maandag 7 december 2020

Subsidieregeling bonus zorgprofessionals COVID-19

De eerste meldingen komen binnen van klantmanagers die zeggen dat de zorgbonus bij klanten die een aanvullende bijstandsuitkering hebben verrekend moet worden met de uitkering en is aan te merken als loon. Dat is NIET zo. De zorgbonus is vrij en geen loon en dus mag je die bonus houden ook als je een aanvullende bijstandsuitkering hebt. Zie officiele bekendmakingen

 https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuwsbrieven/gemeentenieuws-van-szw/2020/gemeentenieuws-van-szw-2020-8

4. Subsidieregeling bonus zorgprofessionals COVID-19

De specifieke “zorgbonus” die aan zorgprofessionals toekomt, moet door de zorginstelling aangemerkt worden als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964. Zie voor nadere details de "Subsidieregeling bonus zorgprofessionals COVID-19".

Op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel g, van de Participatiewet worden vergoedingen en verstrekkingen die als eindheffingsbestanddeel worden aangemerkt niet tot de middelen gerekend. Dit betekent dat indien in voorkomende gevallen de betreffende zorgbonus toekomt aan bijstands-, Tozo- of Bbz-gerechtigden, de specifieke zorgbonus niet in de middelentoets bij de beoordeling van het recht op bijstand/Tozo/Bbz wordt meegenomen. Voor de IOAW en IOAZ geldt eveneens dat de zorgbonus niet verrekend wordt, zo volgt uit artikel 2.2, eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 3, van het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten.

Doordat de specifieke zorgbonus als eindheffingsbestanddeel wordt aangemerkt, wordt deze ook niet verrekend met een eventuele ZW-, WAO-, WAZ-, WIA-, TW-, IOW-, of Wajong-uitkering en wordt de bonus niet betrokken bij het verzamelinkomen voor de inkomensafhankelijke toeslagen (kinderopvang- zorg- en huurtoeslag en het kindgebonden budget). De bonus werkt wél door in het in aanmerking te nemen vermogen voor de huur- en zorgtoeslag en het kindgebonden budget.

zondag 6 december 2020

Recensie van het boek van Eric Hochstenbach 'Gelukkig leef ik nog'.

 Solidariteit - Commentaar 422 - 6 december 2020

''Gelukkig ik leef nog''

Piet van der Lende

Eric Hochstenbach

Eric Hochstenbach is een 67 jarige man die zijn leven heeft beschreven in een biografie onder de titel Gelukkig ik leef nog. Hij heeft zijn bestaan als lichamelijk gehandicapte vastgelegd in een persoonlijke beschrijving die een goed beeld geeft van de problemen die je dan tegenkomt. Discriminatie, eenzaamheid, onbegrip en uitsluiting vanuit de maatschappij heeft hij heel zijn leven meegemaakt. Eric noemt dat het ijzeren gordijn waardoor hij constant het gevoel heeft in een gevangenis te leven.

Hij heeft onder andere spraakproblemen en evenwichtsstoornissen, en in de loop van zijn leven is hij daarom veel door andere mensen uitgelachen. Pas onlangs werd een adequate diagnose gesteld en vertelde een revalidatiearts hem dat zijn beperkingen bij de DCD 'familie' voor volwassenen behoorden (Development Coordination Disorder). Een zeldzame ziekte.

Tegenslagen

Eric vertelt in verschillende verhalen dat mensen al snel veronderstellen dat iemand die lichamelijke beperkingen kent, ook geestelijk wel niet helemaal volwaardig zal zijn; hij werd navenant behandeld. Een frappant voorbeeld zijn de pogingen een HAVO avondstudie te volgen. De directeur zei dat Eric zijn MAVO diploma om toegang te krijgen, had vervalst. Hij kon de opleiding niet volgen. De directeur veronderstelde dat hij vanwege zijn handicaps verminderd intellectuele vermogens had.

Eric beschrijft verder de problematische relatie met zijn autoritaire vader en hoe hij door andere kinderen werd uitgesloten van deelname aan het voetballen. Zijn vader accepteerde zijn beperkingen niet en werd steeds kwaad of kleineerde hem. Met zijn moeder had hij een goede relatie. Eric zat gedurende zijn eerste jeugd op speciale scholen, een Mytylschool in Hengelo en het Psychologisch Instituut in Amsterdam. Hij kwam daardoor min of meer los te staan van de kinderen die in de buurt van zijn ouders woonden, hij kende niemand van hen. Eric voelde zich daardoor soms eenzaam en trok zich terug, iets waar hij zijn hele leven mee geworsteld heeft, ook in de relaties met vriendinnen. Het boek laat een, ondanks alle dips tot aan zelfmoordneigingen toe, een positief ingestelde man zien die beschrijft hoe hij moeilijkheden overwon en bij tijd en wijle ook van het leven kon genieten. Regelmatig begon hij aan nieuwe opleidingen, cursussen en therapieën en aan nieuwe contacten. Maar sommige van die initiatieven mislukten en raakte hij teleurgesteld.

Gespecialiseerde instituten

Het Psychologisch Instituut adviseerde dat hij naar een school voor individueel technisch onderwijs moest (ITO), lager beroepsonderwijs dus. Een volkomen verkeerd advies. Eric is a technisch. Hij deed eindexamen in de vakken praktisch taalgebruik, sociaal rekenen en kennis van ons land.

Eric ging dan ook voor een vervolgopleiding naar een school voor Lager Economisch en Administratie Onderwijs (LEAO). De eerste keer zakte hij voor het eindexamen, maar in mei 1973 slaagde hij. Door de mislukte schoolkeuze ging veel tijd verloren en op de LEAO waren de kinderen een jaar of drie jonger dan Eric. Hij volgde in deze periode ook dansles, en sommige andere jongens dreven dan de spot met zijn manier van bewegen. En dat stak mij best wel.

