maandag 14 januari 2019

Advocaten gaan staken

Advocaten voeren deze week door het hele land actie voor het behoud van goede rechtsbijstand voor iedereen in Nederland. Aanleiding zijn de plannen van minister Dekker om het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand drastisch te herzien. Er wordt er in verschillende arrondissementen op 15, 16 en 23 januari door advocaten gestaakt. De stakingen zijn op deze dagen kort, van 9.00 tot 9.30 uur, en vinden plaats bij verschillende rechtbanken. Per arrondissement zal aan de media en aanwezigen worden toegelicht wat de reden is voor deze stakingen.
De raad van de orde Noord-Holland heeft over deze eerder aangekondigde plannen gesproken en overleg gehad met de balie en besloten om niet deel te nemen aan deze stakingen. Dit is ook gecommuniceerd richting rechtbank, Hof en Openbaar Ministerie.
De reden hiervoor is dat staken door hen niet als een voldoende effectief middel wordt gezien. Hierbij is ook acht geslagen op vergelijkbare acties in het verleden die niet tot enig resultaat hebben geleid en waarbij de opkomst als matig moet worden aangemerkt.
Wel is de raad van de orde zich aan het beraden over andere stappen en overweegt een proefproces tegen de staat te starten. Helaas is dat tot op heden nog niet landelijk opgepakt.
Mocht men in Noord-Holland wel de wens hebben te staken kan men zich uiteraard aansluiten bij collega’s uit andere arrondissementen. Op de site van de lokale ordes is meegedeeld welk arrondissement wanneer deelneemt aan de geplande acties.
Op 23 januari 2019 om 10 uur vindt het debat plaats in de Tweede kamer. Aanwezigheid van advocaten daar ter plaatse is naar de mening van de orde zeer waardevol en zij roepen u dan ook op om met zoveel mogelijk mensen af te reizen naar Den Haag om te laten zien dat de advocatuur niet kan instemmen met de plannen zoals die nu door de minister zijn gepresenteerd.

De werkwijze van de Bijstandsbond

Zoals zoveel belangenorganisaties aan de onderkant van de samenleving, heeft ook de Bijstandsbond geld nodig. Steun het belangrijke werk van de Bijstandsbond met een donatie! U kunt met een overschrijvingskaart of via internetbankieren storten op rekening IBAN NL22 INGB 0004 5548 41 t.n.v. Vereniging Bijstandsbond Amsterdam te Amsterdam.

De Bijstandsbond is een ongesubsidieerde, onafhankelijke zelforganisatie van mensen met een minimuminkomen en van ervaringsdeskundigen. De bond wordt gefinancierd door bijdragen van leden en donateurs en via een maandelijkse bijdrage van VHM Advocaten. Op ons spreekuur in Amsterdam en bij acties proberen wij lotgenoten uit de problemen te halen.
We werken als volgt. Acht vrijwilligers en een advocaat behandelen individuele problemen op het Bijstandsbond-inloopspreekuur, dat op dinsdag en donderdag plaatsvindt van 11:00 tot 16:00 uur. Daarbij bieden we de mogelijkheid dat een van de vrijwilligers meegaat naar gesprekken met instanties die belangrijk zijn. Zoals keuringen bij het UWV, en gesprekken met Sociale Zaken-klantmanagers en met reïntegratie-organisaties over bemiddeling naar de arbeidsmarkt.

Werkterrein

Veel advocaten bieden een dergelijke service niet. Wij helpen ook mensen die geen lid van de Bijstandsbond zijn. Het inloopspreekuur is alleen in Amsterdam, maar via e-mail en telefoon zijn we mensen uit het hele land van dienst. Het aantal bezoekers varieert: de ene week vijftien, de andere week vijfentwintig. Wij richten ons op de juridische terreinen van sociale zekerheid, minimabeleid van gemeenten, belastingen, toeslagen en problemen rond de Algemene Wet Bestuursrecht en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Verder helpen wij mensen die schulden hebben en bemiddelen we naar deurwaarders en schuldeisers, bijvoorbeeld door afspraken over een betalingsregeling. We doen geen uitgebreide schuldhulpverlening voor mensen met veel problematische schulden. Hiervoor moeten volgens ons professionals van bonafide schuldhulpbureaus worden ingezet. Slechts zijdelings behandelen we problemen op het gebied van arbeidsrecht, vreemdelingenrecht en woonrechten. Wij hebben ons dus gespecialiseerd. Dat is nodig, vanwege de gecompliceerde wetgeving en uitvoeringsregels. Met ons team kunnen we niet alle terreinen te bestrijken, maar andere organisaties met specifieke deskundigheden zijn er niet voor niets.

Strohalm

Spreekuurbezoekers hebben meestal meerdere problemen. Af en toe komen er mensen die helemaal niets meer hebben, behalve de kleren aan hun lijf. Geen onderdak, geen eten, geen cent op zak. Ze komen uit alle lagen van de bevolking: van ex-bankdirecteuren tot ongeschoolde drugsverslaafden. Ze komen met de wens “ik wil hier uit komen” of “hoe kan ik mijn leven hier en nu draaglijker maken”. Voor velen is de Bijstandsbond de laatste strohalm. Niet alleen voor dak- en thuislozen, maar ook voor mensen met enkele schulden en voor mensen die zijn verwikkeld in juridische procedures waaraan geen eind lijkt te komen. Het spreekuur kent een informele setting: binnenlopen zonder afspraak en niet lang hoeven wachten. Er zijn altijd voldoende vrijwilligers aanwezig die de tijd nemen voor een gesprek en die hun ervaringen en specialismen inzetten. Uitgangspunt: het gaat om de doelstellingen van de bezoeker. Een ideologische analyse leggen we niet op, ook al hebben we eigen opvattingen over arbeid en arbeidsethos. Streeft iemand betaald werk na, dan verlenen wij de gewenste steun.

