donderdag 4 juni 2015

Werken zonder loon in Amsterdam nog niet voorbij

03-06-2015 Mariëtte van Dijk (persvoorlichter). In Amsterdam worden mensen nog steeds gedwongen om te werken zonder loon. Dat blijkt uit signalen die de FNV van Amsterdamse uitkeringsgerechtigden ontvangt. Hiermee is een belangrijk onderdeel van het coalitieakkoord van D66, VVD en SP om te stoppen met werken zonder loon (nog) een dode letter.

Werkloosheid is het echte probleem, niet de werklozen

In mei zou het in Amsterdam afgelopen zijn met de participatieplaatsen waar gedwongen werd gewerkt zonder loon. Niets is minder waar. Nog steeds werken Amsterdamse uitkeringsgerechtigden gedwongen zonder loon in winkels, het vervoer, de horeca, de zorg, de beveiliging, kinderopvang, voor de gemeente en in de wijken. De FNV roept de gemeente Amsterdam op nu echt te stoppen met werken zonder loon en de menselijke maat centraal te stellen. Werkloosheid is het echte probleem, niet de werklozen.

Amsterdamse leerstages: te vaak werken zonder loon

Dit jaar hebben in Amsterdam participatieplaatsen plaatsgemaakt voor leerstages. Opmerkelijk is dat de verantwoordelijke wethouder Werk, Inkomen en Participatie, Arjan Vliegenthart, zijn plannen voor leerstages eerder introk en deze pas op de eerstkomende gemeenteraadsvergadering in de tweede week van juni behandelt. Ondertussen hebben bijstandsgerechtigden er in de praktijk gewoon mee te maken.

Draagt niet bij tot betere positie op de arbeidsmarkt

Maaike Zorgman, bestuurder FNV Uitkeringsgerechtigden: “Zij zijn niet blij. Erkende certificaten en diploma´s ontbreken. Het gaat vaak om korte tweedaagse cursussen gecombineerd met gedwongen werken zonder loon. Het onbeloonde werk sluit ook niet aan bij de ‘opleiding’. Zo maken bijstandsgerechtigden onbetaald kantoren en vliegtuigen schoon of doen zij lopende band werk.”
Volgens bijstandsgerechtigden is het niet wat zij nodig hebben om hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Er zijn leerstages in sectoren waar recent werknemers hun baan verloren zoals in de zorg. Ook krijgen bijstandsgerechtigden nog steeds trajecten van meer dan een half jaar aangeboden waarin werken zonder loon centraal staat en waarbij de werkzoekende zelf behoefte heeft aan iets anders, zoals eerst het leren van de Nederlandse taal.

“Wie werkt, moet loon krijgen”

De FNV wil dat Amsterdam stopt met werken zonder loon en dat de leerstages. Wie werkt hoort loon te krijgen. Wie leert doet dat met erkende diploma’s en certificaten die ook echt een betere arbeidsmarktpositie opleveren en die opleiden tot banen waar vraag naar is. Ook wil de FNV een interventieteam dat direct ingrijpt als er signalen van werken zonder loon binnenkomen en verdringing van betaalde arbeid geconstateerd wordt.

Steeds meer misstanden aan het licht

Al jaren strijdt de FNV met Amsterdamse bijstandsgerechtigden tegen misstanden en het gedwongen werken zonder loon. In april sloot wethouder Vliegenthart het project in het Amsterdamse Bos na ernstige vermoedens van machtsmisbruik, discriminatie en diefstal van eigendommen van de gemeente. Eerder deze week publiceerde de Amsterdamse Ombudsman eveneens op verzoek van de wethouder de resultaten van het onderzoek naar een project in Amsterdam Oost dat eind 2013 de voorpagina van de Volkskrant haalde en waar al jaren veelvuldig klachten over binnenkwamen bij de FNV en andere belangenorganisaties. Het onderzoek van de Amsterdamse Ombudsman geeft een onthutsend beeld van de praktijk.

"Geef mensen perspectief op een echte baan"

Zorgman: “We hopen dat de Amsterdamse politiek nu eindelijk erkent dat het roer echt radicaal om moet en dat het gedwongen werken zonder loon stopt. Dat verdienen Amsterdamse bijstandsgerechtigden! Het wordt tijd dat gemeenten werkloosheid bestrijden en geen werklozen. Geef mensen perspectief op een echte baan met een normale beloning.”

maandag 1 juni 2015

reactie op het rapport van de gemeentelijke Ombudsman en de brief die hij naar de gemeenteraad gestuurd heeft.

Persbericht 01-06-2015.

reactie op het rapport van de gemeentelijke Ombudsman en de brief die hij naar de gemeenteraad gestuurd heeft.

Het Actiecomite Dwangarbeidnee constateert, dat ondanks de gematigde eigen conclusies van de Ombudsman zijn rapport de misstanden weerspiegelt, die het Actiecomite al meer dan twee jaar aan de orde stelt. Na het rapport van het Bureau Integriteit is dit het zoveelste bewijs dat er met de reintegratie van werkzoekenden in Amsterdam veel mis is.
De Ombudsman gebruikt in zijn rapport termen als negatief beschouwde bejegening, misbruik door werkgevers, gebrek aan goede communicatie en klachtenbehandeling, geen didactiek en sociaal psychologische vaardigheden, gebrek aan noodzakelijke tegenmacht als gevolg van ongelijke machtsverhouding, ontbreken van aansluiten bij wat mensen nodig hebben, ontbreken van professionele aanspreekcultuur, vraagtekens bij professionaliteit en onderlinge omgang, onvoldoende ruimte voor kritische discussie en reflectie, reiskostenproblematiek etc.

