kunnen doorvoeren zonder deugdelijke beoordeling betekenen onterechte verlagingen van uitkeringen

vrijdag 27 januari 2017

Workshop basisinkomen bij de Bijstandsbond


Er zijn geen historische maatschappij formaties waar er altijd fatsoenlijke werk voor iedereen was en waar er geen discriminatie was in verschillende vormen. Het basisinkomen is bewust bedoeld als fundamentele maatregel voor sociale rechtvaardigheid voor alle mensen. En dat is een teken van echte democratie. Het woord democratie bestaat uit twee gedeelten. Demos en cratia. Dus dat is volk en creëren. Democratie word gecreëerd door het hele volk niet door een klein gedeelte - de politici. Dit duidt erop dat ons parlementaire stelsel de democratie niet werkelijk als fundament heeft. Voor andere alternatieven organiseer ik op 3 februari een lezing over Basisinkomen en sociale rechtvaardigheid, bij de Vereniging Bijstandsbond Amsterdam, Da Costakade 162, om 18:00. 020-6898806. info@bijstandsbond.org

Petar Kapralov

woensdag 25 januari 2017

Flexibel met Flextensie: goedkoper kunnen we het niet maken


Anja Eleveld, onderzokster en wetenschappelijk medewerkster aan de Vrije Universiteit, heeft een artikel geschreven over de uitzendconstructie van het bedrijf Flextensie. Het is wellicht mogelijk dat de werkloze die via Flextensie werkt met succes voor de rechter een beroep kan doen op het uitgangspunt, dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst met alle daarbij behorende rechten. Hieronder volgt het artikel.

