Er was een inleiding
van professor Gijsbert Vonk en een discussie aan de hand van
stellingen met 4 kandidaat kamerleden en de zaal. Dit wordt een
subjectief verslag en een impressie met wat ik zag als eye openers.
De aamwezige kamerleden waren Sadet Karabulut van de SP, de heer
Özdil van Groen Links, Don Ceder van de Christen Unie en Joke de
Kock van de Partij van de Arbeid. De discussie stond onder leiding
van Frenk van der Linden en ook Ruud Kuin, vicevoorzitter van de FNV
deed af en toe een duit in het zakje. Vanuit de zaal kwam veel het
principe van het basisinkomen aan de orde, gedeeltelijk vanuit het
standpunt van FNV uitkeringsgerechtigden.
Het bleek echter,
dat geen van de 4 aanwezige partijen daar voorstander van was.
Karabulut zei dat ze tegen was, oa omdat dan de miljonairs ook een
basisinkomen krijgen, en ze is meer voor een drastische herverdeling
van inkomen en werk en een sociaal leefbare bijstand. Met wel
afschaffing van allerlei zinloze strafmaatreglen en boetes en herstel
van de oude sociale werkplaatsen voor gehandicapten. De
vertegenwoordigster van de Partij van de Arbeid zag ook weinig in een
basisinkomen, maar was wel voor experimenten met een regelvrije
bijstand om te kijken welke inrichting vand e sociale zekerheid het
best werkt. De vertegenwoordiger van de Christen Unie liet zich uit
in gergelijkbare bewoordingen, waarbij hij de inspannigsverplichting
die werklozen cq bijstandsgerechtigden nu hebben zou willen
handhaven, maar wel op een humanere manier op basis van maatwerk.
De vertegenwoordiger
van Groen Links benadrukte, dat het congres van Groen Links tegen een
onvoorwaardelijk basisinkomen heeft gestemd op basis van
verschillende argumenten. Een van de argumenten die hij noemde, en
die op het verkiezingscongres van Groen Links een belangrijke rol
schijnt te hebben gespeeld, begreep ik niet helemaal, of hij heeft
het onduidelijk utigelegd. Er zijn namelijk mensen, die niet goed
voor zichzelf kunnen zorgen, die bijvoorbeeld budgetbeheer en zo
nodig hebben en een intensieve begeleiding en het is geen oplossing
om die mensen zomaar een zak met geld te geven of er naast te zetten.
Wat dat dan volgens hem betekende naar de mensen toe qua rechten en
plichten kwam niet erg uit de verf, er werd door Frenk van der Linden
een soort alarmbel gehanteerd, waarbij de verschillnede bijdragen aan
de discussie soms werdne beperkt tot anderhalve mnuut.
Ook professor Vonk
zoekt de oplossing niet zozeer in een basisinkomen, maar in de
uitbreiding van het huidige toeslagenstelsel, zoals de kindertoeslag,
de huurtoeslag en de zorg toeslag en het kindgebonden budget. Met
daarnaast allerle belastingkortingen. Zo'n stelsel zou zodanig kunnen
worden uitgebreid tot wat hij noemde een gegarandeerd minimuminkomen,
dat de huidige bijstand totaal kan worden afgeschaft. Een en ander
zou niet moeten worden uitgevoerd door de gemeenten, maar door een
uitbreiding van de belastingdienst. Een grote oorzaak van het bashen
van bijstandsgerechtigden en hen koeioneren is volgens professor
Vonk, dat mensen in de bijstand als mensen die ondersteuning nodig
hebben of geen werk kunnen vinden of schulden hebben identificeerbaar
zijn waarop allerlei denigrende opmerkingen en vooroordelen kunnen
worden lostgelaten. De 'bijstandstrekkers'. Een toeslagen stelsel
heeft enerzijds als voordeel, dat ook middengroepen ervan profiteren,
en dat qua vermogenstoets er sprake is van een glijdende schaal, en
anderzijds dat er geen makkelijk identificeerbare groep meer bestaat.
Professor Vonk heeft deze week een onderzoeksvoorstel ingediend om de
voorstellen van een nieuw toeslagen stelsel nader uit te werken.
