Uit de reguliere media kon je in eerste instantie geen
beoordeling destilleren van wat het regeerakkoord nou eigenlijk is. Er
lekte voor publicatie van het akkoord van alles uit, maar een duidelijk
beeld was er niet. Een soort geruis via de televisie en in de kranten,
waarbij enkele puntjes er tamelijk willekeurig uitgepikt werden. Veel
dingen eromheen werden verteld die niet belangrijk zijn. En er kwam geen
echte mening naar voren over de achterliggende filosofie van het
kabinet.
Of je nu de Volkskrant las of Dominique van der Heiden hoorde
leuteren op de televisie, je wist nog steeds niks. En vooral rechtse
politici en andere neoliberalenkwamen aan het woord, zoals in De Wereld
Draait Door.de vreselijke Barbara Baarsma, die nog meer richting het
ongebreidelde kapitalisme wil. Het standpunt van de FNV - een scherpe
veroordeling van het akkoord - moest ik vernemen via een email van de
FNV zelf.
Frits Wester kwam in een avondvullend programma op RTL4 niet verder
dan: 'de mensen hebben iets van: eerst zien dan geloven, ze weten het
niet'. Hij zegt verpleegkundigen, politieagenten en zo te hebben
gesproken en ook hun organisaties (?). 'Ach ja', zegt hij, 'er zijn
altijd mensen die het niet genoeg vinden, de een zegt dit en de ander
dat'.
Pas enige dagen na publicatie van het akkoord werd duidelijk, dat het
een akkoord is dat desastreuze gevolgen zal hebben voor veel mensen in
hun dagelijks leven. Geschrokken reacties van de FNV en van linkse
politieke partijen maar ook van vele uitvoerende instanties en het
maatschappelijk middenveld, in de gezondheidszorg, op het gebied van
milieu en organisaties die opkomen voor politieke vluchtelingen of de
belangen behartigen van huurders.
Gebrek aan visie op de problemen in de samenleving
In de inleiding van het akkoord geen woord over de sociale problemen die
in de samenleving bestaan, zoals de bij de autonome ontwikkeling van
het kapitalisme groeiende kloof tussen zeer rijk en zeer arm die moet
worden tegengegaan. En de grote armoede van de daklozen, flexibele
arbeidskrachten, een-ouder gezinnen, migranten, etc. Geen enkel besef
spreekt uit de inleiding dat het kapitalisme op zijn minst beteugeld
moet worden om die sociale problemen te lijf te gaan.
Men heeft een hekel aan tegenstellingen zegt men, we moeten alles
samen doen, we moeten streven naar evenwichten, bla bla. Vervolgens
worden in het akkoord een reeks van maatregelen opgesomd, waarbij
opvalt, dat sommige voorstellen gedetailleerd en erg technisch zijn
uitgewerkt, waaruit de grote invloed blijkt van lobbyisten en van de
Haagse bureaucratie van vele topambtenaren. Natuurlijk wordt bij de
samenstelling van een regeerakkoord altijd advies ingewonnen bij
ambtenaren en belangenbehartigers, maar tussen de regels door komt dat
in dit regeerakkoord wel heel sterk naar voren in de vele technische
uitwerkingen, die de onderhandelaars waarschijnlijk zelf niet zo in hun
hoofd hadden zitten.
Maatregelen
Ik ga niet alle maatregelen opsommen, maar noem die in relatie tot de
bijstand. Het voornemen wordt geuit dat de gezamenlijke overheden zich
de komende jaren zullen blijven inspannen voor de realisatie van de
integrale aanpak, ‘dichtbij de burger’ voor mensen die het zonder
ondersteuning niet redden. Middels de normeringssystematiek voor het
Gemeente- en Provinciefonds komt er meer geld voor gemeenten
beschikbaar. Over de inzet van deze middelen in het sociale domein
worden programmatische afspraken gemaakt met gemeenten.
In het regeerakkoord wordt beschreven dat een extra inspanning is
vereist om mensen in een kwetsbare positie een betere toekomst te geven.