Wij hebben een uitgebreide reactie op het rapport van de Ombudsman geschreven, waarin de volgende punten aan de orde komen:

Wat zich bij de onderzoekingen en aanbevelingen van de Ombudsman een beetje wreekt is, dat de Ombudsman geen uitspraken doet over het beleid. In onze reactie stellen wij aan de orde, dat er juist een nauwe samenhang is tussen de financiele en beleidsmatige kaders die worden gesteld door de beleidsmakers enerzijds en de problemen met de behandeling van de individuele bijstandsgerechtigde op het gebied van bejegening, moeten voldoen aan absurde regels, die rigide worden toegepast met voorbijzien aan het individuele geval anderzijds.

Met name de steeds ongelijker wordende machtsverhouding tussen de werkzoekende en de functionarissen van de gemeente is een bron van problemen. Rechten van klanten worden steeds verder afgebroken en de werkzoekende is overgeleverd aan de willekeur van de klantmanager. Het wordt dan ook hoog tijd de rechten van de werkzoekenden weer te versterken. Dat moet gebeuren door de volgende maatregelen:

Een heldere klachtenprocedure door een onafhankelijke commissie of instantie
stopzetten van het werken met behoud van uitkering dat tot machtsmisbruik leidt.
Deelname aan de trajecten op basis van vrijwilligheid
Een duidelijk trajectplan
Betere onkostenvergoedingen voor de deelnemers aan de trajecten

In onze reactie worden vele recente voorbeelden aangehaald van misstanden. Daaruit blijkt, dat mensen nog steeds tot 2 jaar op nieuwe trajecten moeten zitten en dat het officieel beleid is dat dit gewoon doorgaat, ondanks toezeggingen van de wethouder dat trajecten maximaal een half jaar duren. Ook worden in de voorbeelden verschillende incidenten opgesomd. Zo blijken klantmanagers soms rapporten van deskundigen over klanten in negatieve zin bij te stellen, of laten ze zich tegenover een potentiele werkgever in negatieve zin over de werkzoekenden uit, omdat ze de klant in een bepaald traject willen hebben.

Actiecomite Dwangarbeidnee Da Costakade 162, 1053 XD Amsterdam. 020-6898806.
info@dwangarbeidnee.nl

zaterdag 30 mei 2015

De lotgevallen van de kostendelersnorm oftewel mantelzorgboete

Het valt mij op dat er in de publiciteit en in maatschappelijke discussies waaraan belangenorganisaties en politieke partijen deelnemen zo weinig te horen is over de kostendelersnorm in de nieuwe Participatiewet, die 1 januari is ingevoerd.