Groepsgesprekken

Soms worden mensen nog zieker door de juridische procedures, vooral in geval van psychische problemen. Door het lange wachten op uitslagen van bezwaarschriften of beroepsprocedures en vanwege de gevoelloze behandeling door de bureaucratie voelen mensen zich soms beledigd, schieten ze in de stress en moeten ze machteloos toezien hoe er met hen wordt gesold. Sommige bezoekers komen tijdens een dip in hun leven een half jaar of langer iedere week naar het spreekuur. Ze voeren met of zonder papieren lange gesprekken met Bijstandsbond-medewerkers, die kunnen overgaan in groepsgesprekken met meerdere bezoekers en medewerkers. In de media wordt het bashen van bijstandsgerechtigden door de VVD en andere rechtse partijen vaak breed uitgemeten. Denk aan voorstellen voor een strenge aanpak en hun uitvoering, zoals de tegenprestatie waarbij bijstandsgerechtigden gratis moeten werken voor hun uitkering, ook als ze arbeidsongeschikt zijn. Ze staan onder voortdurende controle van de instanties. Ook daarmee verergeren vaak de psychische klachten. Bij de Bijstandsbond kan hierover in een veilige omgeving worden gesproken, bijvoorbeeld via groepsgesprekken in zogenoemde “multiloog”-bijeenkomsten (uitwisseling van ervaringen), zo’n acht keer per jaar onder leiding van psycholoog Heinz Mölders.

Problemen

De meeste spreekuurbezoekers leven door het regeringsbeleid in structurele armoede. Wanneer het hen tegenzit, hebben ze geen financiële reserves om de problemen op te vangen. Bijvoorbeeld bij huiselijk geweld, echtscheidingen, detentie, ziekte of plotselinge schulden. We zien vier probleemvelden waar de hulp van instanties tekortschiet: wet- en regelgeving, bureaucratische uitvoering van die regels, langs elkaar heen werkende hulpverleningsinstanties, en flexibilisering van de arbeid.
Zo doen bijvoorbeeld zzp-ers een beroep op aanvullende bijstand. De regels daarvoor zijn bijzonder gecompliceerd en de uitvoerende instanties maken voortdurend fouten in de verrekeningen. Daardoor kan iemand een of twee maanden zonder inkomsten zitten, ervan afzien om een baantje te nemen en dus niet uit de bijstand komen. Verder merken we dat mensen vaak nog meer in de problemen worden geduwd dan eruit worden geholpen. Iemand die een tijdje in de gevangenis zit of in het ziekenhuis ligt, heeft geen recht op bijstand, kan daardoor zijn of haar huis niet aanhouden en dakloos raken.
Wet- en regelgeving frustreert onderlinge hulp. De “samenlevingstoets” in de bijstand en de regels voor toeslagen van de Belastingdienst maken het onmogelijk dat iemand in de bijstand of met een ander minimuminkomen anderen helpt aan een tijdelijk onderdak of postadres. Dat heeft onmiddellijk gevolgen voor de toeslagen en/of de hoogte van de bijstandsuitkering.
Mantelzorgers met een bijstandsuitkering ondervinden ook allerlei problemen. Een bijstandsgerechtigde die zelfstandige woonruimte heeft en dagelijks een ziek familielid moet verzorgen (bijvoorbeeld een dementerende vader of moeder), moet steeds heen en weer reizen tussen de eigen huurwoning en die van het familielid. Met als gevolg veel reiskosten. Om zijn of haar uitkering te kunnen behouden moet de bijstandsgerechtigde de eigen huurwoning aanhouden. Wie door de omstandigheden gedwongen toch gaat inwonen bij het chronisch zieke familielid en daarom zijn of haar eigen woonruimte opzegt, die loopt het risico dat hij of zij na overlijden van het familielid uit de woning moet vertrekken. Woningbouwcorporaties weigeren in zo’n situatie namelijk vaak om het huurcontract op naam van de mantelzorger te zetten. Ze verwijten de mantelzorger bij een familielid te zijn ingetrokken om later op een slinkse manier zelf de hoofdhuurder van de woning te kunnen gaan worden. Zo kunnen mantelzorgers soms dakloos raken.

