donderdag 8 april 2021

Mark Rutte: Trump der Lage Landen? VVD: de Republikeinse Partij?

Ik heb niet gelogen! Ik heb alleen niet de waarheid verteld! Nogmaals…..ik heb niet gelogen, mijn herinnering liet mij in de steek

Paralellen

Trump heeft het leven een stuk simpeler gemaakt. Hij heeft ons de alternatieve waarheid geschonken. Zijn presidentschap is een zegen geweest voor allen die het niet zo nauw nemen met de waarheid. De leugen was er altijd al, het is nu gepromoveerd tot een politiek stuk gereedschap waarvoor je je niet meer hoeft te schamen.  Te gebruiken voor persoonlijk gewin, te verstoppen in veel woorden. Kortom, red je het niet met de waarheid, dan is de alternatieve waarheid goed te gebruiken om het doel te bereiken. Een manier van verdeel en heers overgekomen vanuit het vertroebelde baken der democratie, de Verenigde Staten van Amerika.

 Innovatie 

Nederland is een klein landje maar met vindingrijke mensen. We zijn een innovatief volkje. Zien we iets elders dan willen we het beter maken, vervolmaken. Onze voorman Mark heeft dat goed begrepen. Het botte liegen heeft hij aangepast. Hij heeft bedacht dat er altijd saaie mensen zijn die willen dat de waarheid altijd moet boven komen. Voor deze mensen heeft hij bedacht dat herinnering een geweldige aanvulling kan zijn op de tactiek van jokken. Bijvoorbeeld, word je betrapt op een leugentje dan zeg je gewoon dat je het je niet meer kunt herinneren. En het werkt. Mark heeft het telkens toegepast en velen koesteren zijn innovatie der leugen. En hij is niet alleen. Ter rechterzijde van de VVD hebben twee andere voormannen deze aanpak overgenomen, maar kunnen nog niet in de schaduw staan bij de vakmanschap die Mark laat zien. Bij hen is de leugen nog onbezonnen, nog ruw, zo zichtbaar, maar het zaad der onwaarheid is inmiddels op een uitgestrekt-  en voedzame bodem terecht gekomen.

Een traditionele volkspartij

Ja, ook ik heb weleens mijn stem gegeven aan de VVD. Maar dat stelt niets voor. Ik heb namelijk totaal geen verstand van politiek. Ik kan het niet bewijzen, maar geloof me maar: ik heb bijna altijd mijn stem gegeven aan partijen die in de kiezersgunst ontzettend verloren. Je moet mij dan ook niet om een stemadvies vragen. 

Maar toch, die VVD als partij heeft ook richting Amerika gekeken. Dingetjes geïmporteerd. De VVD lijkt de strategie van de Republikeinse Partij te hebben gevolgd en te hebben omarmd. Je kunt het zien. De VVD-coryfeeën sluiten de gelederen om hun godenzoon, Mark Rutte. Frits Bolkestein, Henk Kamp, Uri Rosenthal, Bas Eenhoorn en anderen, die ik moedwillig vergeet te noemen, zien geen kwaad in de handelswijze van hun voorman, ze wijzen liever naar anderen. Liegen mag van hen omdat het land dat vraagt. Nederland verkeert in een crisis en het is nodig om zo snel als het kan een regering bij elkaar te sprokkelen. Het is dan ook volkomen ongehoord dat mevrouw Sigrid Kaag een spaak in dat wiel steekt in de vorm van een motie van afkeuring. Een weloverwogen motie, specifiek gericht op de lijsttrekker Rutte en niet op de demissionair Minister President Rutte. O ja, dan is er ook nog de heer Gert Jan Segers. Onbegrijpelijk dat een voorman van een klein partijtje opkomt voor z’n eigen achterban. Hoe durft hij de samenwerking in een nieuw kabinet op het spel te zetten door Mark af te wijzen. 

Alles bij elkaar lijkt het bij de VVD allemaal richting onmetelijke arrogantie te gaan. De arrogantie van de macht spreekt bij monde van grootheden uit het verleden. De VVD is de grootste, dus pas je maar aan. Kun je dat niet, dan zoeken we toch een ander.

 De onmacht

Macht en tegenmacht, transparantie van beleid, vertrouwen herwinnen. Vertrouwen van zowel tussen de  Kamerleden onderling, maar zeker ook het vertrouwen van de burger. Geweldig grote en zelf opgelegde opgaven, eerder onmogelijke opgaven. Het zullen onhaalbare opgaven blijken te zijn, misschien wel met een versluierend sausje waardoor het lijkt alsof het beter is geworden. Onhaalbaar, ook omdat het Nederlandse Volk, door hun stem, een onwerkbare Tweede Kamer heeft geconstrueerd. Het is gewoonweg niet mogelijk om de zo algemeen gewenste doelstellingen met zeventien partijen na te komen. Grotere en vooral kleine partijtjes, zij moeten het doen. Zij moeten gezamenlijk die doelstellingen vorm geven ten gunste van ‘de democratie’. Een onmogelijke opgave ondanks de bewezen lippendienst door een ieder.

 Eigenlijk, bij de procedure om een nieuwe Kamervoorzitter te kiezen, zie je nu al de spagaat waarin de Kamer zich bevindt. Vragen over vergaderschema’s die moeten voorkomen dat er eindeloos moet worden gedebatteerd. Spreektijd geven aan woordvoerders van zeventien partijen afzonderlijk vraagt om tijd. En getuige het huidige verloop van debatten veel onnodig verspilde tijd. Een concert aan het herhalen van argumenten geeft de versnippering aan, maar leggen ook de zinloze samenstelling van onze Tweede Kamer weer. 

Een meer nijpender probleem is de behandeling van de onderwerpen. Kleine partijen moeten noodzakelijkerwijze keuzes maken om te bepalen waar zij hun spaarzame energie aan willen spenderen. Het is namelijk onmogelijk om alle onderwerpen die voorbij komen adequaat op de merites te behandelen. Dit is onmogelijk en zij die menen dat zij dat wel kunnen houden zichzelf op een gevaarlijke manier in de maling. Wat zij wel doen is een extra, en bijna niet te verwezenlijken, belasting leggen bij die partijen die meer voorstaan dan een enkel groepsbelang. 

Chantabel. 

Het niet capabel zijn om volwaardig het scala aan onderwerpen te behandelen is niet het enige waar die kleine partijtjes mee te maken krijgen. Het grote dilemma is ook de vraag hoe graag zij hun eigen politieke programma naar tevredenheid behandeld willen zien. En hier hoef je geen waarzegger voor te zijn om te stellen dat hier koehandel wordt bedreven en dit ten allen tijde ook door zal gaan. En, hier zal degene met het meeste wisselgeld als winnaar voor de dag komen. Het zou een sprookje zijn als een klein partijtje kan scoren zonder in te leveren. Ook hier zie je weer het gevaar dat uitgaat van veel te veel partijtjes. Deskundigheid gaat verloren en onafhankelijke besluitvorming op basis van objectiviteit is te grabbel gegooid.