De kostendelersnorm heeft als doel, -naar de regering zegt – stapeling van uitkeringen te voorkomen en een lagere uitkering te geven wanneer de kosten van het huishouden met iemand anders kunnen worden gedeeld. Wanneer je een bijstandsuitkering hebt, en je hebt iemand anders bij je inwonen, die ouder is dan 21 jaar, dan wordt -als je verder alleenstaande bent- je uitkering gekort van 70% WML tot 50% WML of lager. Dit geldt ook voor bloedverwanten in de eerste of tweede graad. Dus ouders en een kind die samenwonen, of twee broers. Het doet er niet toe of degene, die inwoont, een inkomen heeft of niet. Kinderen of andere inwonenden die studiefinanciering hebben, vallen erbuiten. Ook geldt de norm niet voor AOW-ers. De kostendelersnorm is van toepassing op alle mensen, die bij elkaar inwonen en die een bijstandsuitkering hebben. De kostendelersnorm geldt niet als er sprake is van commerciele onderhuur. Dus als een bijstandsgerechtigde een kamer huurt voor een commerciele prijs bij iemand anders, is de kostendelersnorm niet van toepassing.
Gevolgen
Op het spreekuur waar ik werk – de kostendelersnorm voor mensen die al een uitkering hadden, gaat per 1 juli in- krijgen wij nu al de schrijnende gevallen van mensen die straks niet of nauwelijks meer kunnen overleven. Bijvoorbeeld een vader met zijn inwonende zoon die er straks minstens 240 euro op achteruit gaat. Hoe moet die man straks leven? Of een mevrouw met een Franse vriend die geen werk heeft en geen inkomen. Zij zakken ver beneden het bestaansminimum. Per 1 juli wordt tegen die mensen gezegd: er woont iemand bij u in dus u wordt gekort. Mensen die mantelzorg doen- voor hun ouder, die nog geen 65 is, of voor iemand anders en die mensen wonen bij hen in- zullen worden gekort. De kostendelersnorm wordt daarom ook wel de 'mantelzorgboete' genoemd.
De kostendelersnorm is ingevoerd na agressieve propaganda van de VVD met in haar kielzog rechtse media: die kwamen met zegge en schrijve 1 voorbeeld van vijf mensen die in dezelfde woning woonden, die allemaal een bijstandsuitkering voor een alleenstaande hadden en die daardoor met z'n vijven wel 5000 euro opstreken. Schande! Een VVD-kamerlid stelde vragen aan de minister, en kreeg veel publiciteit. Tegenargumenten, waaruit bleek dat er in heel Nederland slechts enkele van dergelijke gevallen te vinden waren, mochten niet baten. Bij deze en andere argumenten in de ideologische discussie waren (linkse) belangenorganisaties en vakbonden in het defensief en zij werden op een effectieve wijze uit elkaar gespeeld. De hetze tegen bijstandsgerechtigden, die af en toe opduikt wanneer weer nieuwe destructieve maatregelen worden genomen, deed haar werk. Daarvan een voorbeeld.
ANBO 
Tijdens de discussie over de norm riep de ANBO de Eerste Kamer op de kostendelersnorm helemaal uit de AOW te laten verdwijnen indien er sprake is van een mantelzorgsituatie. Uit hun verklaring: 'We zien schrijnende gevallen: ouders die al jaren zorgen voor een kind met een handicap of ziekte bijvoorbeeld. Deze mensen hebben geen keuze, maar worden als het aan de politiek ligt wél gestraft voor hun zorgen met een inkomenskorting. Dat kan echt niet meer. Je kunt wel een participatiesamenleving ambiëren, maar dan moet regelgeving dat stimuleren in plaats van tegenwerken. Het kabinet moet zelf ook eens gaan rekenen en bedenken wat op de lange termijn voordeliger is: voor elkaar zorgen of, uit angst voor inkomensdaling, extern zorg en hulp inroepen'.
De ANBO gebruikt goede argumenten maar… beperkt het verzet tot mensen die mantelzorg verlenen en tot die gevallen waarin een van de inwonenden AOW heeft. En dan komt het. 'ANBO vindt dat er een fundamenteel verschil is tussen bijvoorbeeld een bijstandsuitkering en de AOW-uitkering, hoewel de kostendelersnorm ook in de bijstand volgens ANBO niet de meest voor de hand liggende manier is om de mensen uit een gezin te stimuleren om te gaan werken. Maar waar er bij meerdere bijstandsuitkeringen nog sprake kan zijn van schaalvoordeel, is dat in de AOW zelden het geval. Kinderen die voor hun ouders zorgen of andersom hebben een flinke zorgtaak. Die wordt niet gecompenseerd met een volledige AOW, laat staan met een korting van ruim 300 euro'.
Verdeeldheid en compromispolitiek
Ja maar ANBO: zijn jullie argumenten dus niet meer geldig bij kinderen die hun ouders verzorgen die nog geen 65 zijn? Kortom: links in het defensief, verdeelde belangenorganisaties, compromispolitiek waarbij alleen opgekomen wordt voor de eigen specifieke doelgroep, een rechtse hetze die niet werd beantwoord, en een vakbond die in die tijd een akkoord sloot met de werkgevers en de regering over de uitvoering van de Participatiewet. Over de inhoud waarvan in het sociaal akkoord niets wordt gezegd. Overigens ook met instemming van de oppositie in de vakbonden, die zagen aankomen dat afspraken van de vakbonden met de regering en de werkgevers over die Participatiewet wel eens desastreus zouden kunnen zijn, en die hoopten dat vanuit een zekere bewegingsvrijheid voor de vakbonden verzet van de grond zou komen.
Huishoudinkomenstoets
Hoe anders ging het bij de invoering van de huishoudinkomenstoets! De huishoudinkomenstoets was in veel opzichten vergelijkbaar met de kostendelersnorm. De huishoudinkomenstoets is een per 1 januari 2012 ingevoerde aanscherping van de gezinsbijstand. De regels vloeiden voort uit het regeerakkoord VVD-CDA van 2010 van het kabinet Rutte I. Het kreeg de stemmen van VVD, CDA, PVV en SGP. Naast gehuwden golden als gezin onder meer de volgende groepen volwassenen die hun hoofdverblijf in dezelfde woning hadden: gehuwden met hun meerderjarige kinderen en een alleenstaande met een of meer meerderjarige kinderen. Er werd getoetst op het inkomen en het vermogen van de hele groep samen.
Het totale norminkomen en vrijgelaten vermogen voor drie of meer personen was gelijk aan die voor twee personen. Als bijvoorbeeld iemand met een voltijdse baan nog bij zijn ouders woonde, kregen die geen bijstand, en als iemands bejaarde ouders bij hem inwoonden, kreeg hij in het algemeen geen bijstand omdat die ouders AOW kregen. De huishoudinkomenstoets was dus wel veel strenger dan de kostendelersnorm, die ook uitgaat van het 'kunnen delen van de kosten' en niet van het gezinsinkomen. Bovendien verliezen bij de kostendelersnorm de bijstandsgerechtigden hun uitkering niet volledig. Maar toch. In beide gevallen een aanzienlijke achteruitgang in inkomen voor velen.
Protesten