Acties

Soms komen problemen meerdere malen voor. De Bijstandsbond stelt die dan aan de orde bij de wethouder of bij de landelijke politiek in Den Haag. Maar wij kunnen de betrokkenen ook bij elkaar brengen en samen actie voeren. Zoals in het actiecomité Dwangarbeid Nee, waarin we samenwerkten met onder meer de FNV, de SP en Doorbraak, of bij het Amsterdamse praktijkcentrum waar mensen in de bijstand werden verplicht om te werken voor hun uitkering. We hebben ook twee zwartboeken uitgebracht over de misstanden in het centrum en over de rechteloosheid van de uitkeringsgerechtigden die daar waren tewerkgesteld. Dat bracht wethouder Arjan Vliegenthart tot een onderzoek dat werd uitgevoerd door het gemeentelijke Bureau Integriteit. Daarbij kwamen nog meer misstanden aan het licht. Het praktijkcentrum, door ons dwangarbeidcentrum genoemd, is uiteindelijk gesloten en voor het werken met behoud van uitkering zijn er nu alleen nog “leerwerkstages” van maximaal een half jaar.

in het kantoor van de Bijstandsbond het secretariaat gevestigd van de Nederlandse afdeling van het Europese netwerk ' Euromarsen tegen bestaansonzekerheid, armoede en sociale uitsluiting. In de afgelopen jaren heeft de Bijstandsbond actie gevoerd tegen de onaangekondigde huisbezoeken van de Sociale Dienst. (Zie www.stophuisbezoeken.nl) De Bijstandsbond heeft meegewerkt aan de eerste acties van de Euromarsen. Tussen 14 april en 14 juni 1997 werden in heel Europa protestmarsen gehouden. dit resulteerde in een grote demonstratie op 15 juni in Amsterdam. Op 29 mei 1999 was er weer een grote demonstratie geweest in Keulen. Daarna zijn er vele acties geweest.

Korte geschiedenis van de vereniging

Op 26 mei 1976 is de landelijke Vereniging Bijstandsbond opgericht te Hilversum. Bij de Ombudsman van de VARA kwamen veel klachten binnen over het funcioneren van uitvoerende instanties. Men kwam op het idee deze klachten ta bundelen en een belangen-vereniging op te richten om acties te ondernemen tegen die instanties. Vanaf dat moment zijn er naast de landelijke ook stedelijke afdelingen opgezet,waaronder Amsterdam. In Amsterdam werd ook een aparte afdeling opgericht. Op 13 maart 1978 is er een secretariaat aan huis gekomen bij een contactpersoon, en daarna zijn er meer mensen bijgekomen Daarna is er een voorlopig bestuur gekozen en op 7 december 1979 zijn de statuten ondertekend. Vanaf die tijd was de Amsterdamse afdeling een zelfstandige vereniging. Op 10 januari 1980 de vereniging ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Na enkele verhuizingen is het kantoor nu gevestigd in Tetterode, een woon en werkpand in Amsterdam.

De overlevingsgids voor de minima bevat tips, truucs en aanwijzingen om op een minimuminkomen te overleven. In zijn algemeenheid geldt echter, dat wanneer je inkomen structureel te laag is je in de schulden kunt komen en dat een oplossing moeilijk is. Behalve van persoonlijke omstandigheden en keuzen is dit een gevolg van het feit, dat de uitkeringen en sommige lonen structureel te laag zijn om van te leven. Zeker in deze tijden van crisis en werkloosheid worden velen geconfronteerd met een structureel te laag inkomen.

zaterdag 12 januari 2019

AOW en belastingen. Mensen die in 2018 AOW kregen kunnen veel geld terugkrijgen van de belastingen

Belastingen en teruggave voor mensen die voor het eerst AOW krijgen

Als je in de loop van het jaar AOW gerechtigd wordt, kun je veel terugkrijgen van de belasting. Bij het inkomen dat je in het belastingjaar had voor je AOW kreeg wordt geen rekening gehouden met de ouderenkortingen en het lage ouderentarief waar je recht op hebt als je AOW krijgt. Maar als je belastingaangifte doet heb je recht op toepassing van de ouderenkortingen en het lage belastingtarief voor AOW-ers over het hele jaar. Dus dan krijg je geld terug.

Het hangt ervan af wanneer je in de loop van het jaar AOW krijgt hoeveel je terugkrijgt. Januari is ongunstig, weinig terug, december gunstig, veel terug. Je kunt het belastingformulier ook invullen met terugwerkende kracht. Je kunt nog tot 5 jaar terug belasting terugkrijgen. Dus mensen die na 2013 AOW kregen kunnen de belasring alsnog terugvragen.

donderdag 10 januari 2019

Aktie onderzoek de Groene Golf

Twee en een half jaar geleden zijn professionals in de hulpverlening in Amsterdam gedurende een lange periode eens bij elkaar gaan zitten. Wat wij dagelijks op het spreekuur ervaren, ervoeren zij ook. Strijdige regels, die bovendien de participatie en de mantelzorg of ander vrijwilligerswerk frustreren, mensen zonder woning die niet worden geholpern, omdat ze zelfredzaam zouden zijn, de ondoordringbare bureacratien, mensen die meer in de schulden komen door falende instanties in plaats van minder in de schulden, communicatiestoornissen, van het kastje naar de muur gestuurd worden, langs elkaar heen werkende instanties, falende ict systemen, etc. etc. Zij noemden hun onderzoek 'aktieonderzoek de Groene Golf'. Ziehier een rapport met de resultaten. Waarschuwing. Je moet net als de spreekuurmedewerkers van de Bijstandsbond niet snel ontmoedigd of depressief raken en een dikke huid hebben om dit door te lezen. Wat een ellende en hoe komen we ervan af. Maar wel een mooi overzicht.>Lees meer....

dinsdag 1 januari 2019

Nieuwjaarsborrel Bijstandsbond


Op 4 januari van 18.00 uur tot 21.00 uur organiseert de Bijstandsbond een nieuwjaarsborrel. Ondanks de in 2019 sterk stijgende prijzen o.a. van de energie en de dalende inkomsten op onze bankrekening gaan we met een hapje en een drankje met frisse moed het nieuwe jaar in, we blijven hopen op meer verzet van gele hesjes, waarvan de dragers zich dan wel moeten distantiëren van de in troebel water vissende rechtse en racistische bagger die over migranten, bijstandsgerechtigden, werklozen, homo’s en anderen wordt uitgestort.