Het eerste werk

Na de LEAO ging Eric naar de Economische en Administratieve Beroepscategorie (ECABO) met wekelijks twee dagen les en drie dagen stage. Na kort gewerkt te hebben op een sociale werkplaats en een stageplaats in een ander bedrijf, kwam Eric dankzij relaties van zijn moeder terecht bij PTT Telecommunicatie. Hier verrichtte hij administratief werk. Eric werd lid van de Abvakabo. Hij schreef brieven naar de vakbond over dat niemand naar hem luisterde en hij alleen maar dingen moest doen die anderen hem voorschreven - vaak eenvoudige werkzaamheden beneden zijn niveau. Maar steeds volgde een nietszeggend antwoord. Eric stelde dat ook aan de orde bij zijn chef die in het bestuur van de vakbond zat en lid was van de ondernemingsraad. Er kwam een nietszeggende reactie. Daarop stapte Eric naar iemand anders van de ondernemingsraad die beloofde het aan de orde te stellen. Maar na een paar weken zei hij: ik mag er niets over zeggen van de voorzitter. En die voorzitter was de chef van Eric. Dat waren zijn ervaringen met de vakbond.

Eric heeft verschillende auto's gehad en daarmee is hij naar vele landen op vakantie gegaan. Later, toen hij geen auto meer had, ging hij onder andere naar Nicaragua met een vriendin en naar Amerika. Hij vertelt op een eerlijke manier van zijn worsteling met de handicaps en de reacties daarop, zonder zich voor te doen als een heilig boontje. Hij volgt de avond MAVO en schrijft over zijn gokverslaving om de problemen die tot een grote schuldenproblematiek leidde te vergeten. Maar ook hoe hij er met hulp van onder meer de Kredietbank, die hem gedurende drie jaar op vijftig euro in de week zet, erin slaagt daar weer uit te komen. Hij vertelt over zijn relaties met vriendinnen en zijn zoektocht daar een weg in te vinden en over de huizen en buurten waar hij heeft gewoond.

Discriminatie

Hij noemt verschillende voorvallen waaruit blijkt dat hij werd gediscrimineerd. Bij een politiecontrole van automobilisten op het gebruik van alcohol moest hij een blaastest afleggen en daaruit bleek dat hij niet gedronken had. Maar de agenten geloofden het niet vanwege zijn spraakproblemen en hij moest mee naar het bureau. Daar wilden ze hem in de cel gooien, tenzij hij een hoge boete betaalde. Dat deed hij, maar toch moest hij naar het ziekenhuis een bloedtest laten afnemen. Na verloop van tijd kwam het hoofd van de politie met een bos bloemen zijn verontschuldigingen aanbieden.

Later kwam Eric tot de ontdekking dat er nog een rechtszaak over was geweest, maar de correspondentie daarover verliep via zijn ouders die hem niet ingelicht hadden. Steeds werd hij door zijn vader die zijn post openmaakte toen hij nog thuis woonde, en door de rest van zijn familie, zoals zijn broer, behalve zijn moeder, buitengesloten. Samenvattend komt het erop neer dat de mensen zeiden: Je begrijpt er toch niks van. Je maakt maar brokken met je onhandige gedoe, het is niet goed dat jij wordt ingelicht, want dat is niet goed voor je geestesgesteldheid. Dat gebeurde ook bij de ziekte en het overlijden van zijn moeder en de regeling van de erfenis.

Ontslag

Eind november 1988 moest iedere werknemer van de PTT een nieuwe arbeidsovereenkomst afsluiten. De PTT werd opgesplitst in een post- en een telecomgedeelte, de KPN. Eric hoorde in de wandelgangen dat personeel met een aangeboren afwijking en een aangepaste functieomschrijving moest vertrekken. Goed- of kwaadschiks. En inderdaad, hij kreeg geen nieuw contract en vocht dat aan met hulp van een advocaat. Maar verloor. Eric had, betoogde uiteindelijk de advocaat van de tegenpartij, een aangepaste functieomschrijving. En mensen met zo'n omschrijving vielen niet onder de collectieve afspraken. Zijn lidmaatschap van de Abvakabo had hij inmiddels opgezegd.

Eric kreeg een uitkering en daarmee begon zijn gang in de re-integratie industrie. Hij beschrijft de schandelijke behandeling op het arbeidsbureau, over de diverse gesubsidieerde banen en hoe hij daar niet serieus genomen werd. Steeds moest hij eenvoudige schoonmaak- of archiefwerkzaamheden doen en als hij om verbetering vroeg, werd dit afgewezen. Hij diende klachten in bij diverse instanties, maar dat leverde niets op. Hij hoorde vaak niets meer na zijn verhaal dat hij onder andere deed bij de toenmalige FNV-voorzitter De Waal die niet reageerde en zoals later bleek hem vergeten was.

Telkens werd over Eric een negatief oordeel geveld, terwijl hij niets verkeerds had gedaan. Zo begon de directeur van een welzijnsstichting, waar hij een gesubsidieerde baan had, over zijn slordigheden. Eric was verbaasd, omdat de directe chef vol lof was over zijn accurate werkwijze. Maar Eric werd daar ontslagen en kwam in de bijstand terecht.

Eenmansacties

In een interview zegt Eric: Mijn boek gaat over, zoals ik het omschrijf, 'een leven vol hindernissen en nog meer discriminatie'. Pas op mijn 45ste begon ik hiertegen te ageren, daarvoor vond ik het normaal, ik kende niets anders. In mijn boek noem ik dat telkens een eenmansactie door het hele land. Wat ik ermee wil bereiken? Aandacht en vooral meer waardering: begrip en respect voor mij en mijn lotgenoten. Niet alleen theoretisch maar ook praktisch.