 Remedie

Wilders roept om nieuwe verkiezingen. Eigenlijk helemaal zo gek nog niet. Maar het is te vroeg. Beter is het afwachten van de gebeurtenissen, afwachten hoe het nieuwe beleid en die transparantie eruit zullen komen te zien. Hoe al die kleine partijtjes hun zinloze bestaan verantwoorden richting hun kiezers. Hoe met name Forum voor Democratie laat zien dat de acht Kamerzetels een verspilling aan politieke kracht is geweest. Acht zetels omdat mensen het zo zielig vonden hoe Baudet werd aangepakt in een populair televisieprogramma. 

Het lijkt mij zinvol om oppositie te voeren op basis van de algemeen verwoorde doelstellingen. Doelstellingen die gaan over de omgang met elkaar. De macht versus tegenmacht, transparantie als doelstellingen waarmee uiteindelijk de kiezer beter wordt. Waarmee de kiezer een vervolgens een weloverwogen keuze kan maken. Kiezen, niet alleen kiezen op basis van een hype maar dit doen op basis van informatie vanuit een open en eerlijk politiek debat. Ik wens alle leden van de Tweede Kamer veel wijsheid, eerlijkheid en daadkracht toe. Mogen zij dicht bij hun principes blijven staan.

Met vriendelijke groet,

Aaldert de Jong         

      


zondag 4 april 2021

Links moet weer eens fuseren

De verkiezingen zijn weer achter de rug. Links likt nog steeds haar wonden. En zoals gebruikelijk na zo’n nederlaag wordt er weer hardop gefilosofeerd over het samengaan van Groenlinks, PvdA en SP tot een grote progressieve partij.
Hoe naief moet je zijn om te denken dat dan alles goed komt? Alsof een grote partij dan altijd groot blijft. Vertel mij dan eens, hoe het kan dat in 1977 de PvdA 53 zetels haalde en dat daar nu nog slechts 9 over zijn?
En in datzelfde 1977 haalden de ARP, CHU en KVP met een gemeenschappelijke lijst 49 zetels. Die drie partiien vormen sinds 1980 het CDA en die partij heeft nu slechts 15 zetels behaald. Een achteruitgang van 34 zetels. Blijkbaar kan de gedachte, we gooien alles op een hoop, dan komt alles weer goed, dus niet als uitgangspunt dienen voor links. De SP had in 1977 nog geen enkele kamerzetel, maar groeide in de loop der jaren uit tot een volwassen partij. De SP had toen een boodschap die aansloeg bij de kiezer. En welke boodschap gaat die nieuwe linkse partij dan verkondigen. Tijdens het afsluitende verkiezingsdebat stonden Lilian Marijnissen van de SP en Lilianne Ploumen van de PvdA tegenover elkaar. Marijnissen wil het eigen risico geheel afschaffen. Ziek worden kan iedereen overkomen en dan voelt het eigen risico als een extra straf. Ploumen is het daarmee eens, maar omdat de gezondheidszorg al duur genoeg is, wil ze het eigen risico slechts halveren. Bij de PvdA betaal je bij ziekte nog altijd bijna €200,-. Bij de SP noppes.

De PvdA laat de kleine man weer opdraaien om een sluitende begroting te krijgen. En €200,- stelt toch niks voor. Maar daar denkt de SP toch anders over. Die weet dat 200 piek voor een ziek persoon op het sociale minimum een wereld van verschil uitmaakt. Dit voorbeeld zegt eigenlijk alles. Met welke aansprekende boodschap denk je verkiezingen in de toekomst te winnen? Daar moet het om gaan.

Jacques Peeters is soreekuurmedewerker
van de Bijstandsbond
Dit artikel verscheen eerder in de MUG van april 2021. 

zaterdag 3 april 2021

Recht, ruil of gift. Opvattingen van bijstandsgerechtigden over sociale zekerheid

Uit enquetes blijkt dat de meerderheid van de bevolking in Nederland voorstander is van een rechtvaardige sociale zekerheid en goede arbeidsvoorwaarden voor de werkenden. Wel moet misbruik streng worden bestraft. Wie niet naar betaald werk zoekt terwijl ie wel kan werken, of fraude pleegt, moet hard worden aangepakt. Voor de arbeidsongeschikten moet een rechtvaardig sociaal vangnet zijn. Wat uit de enquetes ook naar voren komt is een groot wantrouwen tegenover de overheid. Niet alleen de toeslagenaffaire, maar sowieso het optreden van de overheid bij de benadering van (uitkeringsgerechtigde) burgers is punt van kritiek. Er is veel verontwaardiging over de toenemende kloof tussen arm en rijk en het feit dat veel mensen in Nederland te weinig inkomen hebben om van rond te komen en in armoede leven. Overigens hebben de traditioneel linkse partijen, zoals Groen Links, SP en Partij van de Arbeid die bij de verkiezingen zwaar verloren, in de verkiezingsstrijd nauwelijks gebruik gemaakt van de verontwaardiging hierover. Maar in wat voor kader of frame plaatsen de mensen een rechtvaardige sociale zekerheid? Hoe denken uitkeringsgerechtigden zelf over deze materie? Kunnen we op bovenstaande opvattingen inzoemen om er meer over te weten te komen?

Melissa Sebrechts en Thomas Kampen, beiden verbonden aan de Universiteit voor Humanistiek, resp. als antropologe en socioloog, hebben dat onderzocht in het artikel ‘De bijstand als recht, ruil of gift’. Rechtvaardigheid van de uitkering volgens bijstandsgerechtigden zelf. (1) Weliswaar gaat dit alleen over bijstandsgerechtigden, maar veel andere mensen zullen op dezelfde manier denken. De perspectieven van bijstandsgerechtigden op de (on)rechtvaardigheid van de bijstand staan niet op zichzelf, maar zijn gebaseerd op wat in de maatschappij als rechtvaardig of onrechtvaardig wordt gezien. Daarnaast hebben de veranderende bijstandsregimes waarschijnlijk invloed op de opvattingen– de bijstand is in de loop der jaren steeds strenger geworden en met name vanuit de VVD was het gehak op bijstandsgerechtigden niet van de lucht. Deze invloeden vormen het venster van waaruit bijstandsgerechtigden rechtvaardigheid beoordelen. Zo’n venster wordt frame genoemd. De onderzoekers onderscheiden drie perspectieven of frames waarbinnen bijstandsgerechtigden het hebben van een bijstandsuitkering beoordelen. De bijstand als recht, de bijstand als ruil en de bijstand als gift. Het onderstaande is voornamelijk een samenvatting.

