zaterdag 28 april 2018

ontmoedigingsbeleid

Het aantal klachten en bezwaarschriften o.a. in het kader van de Participatiewet, neemt drastisch af. Ambtenaren en bestuurders zoeken naar verklaringen voor dit fenomeen. Uit hun uitlatingen blijkt dat men meer aan wat zij noemen 'preventief beleid' zou doen. Uitkeringsgerechtigden worden gebeld als ze een bezwaarschrift indienen met de vraag of het niet anders kan worden opgelost. Of er wordt hen nog eens duidelijk gemaakt dat een klacht of bezwaarschrift geen zin heeft. Met andere woorden: een soort ontmoedigingsbeleid om van je rechten in juridische procedures gebruik te maken. Maar in het artikel worden ook andere redenen voor de afname van het aantal bezwaarschriften genoemd. Zoals de bezuinigingen op reïntegratiegelden, waardoor veel minder mensen in reïntegratietrajecten zitten en er dus ook minder klachten zijn.

Deze week kwam er wat het bovenstaande betreft nieuwe informatie. De Raad voor de Rechtspraak publiceerde begin april haar jaarverslag. Uit dit jaarverslag blijkt dat het aantal rechtszaken dalende is. Op zich houdt dat natuurlijk verband met het bovenstaande: als in de eerste fase minder bezwaarschriften worden afgehandeld, zal het aantal zaken in het vervolg van de juridische keten ook afnemen. Met name het aantal incassozaken over het niet betalen van rekeningen is afgenomen. In 2017 werden 81 duizend minder zaken hierover aan de rechter voorgelegd. De daling van het aantal rechtszaken is overigens al een paar jaar zichtbaar.

Een van de redenen voor de daling die de Raad voor de Rechtspraak noemt is het einde van de economische crisis. Burgers kunnen simpelweg hun rekening makkelijker betalen. Ook worden geschillen steeds vaker buiten de rechter bemiddeld, via bijvoorbeeld mediation. De Raad maakt zich echter zorgen dat de hoge griffierechten, de kosten die moeten worden betaald voor het voeren van een rechtszaak, burgers afschrikt. Steeds meer mensen vinden de gang naar de rechter te duur, te ingewikkeld en te ongewis.

Vooral het noemen van de 'mediation' is interessant in het licht van wat ik heb geschreven. Alex Brenninkmeijer, hoogleraar Institutionele aspecten van de rechtsstaat aan de Universiteit Utrecht en voorheen Nationale ombudsman ziet in de Volkskrant alleen maar voordelen. ‘Het is heel verheugend dat het aantal zaken terugloopt. Dat conflicten op een andere manier worden opgelost, door bijvoorbeeld mediation, is een goed teken. De deskundigheid van mediators in Nederland is toegenomen en breder bekend. Er zijn veel voordelen aan verbonden: het is sneller, overzichtelijker en kost minder dan een rechtszaak.’

Oud Ombudsman en thans hoogleraar in Utrecht Alex Brenninkmeijer ziet geen probleem in het vervangen van officiele rechtsprocedures door onderhandelingen en mediation
Maar is het wel zo eenvoudig? Zijn officiële, heldere rechtsprocedures die duidelijk staan omschreven niet te verkiezen boven vage onderhandelingen? Ontstaat er met mediation niet een grijs schemergebied, waarin de individuele burger maar moet zien door (gewiekste) onderhandelingen zijn of haar doel te bereiken in plaats van door een oordeel van de onafhankelijke rechter. (Even afgezien van discussies over de mate van onafhankelijkheid van de rechterlijke macht) Hoe controleer je of in dat schemergebied een rechtvaardige afhandeling niet ontaardt in een structureel ontmoedigingsbeleid, waarbij de rechten van de burger in de knel komen op basis van financiele argumenten (het mag niet teveel geld kosten) waarbij die kosten belangrijker zijn dan de rechten van de burger?

We gaan steeds meer toe naar een maatschappij, waarin niet heldere rechten van de burger centraal staan maar vage onderhandelingssituaties, waarin je moet onderhandelen over je rechten. Keukentafelgesprekken in het kader van de WMO, gesprekken met reïntegratieconsulenten in het kader van de Participatiewet of de WW, keuringen op arbeidsongeschiktheid en loonwaardebepalingen, mediation bij conflicten tussen partijen. Ik denk dat in dit schemergebied uiteindelijk het recht van de sterkste geldt. Niet alleen op het gebied van inkomen, met een steeds grotere kloof tussen arm en rijk, maar met een instututioneel onderscheid tussen eerste en tweederangs burgers op alle rechtsgebieden.
 
Piet van der Lende

Geen opmerkingen:

Een reactie posten