Eric beschrijft hoe hij vanaf 2014 een soort eenmansguerrilla in de publiciteit en bij acties begon. Hij schreef brieven en e-mails naar de media om aandacht te vragen voor de positie van gehandicapten, waarop hij meestal geen antwoord kreeg. Maar toch waren er later enkele televisieoptredens en volgde interviews voor verschillende kranten. Hij greep bepaalde themadagen aan om in straten en op pleinen waar veel mensen waren door het hele land toespraken te houden, waarin hij de positie van gehandicapten in de samenleving op basis van eigen ervaringen aan de orde stelde. Zo sprak hij verschillende malen op de Internationale dag van de Gehandicapten op 3 december en bij 1 mei bijeenkomsten zoals in 2017 op het Museumplein, waar podia voor sprekers door de FNV waren ingericht. Hij trok naar Leeuwarden, Hengelo, Deventer en met de verkiezingen in 2017 naar Den Haag.

Aan het eind van zijn boek vertelt Eric dat de vele problemen leidden tot schuldgevoelens en zelfverwijten dat hij in relaties en bij bepaalde gebeurtenissen niet adequaat gereageerd zou hebben. Wat heb ik geleerd in al die jaren dat ik leef? Nou, dat is niet altijd hoopvol. Als ik iets wil of iets wil bereiken, dan moet ik dat oneindig vaak bewijzen net zo lang tot ik een fout maak. En dat is dan voor andere mensen het bewijs dat ik ongeschikt was.

Het boek van Eric is een lange aanklacht tegen functionarissen in hogere functies van bedrijven, vakbonden, overheidsinstellingen, politieke partijen en media die blijk geven van hun onmacht om te gaan met de problemen van mensen in het algemeen en arbeidsongeschikten in het bijzonder. Al snel veronderstellen die functionarissen dat het wel aan jezelf zal liggen, dat degene die iets aan de orde stelt fouten gemaakt heeft en lastig is. Dan maar doodzwijgen of nietszeggende antwoorden geven, is een veel voorkomend fenomeen.

Het boek is in eigen beheer uitgegeven. Te bestellen via: hochstenbach_eric@hotmail.com, exclusief portokosten: 17,50 euro.

dinsdag 1 december 2020

Online-event over ons leven in Coronatijd

Online-event over

Ons leven in Coronatijd

Het leven is sinds maart heel anders geworden door de coronacrisis. Vele duizenden werkers hebben een flexibele arbeidsrelatie met hun werkgever en zijn tijdens deze crisis ontslagen. Ook uitkeringsgerechtigden ondervinden de gevolgen

De overheid heeft een noodpakket verstrekt voor de ergste nood, o.a. met bijstandsachtige regelingen voor flexibele arbeidskrachten en ZZP-ers. Ondernemers werden ondersteund met een omvangrijk steunpakket. Door de coronacrisis viel de economie gedeeltelijk stil. Toename van werkloosheid en armoede was het gevolg. 

Er is hard verbetering nodig. In deze situatie hebben we elkaar nodig. We steunen de  campagne voor verhoging van het minimumloon (minimaal 14 euro per uur). 

Kom naar de online bijeenkomst om je ervaringen te delen en hier samen over na te denken.  

    • Wat zijn de gevolgen van de coronacrisis voor je dagelijks leven? 

    • Heb je een beroep moeten doen op de steunmaatregelen en is dat gelukt? 

    • Ben je in dat opzicht knelpunten tegengekomen? 

    • Wat kunnen we doen? Hoe kunnen we elkaar hierbij helpen?

    • Waar kun je terecht om oplossingen te vinden? 

Datum: 17 december

Tijd: 19.00 uur

Waar: stuur een email naar info@bijstandsbond.org als je wilt deelnemen. We sturen je dan een link waarmee de deelneming mogelijk is. 

Programma

    • Herman Pieterson (economisch historicus) inleiding

    • Mark van Hoof (advocaat) beantwoordt vragen over de steunmaatregelen 

    • Menno Bruijns (Voor14) over campagne voor verhoging van het minimumloon

    • Piet van de Lende (Bijstandsbond) 

Voor meer informatie:

Hoe kom ik aan zoom:  Zie wereldsewijk.nl en info@bijstandsbond.org 

Georganiseerd door Wereldsewijk en Bijstandsbond


donderdag 26 november 2020

De gemeente Amsterdam wil buurtbanen in een soort tijdelijke Melkertbaan-achtige constructie

 Amsterdam wil buurtbanen


Op 29 juni 2020 dienden de raadsleden Grooten (GroenLinks) en De Heer (PvdA) een initiatiefvoorstel in bij de gemeenteraad om buurtbanen te maken. verspreid over verschillende buurten in Amsterdam. Het doel van deze tijdelijke banen is tweeledig: enerzijds actieve bewoners zonder uitzicht op een baan door laten stromen naar regulier betaald werk en anderzijds hun kennis van de buurt en ervaringen gebruiken om de buurt te versterken. De toegevoegde waarde hiervan is dat zij in staat zijn moeilijk bereikbare mensen te koppelen aan formele instanties. Dit biedt de gemeente niet alleen de mogelijkheid meer Amsterdammers in beeld te krijgen die door overheidsinstanties en welzijnsorganisaties eerder niet bereikt worden, maar past ook in het streven naar meer democratisering en participatie.

Om uiteindelijk door te kunnen stromen naar een (reguliere) baan volgen de Buurtbaners een ontwikkelingstraject bij een leerwerkplaats, waarbij de ervaringen van Wikistad, Combiwel en oud-Buurtbaners worden benut. Hierbij is denkbaar dat oud-Buurtbaners in een op te zetten leerwerkplaats een betaalde functie krijgen om nieuwe Buurtbaners te begeleiden bij hun dagelijkse werk. Het doel is dat de Buurtbaners uiteindelijk door kunnen stromen naar regulier betaald werk en de Buurtbaan een opstap daarnaartoe is. De vrijgekomen plek kan dan worden ingevuld door een andere bewoner uit de buurt en zo kan één functie gedurende een langere tijd voor meerdere uitstromingen naar regulier betaald werk zorgen.