Flexibel met Flextensie: goedkoper kunnen we het niet maken
De afgelopen weken heeft een aantal landelijke dagbladen uitgebreid aandacht besteed aan de werkwijze van het bedrijf Flextensie (Trouw 29 december, NRC 20 januari en Volkskrant 25 januari). Vandaag (25 januari) wordt naar aanleiding van Kamervragen hierover  gedebatteerd in de Tweede Kamer.
Waar gaat het over? Flextensie is een bedrijf dat bijstandsgerechtigden uitleent aan reguliere werkgevers waar zij met behoud van de Participatiewet-uitkering en een bonus van €2,- per uur werkzaamheden verrichten. De inleenbedrijven betalen een vergoeding voor de uitgevoerde werkzaamheden.  Deze vergoeding wordt vervolgens verdeeld tussen Flextensie en de gemeente. Flextensie, deelnemende gemeenten en enige door de dagbladen geïnterviewde bijstandsgerechtigden benadrukken dat hiermee een opstapje naar regulier werk wordt gecreëerd. Tegenstanders menen dat bedrijven door deze werkwijze op een wel hele goedkope manier aan werknemers komen. Er zou sprake zijn van verdringing en ‘dwangarbeid’.
Als arbeidsrechtjurist vraag ik me af of en onder welke omstandigheden bijstandsgerechtigden die door Flextensie te werk worden gesteld, feitelijk werken op een arbeidsovereenkomst c.q. uitzendovereenkomst. Indien hiervan sprake zou zijn, dan maken deze bijstandsgerechtigden mogelijk aanspraak op het minimumloon en andere arbeidsrechtelijke bescherming.
Doel en uitvoering van de overeenkomst
Om te bepalen of sprake is van een arbeidsovereenkomst is, moeten we niet alleen kijken naar hetgeen de partijen bij het sluiten van de overeenkomst zijn overeengekomen, maar ook hoe hieraan uitvoering is gegeven. Zo luidt althans de standaardregel die is voortgekomen uit de rechtspraak. Toegepast op de Flextensie werkwijze kan gesteld worden dat niet alleen van belang is wat in een gemeentelijk besluit en/of een re-integratieovereenkomst is opgenomen ten aanzien van de re-integratieverplichting van een specifieke bijstandsgerechtigde, maar ook hoe aan dit besluit of aan deze re-integratieovereenkomst uitvoering wordt gegeven. Daarbij moet worden nagegaan of voldaan is aan alle elementen die we terugvinden in de definitie van de arbeidsovereenkomst uit artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek (BW), namelijk loon, arbeid en gezag. Bovendien, zo volgt uit de rechtspraak, moet daarbij acht geslagen worden op alle omstandigheden van het geval in onderling verband bezien. In dit blog zal ik aan de hand van een bespreking van deze elementen in het kader van de Flextensie werkwijze betogen dat het niet is uitgesloten dat een arbeidsovereenkomst/uitzendovereenkomst met de kandidaat (bijstandsgerechtigde) is ontstaan nadat deze werkzaamheden is gaan verrichten bij een inlenend bedrijf (reguliere werkgever).
Loon
Het eerste element van de arbeidsovereenkomst dat ik hier wil bespreken is ‘loon’. Dit wordt ook wel gedefinieerd als de vergoeding die de werkgever aan de werknemer is verschuldigd ter zake van de bedongen arbeid. In de rechtspraak is de vraag aan de orde geweest of een bijstandsuitkering opgevat kan worden als loon. Tot nu toe is deze vraag ontkennend beantwoord: de verplichte deelname aan arbeidsactiviteiten in het kader van een Participatiewet uitkering dient te worden opgevat als een voorwaarde voor het verkrijgen van een uitkering, in plaats van een onmiddellijke tegenprestatie voor de verrichte werkzaamheden.
Een relevante omstandigheid met betrekking tot de werkwijze van Flextensie is evenwel dat aan de bijstandsgerechtigde een vergoeding van €2,- per uur wordt betaald voor de verrichte werkzaamheden. De hoogste rechterlijke instantie in het civiele recht  (Hoge Raad) heeft geoordeeld dat ook in het geval de beloning voor de verrichte werkzaamheden zeer laag is (bijvoorbeeld € 0,8 0 per uur), dit niet uitsluit dat hiermee is voldaan aan het element ‘loon’. Met andere woorden, een beloning van € 2,- per uur staat op zich zelf niet in de weg aan het aannemen van een arbeidsovereenkomst. Flextensie noemt de vergoeding van € 2,- per uur een ‘premie voor arbeidsinschakeling’ (zie NRC 20 januari). Hiermee lijkt Flextensie te willen aansluiten bij de benaming die artikel 10a van de Participatiewet geeft aan het bedrag dat wordt uitgekeerd ter bevordering van arbeidsinschakeling van bijstandsgerechtigden die werken op een een participatieplaats. Het feit dat een private partij een specifieke naam geeft aan de vergoeding sluit echter niet uit dat deze als tegenprestatie voor de door bijstandsgerechtigde verrichte werkzaamheden - en daarmee als loon - moet worden aangemerkt. De omstandigheden van het geval zullen hierbij leidend zijn.
Arbeid
Een andere vraag is of de bijstandsgerechtigde die activiteiten verricht in het kader van zijn/haar re-integratie ‘arbeid’ verricht in de zin van art. 7:610 BW, zeker nu deze activiteiten ook een leerelement bevatten. Een vergelijkbare vraag is in de rechtspraak  aan de orde geweest met betrekking tot de activiteiten die worden uitgevoerd in het kader van een stageovereenkomst. De rechter oordeelde in deze zaken dat niet snel sprake zal zijn van een arbeidsovereenkomst indien de door de stagiaire verrichte activiteiten vooral gericht zijn op het uitbreiden van de eigen kennis en ervaring.