De huishoudinkomenstoets deed veel stof opwaaien. In de aanloop naar de invoering van de toets was er veel publiciteit over mensen die erdoor in grote moeilijkheden kwamen. Gemeenten trokken aan de bel dat ze dit niet konden uitvoeren. Fracties van sociaal-democratische partijen en andere partijen zoals de Partij van de Arbeid, Groen Links en SP protesteerden en haalden minstens de lokale pers. Belangenorganisaties van uitvoerders, zoals DIVOSA trokken aan de bel. Er verschenen uitgebreide interviews in kranten met slachtoffers. Na invoering van de norm was het niet afgelopen.
Vaak wordt gezegd door gematigde oppositiegroeperingen: de Tweede Kamer heeft gesproken, verzet heeft nu geen zin meer, we kunnen het besluit toch niet meer veranderen. Maar dat gebeurde nu niet. De publiciteit over de slechte maatregel ging door. En de politieke verhoudingen veranderden. VVD en CDA die de regering vormden, verloren de steun van de PVV en sloten een akkoord met D66, GroenLinks en ChristenUnie. En onderdeel van dat akkoord was de afschaffing van de huishoudinkomenstoets. Er werd een nieuwe wet aangenomen, die de huishoudinkomenstoets met terugwerkende kracht per 1 januari 2012 deed vervallen. De huishoudinkomenstoets stierf een stille dood, evenals overigens de meer omvattende Wet Werken naar Vermogen, die na jaren slepende onderhandelingen tussen de dwars liggende lokale overheden en maatschappelijke organisaties van tafel verdween.
Nu is het anders
Nu is de situatie heel anders. Van protesten horen we nauwelijks iets. Gemeenten voeren de maatregel in de aanloop naar 1 juli gewoon uit. Sterker nog, een gemeente als Amsterdam voert de maatregel strenger uit dan het Rijk voorschrijft, terwijl er toch een SP wethouder zit. Zoals hierboven al aangegeven, is er geen sprake van de kostendelersnorm als er sprake is van commerciele onderhuur. Er zijn twee wettelijke voorwaarden om dat te beoordelen: er moet een schriftelijke overeenkomst zijn en er moet sprake zijn van een 'commerciele huur'.
De gemeente Amsterdam verbindt op eigen houtje allerlei extra strenge voorwaarden aan de beoordeling of sprake is van onderhuur. Er moet sprake zijn van indexering (jaarlijkse verhoging van de huur overeenkomstig de prijsontwikkeling). De huur moet per bank betaald worden. En er moet een zeer uitgebreide en absurde omschrijving zijn van het gehuurde en de rechten en plichten die eraan verbonden zijn, zoals een bepaling van het gebruik van gemeenschappelijke ruimten en douche en toilet, of bezoek en loges zijn toegestaan, etc. Op het spreekuur waar ik werk, komen wekelijks mensen die juridische procedures moeten beginnen omdat ze onmogelijk aan de strenge voorwaarden van de gemeente kunnen voldoen. En waarbij dan wordt gezegd: de kostendelersnorm is op u van toepassing. Geen indexering van de huur de afgelopen jaren? Kostendelersnorm. Terwijl die mensen gewoon een kamer huren en toch onderhuurder zijn.
Neem het voorbeeld van mevrouw E.F, alleenstaande moeder met twee jonge kinderen, die een grote kamer huurt bij derden. De huurovereenkomst voldoet niet aan de voorwaarden van de gemeente Amsterdam en de verhuurder wil niet meewerken aan een nieuw huurcontract. De kostendelersnorm is van toepassing, immers zij zou de kosten met nog twee anderen, de verhuurder en zijn vrouw kunnen delen. In de praktijk betaalt zij 350 euro huur, van het kunnen delen van kosten is geen sprake, maar omdat de huurovereenkomst volgens de gemeente niet aan de voorwaarden voldoet, zal zij met twee jonge kinderen moeten leven van 594,80 euro per maand.
Het grote verschil 
Uit de vergelijking van de gang van zaken bij de huishoudinkomenstoets en de kostendelersnorm blijkt de nog steeds zeer grote invloed van de top van de sociaal-democratie in het algemeen en van de Partij van de Arbeid in het bijzonder. Terwijl bij de huishoudinkomenstoets en de voorbereidingen van de Wet Werken naar Vermogen de fracties van de lokale Partij van de Arbeid in de gemeenteraden samen met op de Partij van de Arbeid georienteerde onderhandelaars van de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten (VNG) mede leiding gaven aan het verzet, is het nu doodstil bij die partijgroepen. Want de Partij van de Arbeid zit nu in de regering. En de invloed van die partij in de vakbonden is ook nog steeds zeer groot.
Daarbij valt op hoe gemakkelijk lokale bestuurders en uitvoerende organisaties op lokaal niveau, waarbij de Partij van de Arbeid onder de ambtenaren veel invloed heeft, zich voegen naar de opportunistische politiek van de leiding, hoewel ze het er vaak nog steeds niet mee eens zijn. Het lijkt nog steeds zo - hoewel er analyses zijn die dat bestrijden en die uitgaan van de steeds grotere mondigheid van de burger- dat als de top spreekt iedereen in de lagere regionen in zijn werk en activiteiten braaf de maatregelen uitvoert. Een brede coalitie van effectief verzet tegen het liberalisme en haar neo-liberale politiek, al is het maar op onderdelen, is zonder de Partij van de Arbeid blijkbaar nog steeds niet mogelijk.
Interne oppositie
Weliswaar zijn er in de partij en de vakbonden oppositiegroeperingen, maar hun invloed naar buiten en de door hen teweeggebrachte koerswijzingen van de organisaties als geheel, zijn gering en weinig effectief. Er wordt van alles intern uitgevochten, maar naar buiten toe is het stil. Ook oppositiegroeperingen buiten de sociaal-democratie kunnen nauwelijks een georganiseerde vuist maken. Wat mij in mijn omgeving daarbij opvalt, is hoe belangenbehartigers zich blind staren op de (lokale) agenda van de heersende politici, gemeenteraden en Tweede Kamer. Ze richten al hun energie op het lezen en becommentarieren van beleidsstukken, waarbij vaak dezelfde kritiek naar voren wordt gebracht als wanneer de Partij van de Arbeid in de oppositie zit, en vervolgens.... gebeurt er niets.
Waarbij het streven naar de opbouw van verzetsstructuren wordt verwaarloosd. In het verlengde daarvan blijkt in de media nauwelijks aandacht te zijn voor de gevolgen van de kostendelersnorm en de Participatiewet, terwijl die toch even schrijnend zijn als bij de huishoudinkomenstoets. Bij de meest positieve interpretatie van dat verschijnsel kun je zeggen dat de leidende media slechts weerspiegelen wat er aan reuring in de maatschappij is, en dat ze geen zelfstandig beleid hebben om structurele misstanden via eigen onderzoek aan de kaak te stellen. Ook hier werkt het neoliberalisme. Journalisten moeten razendsnel en passief werken binnen de financiele grenzen die door de eigenaren van de media worden gesteld en hebben geen ruimte voor al te veel research buiten de uitgangspunten van de machtigen.
Piet van der Lende