Als werken in een reguliere baan niet mogelijk is, moeten gemeenten
arrangementen bieden voor beschut werk. Het budget voor activering van
en dienstverlening aan mensen in een kwetsbare positie wordt verhoogd,
waarmee voor 20.000 extra personen de mogelijkheid voor beschut werk
ontstaat.
De extra middelen om de inzet op beschut werk te verstevigen, worden
opgebracht door het instrument van loonkostensubsidies in de
Participatiewet te vervangen door de mogelijkheid tot loondispensatie.
Werkgevers kunnen daarmee onder het wettelijk minimumloon betalen, al
naar gelang de verdiencapaciteit van de persoon in kwestie. De gemeente
vult afhankelijk van de gemeentelijke inkomensvoorziening waar
belanghebbende gebruik van maakt, het inkomen aan met een uitkering.
De extra arbeidsplaatsen voor beschut werk komen dus niet uit de
Rijksmiddelen, maar uit de winst die de gemeenten zullen gaan maken op
het tewerkstellen van bijstandsgerechtigden, gratis of onder het
minimumloon. Uitbreiding van de dwangarbeid dus.
Strenger beleid
Behalve het buitenwerking stellen van de Wet op het Minimumloon voor
bepaalde groepen wil de nieuwe regering afspraken over een
‘geïntegreerde aanpak’. Lees: uitvoerende instanties op het gebied van
inkomen, gezondheidszorg, belastingen en hulpverleningsorganisaties
moeten meer gaan samenwerken om gegevens uit te wisselen en de zaken op
een bepaald persoon betrekking hebbende te coördineren, zodat je als het
ware van verschillende kanten ‘in de tang’ wordt genomen.
Daarnaast wil de nieuwe regering strenger toezien op de uitvoering
van bepalingen in de Participatiewet, die nu nog in veel gemeenten een
dode letter zijn, omdat de gemeenten de bepalingen onuitvoerbaar achten
of omdat men het er in de gemeente niet mee eens is. Het kabinet is
voornemens om in gesprek te gaan met gemeenten over de wijze waarop zij
uitvoering geven aan de reeds in de wet opgenomen verplichte
tegenprestatie. Het lijkt erop, dat het nieuwe kabinet de gemeenten
onder druk wil zetten om deze verplichte tegenprestatie in te voeren als
dat nog niet het geval is. Verder wil men niet-vrijblijvende
bestuurlijke afspraken maken met gemeenten over het vergroten van de
beheersing van de Nederlandse taal van Nederlanders met een
migratieachtergrond; anders gezegd: de voorwaarde dat je Nederlands
spreekt om op de langere termijn bijstand te krijgen moet strenger
worden nageleefd.
Zoals we hierboven zagen, is het wisselgeld van het nieuwe kabinet om
de gemeenten tot medewerking te bewegen de inzet van wat extra
financiele middelen voor de gemeenten. Nieuwkomers in Nederland krijgen
het zwaar. Het kabinet wil:
-integratie met burgerschapswaarden (het zingen van het Wilhelmus en
zo), en een verplicht leer- en (vrijwilligers) werktraject. Dus het
werken met behoud van uitkering (dwangarbeid) dat ook al voor andere
groepen bestaat, gaat in het bijzonder gelden voor nieuwkomers.
-een begeleide toegang tot de verzorgingsstaat: gemeenten innen de
zorgtoeslag, huurtoeslag en bijstand gedurende de eerste 2 jaar en de
nieuwkomer ontvangt deze voorzieningen en begeleiding in natura met
leefgeld. Na een toetsmoment kan een statushouder die zichzelf redt op
de arbeidsmarkt, eventueel eerder uitstromen. Dit betekent, dat een
statushouder de eerste twee jaar geen recht heeft op gewone bijstand.
Uitholling van rechten
Er wordt nog een reeks van andere maatregelen voorgesteld om de rechten
van werkenden en uitkeringsgerechtigden verder uit te hollen. Het
ontslagrecht wordt versoepeld, de Wajong gaat naar beneden, de keuringen
voor de WIA worden nog strenger, en de koopkracht van vooral mensen met
een laag inkomen wordt uitgehold door verhoging van het lage
BTW-tarief. Dat wordt zogenaamd gecompenseerd met belastingverlagingen,
maar vele minima profiteren hier niet van en AOW-ers bijvoorbeeld
betalen geen belasting. Dus die hebben er niks aan.