De bijstand als recht

Het frame van de bijstand als recht kwam het minst in het onderzoek voor. In dit frame zou de bijstand een onvoorwaardelijke uitkering moeten zijn voor iedereen die (tijdelijk) niet in zijn of haar levensonderhoud kan voorzien. Bij het rechtenperspectief ga je er als het ware van uit dat ieder mens recht heeft op een waardig bestaan en dat dit recht door de overheid moet worden gewaarborgd. In dit perspectief zijn er bezwaren tegen een verplichte tegenprestatie voor de uitkering. Dat ondergraaft het recht op een uitkering. In dit frame heerst veel verontwaardiging over de tegenprestatie. Aanhangers van dit frame beschouwen gedwongen onbetaald werk als uitbuiting. Bijstandsgerechtigden moeten aantonen dat ze de uitkering nodig hebben, maar (teveel) controle op de naleving van verplichtingen is overbodig en contraproductief. In dit perspectief wordt de nadruk gelegd op de falende reïntegratietrajecten, die uitkeringsgerechtigden demotiveren, nutteloos zijn en waarbij alleen maar baantjes voor improductieve arbeidsbemiddelaars worden gecreeerd. We zagen al dat er in dit frame veel verontwaardiging heerst over de verplichte tegenprestatie. De onderzoekers halen een Amerikaanse socioloog aan, Arlie Hochschild, die een samenhang zag tussen frames en gevoelens. Referentiekaders of frames bepalen vaak welke gevoelens de betrokkene zichzelf en anderen toestaat. Vaak worden in referentiekaders historische, morele of pragmatische argumenten gebruikt die dan weer emoties oproepen. Zoals jaloezie, schaamte of boosheid. Ook in het rechtenperspectief wordt vaak een historische vergelijking gemaakt met hoe de bijstand vroeger was. Ruimer, en met minder plichten. In dit kader past de verontwaardiging over de afbraak van de sociale zekerheid en de verzorgingsstaat. De onderzoekers vinden het opvallend dat vaak relatief hoog opgeleide, witte mannen van 45 jaar of ouder zonder veel psychische of lichamelijke problemen de bijstand als recht beschouwen.

De bijstand als ruil

Het ruil-perspectief of -frame wordt gekenmerkt door het uitgangspunt dat er bij het verstrekken van bijstand een evenwicht moet zijn tussen geven en ontvangen. Dit was in het onderzoek verreweg het meest gehanteerde perspectief. In dit perspectief is het rechtvaardig, dat je iets terugdoet voor je uitkering (ruil van geven en nemen) in de vorm van een tegenprestatie. Men vindt het in dit frame rechtvaardig dat het recht op bijstand onderdeel is van een sociaal contract met duidelijke plichten. Het belangrijkste in dit perspectief is wederkerigheid. Maar in het ruilperspectief moet er wel sprake zijn van een evenwicht tussen rechten en plichten. De verplichte tegenprestatie is daarom niet per definitie rechtvaardig. Op basis van het principe van wederkerigheid moet je er iets mee opschieten, zoals het opdoen van een werkritme, sociale contacten of een kans om sociale vaardigheden te ontwikkelen. Bijstandsgerechtigden die vinden dat ze meer terugdoen dan zij ontvangen worden kwaad. In dit frame vergelijken de bijstandsgerechtigden zich met anderen. Wanneer ze bijvoorbeeld streng gecontroleerd worden op fraude, vinden de mensen dat ze strenger worden behandeld dan ze verdienen en voeren ze het argument aan dat de eigenlijke grote fraudeurs niet worden aangepakt. Dit leidt tot jaloezie en wrok jegens andere bijstandsgerechtigden. Hoewel de onderzoekers het zelf niet zo noemen, zou je kunnen zeggen dat het dominante ruilperspectief past in het neoliberale gedachtegoed. Je moet streven naar voor wat hoort wat, in marktsituaties, maar ook in het dagelijks leven. Je moet voornamelijk vanuit je eigen belang redeneren. Kritiek is er niet zozeer op het stelsel van rechten en plichten als zodanig, maar op de uitvoering ervan, waarin een disbalans kan optreden tussen rechten en plichten op basis van wederkerigheid.

De bijstand als gift

Het derde perspectief is minder dominant dan het ruilperspectief maar komt toch vaker voor dan het rechtenperspectief. In dit frame is de bijstand niet een recht, maar moet je je gevoelens van dankbaarheid tonen dat je bijstand krijgt. De mensen die bijstand beschouwen als gift zijn gespeend van kritiek. Om niet ondankbaar te lijken, oefenen ze geen kritiek uit. Ze vinden het niet gepast om te klagen of eisen te stellen aan de bijstand. Ze hanteren een pragmatisch referentiekader, dat wil zeggen ze vergelijken de Nederlandse bijstand met de situatie in andere landen en vinden dat wij beter af zijn. Bij het giftenperspectief is het ontvangen van bijstand niet vanzelfsprekend, en dat betekent een gevoel van afhankelijkheid van de gever, dat schaamte in de hand werkt. Bijstandsgerechtigden die redeneren vanuit het giftenperspectief schamen zich vaak dat ze een uitkering hebben. De verplichte tegenprestatie is niet een kwestie van ruilen, zoals in het ruilperspectief, maar een uiting van behulpzaamheid. Toch kunnen mensen in het giftenperspectief zich onrechtvaardig behandeld voelen. Ze willen zelf graag behulpzaam zijn, en als de klantmanager dan druk op hen uitoefent om iets te doen, vinden ze dat onrechtvaardig. Het valt op dat het vaak alleenstaande moeders met een verleden vol problemen zijn die de bijstand als een gift beschouwen. De bijstand schonk hen financiele onafhankelijkheid van hun voormalige echtgenoten. Maar tegelijkertijd is er het gevoel van een nieuwe afhankelijkheid, nl van de staat. Hoewel de mensen in het giftenperspectief dankbaar zijn, zouden ze toch liever hun eigen geld verdienen, onafhankelijk zijn.

Oordelen

Hoe oordelen bijstandsgerechtigden nu vanuit de verschillende frames over de andere bijstandsgerechtigden?

In het rechtenperspectief zijn andere bijstandsgerechtigden vooral onwetend. Het zijn mensen die laaggeletterd zijn, ze spreken de taal vaak niet goed of hebben problemen zoals schulden, chronische ziekte of een verslaving. Daardoor komen ze niet goed vanuit een rechtenperspectief voor zichzelf op. Overigens worden bijstandsgerechtigden in dit perspectief met vertrouwen en zorgzaamheid benaderd. In het ruilperspectief moet er een evenwicht zijn tussen rechten en plichten. In dit frame worden bijstandsgerechtigden al gauw als profiteurs gezien, die de kantjes eraf lopen en te weinig terugdoen voor hun uitkering. Zij moeten hard aangepakt worden. Vaak zijn het migranten die als profiteurs worden neergezet. Degenen die de bijstand als gift beschouwen, zijn kritisch over bijstandsgerechtigden die kritiek hebben. In dit frame beschouwd men dit als ondankbaarheid. Ondankbaarheid is bijvoorbeeld het aanspraak maken op extra voorzieningen. De bijstand is al een geschenk en dan vraag je daar niet nog eens toeslagen bovenop. Mensen die de bijstand als gift zien zijn dankbaar en verwachten dat ook van anderen.