Het bleek dat de
kamerleden de voorstellen van de FNV uitkeringsgerechtigden nog niet
goed hadden bestudeerd. Het veelgehoorde argument, dat alle
kamerleden ook aanvoerden, is dat een onvoorwaardelijk basisinkomen
betekent, dat ook een miljonair een basisinkomen krijgt van de staat.
En die man of vrouw heeft al geld genoeg, aldus de kamerleden, we
moeten de drastische ongelijkheid in inkomens tegengaan. Iemand uit
de zaal weerlegde in enkele bewoordingen dat argument, waaruit bleek
dat de kamerleden er nog niet goed over nagedacht hadden. Je kunt
namelijk in combinatie met een onvoorwaardelijk basisinkomen om dat
te financieren een progressief belastingstelsel invoeren. De
miljonairs betalen dan als het ware zelf hun eigen basisinkomen. Dat
heeft het grote voordeel ten opzichte van een voorwaardelijk
basisinkomen, bv rijken krijgen het niet, dat je geen heel grote
bureaucratie hoeft op te tuigen naast het belastingstelsel dat nu al
bestaat om te beoordelen of iemand voor een basisinkomen in
aanmerking komt aan de hand van het inkomen dat iemand heeft.
Tijdens de discussie
werd actie gevoerd door een comite van 50 plussers, het actiecomité
Voet tussen de Deur, die aandacht vroegen voor de positie van ouderen
op de arbeidsmarkt, die vaak kansloos zijn. Hun kansen moeten worden
verbeterd. De actiegroep organiseert regelmatig flashmobs voor hun
belangen. Zo hielden ze een flasmob bij VNO/NCW en MKB Nederland. Hun
lied is 'start me up' van de Rolling Stones. Ze kwamen op de proppen
met een hele grote voet, die moest symboliseren dat ook ouderen op de
arbeidsmarkt een voet tussen de deur moeten krijgen. Applaus, maar
een van de aanwezigen in de zaal was het er niet mee eens. Ze gaf
aan, dat ze de workshop rouwverwerking van de werkloosheid van de FNV
had gevolgd, en dat ze zich eerst had suf gesolliciteerd, maar dat er
al spoedig gezondheidsklachten kwamen, en dat ook andere deelnemers
aan de workshop dat hadden. Ze hebben toen geconcludeerd: ergens moet
je er op een gegeven moment een punt achter zetten. Hou toch op
actiegroep met het najagen van de illusie dat wij wel een keer weer
aan het werk komen. Geef ons onze gezondheid terug. De politici
benadrukten, dat de uitvoering van de Participatiewet te ver is
doorgeschoten en dat maatwerk moet worden geleverd. Ook werd naar
voren gebracht, dat er vroeger VUT-regelingen bestonden en dat die
zijn verdwenen. Karabulut zei dat we moeten stoppen met de zinloze
sollicitatiecarroussel, waarbij de uitzichtloosheid wordt
georganiseerd. Regelingen voor vervroegde uittreding moeten weer
worden ingevoerd. Ook is het krankzinnig dat de AOW naar 67 en ouder
is gegaan. Dat moet terug naar 65, waarbij degneen, die langer willen
werken dat ook moeten kunnen. De mensen op het minimum moeten meer
bestedingsruimte krijgen, drie kwart van de bijstandsgerechtigden
leeft op of onder het de armoedegrens. De uitkeringen en het
Wettelijk Minimum Loon moeten met 10% verhoogd worden.
Hoewel Ruud Kuin zei
voorstander te zijn van een veel socialere bijstand, waarbij hij
zelfs de uitdrukking 'stop de sollicitatieplicht'in de mond nam,
noemde hij toch ook wat bedenkingen tegen de weg van strijden voor
een basisinkomen. Er moet niet alleen naar het inkomen worden
gekeken, maar ook belangrijk is een drastische herverdeling van de
arbeid. En wat de positie van de vakbeweging betref: hij zei dat het
hem niet zozeer ging om de FNV, zijn eigen winkeltje, maar dat het
wel zo is, dat bij de acties voor behoud van de AOW en ook bij de
strijd tegen het werken met behoud van uitkering gebleken is, dat de
mensen die het betreft zeer moeilijk tot niet te organiseren zijn.
Daarom zal het centraal stellen van meer banen, de arbeidsvoorwaarden
en de belangen van de werklenden en meer werk en een drastisch andere
bestrijding van de werkloosheid altijd voorop moeten staan en daarmee
de organisatie van mensen die werk hebben. De huidige situatie op de
arbeidsmarkt tast de positie van de vakbeweging aan.