De nieuwjaarsborrel wordt gehouden in het Dijktheater. Da Costakade 160 in Amsterdam.

Bereikbaar met de tramlijnen 7, 17, 3 en 19.


Voor de passende muzikale omlijsting zorgt de muziekgroep ‘De Bietsers’ samengesteld uit bewoners van het ADM-terrein

 


zaterdag 22 december 2018

Regels voor kwijtschelding gemeentebelastingen in Amsterdam lijken nog weer strenger te worden

Onlangs hebben enkele invaliden het spreekuur van de Bijstandsbond bezocht met klachten over de kwijtschelding van de gemeentebelastingen. De verwerking van de kwijtscheldingsaanvragen heeft een grote achterstand opgelopen. Sommige mensen hebben in mei een verzoek ingediend en er is nu- december 2018 nog steeds geen beslissing.

Bovendien hadden de gehandicapten die op ons spreekuur kwamen een invalidenauto, die ze hard nodig hebben om zich te kunnen verplaatsen. Vroeger was dit geen probleem, maar nu stelt de gemeente dat dit vermogen is en dat de invalide dus wel belastingen kan betalen. In een geval was de auto verstrekt door de WMO, en nota bene dus helemaal geen eigendom van de invalide, maar van de gemeente. Ook krijgen mensen na lange tijd een brief, dat ze nogmaals alle bankgegevens over verschillende maanden voor de beoordeling van de kwijtschelding moeten insturen. Men heeft hierdoor het hele jaar door geen enkele ruimte om tijdelijk, bijvoorbeeld een paar maanden te sparen voor onvooerziene uitgaven.

Al eerder hadden wij als Bijstandsbond bij de politiek aan de orde gesteld, dat de koppeling van kwijtschelding aanvragen voor gemeentelijke heffingen en kwijtschelding aanvragen voor waterschapslasten bij Waternet niet goed verloopt. Mensen denken dat ze bij een kwijtscheldingsaanvraag tegelijkertijd aanvragen voor waterschaps heffingen maar dat is niet zo. De communicatie van de gemeentebelastingen en Waternet hierover is onduidelijk. Soms ploft er aan aanmaning of nog erger in de bus van Waternet waarbij niet is doorgegeven door Gemeentebelastingen dat kwijtschelding is aangevraagd. Dit wordt niet automatisch aan Waternet gemeld, en de mensen moeten zelf zowel bij Waternet als bij de Gemeentebelastingen aan de bel trekken om een en ander recht te zetten..

Het gemeentebestuur heeft als antoord gegeven dat de gegevensuitwisseling tussen Belastingen en Waternet de afgelopen periode inderdaad niet optimaal is geweest. In november 2017 is bij Belastingen een nieuw informatievoorzieningssysteem geïntroduceerd, dat – in tegenstelling tot het vorige systeem - geen koppeling had met het ICT-systeem van Waternet. Door het ontbreken van de koppeling konden meldingen dat een verzoek om kwijtschelding was ontvangen bij Belastingen niet op geautomatiseerde wijze worden doorgegeven aan Waternet. Inmiddels zou dit probleem zijn opgelost. Het college betreurt dat er Amsterdammers zijn die nu langer op antwoord hebben moeten wachten dan gebruikelijk.

vrijdag 21 december 2018

Experiment met bijverdienen naast je bijstandsuitkering in Amsterdam wordt uitgebreid. Inschrijving wordt opnieuw opengesteld.

In Amsterdam loopt een experiment bijverdienen naast je bijstandsuitkering. Elke deelnemer kan maximaal 200 euro premie ontvangen die tweemaal per jaar wordt uitgekeerd, 30 juni en 30 november. Na een jaar volgt een evaluatie in het College van burgemeester en wethouders met de mogelijkheid om te stoppen als resultaten van het experiment uitblijven.

Inmiddels hebben 3000 mensen zich opgegeven voor het experiment. Dat is 7% van alle Amsterdamse bijstandsgerechtigden. 1500 van hen hebben al part-time werk. 750 deelnemers doen mee aan een wetenschappelijk onderzoek over het experiment in de stadsdelen Nieuw West, Zuid-Oost, Noord en Oost. In het wetenschappelijk onderzoek onder leiding van professor Paul de Beer worden klanten geïntervieuwd.

Het college heeft besloten de aanmeldperiode voor deelname aan het experiment opnieuw open te stellen, voor de duur van twee maanden. Dit houdt in dat alle klanten met een bijstands uitkering vanaf 1 januari 2019 tot 1 maart 2019 in de gelegenheid worden gesteld om zich aan te melden voor het experiment. Daarnaast is besloten het experiment te verlengen tot 01-03-2021.

Maildatum en 2 verstuurde brieven

Er zijn 2 brieven gestuurd die rond 3 januari bij ‘niet deelnemers’ in de brievenbus komen: een brief voor geheel nieuwe deelnemers en een brief voor klanten die de vorige keer hebben aangegeven niet mee te willen doen. Potentiële deelnemers kunnen zich, door de toestemmingsverklaring ondertekend vóór 01 maart 2019 te retourneren, zich aanmelden. Voor nieuwe deelnemers gaat de premie bij inkomsten uit werk in vanaf 01-01-2019. De huidige deelnemers worden op een later moment geïnformeerd over verlenging van het experiment.