dinsdag 19 mei 2015

Woningduur, woningnet en samenlevingscontract

Door de nieuwe regels met betrekking tot de woonduur is het noodzakelijk dat je voor 1 juli jezelf inschrijft bij woningnet. bijvoorbeeld in Amsterdam is dat zo. Doe je dat niet, dan gaat je woonduur bij het zoeken van een woning vervallen. De inschrijving bij woningnet kost eenmalig 50 euro en verder een tientje per jaar. Woon je samen, dan kan in principe de woonduur van de een overgaan op de ander, dat kun je aangeven bij woningnet. Maar.... dan moet er op zijn minst wel sprake zijn van een samenlevingscontract. Veel samenwonenden met een minimuminkomen hebben niet zo'n contract. In dat geval moet je er een laten maken bij een notaris. Dat is duur. Maar het schijnt dat je bij de Hema notarisservice voor 125 euro, dus heel goedkoop, zo'n contract kunt laten maken. https://notarisservice.hema.nl

In totaal ben je dan met je minimuminkomen wel bijna 200 euro kwijt, alleen om je woonduur bij het solliciteren naar een woning te handhaven. En de grote vraag is: wat is het addertje onder het gras bij die Hema notarisservice? Want ik ben door ervaring wijs geworden wel wat wantrouwig. Het woord bijzondere bijstand durf ik bijna niet te noemen. Dit zal wel niet passen in het 'aanvalsplan' armoedebestrijding van Vliegenthart.

Waarschuwing! Ik stond al ingeschreven op woningnet maar logde in (wat ik anders bijna nooit doe) om mijn gegevens te controleren. Ik kreeg de volgende melding:
'Uw profielgegevens zijn verouderd. Als u meer dan zes maanden niet inlogt wordt uw profiel als verouderd gezien. Controleer uw gegevens en pas deze zo nodig aan.
Belangrijk! Klik hier om direct uw profielgegevens aan te vullen. Anders is uw woonduur onbekend en kunnen wij deze per 1 juli niet omzetten in inschrijfduur'.
Dus als je meer dan een half jaar niet hebt ingelogd wordt je woonduur NIET omgezet in inschrijfduur. Dus denk niet: ik stond al ingeschreven op woningnet dus het zal wel goed zitten. NIET dus.
Probleem: woningnet is via de telefoon onbereikbaar je krijgt de melding ( nadat je 45 cent voor het gesprek betaald hebt) 'het is ons helaas niet mogelijk u binnen een verantwoorde tijd te woord te staan. Wij verbreken nu de verbinding' . De website doet het ook niet. Je kunt wel inloggen, maar vervolgens is er geen enkele link die werkt.
'Helaas is het systeem momenteel niet beschikbaar. Probeert u het later opnieuw.
An unexpected error occurred. Please try again later'.

Piet

maandag 18 mei 2015

Een nieuw bureacratisch monster: het doelgroepenregister van het UWV

Een nieuw bureaucratisch monster op basis van het sociaal akkoord en de daarin gemaakte banenafspraken, dus met medewerking van de vakbonden: het DOELGROEPEN REGISTER van het UWV. Ach, de werkgever kan opvragen als je solliciteert, of je wel in dat register zit. Zo niet, dan tel je NIET mee voor de bijdrage van de werkgever aan de banenafspraak. En dus: kunnen vele vele gedeeltelijk arbeidsgehandicapten die niet in het register zitten nu in ieder geval, nog afgezien van de massa-werkloosheid, ooit in hun leven een baan wel op hun buik schrijven. Bij de Rechtbank Den Haag kun je zelfs geen VRIJWILLIGERSWERK doen als je niet in het doelgroepenregister zit. Waar nog meer? En hoe kom je eigenlijk wel of niet in dat register? Nou, als de sociale dienst niet heeft onderzocht of je wel of niet 100% van het Wettelijk Minimumloon kunt verdienen, zit je er NIET in. Wie er verder wel of niet in zit, is in duisternis gehuld. Zo gaat het circus verder.

http://tinyurl.com/nvl9ask

donderdag 14 mei 2015

Schuldhulpverlening slecht toegankelijk voor veel mensen met schulden

Veel mensen met financiële problemen worden niet afdoende geholpen door hun gemeente. Om in aanmerking te komen voor schuldhulpverlening, moeten ze voldoen aan zware criteria. Omdat gemeenten die strenge criteria hanteren, blijven velen verstoken van schuldhulp. Ook het gedrag en de motivatie van de betrokken personen zelf spelen een rol. Dat blijkt uit een onderzoek van het lectoraat Schulden en Incasso van Hogeschool Utrecht (HU), uitgevoerd in samenwerking met de NVVK (de vereniging voor
schuldhulpverlening en sociaal bankieren) De HU-onderzoekers constateren dat veel gemeenten de schuldhulpverlening de afgelopen jaren anders hebben ingericht en (tijdelijke) uitsluitingscriteria hebben opgenomen.
Zo worden mensen die geen inkomen hebben of ingeschreven zijn als zelfstandige bij de Kamer van Koophandel uitgesloten. Dit geldt ook voor personen die recentelijk al een beroep deden op schuldhulp of in een niet afgeronde scheiding zitten. Ook voor mensen met een eigen woning is het lastig om schuldhulp te krijgen. Volgens het onderzoek zijn veel gemeenten ook gaan screenen op motivatie en vaardigheden.