Onderzoek

In het onderzoek waren ongeveer driekwart van de respondenten voorstander van het ruil- of giftenframe. De onderzoekers vergelijken hun bevindingen met een vergelijkbaar onderzoek eind jaren tachtig van de vorige eeuw (2). In dat onderzoek concludeerde men, dat het rechtenperspectief het meest werd gehanteerd. De huidige onderzoekers constateren, dat dat onderzoek verricht werd op een kantelpunt: daarna is het gehak op bijstandsgerechtigden en werklozen begonnen en werd de bijstand steeds strenger. Zij constateren, dat de hervorming van de verzorgingsstaat diep heeft ingegrepen in de ideeen over rechtvaardigheid van bijstandsgerechtigden. Ik voeg eraan toe dat 30 jaar propaganda voor het neoliberalisme zijn uitwerking op de opvattingen van bijstandsgerechtigden niet heeft gemist, hoe zij de bijstand zien en hoe zij andere bijstandsgerechtigden zien. Voor een uitgebreide behandeling van de 3 frames verwijs ik naar het artikel. Voor ons, als belangenbehartigers, is dit onderzoek van belang omdat het aanwijzingen geeft over hoe wij argumenten moeten aanvoeren waarin het rechtenperspectief centraal staat. Benadrukken dat de bijstand een verworvenheid is waarop recht bestaat en benadrukken van anti-racisme campagnes. Maar ook geeft het onderzoek aanwijzingen hoe het ruilperspectief en het giftenperspectief effectief met argumenten kan worden weerlegd.

Piet van der Lende

(1) Melissa Sebrechts en Thomas Kampen. De bijstand als recht, ruil of gift. Rechtvaardigheid van de uitkering volgens bijstandsgerechtigden zelf. In: Streng maar onrechtvaardig. De bijstand gewogen. Uitgeverij van Gennep. Thomas Kampen, Melissa Sebrechts, Trudie Knijn, Evelien Tonkens (red). Artikel op blz 177 tm blz 197.

(2) H. Kroft, G Engbersen, K. Schuijt, J.S. Timmer, S. Hoegen, H. Muller- 1989. Een tijd zonder werk. Een onderzoek naar de leefwereld van langdurig werklozen. Leiden/Antwerpen. Stenfert Kroese.

woensdag 31 maart 2021

Werkloze moet zelf scholingskosten in eerste instantie betalen

Een werkloze in Amsterdam werd opgeroepen door de sociale dienst (WPI) en kreeg te horen, dat hij een cursus verkeersregelaar moest volgen. De klantmanager stuurde hem o.a. een email met de volgende bewoordingen: ‘ik verzoek je op het curusaanbod te reageren, nee, ik sommeer je te reageren’. De betrokken werkloze gaf zich dus op voor de cursus. Hij ging in zee met Jongleen Infra BV een uitzendbureau voor verkeersregelaars in Capelle aan den Ijssel. Hij moest een curus van drie dagen volgen. Op de praktijkdag moest hij op een druk kruispunt in Rotterdam bij metrostation Slinge het verkeer regelen. Het ging om een ingewikkeld kruispunt met 14 rijbanen. Op de tweede dag van zijn opleiding was het code rood, er was sprake van gladheid door ijzel,

Het was nul tot later op de dag twee graden. Het was zeer glad in de vroege ochtend, maar later op de dag bleef het regenachtig en verraderlijk weer,waarop de praktijkdag buiten (op weg) ondanks het gevaar toch is voortgezet. De werkloze heeft dit zodanig gevaarlijk ervaren dat hij de opleiding niet wilde afronden voordat het gevaar voorbij was. Aan Jongleen Infra BV heeft hij daarop gemeld dat hij de opleiding op dat moment wegens gevaar niet kon afronden. En toen kwam het. De werkloze kreeg een vordering voor de terugbetaling van de kosten van de opleiding van een incassobureau ingeschakeld door Jongleen Infra. Jongleen Infra BV heeft zonder zelf contact op te nemen direct een incassobureau ingeschakeld. Het gaat om een bedrag van € 1042,85. Inclusief incassokosten. Uit angst heeft cliënt het bedrag meteen overgemaakt. 

De werkloze werd geconfronteerd met de regel die de sociale dienst Amsterdam hanteert, dat kosten van de opleiding niet worden vergoed wanneer de werkloze de opleiding niet afmaakt en niet slaagt voor het examen. Overigens kregen de geslaagde verkeersregelaars een 0 uren contract bij het uizendbureau. Ze hebben blijkbaar als strategie, een stuwmeer van verkeersregelaars aan te legnne voor als het economisch weer wat beter gaat. 

Het is kassa voor het uitzendbureau. Wij veronderstellen dat het bureau naast de 907 euro vergoeding voor de dridaaagse curus ook nog subsidie ontvangt voor het in dienst nemen van bijstandsgerechtigden op een 0 uren contract, bijvoorbeeld een loonkostensubsidie. Wat betreft de gemeente Amsterdam: ze forceren een traject bij een werkloze, waarbij de risico’s van het niet slagen worden afgewenteld op de werkloze: die moet bijna duizend euro van zijn bijstandsuitkering ophoesten wanneer hij niet slaagt en de gemeente zit met deze pogingen goedkoop.

De werkloze schakelde een advocaat in die protsteerde bij de gemeente tegen de gang van zaken. Dit heeft ertoe geleid uiteindelijk dat de werkloze de scholingkosten die hij aan het uitzendbureau betaald had vergoed kreeg.

Wij vinden het van de zotte dat werklozen zelf de opleidingskosten moeten betalen van een traject dat hen door de gemeente is opgelegd.

Piet van der Lende
Bijstandsbond


maandag 29 maart 2021

De basisbaan is capitulatie voor de onrechtvaardige verhoudingen op de arbeidsmarkt

Solidariteit - Commentaar 430 - 28 maart 2021

De basisbaan

Piet van der Lende

In de onderhandelingen over een nieuw kabinet wordt nagedacht over de zogenaamde basisbaan voor werklozen. De Partij van de Arbeid zette het in haar verkiezingsprogramma en wil honderdduizend basisbanen in de publieke sector. Zo'n baan is volgens de PvdA een volwaardige met een fatsoenlijk salaris, waarmee mensen die ongewild langs de kant staan aan de slag kunnen. Als wijkhulp, beveiliger of speeltuinmedewerker. Maar in de diverse varianten die de ronde doen, gaat het toch meestal om vrij slechte arbeidsvoorwaarden: geen bijstand meer, maar een baan bij de gemeente tegen minimumloon.

Begin dit jaar adviseerden twee instanties het kabinet om naar de basisbaan te kijken. Als werk psychologisch en sociaal zo belangrijk is, kunnen we mensen niet 'afschepen' met een uitkering staat in een rapport van de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid.