De Bijstandsbond heeft in een gesprek met de wethouder aan de orde gesteld, dat er veel onduidelijkheid bestaat over de op te bouwen premie. Mensen zijn teleurgesteld dat de premie voor hen veel lager uitvalt dan zij hadden gehoopt. Daarvoor is op de site van amsterdam.nl (https://www.amsterdam.nl/werk-inkomen/uitkeringen/amsterdamse/) een proefberekening beschikbaar, waar deelnemers kunnen nagaan hoe hoog de premie-opbouw is per maand. Als mensen over de berekening vragen hebben, kunnen ze bellen met medewerkers die hun vragen kunnen beantwoorden.

donderdag 20 december 2018

De zelfredzaamheidsmatrix en de zelfredzame daklozen. Zij worden binnenkort korte tijd intensief begeleid.

De Bijstandsbond heeft enkele malen gepraat met wethouder Rutger Groot Wassink. Naar aanleiding van deze gesprekken had de Bijstandsbond in een tweetal notities een aantal vragen gesteld, waarvan nu de eerste antwoorden binnengekomen zijn. De knelpunten die wij hebben gesignaleerd en de antwoorden erop zullen in afzonderlijke artikelen worden gepubliceerd. Een van de punten die wij aan de orde stelden was de zelfredzaamheidsmatrix op basis waarvan wordt beoordeeld of iemand zelfredzaam is en het feit, dat als zelfredzaam gekwalificeerde daklozen niet worden geholpen. De gemeente Amsterdam is naar aanleiding van de signalen van plan een pilot waarbij deze mensen beter worden geholpen uit te breiden. Wij hebben de volgende tekst aan de wethouder voorgelegd.

zelfredzaamheid en de matrix

In toenemende mate zwerven daklozen op straat of van het ene adres naar het andere. Zij worden gekwalificeerd als 'zelfredzaam', dus niet verslaafd of psychiatrisch patiënt, en moeten het zelf maar uitzoeken. Ze krijgen geen hulp van instanties om hun leven weer op de rails te krijgen. Basis voor dit onderscheid tussen 'zelfredzame' en 'niet- zelfredzame' daklozen is de zogenaamde 'zelfredzaamheidsmatrix'. De zrm is een test ontwikkeld door de GGD Amsterdam en wordt gepromoot door Movisie. De zelfredzaamheid van een cliënt wordt dan op elf levensterreinen in beeld gebracht.

Er is kritiek op dit testinstrument. Het is een grofmazig instrument, dat een te globaal beeld geeft van de situatie. Voor een goed ondersteuningsplan is juist concrete, specifieke informatie over de cliënt nodig. Er moet uitgegaan worden van wat de cliënt zelf, zo nodig met hulp van iemand uit de directe omgeving, aangeeft waar zij of hij problemen ondervindt. De professional moet aansluiten bij wat de cliënt aangeeft en doorvragen als deze vermoedt dat er achterliggende problemen zijn. Dit gebeurt echter in de praktijk te weinig. Onervarenen in het afnemen van psychologische tests hanteren de matrix als houvast en gaan in de praktijk niet flexibel met de matrix om. De matrix wordt daardoor een excuus voor de overheid en hulpverleningsorganisaties, om aan een groot gedeelte van het probleem van de dakloosheid niets te doen.

Op het spreekuur van de Bijstandsbond komen regelmatig zogenaamd 'zelfredzame' daklozen, die hiermee te maken hebben, voor wie alle deuren op slot gaan en die volkomen verdwaald zijn  geraakt in bureaucratische doolhoven.  Een voorbeeld. Een echtpaar boven de 50 jaar woont al 4 jaar in verschillende daklozenopvangen. Maar nu moeten zij uit de opvang vertrekken en komen weer op straat terrecht. Omdat zij geen problemen hebben zoals verslaving, schulden of psychische problemen komen zij niet in aanmerking voor een urgentie of tenminste een traject die ze kunnen volgen. Ze hebben de afgelopen tijd wanhopige pogingen gedaan een woning te vinden, maar dit is niet gelukt, omdat ze een minimaal inkomen hebben. Zij hebben hulp nodig om niet weer op straat te komen. Maar die hulp is er niet.

De wethouder formuleerde de volgende reactie

Zelfredzaamheidsmatrix

Anders dan de vraag veronderstelt is de zelfredzaamheidsmatrix als instrument niet leidend in het nemen van een beslissing over een traject van iemand die zich meldt voor Maatschappelijke Opvang. De Zelfredzaamheidsmatrix is op zichzelf geen testinstrument. Bij het gesprek tussen professional en aanvrager wordt de zelfredzaamheidsmatrix (ZRM) ingezet om het gesprek van te ondersteunen. De professionals gebruiken de ZRM om het functioneren van de aanvrager op 13 levensdomeinen in kaart te brengen, waarbij dus niet alleen naar psychiatrische klachten of verslavingsproblematiek wordt gekeken. Deze ZRM wordt ingezet om te zorgen dat het  gesprek over diverse levensdomeinen gaat. Hierdoor wordt voorkomen dat er alleen aandacht is voor levensdomeinen met problemen. En er wordt bevorderd dat ook in beeld wordt gebracht waar mogelijkheden liggen. Hiermee wordt juist minder naar diagnoses gekeken en meer naar de wijze waarop mensen functioneren. De ZRM dient ter ondersteuning van de afweging en de beslissing die door de professional wordt gemaakt.