Lees hier het rapport van de Hogeschool Utrecht. http://tinyurl.com/okdut3n

woensdag 13 mei 2015

Werken met behoud van uitkering voor hotdogverkopers toen en voor ijsventers nu

In Het Parool van 12 mei staat in de rubriek Amsterdam toen een prachtig
artikel van Bart van Zoelen onder de kop 'in het spoor van de pinda'
over het gemeentelijk reintegratieproject voor werkloze jongeren waarbij
die deze zomer ijs gaan verkopen met medewerking van Unilever. Van
Zoelen trekt, daartoe op het spoor gezet door Jacques Peeters van de
Werklozen Belangen Vereniging, een vergelijking met een project in 1989,
toen het niet ging om ijsverkopers maar om hotdogverkopers. De
geschiedenis herhaalt zich.

Van Zoelen memoreert de kritiek die er eertijds op het project was
waarbij o.a. een artikel in 'De Baanbreker' het blad van de Werklozen
Belangen Vereniging, aan de orde komt. Citaat uit het artikel: 'de
gemeente sluist mensen door naar naar een hotdog-economie, waarin je
altijd weinig inkomen zult hebben om een redelijk bestaan op te bouwen'.

Al in 1991 besloten de gemeente en het gewestelijk arbeidsbureau met het
project te stoppen. Het was geen succes. Weinigen vonden op deze manier
werk. Bij de gemeente herinnert een oud gediende zich, dat het project
teveel concurreerde met bestaande hotdog verkopers.

Helaas is het artikel achter een betaalmuur geplaatst. Je zult naar
Blendle moeten gaan of zo om het artikel te lezen.

Piet vdL

zaterdag 9 mei 2015

Misstanden bij reintegratie-trajecten voor werklozen in Amsterdam duren gewoon voort

De misstanden bij de reintegratietrajecten in Amsterdam duren gewoon
voort. Wethouder Vliegenthart had beloofd, dat er voortaan alleen nog
leer-werk stages van een half jaar tot maximaal een jaar zouden zijn.
Hoewel ook tegen die vorm van werken voor je uitkering door het
actiecomité dangarbeidnee geprotesteerd is, blijkt nu, dat er ook heel
andere nieuwe trajecten worden uitgevoerd in het kader van het woon-werk
traject voor daklozen waarbij de oude misstanden dat je geen rechten
hebt en dat de trajecten in principe voor onbepaalde tijd zijn gewoon
worden gehandhaafd. Zie bijgaande brief. Je moet net zo lang in het
traject blijven tot je betaald werk hebt. En voor velen komt dat nooit.
Betrokkenen bij dit woon-werk traject hebben soms ook gewerkt bij
Herstelling Werk en Uitvoering en het Praktijkcentrum op de
Laarderhoogtweg, verantwoordelijk voor de misstanden in het Amsterdamse
Bos. Er lopen nu twee onderzoeken naar misstanden in
reintegratietrajecten. Een van de Gemeentelijke Ombudsman en een van
twee wetenschappelijke onderzoekers. De voorstanders van de keiharde
aanpak, nu van daklozen die het moeilijk hebben, kunnen gewoon doorgaan
met hun praktijken.

PvdL

vrijdag 8 mei 2015

De voorzitter van de Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde Jim Faas aan het woord

Jim Faas, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG) protesteert vandaag in het dagblad Trouw tegen het feit- als ik het kort mag samenvatten- dat de geneeskunde oplossingen moet zoeken voor politieke problemen.


De jurist en arts Faas heeft een account op twitter waar regelmatig bijdragen worden geplaatst. (https://twitter.com/JimFaas?lang=nl). Maar hij heeft opmerkelijk weinig volgers. Misschien gaat dat nu veranderen. Wat Faas in mijn ogen aan de orde stelt (ik geef mijn subjectieve interpretatie) is het volgende. Steeds meer mensen worden onterecht ziek verklaard. Daardoor loopt 'het systeem' vast. Straks miljoenen mensen zitten in een of andere arbeidsongeschiktheidsregeling, waar ze meer of minder geisoleerd van de rest van de samenleving op basis van allerlei uitsluitingsmechanismen hun leven slijten.


Er heerst een chronische massa-werkloosheid,  al decennia lang, waarvoor de politiek geen oplossing heeft. Ik zeg het in mijn woorden, maar de overheid zet werklozen onder druk terwijl die werklozen door de rest van de samenleving met de nek worden aangekeken, wat op zichzelf ook al ziekmakend is. De werklozen komen bij het UWV maar vooral bij de sociale diensten in de gemeenten op grond van de nieuwe participatiewet terecht in een soort sociaal panopticum. Dit houdt in dat op grond van een ingewikkeld stelsel van regels en een uitgebreide bureaucratie werklozen worden gecontroleerd op van alles en nog wat, middels onverwachte huisbezoeken, inleveren van prive gegevens, etc. Wanneer je eventueel wat kosten van levensonderhoud bepaart (kostendelersnorm) gaat je uitkering omlaag. Verdien je wat bij, dan moet je het inleveren. Op facebook klagen bijstandsgerechtigden al heel lang hun nood over dit onrechtvaardige systeem, dat steeds verder wordt uitgebreid. Daarnaast wordt een betrekkelijk kleine categorie onder druk gezet in trajecten te gaan waar ze voor hun uitkering moeten gaan werken zonder uitzicht op een betaalde baan. De beweging tegen dwangarbeid, die langzaam van de grond komt is een uiting van protest daartegen.