Verplichtingen

Ook de commissie Borstlap nam de basisbaan op in haar advies. Ze deed dat in opdracht van het kabinetsonderzoek naar de toekomst van de arbeidsmarkt. Basisbanen zijn een variant op de oude Melkertbanen, maar dan zonder doorstroming naar regulier werk als doelstelling.

De moeilijkheid om de nadelen van de basisbaan te benoemen, is dat voorstellen over elkaar heen duikelen en politieke partijen verschillende uitgangspunten hebben en wetenschappers proefballonnetjes oplaten met een wisselende inhoud. Hier enkele nadelen van de basisbanen.

Allereerst is zo'n baan een capitulatie voor de onrechtvaardigheden op de arbeidsmarkt onder kapitalistische verhoudingen. Politieke partijen en wetenschappers richten zich op volledige werkgelegenheid en pleiten voor 'recht op werk voor iedereen'. Is dat niet mogelijk met een reguliere baan, dan met een basisbaan, noodzakelijk om te kunnen ontplooien.

Aan dit recht op werk zitten echter ook verplichtingen verbonden. In de praktijk bepaalt de 'klantmanager', al of niet in overleg met de betrokkene, welk werk geschikt is. De ervaring leert dat in de praktijk niets terechtkomt van uitgangspunten als zelf voorstellen mogen inbrengen, meewerken is een vrije keuze, redelijk overleg moet plaatsvinden. De klantmanager staat onder druk van bovenaf met 'te halen targets' en zet de werkzoekende vervolgens op haar/zijn beurt onder druk.

Er is geen vrijwillige keuze. De verplichting is om iedere gangbare arbeid te aanvaarden. Het begrip 'passende arbeid' is afgeschaft. Daar hoor je niemand over. De deur staat dus bij gemeentelijk beleid wagenwijd open naar gedwongen arbeid - dus op straffe van kortingen of zelfs uitsluiting van de uitkering om de dwang om een voorgestelde basisbaan te aanvaarden.

Geen beleidsinstrumentarium

De gemeenten die nu experimenteren met basisbanen beschikken niet over het beleidsinstrumentarium om de arbeidsmarkt te hervormen en ongelijkheden te bestrijden. In de praktijk kan dat averechts uitwerken. Mensen worden vaak niet geholpen, maar dieper het moeras in geduwd met onbeantwoorde vragen als:

* is volledige werkgelegenheid mogelijk, terwijl er geen economisch beleid wordt gevoerd om de markt te beïnvloeden en regulier werk te scheppen door bijvoorbeeld een industriepolitiek die de privatisering van publieke diensten terugdraait?

* is arbeidsbemiddeling, waarbij slechts maatregelen worden genomen om de werkzoekende bij te schaven en te disciplineren, meer dan via het marktmechanisme de vraag naar arbeid af te stemmen op het aanbod?

Zo niet, dan is volledige werkgelegenheid een illusie en is de basisbaan een onderschikking aan de markt. De gemeentelijke initiatieven om basisbanen, buurtbanen of uitstroombanen te creëren passen in de huidige onrechtvaardige situatie, rustend op een neoliberaal regeringsbeleid.

Mislukking

In de bestaande verhoudingen is het beleid mislukt om arbeidsongeschikten aan een reguliere baan te helpen. De streefcijfers die in het sociaal akkoord tussen vakbonden, werkgevers en overheid zijn afgesproken, worden lang niet gehaald. Nu wordt de basisbaan van stal gehaald om mensen toch perspectief te bieden. In het licht van de chronische massawerkloosheid kunnen werkgevers die vrijwel autonoom zijn in hun selectie- en personeelsbeleid, te kust en te keur kiezen voor de mensen die ze willen aannemen. En dat zijn degenen met de hoogste arbeidsproductiviteit. Discriminatie op de arbeidsmarkt van verschillende groepen tiert welig en maatregelen ertegen zijn volstrekt onvoldoende. Bovendien gaan werkgevers, concurrerend, in hun aannemings- en beoordelingsbeleid uit van zeer subjectieve, aanvechtbare criteria.

In sommige voorstellen geldt de basisbaan als aanvullend werk, assisteren bij regulier werk, dat geen bestaande betaalde arbeid mag verdringen en soms als vrijwilligerswerk gedaan wordt. Op zich is er niets tegen een baan als bijvoorbeeld speeltuinmedewerker, maar zeker onder slechte arbeidsvoorwaarden is de basisbaan een doekje voor het bloeden. Ondanks alle mooie woorden over zinvol werk, is het in de huidige situatie zwichten voor de arbeidsmarkt, omdat:

1) mensen met een beperkte arbeidsongeschiktheid niet aan het werk komen en uitgesloten zijn van uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid, zodat ze gedumpt worden in de onleefbare bijstand,

2) met name jongeren aangewezen zijn op het flexibele segment van de markt met onderbetaalde baantjes, waaraan geen bestaanszekerheid te ontlenen is,

3) 'bevoorrechten' werken in een vast contract met een redelijk salaris, terwijl hun banen voor de twee andere groepen nauwelijks toegankelijk zijn - onderzoek leert dat wie aangewezen is op flexibele onderbetaalde arbeid, daar dikwijls niet uitkomt.

Recht op werk

De monomane ambitie van 'recht op werk', volledige werkgelegenheid en werk voor iedereen klinkt op het eerste gezicht als een mooie slogan. Maar komen er maatregelen die niet voorbijgaan aan de onrechtvaardige verhoudingen tussen arm en rijk? Een tweedeling in de samenleving tussen bevoorrechten en mensen die met bestaansonzekerheid moeten leven die het kapitalisme produceert. De slogans gaan volledig voorbij aan het feit dat de bijstand het afvoerputje is geworden voor de gaten in de verzekeringen voor arbeidsongeschiktheid, zodat in de bijstand duizenden zitten die geen betaald werk kunnen verrichten.

Politieke partijen houden hardnekkig de ogen gesloten. In plaats van aanvaarden dat nu eenmaal een bepaald percentage van de bevolking niet kan werken en daarvoor een goede sociale zekerheid ontwerpen, worden duizenden arbeidsongeschikten in de bijstand gezet. Telkens weer staan mensen onder druk door hen onnodig op te roepen voor gesprekken om aan het werk te gaan. Velen hebben daarvan de psychische gevolgen ondervonden. Slapeloze nachten, pillen slikken om overeind te blijven, angst het laatste vangnet te verliezen en zonder geld te komen zitten.

Deze uitzichtloosheid wordt versterkt door het feit dat in verschillende voorstellen de basisbanen tijdelijk zijn en gericht op uitstroom. Uitstroom onder de huidige arbeidsmarktverhoudingen en werkloosheid? De gecombineerde doelstelling van arbeidsbemiddeling en zinvolle arbeid in een tijdelijke baan zal bij velen de psychische problemen als gevolg van onzekerheid versterken. De twee wringen totaal. Dit staat in schril contrast met de mooie bestuurderswoorden over 'mensen helpen zich te ontplooien en perspectief te bieden via een werkgarantie'.