Amsterdammers kunnen zich bij de centrale Toegang voor Maatschappelijke Opvang melden voor een screening. Deze screening wordt uitgevoerd door zeer ervaren Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundigen van de GGD en zorgorganisaties. Voor de toegang voor Maatschappelijke Opvang geldt dus geen onervarenheid met het afnemen van psychologische testen.

Ondersteuningsaanbod daklozen

Het signaal dat dat Amsterdammers die niet in aanmerking komen voor Maatschappelijke Opvang ‘het zelf maar moeten uitzoeken’ is de afgelopen periode vaker naar voren gekomen. Naar aanleiding van dit signaal heeft de gemeente onderzoek gedaan naar het aanwezige ondersteuningsaanbod voor deze groep. De conclusie was dat er voor Amsterdammers die dakloos zijn, maar niet in aanmerking komen voor een intensief ‘Zorg met verblijf’ traject, wel ondersteuning beschikbaar is. Het probleem is dat deze ondersteuning voor hen moeilijk vindbaar is – vandaar het verdwalen in de zgn bureaucratische doolhoven. Om dit aan te pakken, is de gemeente afgelopen jaar een pilot gestart om de groep zelfredzame daklozen voor korte tijd intensief te begeleiden door een vaste contactpersoon richting de voor hen passende ondersteuning. De eerste resultaten hiervan zijn positief, en momenteel wordt verkend op welke wijze deze pilot kan worden uitgebreid.

woensdag 12 december 2018

'Goed nieuws? En toch ontzettend boos'

'Gemeenten vrezen sterke toename hulpaanvragen' kopte de Volkskrant op 10 december en de inleiding van het artikel was: "Gemeenten zetten zich schrap voor een hausse aan aanvragen voor huishoudelijke hulp, trapliften, dagbesteding of begeleiding. Ze verwachten de toeloop omdat het kabinet met ingang van 1 januari de eigen bijdrage voor dit soort ‘maatschappelijke ondersteuning’ heeft verlaagd tot maximaal 17,50 euro per vier weken."

Linda Lute uit Zaandam is enorm kwaad, zij schreef op persoonlijke titel haar verhaal.

Ik kreeg tot mijn verbazing 7 december 2018 een brief in de bus van het CAK waarin stond dat mijn eigen bijdrage WMO per 1 januari 2019 nog maar 17,50 per 4  weken zal bedragen en dat dit per die datum voor iedereen die zorg of ondersteuning van de gemeente ontvangt hetzelfde zal zijn. Blijkbaar is dit 4 december door het kabinet zo besloten. Je zou zeggen, dat is toch goed nieuws, maar ik ben er ontzettend boos om.

Ik vraag me namelijk af waarom dit nu ineens wel kan, waarom ze eerst iedereen kennelijk jarenlang véél te veel hebben laten betalen, en in 2015 ook nog de compensatieregeling (WTCG) hebben laten vervallen. Blijkbaar moest er toen geld aan chronisch zieken, ouderen en gehandicapten verdiend worden, om het begrotingstekort (ontstaan door het redden van de banken) recht te trekken, want de gemeenten moesten het ook nog eens met 40% minder budget doen voor wat betreft de huishoudelijke hulp en 25% minder voor de begeleiding en dagbesteding, waardoor vele thuiszorgorganisaties  over de  kop  gingen, met vele werklozen tot gevolg. Je kunt je de journaalbeelden vast nog wel herinneren.

Het was dus een keiharde maatregel om het verloren geld door het gekloot van de allerrijksten (de heren bankdirecteuren) over de ruggen van de allerzwaksten in de samenleving terug de schatkist in te loodsen. De WMO zou zogenaamd te duur of zelfs onbetaalbaar kunnen worden. Maar zo werd het niet verkocht. Ik hoor Samsom het wetsvoorstel nog verdedigen met het lulpraatje dat ouderen geld zat hebben en dat ze hun huishoudelijke hulp makkelijk zelf kunnen betalen.

En nu er geld over blijft kan plotseling alles. Nu is de minister ineens bang dat zorg en ondersteuning voor deze mensen niet beschikbaar of betaalbaar zal zijn. Waarom waren ze daar dan in 2015 niet bang voor?

De gemeenten vrezen nu een enorme toeloop, de 15% die in 2014/2015 is weggelopen omdat de eigen bijdrage zo duur werd dat ze het goedkoper zwart konden laten doen. Daar hoorde ik eigenlijk ook bij, maar ik ben gebleven omdat ik andere consequenties vreesde. Al deze mensen inclusief ikzelf voelen ons nu genaaid. Het heeft ons klauwen met geld gekost: eigen bijdragen konden afhankelijk van het inkomen en het spaargeld oplopen tot al gauw 300 of 400 euro per 4 weken, en nu ineens blijkt dat dat helemaal niet had gehoeven. Maar dat geld krijgen we niet meer terug, want met terugwerkende kracht dit onrecht teniet doen, dat gebeurt dus niet. Eigenlijk zouden we met z'n allen naar de rechter moeten stappen om ons geld terug te eisen, maar ja, de vergoeding voor rechtsbijstand is ook wegbezuinigd.