Het college staat een uitwerking van de Buurtbaan voor ogen buiten de context van de Werkbrigade. Ook het instroomproces dat bij de Werkbrigade wordt gevolgd, via de klantmanagers van mensen in de bijstand, lijkt minder geëigend voor de werving en matching van kandidaten voor een Buurtbaan.
Het college staat een uitwerking van de Buurtbaan voor ogen buiten de context van de Werkbrigade. Daarbij wil het college maximaal faciliteren dat tussen actieve buurtbewoners zonder betaalde baan, die nu al een belangrijke sleutelrol vervullen binnen een buurt, een dienstverband tot stand kan komen met een organisatie die actief is in de betreffende buurt, zoals een welzijnsorganisatie, madi, buurtorganisatie of maatschappelijk initiatief. Doel is dan dat deze bewoners in een betaalde Buurtbaan hun activiteiten in en voor de buurt verder kunnen ontwikkelen en met begeleiding en scholing door kunnen groeien naar een reguliere vervolgbaan. uitgangspunt bij de Buurtbaan moeten zijn dat deelnemende werknemers een opdracht en takenpakket krijgen die maximaal aansluiten bij hun persoonlijke positie in de buurt, hun competenties en ervaringen.

Om organisaties in staat te stellen tot een tijdelijk dienstverband, dat van toegevoegde waarde is voor de buurt en de kandidaat helpt om door te stromen, en het bieden van de begeleiding die hierbij nodig is, denkt het college aan een subsidieregeling. In de uitwerking en voorwaarden van de subsidie wil het college maximaal recht doen aan beide doelstellingen. Daarbij gaat het college vooralsnog uit van een subsidiekader dat los staat van de Participatiewet. Dit biedt de meeste ruimte om tot maatwerk te komen voor actieve burgers in een buurt. De subsidie is daarbij een tijdelijke investering in zowel het functioneren van de sociale basis in de buurt, als in de ontwikkeling van de deelnemer. De afstand tot de arbeidsmarkt en of een kandidaat eventueel een bijstandsuitkering heeft of niet-uitkeringsgerechtigde is, is daarbij wel onderdeel van de afweging, maar geen harde voorwaarde.

Hierbij acht het college een generieke subsidieregeling het meest geschikt als instrument. Het bepalen van het aantal Buurtbanen en de hiervoor beschikbare middelen zal onderdeel zijn van de verdere uitwerking. In het initiatiefvoorstel was gevraagd om 50 buurtbanen. De subsidie is daarbij een tijdelijke investering in zowel het functioneren van de sociale basis in de buurt, als in de ontwikkeling van de deelnemer. De afstand tot de arbeidsmarkt en of een kandidaat eventueel een bijstandsuitkering heeft of niet-uitkeringsgerechtigde is, is daarbij wel onderdeel van de afweging, maar geen harde voorwaarde.

Op basis van het akkoord Samen sterker uit de crisis en parallel aan de besluitvorming in de raad over het initiatiefvoorstel, bereidt het college besluitvorming voor om aan de Buurtbanen uitvoering te geven. Het college streeft ernaar deze snel na de behandeling van het raadsinitiatief vast te stellen, zodat de eerste Buurtbanen begin 2021 gestart kunnen worden.

Eerste commentaar

De volledige brief van de wethouder, die in de vergadering Raadscommissie Werk Inkomen en Onderwijs 02-12-2020 zal worden besproken vind je op de link https://amsterdam.raadsinformatie.nl/document/9429065/1/09012f978321b952

De gedachten van de wethouder gaan uit naar een soort Melkertbaan-achtige constructie, waarbij op basis van een subsidieregeling, die wordt uitgevoerd buiten de WPI, mensen in dienst treden van een welzijns-buurt of zorgorganisatie, die het werkgeversschap op zich neemt en hoewel daar in de brief niet over gesproken wordt een arbeidscontract krijgen. Wat er in dat arbeidscontract komt te staan is onduidelijk. Over het loon wordt ook niet gesproken. Krijgen de buurtbaners gewoon de status van werknemer? Groot verschil met de Melkertbanen is wel, dat de banen slechts tijdelijk zijn. In de werkbrigade is het contract twee jaar, maar in de brief wordt gezegd dat 'Het bepalen van het aantal Buurtbanen en de hiervoor beschikbare middelen zal onderdeel zijn van de verdere uitwerking'. Een termijn voor het contract wordt niet genoemd. Ook wordt de eventuele voortzetting van het project sterk afhankelijk gesteld van het succes in de uitstroom. Wanneer die tegenvalt, kan het wel eens afgelopen zijn. Waardoor er weer gaten vallen in de buurtvoorzieningen die gedeeltelijk afhankelijk worden of zijn van de buurtbaners. Dat hebben we bij de afbouw van de Melkertbanen ook gezien. Groot nadeel van zo'n tijdelijk contract is natuurlijk, dat de deelnemers al hun ziel en zaligheid in het werk steken en als de uitstroom dan niet lukt, wat dan? Je wordt dan op jezelf teruggeworpen in de Bijstand met alle (psychische) gevolgen vandien.

Piet van der Lende







woensdag 18 november 2020

Oproep aan organisaties de brandbrief voor verhoging van het minimumloon te tekenen

Beste mensen,

Hierbij vraag ik organisaties als activist van de sociale beweging samen voor 14 euro onderstaande brandbrief te ondertekenen. Samen voor 14 is het streven dat het Wettelijk Minimumloon (WML) en de daaraan gekoppelde uitkeringen naar 14 euro per uur gaat. Naast de ondersteuning door organisaties loopt er een petitie, die al meer dan 63.000 keer is ondertekend. Die petitie kun je tekenen op https://bijstandsbond.amsterdam Door te laten zien dat ook een uitgebreid maatschappelijk middenveld van organisaties en actiegroepen de actie ondersteunt hebben we weer een bouwsteen om de druk op de politici op te voeren de 14 euro minimumloon te realiseren. Vertegenwoordig je een organisatie die de actie ondersteunt laat het mij dan weten. 

met vriendelijke groet,

Piet van der Lende

06-20367458

pvdlen@dds.nl

Opnieuw kiest de regering op Prinsjesdag er niet voor om de rijkdom eerlijker te verdelen. Wij – twee miljoen werkenden met een inkomen ruim onder de €14 per uur, uitkeringsgerechtigden en AOW'ers – komen nauwelijks rond. Wij roepen u met deze brandbrief op naar ons te luisteren en te zorgen voor een fatsoenlijk minimumloon van €14 per uur.