Alles hangt af van de uitwerking van de basisbaan: welk beleid onder welke voorwaarden. Er is alleen wat voor te zeggen, als het gebeurt in het kader van een rechtvaardig arbeidsmarktbeleid dat de genoemde driedeling tegengaat, als de deelname aan de basisbaan vrijwillig is, als een redelijk salaris betaald wordt met een regulier arbeidscontract en als bestaand vrijwilligerswerk omgezet kan worden in een basisbaan. Verder moet worden erkend dat vele arbeidsongeschikten in de bijstand niet kunnen werken. Voor hen moet een rechtvaardige sociale zekerheid worden ontworpen.

Maar waarom dan een basisbaan genoemd en niet gewoon een baan?

Dit is nummer 430 van Solidariteitcommentaar. We brengen veertiendaags een e-mail uit met brandend commentaar op actuele ontwikkelingen. Het commentaar verschijnt eveneens op onze webstek www.solidariteit.nl. De versie op de webstek is opgemaakt en eenvoudig te printen.

Vrienden en bekenden zijn welkom en kunnen zich gratis abonneren op ons elektronisch commentaar: www.solidariteit.nl/webzine.html.

of mail ons via redactie@solidariteit.nl.


zaterdag 20 maart 2021

Oproep om de Bijstandsbond te helpen bij een guerilla marketing campagne

Guerilla marketing is een techniek om met een beperkt budget aandacht, publiciteit en reacties op te roepen omdat je middels een origineel idee in de vorm van beeld, geluid en tekst het probleem, je standpunt of je organisatie naar voren brengt. Het is dan de bedoeling dat mensen via sociale media en mond tot mond reclame dit beeld of de tekst verder verspreiden en er een soort sneeuwbal effect ontstaat. Vervolgens kan de campagne aandacht genereren in de massamedia.

Een campagne voor guerilla marketing kan worden aangevuld met ludieke acties op straat of in gebouwen, ook flasmobs e.d kunnen er deel van uitmaken. (Flasmobs zijn oproepen op sociale media
om bij elkaar te komen op straat of elders in de openbare ruimte op een bepaald tijdstip) Hoewel het bijzonder geschikt is voor kleine organisaties om meer bekendheid te krijgen wordt de techniek niet versmaad door grote merken die wel een groot reclamebudget hebben. Zo organiseerde Zeeman (van de goedkope onderbroeken) undercover een deelname aan een zeerlk liet lopen met goedkope jurkjes van de Zeeman die in de winkel 15 euro kosten. De rijke bezoekers en bezoeksters van de dure modeshow lieten hun ahs en ohs horen en maakten bewonderend fotoos van de dure modeshow met gerennomeerde couturiers, waar een zogenaamd duur kledingmerk mannequins op de catwalk mooie kleding met hun dure Iphones. Na afloop van de show werd bekend dat het goedkope kleding van Zeeman was. Alles werd op film en in tekst vastgelegd en gepubliceerd op sociale media.

Het blijkt o.a. dat de Bijstandsbond vooral veel bekendheid geniet dankzij de informele netwerken waar de leden van haar achterban deel van uitmaken. Meer dan 50% van de respondenten geeft aan, dat zij op de hoogte zijn geraakt van het bestaan van de Bijstandsbond door mond tot mond reclame, en verwijzing door instanties, niet zozeer door media in welke vorm dan ook. Dit sterke punt willen we verder versterken door mensen meer redenen te geven van persoon tot persoon over de Bijstandsbond, haar standpunten en acties te vertellen.

Maar het maken van een campagne op basis van guerilla marketing is niet eenvoudig. Je moet originele dingen bedenken die aanspreken. Daarvoor hebben we jouw nodig. Heb jij een origineel idee, laat het ons weten. Heb je ideen voor leuke foto's teksten, spreuken, geluiden stuur het op naar gureillamarketing@bijstandsbond.org

donderdag 18 maart 2021

De verkiezingsoverwinning van D’66 en de VVD. Naar een ‘linksige’ politiek in kapitalistische verhoudingen?

De Nederlandse kiezers stemmen steeds meer op rechtse partijen terwijl de verkiezingsprogramma's de linksige kant op lijken te gaan. Althans wat betreft sociale zekerheid, hoogte van de lonen, uitgaven van de overheid voor o.a. gezondheidszorg en onderwijs, etc. Zeg maar het programma van D’66. Een belangrijk punt is hierbij de manier waarop de overheid haar burgers behandelt. De toeslagen affaire heeft op deze discussie een grote invloed. Het lijkt erop, dat veel kiezers o.a. zijn overgelopen van Groen Links naar D’66. Terwijl dit toch een heel andere partij is, die veel meer het marktdenken centraal stelt in haar beleid. Bovendien hebben de traditionele linkse partijen, SP, Groen Links en PvdA in totaal flink verloren. Kritiek op het marktdenken is ‘out’ terwijl dit in mijn ogen in veel gevallen toch de fundamentele oorzaak is van de problemen in de samenleving. 


paradox

Hoe de paradox van linksig beleid door rechtse partijen te verklaren? Politieke partijen, zoeken altijd naar een standpunt wat hen de meeste kiezers oplevert. Daarom eerst maar eens mijn mening over de standpunten van de meerderheid van de bevolking. Het is bekend, dat de overgrote meerderheid van de bevolking voor een progressief sociaal zekerheidsstelsel is, en rechtvaardige lonen en arbeidsvoorwaarden. Men wil ook een goed gezondheidszorg, onderwijs en een streng milieubeleid. De linksige programma's van de rechtse liberale politieke partijen lijken hierop aan te sluiten. In feite is het standpunt van de meerderheid, dat er hervormingen moeten plaatsvinden onder en binnen kapitalistische verhoudingen. De uitwassen van het kapitalisme moeten worden bestreden (Zie de voortdurende onthullingen in de pers ) en er moet een rechtvaardiger herverdeling van de rijkdom plaatsvinden. Dit wordt gecombineerd met het standpunt, dat de verbeteringen vooral ten goede moeten komen aan de 'eigen' bevolking, dus een streng tot zeer streng migratiebeleid, gepaard gaande met een tamelijk eenzijdige integratie van migranten in de Nederlandse samenleving, zodat het alleen aan de eigen bevolking ten goede komt. Politieke partijen sluiten op deze standpunten aan. De meeste mensen willen geen fundamentele hervormingen, en zien niet, dat bedrijven onder kapitalistische concurrentieverhoudingen streven naar grote winsten, die de goede doelstellingen belemmeren. Men focust op structureel overleg met de kapitalisten in het poldermodel, om via overleg en druk uitoefenen middels beperkte acties hen tot beleidswijzigingen te brengen. Daarom stemmen de mensen D’66, die de afgelopen periode deel uitmaakten van de regering en medeverantwoordelijk waren voor veel dingen die fout gingen. Daarbij wordt ook door de traditionele linkse politieke partijen breed de strategie gevolgd, evenals door sommige sociale bewegingen zoals de milieubeweging, dat eerst wel op zich radicale eisen worden gesteld, die in overleggen en onderhandelingen op tafel worden gelegd en waar dan compromissen uitrollen waar de kapitalisten mee kunnen leven. Voor een structurele hervorming van het kapitalisme is geen meerderheid te vinden. Je kunt ook stellen, dat dit discussiepunt in de verkiezingen nauwelijks een rol speelde.