De hoogste rechter op het terrein van het socialezekerheidsrecht (Centrale Raad van Beroep) heeft in de afgelopen jaren verscheidende malen geoordeeld dat, ook in situaties waar partijen formeel een arbeidsovereenkomst hebben gesloten ter re-integratie van de voormalige bijstandsgerechtigde,  niet was voldaan aan de wettelijke definitie van de arbeidsovereenkomst nu het element ‘arbeid’ ontbrak. De afgesproken ‘werkzaamheden’ bestonden in deze zaken uit sollicitatietrainingen en het zoeken naar vacatures, of uit arbeidswerkzaamheden die gericht waren op het gewend raken aan een normaal arbeidsritme en het omgaan en samenwerken met collega’s. De rechter achtte echter wel een arbeidsovereenkomst aanwezig, indien aan deze (re-integratie) werkzaamheden economische waarde toekwamen en ze niet waren gericht op het vergroten van kennis en het opdoen van werkervaring.
De Centrale Raad van Beroep heeft recent uitspraak gedaan in twee zaken waar een (voormalige) bijstandsgerechtigde een overeenkomst had gesloten met een re-integratiebedrijf dat door de gemeente was ingeschakeld om hem/haar te detacheren bij een reguliere werkgever. In de overeenkomst was vermeld dat het ging om een arbeidsovereenkomst. De Raad oordeelde dat, zolang betrokkene niet is uitgeleend aan een werkgever er geen ‘arbeidsovereenkomst (uitzendovereenkomst)’ tussen de betrokkene en het uitlenende reïntegratiebedrijf tot stand is gekomen. Pas op het moment dat betrokkene daadwerkelijk wordt uitgeleend aan een werkgever alwaar h/zij (productieve) arbeid gaat verrichten, komt een 'arbeidsovereenkomst (uitzendovereenkomst)' tot stand. Deze zaken laten zien dat onder omstandigheden de overeenkomst tussen een bijstandsgerechtigde en Flextensie aangemerkt zou kunnen worden als een uitzendovereenkomst, op voorwaarde dat de bijstandsgerechtigde daadwerkelijk wordt uitgeleend aan een reguliere werkgever waar h/zij arbeid verricht dat van economische waarde is.
Een belangrijk verschil tussen laatstgenoemde zaken en de Flextensie werkwijze is evenwel dat partijen de overeenkomst  een ‘arbeidsovereenkomst’ hadden genoemd en dat betrokkenen dienovereenkomstig het minimumloon  verdienden. Maar hoe zou de rechter oordelen indien de overeenkomst niet was voorzien van het etiket ‘arbeidsovereenkomst’, en evenmin het minimumloon was uitbetaald? Om deze vraag te beantwoorden is wederom de rechtspraak met betrekking tot leerstages relevant. Zoals eerder vermeld wijkt een stageovereenkomst af van een arbeidsovereenkomst in de zin dat in een arbeidsovereenkomst het leerelement voorop staat. De scheidslijn tussen een stage en een arbeidsovereenkomst is echter niet altijd goed te trekken. Belangrijke factoren zijn bijvoorbeeld de mate waarin de onderwijsinstelling zeggenschap heeft over de activiteiten die de leerling bij het bedrijf verricht en de mate waarin de activiteiten voor de partijen profijtelijk zijn. Ik kom hier aan het eind van deze blog op terug.
Gezag
Tot slot het element ‘gezag’. In het arbeidsrecht wordt een gezagsrelatie aanwezig geacht wanneer de ene partij het recht heeft om bindende instructies te geven aan de andere partij. In uitzendrelaties wordt vaak onderscheid gemaakt tussen de feitelijke gezagsverhouding (tussen de werknemer en het inlenende bedrijf ) en de contractuele gezagsverhouding (tussen de werknemer en de uitzendorganisatie). Bij de werkwijze van Flextensie is het niet op voorhand duidelijk hoe het zit met die gezagsverhouding. Van belang is bijvoorbeeld, of en hoe de gemeente invloed kan uitoefenen op de aard van de werkzaamheden van de bijstandsgerechtigde en de wijze waarop h/zij deze de werkzaamheden uitvoert.
Omstandigheden van het geval
Uit het voorgaande blijkt dat niet eenvoudig kan worden vastgesteld of bijstandsgerechtigden die door Flextensie worden uitgezonden om arbeid te verrichten bij een reguliere werkgever deze arbeid verrichten op basis van een arbeidsovereenkomst/uitzendovereenkomst. Het is mijns inziens met name niet helder of voldaan wordt aan de elementen ‘arbeid’ en ‘gezag’. Om hierover meer duidelijkheid te krijgen, dient kortgezegd gelet te worden op het volgende:
  • Wat staat centraal bij het verrichten van de werkzaamheden: het leren of het leveren van productie?
  • Wat is de zeggenschap van de gemeente en/of het door de gemeente ingeschakelde re-integratiebedrijf over het leerproces van de bijstandsgerechtigde?