Wij krijgen geen eerlijk deel van de rijkdom in Nederland. €10 per uur is net wel of net niet genoeg om van rond te komen en maakt ons afhankelijk van toeslagen voor onze huur, zorgverzekering en zorg voor onze kinderen. Een keer op vakantie of een uitje met onze kinderen is een luxe die we ons vaak niet kunnen permitteren. Wij raken in isolement, zijn niet mobiel, wij doen niet mee. En dat terwijl de samenleving steunt op het werk dat we doen.

Deze regering is er niet voor ons. Zij houdt 2 miljard over door de winstbelasting níet te verlagen. In plaats van dit geld te gebruiken voor een beter inkomen voor de mensen die dat nu het hardst nodig hebben, kiest zij ervoor dit aan grote bedrijven te geven. De bedrijven krijgen miljardensteun, zonder voorwaarden. De winsten van Albert Heijn en Bol.com gaan door het dak, terwijl hun vakkenvullers en distributiewerkers daar niets van terug zien. Zij krijgen enkel applaus.

Met steeds meer mensen in Nederland zijn wij vóór een hoger minimumloon. Wij willen dat iedereen mee kan doen. Wij hebben ook recht op de rijkdom die Nederland bijzonder maakt. Daarom roepen we jullie met deze brandbrief op onze kant te kiezen: de kant van de schoonmaker, de postbezorgster en de zorgmedewerker. Zorg voor een verhoging van het minimumloon naar €14 per uur! Wij willen leven in plaats van overleven.

Met vriendelijke groet,

Voor 14

Ben jij het eens met onze boodschap? Teken dan nu de brandbrief

Door te tekenen sluit jij je aan bij een groeiende beweging Voor 14. Samen kan geen enkele politicus in aanloop naar de verkiezingen op 17 maart 2021 meer om ons heen.

Sta op #Voor14!

dinsdag 17 november 2020

Schaf kostendelersnorm voor mensen in bijstand af

De FNV wil dat de zogeheten kostendelersnorm voor mensen in de bijstand verdwijnt uit de wet. Deze zorgt er namelijk voor dat steeds meer mensen dakloos worden en dat mensen die bijvoorbeeld een ziek familielid onderdak geven in de financiële problemen komen. De vakbond schrijft dit in een manifest dat het heeft opgesteld met verschillende maatschappelijke organisaties voor uitkeringsgerechtigden, armoedebestrijding en daklozen. Zij bieden het manifest vandaag aan rond de begrotingsbehandeling van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).

Kitty Jong, vicevoorzitter FNV: ‘We zijn een welvarend land en toch vallen steeds meer mensen buiten de boot, helemaal tijdens deze coronacrisis. Zij moeten een beroep doen op instanties zoals de Voedselbank om te overleven. Het kabinet roept ons telkens op om naar elkaar om te kijken. Dat klinkt mooi, maar voor mensen die afhankelijk zijn van de bijstand is dit vaak geen optie. Als zij bijvoorbeeld oma in huis nemen, omdat die mantelzorg nodig heeft, krijgen zij door die kostendelersnorm een fikse korting op hun uitkering.’

Ouders gedwongen kind uit huis te zetten
Jong: ‘De kostendelersnorm zorgt voor meer ellende dan hij aan bezuinigingen oplevert. De bijstandsuitkering, die volgens het Nibud nu al te laag is om van te leven, gaat in januari met nog eens 5% omlaag. Door de kostendelersnorm kun je zo bijna de helft minder bijstand krijgen als je een huis deelt. Dat zou volgens de huidige wet voldoende moeten zijn, maar SCP en CPB lieten in het rapport 'Kansrijk armoedebeleid' al zien dat de financiële voordelen van samen een huishouden delen vaak veel te ruim worden ingeschat. Met als gevolg dat nog meer mensen te weinig hebben om van te leven en in de armoede belanden en bijvoorbeeld steeds vaker ouders zich gedwongen voelen hun meerderjarige kinderen uit huis te zetten.’

Soepeler omgaan met de regels
De kostendelersnorm is in 2015 ingevoerd en houdt in dat je minder bijstand krijgt als je met meerdere volwassenen in één huis woont. Hoe meer volwassenen onder hetzelfde dak, hoe lager je uitkering. Staatssecretaris Bas van ’t Wout (Sociale Zaken) kondigde vorige week aan dat hij onderzoek gaat doen naar de maatregel. Ook liet hij weten dat gemeenten in schrijnende gevallen soepeler met de regels mogen omgaan.

Afhankelijk van goede wil ambtenaar
De FNV vindt dit geen oplossing. Jong: ‘Het is ook niets nieuws. Gemeenten móchten al afwijken van de regels en maatwerk leveren. Alleen doen ze dat heel weinig, blijkt uit een rondvraag van journalistiek onderzoeksprogramma Argos. Ondanks deze handreiking van de staatssecretaris blijft de kostendelersnorm in de wet en ben je als bijstandsgerechtigde dus afhankelijk van de goede wil van een ambtenaar. Dat vinden wij heel onwenselijk. Er moeten duidelijke regels komen die gelden voor iedereen. Dus: weg met die kostendelersnorm.


Bijlagen


Wil je meer informatie? Neem contact op met: 

Maureen van der Pligt, bestuurder FNV Uitkeringsgerechtigden: 06 21 22 81 23.
Peter te Lintel Hekkert, persvoorlichter FNV: 06 53 38 72 48. 