Weinig invloed

De fundamentele kritiek op het kapitalisme van radicaal links heeft betrekkelijk weinig invloed. De kritiek is vaak op een hoog niveau, in wetenschappelijke of semi-wetenschappelijke moeilijk leesbare artikelen neergelegd, en er lijkt een kleine intellectuele elite te bestaan die de informatie in dit opzicht uitwisselt, moeilijk toegankelijk voor lager opgeleiden. Zij richten zich voor hun informatie op de oppervlakkiger massa-media, die zich richten op de bevolkingsgroepen die minder goed geletterd zijn en die geen belangstelling tonen voor de doorwrochte kritieken op het kapitalisme in het algemeen en het neoliberalisme in het bijzonder. Structurele kritiek op het neoliberalisme met zijn doorgeschoten marktdenken is er wel, maar de meeste mensen zien het marktdenken niet echt als een probleem, en aanvaarden de markteconomie als een noodzakelijke voorwaarde voor de productie van welvaart en welzijn. 30 jaar neoliberalisme met zijn voortdurende propaganda hebben een fundamentele marktkritiek er bij de bevolking uit geramd.

Piet van der Lende

zaterdag 13 maart 2021

Commentaar op de verkiezingen

 Ik richt mij tot de zwakkere, de kansarme, de kwetsbare, de minder bedeelde, de in de hoek gedrukte, zij die op de schopstoel zitten, de pechvogels, de in het verkeerde nest geborene , het pispaaltje, zij die altijd de dupe zijn, zij die zich in de steek gelaten voelende, de mensen zonder stem en al die anderen die zich aangesproken (kunnen) voelende woonachtigen in dit fijn landje.

Beste en lieve mensen, misschien zelfs vrienden

Waar zijn we in dit landje in vredesnaam mee bezig
Nog eventjes en we mogen weer naar de stembus. Keuze genoeg om je stem aan te geven. Vijfendertig partijen en partijtjes dingen naar onze gunst. Wat een waanzin, wat een gekkigheid. Wat een hemel schreiende ontwikkeling dat eigenlijk ook alleen maar in dit vrijzinnig en democratisch landje tevoorschijn komt. Kan het nog gekker, kun je voor iedere scheet die je dwars zit een politieke partij oprichten. Ja, het blijkt te kunnen. Het blijkt ook mogelijk te zijn om met al die onzinnig aantal politieke partijtjes, ons parlementaire stelsel de nek om te draaien.

Ik ben maar een gewone jongen, of eigenlijk al een gepensioneerde kerel uit Drenthe. Een prachtige provincie, een ieder die dit leest zal dat moeten en kunnen beamen. Nu schijnt het zo te zijn dat mijn dierbare provincie, als de kaarten goed vallen, één zetel in de Tweede Kamer weet te veroveren. Jammer, niet veel maar het kan me eigenlijk niets schelen. Waarschijnlijk missen we de juiste mensen die representatief genoeg zijn om Drenthe te vertegenwoordigen. Als ze er niet zijn dan moet je er ook niet langer over zeuren.
Anders ligt dat bij het aantal partijen die vragen om mijn stem. Ik ben daar best wel pissig over. Mijn van nature vrolijk- en nuchterheid wordt aangetast door mensen die mij op het verkeerde been willen zetten. Mensen die puur gebruik willen maken van ieders ongenoegen, deze verzamelen om er dan een politieke programma van te maken. Een programma dat ertoe dient om velen het idee te geven dat zij bij deze mensen het Paradijs kunnen vinden. Anders gezegd; een programma met de bedoeling om mensen een rad voor de ogen te draaien.
Lieve mensen, ik ga geen namen noemen. Lieve en beste mensen ik wil u alleen vragen om er niet in te trappen. Ik wil u waarschuwen voor de onwerkbare situatie in de Tweede Kamer als dit verschijnsel zich weet door te zetten. Gooi uw stem niet te grabbel door op één van die onzinnige en overbodige partijtjes met mooie beloftes te stemmen. Stem voor jezelf, stem voor jouw eigen portemonnee, stem voor realisme. Stem voor een werkbare Tweede Kamer.

Ik geloof niet meer zo zeer in het links of rechts denken. Nederland is daarvoor te ingewikkeld geworden. Ik geloof wel in ongelijkheid in kansen, ik geloof in tweedeling op diverse terreinen binnen onze samenleving. Er ontstaan kloven die met veel moeite misschien nog te overbruggen zijn. Onze samenleving vraagt daarom om bruggenbouwers. Mensen die oog hebben voor hen die niet dagelijks in de schijnwerpers staan en hun successen mogen vertellen. Mensen die oog hebben voor ordinaire mensen zoals u en mij. Het gaat mij er voor de komende vier jaar bijvoorbeeld om dat die 14 euro minimumloon erdoor komt. Het gaat mij erom dat de Tweede Kamer de mogelijkheden krijgt om haar controlerende taak uit te voeren. Het gaat mij er om de regering een halt toe te roepen kan worden wanneer zij teveel naar het kapitaal overhellen. Ik wil dat mijn inkomen veiliggesteld wordt. Ik wil die dingen die passen bij de gewone man, de uitkeringsgerechtigde, passen bij voor het minimumloon werkende mensen, de gepensioneerden en al die anderen die afhankelijk zijn van een vertegenwoordiger die oog heeft voor hun echte beslommeringen.

Ja, sommige partijen zijn in het verleden ongelooflijk van het paadje geraakt. Zij hebben daarvoor een zware tol betaald. Zij zijn op een nog nooit vertoonde manier afgestraft door hun eigen basis. Ik ga ervan uit dat ze geleerd hebben. Dat ze weer de verantwoordelijkheid willen nemen voor besluiten die passen bij de leefwereld van hun kiezers aan de basis. Mocht het zo zijn dat ze er niets van opgestoken hebben, dan zou dat het failliet betekenen voor een belangrijke partij die voor onze belangen op zou moeten komen. Ik geloof in het vermogen om te leren van gemaakte fouten.
We zijn inmiddels dus weer vier jaar verder. We zijn weer vier jaar aan ervaringen rijker. Als we de zware gordijnen van teleurstelling en boosheid opzij schuiven dan valt wel iets op. Als we het wantrouwen van de ramen wassen dan wordt daar een toekomst zichtbaar. Een mogelijke toekomst opgebouwd uit de heldere ervaringen van de afgelopen tien jaar, maar zeker ook van de laatste vier jaar. De afgelopen jaren hebben laten zien dat de kloof tussen kapitaal en besteedbaar inkomen van de werkenden dieper is geworden. Het onvermogen om signalen uit de samenleving passend te beantwoorden heeft ongelooflijke drama’s veroorzaakt. Horende doof en ziende blind dendert het slagschip Nederland door de golven, ten koste van hen die zich niet kunnen vasthouden.