Een gedeeltelijke antwoord op deze kernvragen kunnen we vinden in de algemene inleenbepalingen en de leveringsvoorwaarden van Flextensie (zie www.flextensie.nl), daarnaast heb ik via een Wob procedure inzage gekregen in een overeenkomst die is gesloten tussen Flextensie en een gemeente. Gezien de inhoud van deze documenten is het naar mijn mening niet uitgesloten dat sprake is van een uitzendovereenkomst of arbeidsovereenkomst. In de overeenkomst tussen Flextensie en de gemeente wordt bijvoorbeeld geen aandacht besteed aan leeraspecten. Het verdienmodel en het leveren van productie staat centraal. Zo wordt de ‘bediening van flexmarkten’ als doel geformuleerd en spreken partijen over de facturering van de ‘fee’ op een wijze dat is gerelateerd aan het wettelijk minimum loon en de loonwaarde van de kandidaat. Het leerelement staat wel centraal in artikel 1 van de algemene inleenbepalingen. Dit artikel stelt dat de inzet van de kandidaat plaats vindt in het kader van zijn re-integratie en dat de opdrachtgever de kandidaat daartoe stimuleert bij het ontwikkelen van zijn vaardigheden en werkervaring. Maar hier blijft het bij. De overige bepalingen wijzen op de feitelijke gezagsrelatie (lijkt te liggen bij de inlener ofwel reguliere werkgever) en de contractuele gezagsrelatie (lijkt te liggen bij Flextensie). De door Flextensie gehanteerde leveringsvoorwaarden zijn bovendien in grote lijnen gelijk aan de leveringsvoorwaarden die gehanteerd worden door de grootste brancheverenigingen voor uitzendbureaus, de ABU en de NBBU.
Ten aanzien van de leveringsvoorwaarden van Flextensie springen verder twee bepalingen in het oog. In de eerste plaats verplicht artikel 8 d de inlener tot betaling van een vergoeding aan Flextensie indien hij een arbeidsovereenkomst met de kandidaat (bijstandsgerechtigde) wenst aan te gaan. Een dergelijke verplichting lijkt me eerder belemmerend dan bevorderend voor de re-integratie van bijstandsgerechtigden naar regulier werk. Op grond van een tweede (nogal merkwaardige) bepaling uit de leveringsvoorwaarden (artikel 6 d) eindigt elke opdracht van rechtswege op het tijdstip ‘dat Flextensie Nederland de arbeidskracht hun arbeidsovereenkomst met Flextensie Nederland opzeggen’. Afgezien van de vraag of deze zin grammaticaal gezien juist is, lijkt Flextensie de bijstandsgerechtigde een ‘arbeidskracht’ te noemen die met Flextensie een arbeidsovereenkomst is aangegaan.
Echter voor een definitieve beoordeling van de vraag of een arbeidovereenkomst/uitzendovereenkomst is ontstaan dient, zoals uit de rechtspraak blijkt, acht te geslagen te worden op 'alle omstandigheden van het geval'. Geïnspireerd door het Logidex arrest waar de vraag aan de orde was of het bemiddelingsbureau Logidex dat leerlingen van een mbo opleiding plaatst bij stage werkgevers, een uitzendovereenkomst was aangegaan met de leerlingen, dienen de volgende omstandigheden meegewogen te worden:
  • Wat is  precies afgesproken tussen de partijen (gemeente, Flextensie, inlener en bijstandsgerechtigde)? Hier dient met name gelet te worden op hetgeen is afgesproken met betrekking tot het doel van re-integratie van de bijstandsgerechtigde.
  • In hoeverre controleert de gemeente of deze afspraken worden nagekomen?
  • In welke mate is het verrichten van de werkzaamheden in het belang voor de re-integratie naar regulier werk voor deze bijstandsgerechtigde, gezien zijn/haar werkervaring, opleiding, leeftijd en het voltooien van eerdere re-integratietrajecten.
  • Wie heeft het initiatief genomen tot aanmelding bij Flextensie?
  • Hoe is de plaatsing van de bijstandsgerechtigde bij het inlenende bedrijf tot stand gekomen?
  • Waar ligt de instructiebevoegdheid ten aanzien van de kandidaat (waaronder de duur van de plaatsing en in hoeverre is de duur van de plaatsing gerelateerd aan de leerdoelen)?
  • Worden kandidaten geplaatst op verzoek van bedrijven of worden bedrijven gezocht die bij de kandidaten passen?
  • Kan de gemeente de plaatsing van de bijstandsgerechtigde bij het bedrijf eenzijdig beëindigen?
Het laatste woord hierover is aan de rechter. Mocht de rechter - indien hierover zou worden geprocedeerd -  oordelen dat sprake is van een uitzendovereenkomst tussen de bijstandsgerechtigde en Flextensie, dan dient Flextensie de bepalingen uit titel 10 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (de arbeidsovereenkomst) en de algemeen verbindend verklaarde Cao voor Uitzendkrachten (2012-2017) na te komen. Betekent dit dat een effectief opstapje voor bijstandsgerechtigden naar regulier werk om zeep wordt geholpen? Dat hoeft niet het geval te zijn. Opdrachtgevers zijn kennelijk bereid een vergoeding te betalen voor deze werknemers, afhankelijk van de loonwaarde van de betreffende werknemer. De Participatiewet biedt vervolgens de gemeente de mogelijkheid om een lage loonwaarde aan te vullen met loonkostensubsidie en door middel van een no-risk polis te voorkomen dat de werkgever financieel risico loopt bij ziekte van de werknemer. Dit neemt niet weg dat de kosten voor de werkgever waarschijnlijk hoger zullen uitvallen, nu voor deze werknemers loonbelasting en premies sociale zekerheid moet worden opgehoest. Daar staat tegenover dat met deze constructie (voormalig) bijstandsgerechtigden in ieder geval verzekerd zijn van arbeidsrechtelijke bescherming waar ze recht op hebben.
n.b. een meer uitgebreide versie van dit blog onderbouwd met rechtspraak en Kamerstukken zal worden gepubliceerd in een juridisch tijdschrift. Ik zal u via dit blog daarvan op de hoogte houden.

videoclip Bijstandsbond