Principiële uitspraak in dwangarbeidzaak aangedragen door advocaat Marc van Hoof en de Bijstandsbond
De Centrale Raad van Beroep doet op 8 februari 2010 om 11.00 uur te Utrecht in het openbaar mondeling uitspraak over de vraag of het verplicht volgen van een re-integratietraject strijd oplevert met het verbod op dwangarbeid. De Bijstandsbond zal met enkele mensen bij de uitspraak aanwezig zijn.
Bezoekadres CrvB
Graadt van Roggenweg 200-250
3531 AH Utrecht (Zie routebeschrijving met openbaar vervoer onderaan)
Anders dan in de welbekende zaak van de schoffelweigeraar komt de Raad hier wel tot een inhoudelijke beoordeling. Het is bijzonder dat de Centrale Raad van Beroep mondeling in het openbaar uitspraak doet, omdat- hoewel dat niet juist is- uitspraken meestal schriftelijk worden afgehandeld.
De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het burgerlijke en militaire ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht.
Op 17 november 2009 is deze bijstandszaak in een zitting van de meervoudige kamer van de Raad behandeld. De zaak werd aangedragen door advocaat Marc van Hoof, die samenwerkt met de Vereniging Bijstandsbond Amsterdam.
De advocaat heeft aangevoerd, dat er bij het Hoya project in Amsterdam sprake is van dwangarbeid.
De rechtszaak gaat over een man, die verwezen werd naar het reintegratiebedrijf Consolid. De man vroeg nadere informatie over welk project dan, wat hij daar moest gaan doen en waarom dit voor hem geschikt was. De klantmanager gaf daar geen antwoord op. Daarop weigerde de man naar Consolid te gaan. Deze man werd verwezen naar het Hoyaproject. Uiteindelijk is het zo hoog opgelopen, dat hij twee maanden werd uitgesloten van de uitkering en de nodige kortingen heeft gehad. Toen dit speelde, had hij uit eigen beweging een stageplek gevonden van 3 dagen in de week bij een bedrijf in de media-sector waar hij driedimensionale onderdelen van films ontwierp. Inmiddels zit hij in een ander traject. Bij de rechtbank is de gemeente in het gelijkgesteld. In hoger beroep is uitvoerig betoogd dat de opgelegde verplichting in strijd komt met het in internationale verdragen neergelegde verbod op dwangarbeid of verplichte arbeid. Volgens de bijstandsontvanger heeft de gemeente hem om die reden ten onrechte verplicht aan het Hoyatraject deel te nemen en ten onrechte op zijn bijstandsuitkering gekort.
De Centrale Raad doet de uitspraak in het openbaar om 11.00 uur in het gebouw van de Centrale Raad aan de Graadt van Roggenweg te Utrecht.
Nadere toelichting
In het kader van het gemeentelijk ‘lik op stuk beleid’ heeft de gemeente Amsterdam een disciplineringstraject ingevoerd voor werklozen die volgens de gemeente niet willen werken of volgens de gemeente onvoldoende meewerken om hun herintreding op de arbeidsmarkt te bevorderen. Dit is het ‘Hoya-project’, uitgevoerd door het gemeentelijk reintegratiebedrijf Pantar. Hier worden Hoya planten gekweekt en Pantar is daarmee een van Europa’s belangrijkste exporteurs van deze planten, die in het Hoya-project gekweekt worden. Wanneer de klantmanager van de Dienst Werk en Inkomen meedeelt, dat je naar dat project moet, betekent weigering een korting op de uitkering, een boete of zelfs gedurende een bepaalde periode uitsluiting van de bijstandsuitkering.
Doelgroepen
Er zijn volgens de gemeente Amsterdam de volgende doelgroepen:
1. klanten die zijn teruggemeld door een ander reintegratiebedrijf
vanwege uitval of niet meewerken
2. klanten die een of meerdere afstemmingen (sancties) hebben gehad
wegens niet meewerken
3. klanten die hoger opgeleid zijn en blijven volharden werk te vinden
in hun afstudeerrichting
4. klanten waarvan het VERMOEDEN bestaat dat er zwart wordt bijgeklust,
zonder dat daar een bewijs van is.
Straf in plaats van reintegratie
Dat het gaat om een soort straf en niet om het vergroten van je kansen op de arbeidsmarkt blijkt uit de rechtszaak die advocaat Marc van Hoof namens de client bij de Centrale Raad van Beroep heeft aangespannen.
Het Hoya-disciplineringstraject vermindert de kansen van mensen op betaald werk die gezond zijn omdat ze in hun CV een disciplineringsproject hebben staan en is er op geen enkele wijze op gericht mensen die misschien tijdelijk zonder werk zitten meer kansen te geven door het aanleren van vaardigheden.
In het bovenstaande geval had de klant een regelmatig leefritme en hoefde niet te leren op tijd te komen en je aan de regels houden. Blijkens de verschillende activiteiten en werkzaamheden die hij verricht heeft had hij die vaardigheden al. De verwijzing naar het Hoyaproject was slechts een straf voor gedrag wat de klantmanager even niet beviel, zonder dat er sprake was van kijken naar hoe kunnen we van betrokkene de vaardigheden vergroten en hoe kunnen we op een positieve manier op de voorstellen van de klant ingaan om hun mogelijkheden te vergroten.
Het voldoet dus aan alle definieringsprincipes van een strafkamp waar dwangarbeid verricht wordt. Dergelijke dwangarbeid in strafkampen houdt mensen vast in de uitkerings- en reintegratie carroussel in plaats van hen daaruit te halen.
Vaak willen mensen wel betaald werk aanvaarden, maar kunnen ze niet. Bijvoorbeeld omdat ze ziek zijn. De beoordeling of dit het geval is gebeurt zeer onzorgvuldig. Enkel het feit dat iemand zegt ik kan niet is al een reden om te veronderstellen dat ie niet wil en wordt het Hoyaproject aangeboden op straffe van boetes en kortingen.
Advocaat Marc van Hoof heeft ter zitting verschillende andere voorbeelden aangedragen waarin de beoordeling door het DWI onzorgvuldig was, de verwijzing naar het Hoyaproject slechts disciplinering ten doel had en de kansen op de arbeidsmarkt werden verkleind in plaats van vergroot.
Dat het gaat om vergelding in een disiplineringsproject met dwangarbeid blijkt ook uit de volgende feiten.
Andere doelgroepen van het Hoya-traject zijn zogenaamde taakgestraften en mensen met een geestelijke handicap. Dit project heeft niets te maken met toeleiding naar betaalde arbeid. Bovendien is het belachelijk dat er mensen voor straf naartoe gestuurd worden waarvan alleen een vermoeden bestaat dat ze zwart werken zonder dat daar bewijs voor is. Dit is het opleggen van straffen aan mensen terwijl er in een rechtsstaat van uit moet worden gegaan dat zij onschuldig zijn tot het tegendeel bewezen is.
Routebeschrijving
Vanaf Utrecht Centraal Station
Lopend (10 minuten)
Loop in de richting van het Jaarbeursplein.
Steek de Croeselaan over en ga rechtsaf.
Ga bij het verkeersplein linksaf de Graadt van Roggenweg op.
Het kantoor bevindt zich na 200 meter aan de linkerkant.