Ik hoorde al van het SWT dat de gemeente Zaanstad per 1 januari de criteria voor huishoudelijke hulp, begeleiding en dagbesteding enorm gaat aanscherpen vanwege de verwachte toeloop en de verminderde inkomsten uit eigen bijdragen. Mijn voorziening is per die datum met 1/3 gekort. Dus zulk goed nieuws was die brief nou ook weer niet.

De opmerking van minister Hugo de Jonge dat het de gemeenten geld scheelt vanwege administratie kosten slaat overigens nergens op, want het berekenen en het innen van de eigen bijdragen WMO wordt niet door de gemeenten maar door het CAK gedaan.

Volkskrant: https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/gemeenten-vrezen-sterke-toename-hulpaanvragen~bf70244c/?utm_campaign=shared%20content&utm_medium=app&utm_source=link&utm_content=free

Nibud: Mensen met ernstige betalingsproblemen krijgen niet de hulp die ze verdienen

Het merendeel denkt geen hulp nodig te hebben

Persbericht | 10 december 2018
Schrikbarend weinig mensen met ernstige betalingsproblemen krijgen hulp bij het oplossen ervan. De helft van de huishoudens met ernstige betalingsproblemen- ruim 360.000 – zegt dat ze niet weten waar ze terecht kunnen. Het overgrote deel van hen – 285.000 huishoudens – denkt dat de problemen niet zo ernstig zijn dat zij daar hulp bij nodig hebben.
Dit is opvallend omdat ernstige betalingsproblemen doorgaans niet zijn op te lossen zonder professionele hulpverlening. Dit blijkt uit het rapport Financiële Problemen 2018 dat het Nibud maandag 10 december 2018 publiceert.
Het Nibud roept gemeenten op mensen met geldproblemen in een zo’n vroeg mogelijk stadium te helpen. Belangrijk is dat het voor iedereen duidelijk wordt dat mensen professionele hulp nodig hebben zodra ze achterlopen met het betalen van de huur of de hypotheek of bijvoorbeeld dreigen afgesloten te worden van energie.

34% van de mensen met ernstige betalingsproblemen krijgt geen hulp

1,5 miljoen huishoudens (21%) hebben betalingsproblemen. De ene helft heeft lichte problemen, de andere helft ernstige. Van hen krijgt 34 procent geen enkele hulp. Vooral om die laatste groep, ruim 240.000 huishoudens maakt het Nibud zich zorgen. ‘De problemen zijn dusdanig groot, dat zij er zonder hulp niet uit komen,’ aldus Nibud-directeur Arjan Vliegenthart. ‘Dit zijn mensen bij wie bijvoorbeeld de energie is afgesloten, of waarbij beslag op het loon is gelegd. Als je bedenkt dat onder deze huishoudens ook veel alleenstaanden met kinderen zijn, begrijp je dat wij ons daar grote zorgen om maken. Zij verdienen het om zo snel mogelijk de hulp te krijgen die ze nodig hebben.’

Problemen verergeren

Het Nibud ziet in het onderzoek dat het type problemen ernstiger wordt. In 2009 had een enkeling te maken met het afsluiten van energie of het leggen van een loonbeslag. Inmiddels heeft 5 à 7 procent van alle huishoudens hiermee te maken. Ook groeit de groep huishoudens die de huur of hypotheek te laat betaalt, van 12 procent in 2012 naar 19 procent in 2018.

Figuur: Top 4 rekeningen te laat betaald (% huishoudens, meerdere antwoorden mogelijk)

Vroegsignalering: schadeverzekering is een belangrijk signaal

Uit het onderzoek blijkt dat de problemen echt ernstig zijn als mensen de schadeverzekering niet meer betalen. Daarom adviseert het Nibud dat verzekeraars meer gaan samenwerken met organisaties die zich bezighouden met vroegsignalering en schuldhulpverlening. Directeur Vliegenthart: ‘Geldproblemen zorgen voor zoveel stress binnen een huishouden dat we zo snel mogelijk moeten zien te voorkomen dat de problemen erger worden. Daarmee ondervangen we veel persoonlijke ellende, maar voorkomen we ook maatschappelijke kosten. En nu we zien dat mensen niet weten waar ze om hulp kunnen vragen, moet de hulp naar de mensen toe komen. Het is belangrijk dat meerdere partijen met een signalerende functie samen gaan werken.’

2,6 miljoen huishoudens komen moeilijk rond

Op dit moment hebben 2,6 miljoen huishoudens moeite met rondkomen. Dit aantal is gedaald, in 2015 kwam nog 45 procent moeilijk rond, nu 38 procent. Ook staan huishoudens minder vaak rood en wordt er minder geleend dan drie jaar geleden. Opvallend is daarom dat uit het Nibud onderzoek blijkt dat het aantal huishoudens met betalingsproblemen niet daalt. En dat het soort problemen lijkt te verergeren. Met name jongeren tot 35 jaar, alleenstaanden met kinderen en de hogere inkomensgroepen hebben relatief gezien het vaakst ernstige betalingsproblemen. Het is voor het eerst dat het Nibud ziet dat de hogere inkomens vaker ernstige betalingsproblemen hebben dan de andere inkomensgroepen.