De ondertekenaars van het manifest:

  • Kitty Jong, vicevoorzitter FNV
  • Amma Asante, voorzitter Landelijke Cliëntenraad
  • Hanneke van Bezooijen, Protestantse Diaconie Amsterdam
  • Zeno Winkels, directeur Woonbond
  • Vereniging Sociale Advocatuur Nederland (VSAN)
  • Hella Masugur, voorzitter Stichting Zwerfjongeren
  • Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink, directeur Valente, branchevereniging voor de maatschappelijke opvang
  • Marcel Sturkenboom, directeur KBO-PCOB
  • Lucía Lameiro García, coördinator NOOM (Netwerk Organisaties voor Oudere Migranten)
  • Stichting De Tussenvoorziening
  • Armoedecoalitie Utrecht
  • Rene Suijkerbuijk, Burgerkracht De Pijler
  • Noortje van Lith, activiste voor mensen met een arbeidsbeperking
  • Anja Eleveld, universitair docent Staats- en Bestuursrecht aan de Vrije Universiteit
  • Jochem Westert, voorzitter Bureau Straatjurist
  • Dennis Lahey, voorzitter MDHG (belangenvereniging druggebruikers)
  • Theo van Ghesel Grothe, de Daklozenvakbond
  • Straatalliantie Amsterdam
  • Derk van Tongeren, Vereniging Stille Armoede Zaanstad 
  • Rotterdamse Sociale Alliantie (RoSA!)
  • Piet van der Lende, Bijstandsbond
  • Stichting ATD Vierde Wereld (All Together For Dignity)
  • Stichting Werkplaats COMO
  • Nathalie Boerebach - directeur Stichting Urgente Noden Nederland (SUNN)

zondag 8 november 2020

Vele gemeenten steunen de verhoging van het minimumloon naar 14 euro. Maar Amsterdam blijft achter. Steun de actie!

 1 juli 2020. Stadhuis Amsterdam. We overhandigden 2000 handtekeningen. Onze oproep was helder: gemeente Amsterdam, spreek je uit Voor een minimumloon van14! Euro per uur! Vijf maanden later heeft Amsterdam zich nog steeds niet uitgesproken Voor 14. Door heel het land omarmen gemeenten Voor 14, maar Amsterdam blijft achter...De gemeente heeft wel een brief aan de FNV geschreven, dat ze voor verhoging van het minimumloon zijn, maar niet dat het verhoogd moet worden tot 14 euro. Slappe hap.

Daarom voeren we online actie. Wij gaan de Amsterdamse gemeenteraad wakker schudden met onze video: "Hey Amsterdam, komt er nog wat van?!"Jij kunt meedoen door de video te delen op sociale media!

DEEL DE VIDEO EN SCHUD DE AMSTERDAMSE GEMEENTERAAD WAKKER!! 🎥 


De komende maanden voeren we de druk op, zowel in Amsterdam als landelijk. Wil jij deel uitmaken van onze Voor 14 groep in Amsterdam? Kom dan naar de online bijeenkomst op maandag 9 november, om 19.00 uur:

IK KOM NAAR DE BIJEENKOMST✊



Met strijdbare groet,

Team Voor 14 Amsterdam
http://www.voor14.nl/

zaterdag 7 november 2020

Is de (medische) urgentie bij het zoeken naar een woning in Amsterdam komen te vervallen?

Wij krijgen de melding bij de Bijstandsbond dat het systeem van voorrangskandidaten bij het zoeken naar een woning op woningnet niet meer werkt. Zijn bijvoorbeeld de medische urgantieverklaringen niet meer geldig?


Op 28 augustus is aan betrokkene medische urgentie toegekend voor het zoeken naar een huurwoning via Woningnet. De urgentie is 6 maanden geldig, en loopt af op 1 maart 2021.

Indicatie ‘Voorrangskandidaten…’

De urgentie werkt zo: je kunt met de urgentieverklaring reageren op de woningen met de indicatie ‘voorrangskandidaten gesorteerd op…. ‘ (datum toekenning en nog een aantal andere indicaties). Urgenten mogen reageren op woningen die deze indicatie niet hebben, maar dan geldt de urgentie niet. In feite bepaalt deze indicatie dus het al of niet werken van de urgentie.

Verloop van het zoeken

In september ging alles goed, de urgentie werkte, de positie van betrokkene was aanmerkelijk gunstiger dan voorheen. In de loop van oktober, ergens in het begin van de maand, leek er iets veranderd. De indicatie ‘voorrangskandidaten’ was niet meer vinden.
De positie van betrokkene daalde enorm. Waar zij in september de 30e of 20e kandidaat was, soms zelfs al rond de 10e, was zij in oktober weer boven de 200 of nog lager. De indicatie staat als tekst bij de woningbeschrijvingen. Je moet de woningen met deze indicatie zelf opzoeken, door alle beschrijvingen te lezen. (Je kunt niet automatische selecteren op deze indicatie.)

Indicatie blijkt verdwenen van Woningnet, begin oktober

Toen betrokkene het ging onderzoeken op Woningnet, bleek de indicatie ‘voorrangskandidaten… ‘niet meer bij het rijtje indicaties staat.

https://www.woningnetregioamsterdam.nl/Paginas/UrgentiesIndicatiesSRA

Zij belde Woningnet, of er iets was veranderd, maar de medewerker kon geen informatie geven. Een contactpersoon vertelde toen dat de gemeente bepaalde afspraken had gemaakt met de woningbouwverenigingen, en dat daardoor de indicatie ‘voorrangskandidaten..’ bijna niet meer voorkwam. En dat er gewerkt werd aan een oplossing.
Vanaf het moment dat deze veranderingen zijn doorgevoerd op Woningnet.nl, waarschijnlijk begin oktober, werkt de urgentie dus niet meer. 

Betrokkene bij de Bijstandsbond bekend.

donderdag 29 oktober 2020

Zorgbonus van 1000 euro wordt vrijgelaten in geval van aanvullende bijstandsuitkering

Vorige week kreeg ik onderstaand anwoord op de vraag, of de zorgbonus van 1000 euro wordt vrijgelaten bij mensen die in de zorg werken en die een aanvullende bijstandsuitkering hebben. Het antwoord was, dat de bonus in principe wordt vrijgelaten. Ik kreeg vragen van mensen over hoe het beleid is in verschillende gemeenten. Is het rijksbeleid, of kan iedere gemeente zelf bepalen wat ze doen? Inmiddels heb ik ook een antwoord op die vraag. Dat antwoord staat onder de mededeling van vorige week.