Dit alles is bedoeld om de werklozen (en de werkenden) te disciplineren ieder rot baantje te aanvaarden of te houden, onder slechte omstandigheden.


Faas is deskundig in de enige twee routes die voor werklozen openstaan om althans gedeeltelijk aan het sociaal panopticum te ontsnappen: juridisering of medicalisering van in wezen politieke problemen. Middels de weg van juridische procedures kun je enige bewegingsvrijheid creeren als werkloze, ook al omdat de bureaucratie veel fouten maakt en ondanks de vele regels het onderhandelingsproces tussen de klantmanager en de werkloze een vaag schemergebied is, waarvoor in die individuele situatie vaak geen rechten bestaan waarop je een beroep kunt doen. Middels de weg van de medicalisering van in wezen politieke problemen kun je als zieke aan het sociaal panopticum ontsnappen: als je ziek bent hoef je veel dingen niet.


Is het niet beter, een totaal andere richting in te slaan met basisinkomenachtige regelingen, waarbij de vrijheid en de rechten van de werkzoekenden worden vergroot, meer wordt geluisterd naar hun eigen voorstellen om werk te krijgen, meer regelingen worden ontworpen om mensen geleidelijk aan uit de bijstand te laten komen? Is het niet beter, werklozen  vrij te stellen van de sollicitatieplicht? Er kan worden tegengeworpen, dat dan vele duizenden werklozen tot in lengte van dagen geen betaald werk hebben en hun inkomen toch ook zal moeten worden gefinancierd. 'We moeten ze niet in de steek laten' roepen de voorstanders van het huidige systeem. Faas stelt aan de orde, dat nu in feite- via de medische weg- precies hetzelfde gebeurt. Bovenstaande regelingen zijn ook geen definitieve oplossing van de massawerkloosheid. Daarvoor zijn andere maatregelen nodig, zoals een drastische herverdeling van betaalde arbeid, scheppen van nieuwe vormen van betaalde arbeid en een andere visie op betaalde en onbetaalde arbeid.


Zal wat Faas aan de orde stelt leiden tot een kentering? Ik ben somber. Ik denk dat de rechtse partijen zijn argumenten alleen zullen gebruiken om de arbeidsongeschiktheidsregelingen af te breken en het sociaal panopticum te verscherpen. De ideologische rechtvaardigingen voor die interpretatie zullen ons de komende tijd weer om de oren vliegen. Het thema in het dagblad Trouw zal denk ik wel leiden tot nieuwe konfrontaties tussen politiek links en rechts. Tot nu toe zijn de medicalisering en juridisering als ontsnappingsroute niet echt afgesloten, ook denk ik als onderdeel van een pacificeringsstrategie van de overheid. Dit heeft vrij effectief gewerkt. De arbeidsongeschiktheidsregelingen zijn beperkt aangepakt en breed verzet tegen het kabinetsbeleid op het gebied van sociale zekerheid is uitgebleven. Wanneer de bovengenoemnde ontsnappingswegen worden afgesloten kan dit anders worden. Wat betreft de ontsnappingsroute van de juridisering zijn de eerste aanzetten al gegeven door de bezuinigingen op de rechtshulp.


Piet van der Lende


vrijdag 1 mei 2015

Actie bij Albert Heijn

Persbericht 01-05-2015

Vandaag 1 mei heeft het Actiecomité Dwangarbeid Nee actie gevoerd bij de Albert Heijn aan de Wibautstraat te Amsterdam. De actie is de eerste in een reeks. Het doel van deze reeks acties is om bedrijven en instellingen te dwingen om niet mee te doen aan de moderne dwangarbeid; gedwongen werken zonder loon om de uitkering te mogen behouden.

Het Actiecomité Dwangarbeid Nee is een zelforganisatie van bijstandsgerechtigden die zich verzetten tegen deze dwangarbeid. De Participatiewet maakt ‘re-integratie’ verplicht en elke gemeente probeert bijna overal verplichte ‘re-integratietrajecten’ op te zetten; bij commerciële bedrijven, maar ook bij vrijwilligersorganisaties. De gemeente geeft bedrijven en organisaties zelfs subsidie als zij meedoen.

Wij noemen dit dwangarbeid omdat wij door de wet verplicht worden aan die trajecten mee te doen, geen loon krijgen voor onze arbeid en omdat wij gestraft worden als we kritiek hebben. Dit pikken wij niet en daarom voeren wij actie. Wij accepteren niet dat wij uitgebuit worden onder het mom van ‘participeren’ en ‘re-integreren’. Iedereen die dwangarbeiders wil inzetten en zo subsidie krijgt of op loonkosten kan besparen, is een doelwit. Iedereen die tegen uitbuiting is en tegen gedwongen werken zonder loon, is onze bondgenoot. Wie ons wil helpen met ‘re-integreren’ of met ‘participeren’, mag ons gewoon loon betalen

Middels deze actie heeft het Actiecomité van de Albert Heijn geëist dat zij verklaren niet deel te nemen aan gedwongen werken zonder loon. Zolang de Albert Heijn niet tegemoet komt aan onze eisen, zullen wij en onze bondgenoten in het hele land actie blijven voeren bij verschillende filialen.

Wij eisen dat de Albert Heijn en andere bedrijven en instellingen geen mensen te werk stellen in het kader van de Participatiewet omdat:
– in het hele land mensen actie voeren tegen gedwongen werken zonder loon en iedereen die niet aan deze eis tegemoet komt, een doelwit is;
– gedwongen werken zonder loon wordt mogelijk gemaakt door een strafregime van kortingen op de uitkering waardoor mensen onder het bestaansminimum komen en naar voedselbanken moeten en zelfs uit hun woning gezet kunnen worden;
– gemotiveerde en betaalde arbeiders vervangen door dwangarbeiders alleen maar negatief is voor de organisatie, voor de dwangarbeider en voor de betaalde kracht;
– gedwongen werken zonder loon mensen niet helpt aan een baan;
– iedereen die wel aan deze eis tegemoet komt, aangeeft geen deel te willen zijn van het helse beleid van de Participatiewet.