Hoewel dat laatste
natuurlijk belangrijk is, is het een wat merkwaardig geformuleerd
argument in mijn ogen. Volledige werkgelegenheid of reductie van de
werkloosheid tot aanvaardbare proporties is een illussie in het licht
van de robotisering van de industrie en straks ook de zorgsector en
we leven in een tijd waarin niet alleen in tijden van crisisi de
massa werkloosheid toeneemt, maar ook in tijden dat bij herstel van
de kapitalstische economie er een baanloze groei is. De oorzaak van
de verzwakte positie van de vakbeweging is juist dat er mondiaal en
nationaal een steeds groter surplus aan arbeidskrachten is gaan
ontstaan die een loondrukkende werking heeft en die de positie van de
(georganiseerde) werkenden uitholt. De oorzaak daarvan is dat dit
surplus aan arbeidskrachten gedwongen is zichzelf op de arbeidsmarkt
beneden de CAO voorwaarden aan te bieden, omdat de loonarbeid, voor
mensen die geen andere reserves hebben en die zijn 'bevrijd'van bezit
van productiemiddleen, de hoofdmanier is om een redelijk inkomen te
verwerven en/of te overleven. Het beleid van de staat, van
Participtiewetcontroles tot grenscontroles, is een beleid om het
surplus dat geen waarde heeft voor het kapitaal te managen, niet om
het probleem op te lossen. In feite zit links in Nederland ook
gevangen in de neoliberale logica van het managen van het overbodig
surplus, door discussies aan te gaan over reguleringen van wie wel en
niet toegang heeft tot de Nederlandse arbeidsmarkt.
Wanneer het surplus
door middel van basisinkomenachtige regelingen niet meer onder die
druk staat, kan dit de positie van de werkenden en de vakbonden
alleen maar versterken. Het streven naar een vollediger
werkgelegenheid op basis van herverdeling van arbeid en meer kansen
voor werkzoekenden door aan hem te sleutelen of het invoeren van
toegangsregelingen tot de Nederlandse arbeidsmarkt door middel van
werkvergunningen zal het bestaan van het grootste deel van het
surplus aan overbodige arbeidskrachten niet fundamenteel veranderen.
En dat betekent dat onder druk van de omstandigheden duizenden er
alles voor over hebben om al is het in ellende te overleven.
Meewerken aan dergelijke toegangsregelingen betekent meewerken aan
het illegaliseren van duizenden, die onder nog slechtere
omstandigheden arbeid zullen verrichten in Nederland. Zo goedkoop
voor de werkgevers dat ze lachen om de boetes die een overbelaste
Arbeidsinspectie hen oplegt, waarbij die Arbeidsinspectie contant
achter de feiten aanloopt, hoe groot zij ook gemaakt wordt. En een
steeds machtelozer vakbeweging, die machteloos staat tegenover de
uitbuitingspraktijken van de bazen. Het verleden vanaf de zeventiger
jaren heeft bewezen, dat dit de uitkomst is van een dergelijk beleid
in sommige bedrijfstakken. Althans zo denk ik erover. De vakbeweging
hinkt nu teveel op twee gedachten: enerzijds ernaar streven, mensen
die weinig kansen meer hebben of ouder zijn vrijstellen van
sollicitatieplicht en andere verplichtingen op basis van maatwerk,
waarbij naar voren wordt gebracht dat andere dingen dan betaald werk
en ook onbetaald werk belangrijk zijn, anderzijds nog steeds de
verheerlijking van de betaalde arbeid als enig zaligmamakende weg
naar inkomensverwerving en ontplooiing. Het wordt tijd dat de
vakbeweging als geheel kiest voor een leefbaar, onvoorwaardelijk
basisinkomen. Maar de pleidooien voor toegangsregelingen tot de
Nederlandse arbeidsmarkt door middel van een nieuw stelsel van
werkvergunningen van o.a Ruud Kuin, maken mij niet optimistisch. Hij
kondigde aan in dit kader dat van de zomer een grote campahgne gaat
beginnen voor dergelijke regelingen en tegen de afbraak van de
arbeidsvoorwaarden 0 uren contracten en flexibiliering van de arbeid.
Piet van der Lende