We hebben vier jaren van centrum rechts of neo-liberaal beleid achter de rug. Ondanks de Corona; het gaat goed met Nederland. Helaas geldt dit niet voor iedereen. Het geldt niet voor hen die van het minimumloon moeten rond zien te komen. Het geldt niet voor hen die vanwege de Participatiewet geen toegang krijgen tot de beloofde arbeidsmarkt. Het geldt niet voor hen die aan het werk zijn met een flexibel arbeidscontract. Het geldt niet voor de ZZP-ers die deze vorm van werken hebben gekozen vanwege een gebrek aan vacatures op basis van cao’s. Het geldt niet voor mensen met een ‘niet Nederlandse’ achternaam. Het geldt ook niet voor al die mensen die van de één of andere uitkering afhankelijk zijn. AOW-ers, WAO-ers, zeker de Wajongeren, de uitkeringsgerechtigden. Allemaal mensen zonder een sterk vertegenwoordigend orgaan in Den Haag of publiek pressie- of chantagemiddel. Lijdzaam toezien hoe over hun leefwereld wordt beslist is hun lot. Dat is mijn lot, en misschien is dat uw lot.

Wat te doen
Stemmen. Ondanks alle teleurstelling, kwaadheid, wantrouwen of ongeloof toch gaan stemmen. En dan niet je stem afgeven aan die partijen die verdeeldheid zaaien. Stem op die partijen waar wij, gezamenlijk als onthande burger, ons terug kunnen vinden door hun beleid. Ondanks de fouten uit het verleden is daar toch een spectrum aan partijen waar onze stem serieus telt. Partijen die het misschien zo bont hebben gemaakt dat we flink en met moed over ons hart moeten strijken.
Bij partijen van SP tot en met D’66 is de kans groter dat onze belangen worden meegenomen. Immers, neem maar van mij aan, wij krijgen het echt niet beter door barrières op te richten aan de grenzen. Ons belang zit bij die partijen die de bestaande middelen eerlijker willen verdelen. Door de arbeidsmarkt toegankelijker te willen maken voor ons die gedwongen langs de kant moeten toekijken. Door een samenleving vorm te geven waarin iedereen de regels en wetten gelijk gelden ongeacht tot welke groep men behoort. Nogmaals mijn wens aan u; Ga toch vooral stemmen. Niet op die talrijke kleine partijtjes, het zijn speelballetjes voor die grote reus wanneer het hem uitkomt. Laat uw stem een bouwsteen zijn voor een sterkere oppositie. Een oppositie die ook donders goed moet weten dat een innige samenwerking absoluut noodzakelijk is als zij willen doen waar zij zeggen voor te staan

Met vriendelijke groet en veel wijsheid toegewenst
Aaldert de Jong




vrijdag 26 februari 2021

Cliëntenbelang en Bijstandsbond gaan nauwer samenwerken

 Clientenbelang Amsterdam

24 februari 2021

Nauwere samenwerking met Bijstandsbond

Zowel de Amsterdamse Bijstandsbond als clientenbelang bieden kosteloze cliëntondersteuning, maar wel op verschillende gebieden. Kort geleden hebben we de banden aangehaald en afgesproken om vaker cliënten naar elkaar door te verwijzen. Ook gaan we samenwerken in projecten, bijvoorbeeld op het gebied van werk en inkomen. 

 Wilco Schild, onze coördinator cliëntondersteuning: “Onze doelgroepen overlappen elkaar voor een groot deel. Net als bij ons komen bij de Bijstandsbond veel cliënten met psychische problemen of een licht verstandelijke beperking. Maar eveneens mensen met fysieke beperkingen, van jong tot oud. Allemaal mensen die moeite hebben om een inkomen te verwerven en daarom vaak zijn aangewezen op een (bijstands)uitkering.”

“Onze eigen cliëntondersteuners richten zich vooral op het ondersteunen van mensen die met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), Jeugdwet en de Wet langdurige zorg (Wlz) te maken hebben. Als cliënten daarbij ook nog financiële problemen hebben, zullen we niet nalaten hen door te verwijzen naar de Bijstandsbond.”

Meteen bezwaarschrift indienen

Piet van der Lende is al 30 jaar betrokken bij de Bijstandsbond en vertelt dat er zo’n 20 mensen per week naar het inloopspreekuur komen: “De spreekuren zijn op dinsdag en donderdag tussen 11 en 4 uur. Vanaf 1 uur is er ook een advocaat aanwezig.

 Als iemand het bijvoorbeeld niet eens is met het niet toekennen van een vergoeding voor dieetkosten, dan kan de advocaat meteen een bezwaarschrift schrijven. Ook in deze coronatijd kunnen mensen gewoon langskomen.” 

 Kwijtschelden gemeentelijke heffingen

“We helpen met het aanvragen van een bijstandsuitkering en met het invullen van allerlei formulieren. Onze specialisatie is het helpen bij kwijtschelding van gemeentelijke heffingen. We weten ook veel over de regeling tegemoetkoming meerkosten. 

 Dit is een een regeling van de gemeente om mensen die extra kosten maken door hun aandoening financieel te ondersteunen. Daarnaast geven we allerlei adviezen, bijvoorbeeld over het ontvangen van een erfenis terwijl iemand een uitkering heeft.”

 Moeite met hulpvraag formuleren

De Bijstandsbond ziet steeds meer mensen op het spreekuur komen die zulke ingewikkelde problemen hebben, dat het nauwelijks lukt om een hulpvraag te formuleren. Piet: ”Die mensen zouden misschien bij jullie terecht kunnen. Dat geldt ook voor de mantelzorgers die wel eens bij ons komen. Zij hebben jaren bij hun ouders ingewoond om hen te verzorgen en moeten na hun dood het huis uit. Voor hen kunnen jullie misschien ook iets doen.”

 Onze cliëntondersteuning

Amsterdammers die vastlopen bij het regelen van zorg of voorzieningen of behoefte hebben aan ondersteuning, kunnen een mail sturen naar steunpunt@clientenbelangamsterdam.nl of bellen met één van onze cliëntondersteuners op (020) 57 77 999 (op werkdagen van 10.00 - 16.00 uur).


 


Open monumentendag in woon werk pand Tetterode in Amsterdam

 Beste mensen, Dit weekend is woon werk pand Tetterode in Amsterdam geopend in het kader van Open Monumentendag. Ook de Bijstandsbond, geves...