Van de gemeente Amsterdam ontving ik onderstaand antwoord over de vraag, of de zorgbonus van 1000 euro wordt verrekend met de bijstandsuitkering. Nee, hij wordt vrijgelaten. 

Geachte heer Van der Lende,

Naar aanleiding van uw vraag over de zorgbonus in relatie tot bijstandsuitkeringen, informeer ik u langs deze weg.

Zorgmedewerkers die in hun werk direct of indirect de gevolgen van de uitbraak van het coronavirus hebben ondervonden hebben recht op een bonus van € 1.000 netto, van hun werkgever of opdrachtgever. De bonus is een netto bedrag en heeft geen invloed op toeslagen (inkomensafhankelijke regelingen). Er hoeft door de klant geen belasting over betaald te worden. De zorgaanbieders krijgen van het kabinet subsidie om de bonus te bekostigen en om er belasting over af te dragen.

De bonus wordt fiscaal toegerekend aan de werkkostenregeling. In dat kader is er een vrije ruimte voor werkgevers om belastingvrij vergoedingen te verstrekken. Dat is geregeld in de Wet op de loonbelasting. De bonus is daarom een eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, lid 1 onderdeel f van de Wet op de loonbelasting.

Vergoedingen op die basis vallen onder de vrijstelling als bedoeld in artikel 31, lid 2 onder g van de Participatiewet en moeten op die grondslag buiten beschouwing worden gelaten; worden vrijgelaten dus.

De medewerkers van WPI zijn hierover al geïnformeerd.

 Antwoord geldt dit ook in andere gemeenten.

Het Rijk heeft gemeenten (nog) geen uitvoeringsrichtlijnen gegeven over de vrijlating van de zorgbonus bij de beoordeling van het recht op bijstand.

In de FAQ die het Rijk op haar site heeft gepubliceerd en die bedoeld is voor werknemers die mogelijk recht hebben op de zorgbonus, schrijft het Rijk het volgende:

 ·        De bonus heeft voor u geen gevolgen voor de heffing van inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Ook heeft de bonus geen invloed op het inkomen dat relevant is voor inkomensafhankelijke regelingen zoals toeslagen.

 Het is redelijk het uitgangspunt te hanteren dat de bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet een inkomensafhankelijke regeling is. Hieruit volgt de conclusie dat het Rijk beoogt de zorgbonus niet in aanmerking te laten nemen bij de beoordeling van het recht op bijstand.

 Er is geen beeld van de uitvoeringspraktijk van alle gemeenten in Nederland. Het Amsterdamse beleid, dus ook het gegeven dat de zorgbonus vrijgelaten moet worden, is opgenomen in de “Kennisbank Inzicht Sociaal Domein” van Stimulansz. Van deze dienst maken tussen de 200 en 250 gemeenten en samenwerkingsverbanden gebruik. Voor al die gemeenten en samenwerkingsverbanden geldt het beleid om de zorgbonus vrij te laten.

Piet van der Lende


woensdag 28 oktober 2020

Zorgbonus

 Onlangs beloofde het kabinet de eenmalige bonus van 1000 euro netto aan zorgpersoneel dat direct of indirect met de uitbraak van het coronavirus te maken heeft. Maar dit bedrag bleek niet bedoeld voor alle medewerkers in de coronazorg. Er werden uitzonderingen gemaakt voor bijvoorbeeld artsen, apothekers en administratief personeel. De bonus is belastingvrij en heeft geen gevolgen voor eventuele toeslagen die je ontvangt. Wel wordt een inkomensgrens van ongeveer 70.000 euro gehanteerd. Om wat licht te krijgen in de onduidelijkheden bel ik eerst de gemeente Amsterdam. Maar wat zijn het toch een stelletje flapdrollen bij het call center van WPI. Ik heb wel andere emailadressen en telefoonnummers maar dacht: laat ik het call center eerst maar eens bellen, die kunnen mij eventueel doorverbinden.

Algemene vraag

Ik bel met een algemene eerste vraag. Zorgmedewerkers krijgen een bonus van 1000 euro om hen te bedanken voor het vele werk wat ze doen in deze tijden van coronacrisis. Nu is de vraag: als die zorgmedewerker, bijvoorbeeld in de thuiszorg een (kleine) aanvullende bijstandsuitkering heeft, wordt die bonus dan wel verrekend met de bijstandsuitkering? Ik stel de vraag aan het call center.

Antwoord: ‘De persoon krijgt een vergoeding naast de bijstandsuitkering?’

‘Nee, dat hebt u niet goed begrepen. De persoon werkt in de thuiszorg en heeft loon uit haar werk. Maar met dat loon komt ze niet aan het sociale minimum. Daarom heeft die persoon een aanvullende bijstandsuitkering. Nu krijgt ze naast haar loon de bonus van 1000 euro’.

‘O ja. Ik weet het antwoord niet. Ik denk dat het wel wordt verrekend, maar ik weet het niet. Kunt u mij het burgerservicenummer en de naam van die persoon geven’?

‘Nee, dat kan ik niet. Het is een algemene beleidsvraag’.

‘Dan kan ik u niet helpen. Ik heb burgerservicenummer en naam nodig, om het voor te leggen aan de inkomensconsulent, want die gaat erover’.

‘Maar het is een algemene beleidsinformatievraag. Kunt u mij niet verbinden met de afdeling beleid?'

‘Nee, dat kan niet. De inkomensconsulent gaat erover, de bonus wordt verrekend met de uitkering’.

Ik heb geroepen ‘waardeloos’ en opgehangen. Je kunt geen algemene vraag stellen aan het call center. Als ze het niet weten, en je geeft geen burgerservicenummer van een concreet persoon, dan krijg je geen antwoord.