Rood staan:

In 2015 stond de helft van de huishoudens nooit rood.
In 2018 staat 61 procent van de huishoudens nooit rood

Lenen:

In 2015 had 43 procent van de huishoudens een lening
In 2018 heeft 34 procent van de huishoudens een lening

Achtergronden bij dit onderzoek

Sinds 2005 onderzoekt het Nibud één keer per drie jaar hoe Nederlanders met hun geld omgaan. In dit onderzoek zijn 2.558 Nederlanders tussen 18 en 75 jaar ondervraagd via een online vragenlijst. Deze groep is representatief voor alle Nederlanders in deze leeftijdsgroep wat betreft leeftijd, geslacht en regio. De respondenten zijn geworven via het panel van Research Now SSI (www.surveysampling.com). Het onderzoek vond plaats van 7 tot en met 25 juni 2018. Soortgelijke onderzoeken heeft het Nibud uitgebracht in 2005, 2009, 2012 en 2015. Waar de vraagstelling en antwoordcategorieën het toelieten heeft het Nibud een vergelijking tussen de verschillende jaren gemaakt.

woensdag 5 december 2018

Centrale Raad doet uitspraak over proefplaatsingen

woensdag, 05 december 2018

De Centrale Raad heeft op 13 november uitspraak gedaan in een zaak die was aangespannen door Marc van Hoof, advocaat van de Bijstandsbond. De zaak ging over de vraag of een proefplaats -regulier werk verrichten met behoud van een bijstandsuitkering- mag. De Centrale Raad zegt dat het in dit geval mag, want het is een voorziening gericht op arbeidsinschakeling De hoogste rechter heeft er wel bijgezegd dat het doel van de proefperiode en de korte duur van belang zijn. Marc van Hoof interpreteert dat als volgt: dat het doel moet zijn in dienst te komen bij de werkgever tegen een loon. Zo’n proefperiode kan niet als de werkgever niet zegt: je komt bij mij in dienst. Bovendien moet het een korte periode betreffen. In dat geval, zegt de rechter, is van verdringing van bestaande reguliere arbeid geen sprake.

Persoonlijke situatie
De Centrale Raad gaat erg in op het specifieke geval. Of proefplaatsing mag, stelt de rechter afhankelijk van het specifieke geval. Hij zegt dus niet: proefplaatsing mag altijd. De proefplaatsing was zeer toegespitst op de persoonlijke situatie van de klant. ‘Gelet op de omstandigheden van dit geval was de proefplaatsing bij het TDC onmiskenbaar bedoeld om appellant te ondersteunen bij zijn arbeidsbemiddeling met als doel het verwerven van reguliere arbeid, bij welke arbeid geen gebruik (meer) wordt gemaakt van de voorziening’.

Lang nadenken
De Centrale Raad heeft zeer lang over de uitspraak gedaan. De zitting was op 29 mei, de uitspraak is op 30 november verzonden. Dus 6 maanden later. Officieel moet de rechter binnen 6 weken uitspraak doen met een verlenging van 6 weken. Maar er staat geen sanctie op als het veel langer duurt, zoals nu. Officieel staat de uitspraak op 13 november, maar toen moesten er nog op de achtergrond deskundigen naar kijken voor de uitspraak werd gepubliceerd.

Zinsnede
De uitspraak bevat ook de volgende zinsnede: 'Uit 4.3.2.1 volgt dat het antwoord op de vraag of het verrichten van werkzaamheden met behoud van bijstand, zoals bij de onderhavige proefplaatsing het geval is, aangemerkt kan worden als een voorziening gericht op arbeidsinschakeling, zoals bedoeld artikel 9, eerste lid, aanhef en onder b, van de PW, afhankelijk is van de concrete omstandigheden van het geval’. De juridische discussie spitst zich dus toe op de vraag, wat moet worden verstaan onder een ‘voorziening gericht op arbeidsinschakeling’. Het argument van verdringing is voor de rechter van minder belang

Verplichte arbeid
De rechter gaat ook in op wel of niet verboden arbeid. Hier zijn de criteria het excessief of disproportioneel karakter ervan en/of het totaal ontbreken daaraan van enig perspectief richting arbeidsinschakeling. Of daar wel of geen sprake van is, is weer afhankelijk van de concrete omstandigheden. In het onderhavige geval is geen sprake van verboden verplichte arbeid.

Conclusie
De vraag blijft hangen of andere vormen van reguliere arbeid verrichten met behoud van uitkering nu wel of niet mogen. Zoals de Flextensie constructie. Bij de Flextensie constructie kom je na de periode met behoud van uitkering niet in dienst, en de periode duurt 6 maanden. Dit geldt ook voor de 6 maanden stages bij de gemeente Amsterdam die als leer-werk stages worden gepresenteerd. Het draait voornamelijk om de vraag of al deze vormen van onbetaald arbeid verrichten in een specifiek geval wel of niet beschouwd kunnen worden als gericht op arbeidsinschakeling en van korte duur. Volgens Marc van Hoof mag met deze uitspraak in de hand de Flextensie constructie niet. En de leer-werkstages in Amsterdam ook niet, al ligt dat wat genuanceerder. Want dat is tegelijkertijd leren en werken, dus wat is het doel? Maar constructies in de WMO dagopvang zoals bij het bedrijf Reakt waar mensen reguliere arbeid verrichten voor 7,50 euro per dag mogen ook niet.

De uitspraak staat in deze link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2018:3829

videoclip Bijstandsbond