Filiaalleider Finist van Onna wilde ons niet te woord staan en wilde niks te maken hebben met een verklaring. Toen zijn uiteindelijk drie actievoerders naar binnen gelopen om bij de servicebalie verhaal te halen. 
"Kunnen wij de filiaalleider spreken?"
"Hij wil niet."
Na enig aandringen kwam hij al druk bellend toch.
"Ik sommeer jullie om het pand te verlaten. Anders plegen jullie huisvredebreuk en dan ga ik de politie bellen. Nee, ik wil niks ondertekenen. Ik sommeer jullie om het pand te verlaten."
Wij willen natuurlijk niks illegaals doen en daarom zijn we weer naar buiten gelopen.
Enkele aldaar winkelende studenten begonnen spontaan leuzen met ons mee te roepen: "Doe gewoon, geef ons loon."; "Albert Heijn doe gewoon, geef ons loon." en deze hadden ze zelf bedacht: "Uitbuiters, uitzuigers, doe gewoon, geef ons loon."

Al met al een geslaagde actie; op naar de volgende!

Meer informatie: info@dwangarbeidnee.nl
020-6898806

***

donderdag 30 april 2015

Verbijsterende uitspraken van de voorzitter van het Landelijk Contact Sociaal Rechercheurs over fraude

Persbericht Bijstandsbond

Oud nieuws om de reeds eind 2014 gehouden discussie over te doen

Met verbijstering heeft de Bijstandsbond kennis genomen van de uitspraken van Irma Heintzberger, voorzitter van het Landelijk Contact Sociaal Rechercheurs (LCSR) in het dagblad Trouw van vandaag.

Van tijd tot tijd laait de discussie over fraude in de bijstand weer op meestal met als gevolg nog strengere maatregelen, nog hogere straffen en nog meer geld voor het aanstellen van sociale rechercheurs met een nog ruimer budget. Het artikel in Trouw is oud nieuws. Het bericht in Trouw is eigenlijk een weergave van het onderzoeksrapport, de boete belicht van 16 december 2014, wat daarin staat wordt door de ombudsman onderuit gehaald en ook een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 24 november 2014 haalt het rapport onderuit, vandaar dat er in december 2014 geen ruimte en aandacht was voor het rapport De boete belicht, maar ja, we zijn nu maanden verder en dan stoffen we het rapport af en brengen een persbericht uit, alsof de ombudsman en de centrale raad uitspraak al van de vorige eeuw zijn. kort geheugen en we roepen maar weer dat het zo verschrikkelijk is die fraude.
Zie
En voor het antwoord van de minister

Verder vinden wij, dat de voorzitter van de LCSR een volkomen verkeerd signaal afgeeft. Zij wekt de suggestie, dat fraude in de bijstand zou lonen. Dit kan mensen op ideeen brengen, zo van: o, ze pakken me toch niet, ik ga ook zwart werken, of andere fraude plegen, want ik loop toch niet tegen de lamp. Onze ervaring is, dat het tegendeel het geval is. Vroeg of laat ben je de pineut. Afgezien van de morele discussie over fraude, wij raden daarom iedereen ten sterkste af fraude te plegen. Op ons spreekuur zien wij wekelijks de ellendige gevolgen voorbij komen van mensen die in grote moeilijkheden zijn gekomen omdat ze tegen de lamp liepen. Begin er niet aan! Het is niet waar dat fraude loont!
In de tweede plaats beweert de voorzitter van de LCSR dat alleen de kleine gemakkelijke zaken worden aangepakt en de moeilijke omvangrijke fraudezaken blijven liggen. Daarbij verwijst ze naar 'de gemeente'. Maar 'de gemeente', dat zijn toch de sociale rechercheurs zelf? Zij hebben een grote invloed op de prioriteiten die gesteld worden bij de aanpak van fraude in de gemeenten. Met andere woorden, de voorzitter van de LCSR zegt in feite over haar eigen achterban, dat ze teveel de gemakkelijke kleine zaken nemen en zich niet wagen aan grote moeilijke zaken. Er moet gescoort worden!
In de derde plaats stelt de voorzitter van de LCSR, dat gemeenten veel te weinig boetes opleggen en ook nog een veel te laag bedrag. Uit bovenstaande rapporten en brieven blijkt, dat dit onzin is. In de rechtspraak zijn (o.a. in een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep in november en het rapport van de Ombudsman) gemeenten op hun vingers getikt omdat ze na de invoering van de wet boeten en maatregelen standaard een hoge boete opleggen gelijk aan het benadelingsbedrag, zonder rekening te houden met de mate van verwijtbaarheid. Gemeenten leggen dus geen lage boetes op, ze leggen juist veel te hoge boetes op, vaak tot in het absurde, en tot nu toe hebben veel gemeenten de uitspraken van de rechters hierover naast zich neergelegd.


Al met al zijn de uitspraken in Trouw onbegrijpelijk en begrijpen wij niet, waarom daar nu deze publiciteit wordt gemaakt.

Chronisch zieken worden weer gepakt in Amsterdam

 Persbericht Bijstandsbond Bezuinigingen op de vergoeding voor dieetkosten bij de gemeente De gemeente Amsterdam gaat de ...