Ministerie

Ik bel andere nummers en ga emailen. Sommige telefoonnummers geven geen gehoor, anderen geven aan van niets te weten. Daarom het ministerie maar eens gebeld, het algemene nummer. Ik word vriendelijk te woord gestaan en de medewerkster neemt mijn vraag in behandeling. Ze gaat de regeling bekijken, maar het antwoord op mijn vraag staat er niet bij. Daarom wordt de vraag doorgezet naar het Ministerie van VWS. Maar ik moet erop rekenen dat de beantwoording van de vraag 14 dagen kan duren.

Gift

De advocaat van de Bijstandsbond zegt: ‘Het is een gift in het kader van de Participatiewet. (PW) Het is geen loon, er wordt geen belasting over betaald. En het heeft geen gevolg voor de toeslagen'. Hij verwijst naar het volgende:

'Giften kunnen ogv de PW worden vrijgelaten ogv artikel 31 lid 2 onderdeel m. 'giften en andere dan de in onderdeel l bedoelde vergoedingen voor materiële en immateriële schade voor zover deze naar het oordeel van het college uit een oogpunt van bijstandsverlening verantwoord zijn'.

In dit wetsartikel zijn de gemeenten vrij om een beleid te ontwikkelen, waarbij bepaalde bedragen aan giften niet verrekend worden met de bijstandsuitkering. Het is dus gemeentelijk beleid hoe met dit wetsartikel wordt omgegaan. De gemeente Amsterdam sluit min of meer aan bij de regels van de belastingdienst. Dan mag je als er geen familierelatie bestaat ongeveer 2200 euro belastingvrij schenken. Maar de gemeente Amsterdam hanteert wel lagere bedragen, wel boven die 1000 euro, die de zorgbonus is. Als in die gemeente de zorgbonus erkend wordt als gift wordt er dus niets verrekend met je bijstandsuitkering. Denken wij. Als de gemeente de zorgbonus althans erkent als gift. Maar… het is gemeentelijk beleid.

Andere gemeenten hebben op grond van dat wetsartikel helemaal geen algemeen beleid of hanteren andere grenzen. Zo bepaalt de gemeente Berg en Dal het volgende:

'Een eenmalige gift of een cumulatie van verschillende eenmalige giften, wordt vrijgelaten voor zover het totaal aan giften op jaarbasis maximaal 60% van de van toepassing zijnde maandelijkse bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag, afgrond naar boven tot een veelvoud van €50,-, bedraagt’.

Dus dat is een grens van iets van 600 euro. Veel lager dan in Amsterdam. Maar als de gift een specifieke bestemming heeft, waarvoor eventueel ook bijzondere bijstand had kunnen worden verkregen, dan gelden in Berg en Dal weer andere regels. Zo heeft iedere gemeente zijn eigen ingewikkelde beleid.

Conclusie

Ik heb nog geen antwoord van het ministerie gekregen. Het zou wel eens kunnen, dat er geen beleid is op landelijk niveau, en dat het aan de gemeenten wordt overgelaten. Dan zal de ene gemeente het verrekenen met de bijstandsuitkering, en de andere niet. Dat is natuurlijk van de zotte qua rechtsongelijkheid. Wij gaan juridische procedures voeren als dit zo is.

Over de vraag wie wel en wie niet voor de bonus in aanmerking komt, is sinds het begin veel onduidelijkheid en ontevredenheid. Sommige ziekenhuizen zijn al begonnen de bonus uit eigen zak te betalen, omdat de betaling van het ministerie uitblijft. De discussie over de uitvoeringstechnische aspecten van de zorgbonus zal nog veel gevoerd worden. Wordt vervolgd.

Piet van der Lende

woensdag 21 oktober 2020

Nieuwe website over cliënt ondersteuning in Amsterdam in de lucht. De Bijstandsbond en de vakbonden zijn nergens bij betrokken.

 De gemeente heeft eind 2018 subsidie toegekend aan MEE Amstel en Zaan (als penvoerder van de uitvoerende organisaties MEE, Clientenbelang Amsterdam en de Straatalliantie) vanuit de beschikbare rijksmiddelen om cliéntondersteuning te versterken. Een van de beoogde resultaten van deze subsidie is om meer bekendheid te geven aan de cli€ntondersteuners onder Amsterdammers.

Onder de noemer “De Ondersteuners van Amsterdam” is door de 5 uitvoerende partijen van cliéntondersteuning gezamenlijk communicatiemateriaal ontwikkeld. Het materiaal in samenwerking met een extern bureau en in afstemming met ervaringsdeskundigen opgesteld.

De website https://www.deondersteunersvanamsterdam.nl/ is op 5 oktober live gegaan. Op de website wordt zowel aan cliénten als verwijzers informatie verstrekt over wat onafhankelijke clientondersteuning inhoudt en bij welke organisaties men welke deskundigheid kan vinden. Op de website staan ook ervaringsverhalen van Amsterdammers die onafhankelijke clientondersteuning hebben gekregen. In dekomende periode zal het communicatie en voorlichtingsmateriaal worden verspreid via fysieke folders en via posters en social media om de bekendheid van de Amsterdamse cliéntondersteuning een impuls te geven.

De gemeente ondersteunt deze campagne, bijvoorbeeld door een ATS item van de uitvoerders te faciliteren. Er is contact met communicatie van de gemeente over de campagne uitingen. Aangezien de kernboodschap gaat over onafhankelijke ondersteuning die los staat van de zorgaanbieders, indicatiestellers en de ambtelijke organisatie is er bewust gekozen voor een campagne door en vanuit de vijf uitvoerende organisaties.

De Bijstandsbond en de vakbonden zijn totaal niet bij dit project betrokken en we hebben er ook geen contact over gehad, hoewel we in de loop van 2019 en 2020 verschillende malen met vertegenwoordigers van de deelnemende organisaties gesproken hebben. 

Piet van der Lende

videoclip Bijstandsbond