Tegenover de verdergaande verarming van velen staat de verrijking van
een minderheid. Belastingtarieven gaan omlaag en de bedrijven krijgen
allerlei douceurtjes, zoals de afschaffing van de dividend-belasting.
Gaat hert regeerakkoord worden uitgevoerd?
Gaat het regeerakkoord worden uitgevoerd?
De VVD kon 40 jaar lang bijna onafgebroken in de regering haar
neoliberale beleid uitvoeren, ook al waren ze een minderheid, omdat
vooral de sociaal-democratie in de vorm van de massaorganisatie bij de
vakbonden en de Partij van de Arbeid in ruil voor wat concessies dat
beleid als het erop aan kwam legitimeerde. Zij verkochten het beleid aan
een morrende achterban middels de sleutelposities die ze in die
massa-organisaties en in de lokale bestuursorganen innamen. Op die
posten hielden ze al te rigoreuze acties tegen de neoliberale regering
waarvoor in de morrende achterban gepleit werd, tegen. Daarbij werden
figuren als Dijsselbloem als leiders naar voren geschoven, die ook
neoliberaal dachten.
Met de historische nederlaag van de Partij van de Arbeid bij de
verkiezingen is deze legitimatiebasis verdwenen. De schrijvers van het
regeerakkoord zijn zich er zeer van bewust dat de bereidheid van een
meerderheid van de bevolking in het algemeen en van het maatschappelijk
middenveld en de lagere bestuursorganen in het bijzonder om de
maatregelen uit te voeren, de achilleshiel is van de nieuwe coalitie,
die toch al steunt op een zeer krappe meerderheid, hoewel ze
waarschijnlijk als het erop aankomt wel steun van de SGP en ander
rechtse splinterpartijen zullen krijgen en misschien incidentele steun
van de PVV.
Op veel plaatsen in het regeerakkoord wordt gezegd dat in overleg zal
worden getreden met instituties in de samenleving. Hiervoor kwam al ter
sprake, dat men bestuursakkoorden wil met de gemeenten, verenigd in de
VNG. En nieuwe akkoorden met de vakbonden, milieuorganisaties en die in
de gezondheidszorg. Maar het scenario dat zich voltrok tijdens het
kabinet Rutte I zal in mijn ogen worden herhaald.
Mislukte onderhandelingen tijdens Rutte I
Het kabinet Rutte I was een coalitie van CDA en VVD met gedoogsteun van
de PVV, net als het nieuwe kabinet met een krappe meerderheid. Ook toen
ontbrak de legitimatiebasis van de sociaal-democratie gedeeltelijk. Het
kabinet begon onderhandelingen met lagere bestuursorganen over een
bestuursakkoord op verschillende terreinen. Deze onderhandelingen
verliepen zeer moeizaam. Vooral de sociaal democraten die in veel
gemeenten belangrijke bestuurlijke posities hadden, lagen dwars.
Uiteindelijk ging de VNG akkoord, met uitzondering van de toenmalige
nieuwe wet Werken naar Vermogen die moest dienen als vervanging van de
Wet Werk en Bijstand. Ook in deze wet werd de zogenaamde loondispensatie
voorgesteld, net als de nieuwe regering nu doet, dus werken voor
bijstandsgerechtigden beneden het wettelijk minimumloon.
Er was tijdens de onderhandelingen grote onenigheid over de budgetten
die de lagere bestuursorganen zouden krijgen voor decentralisatie en
overheveling van bevoegdheden. Pas tijdens het kabinet Rutte II, toen de
Partij van de Arbeid weer in de regering zat, kon de Participatiewet
worden ingevoerd, die in veel opzichten lijkt op de nooit ingevoerde Wet
Werken naar Vermogen, en konden ook op andere beleidsterreinen zoals de
WMO en de gezondheidszorg bestuurlijke decentralisaties worden
doorgevoerd. Daarnaast kon toen een sociaal akkoord worden gesloten met
de vakbeweging.
Nieuwe onderhandelingen
Nu de legitimatiebasis van de sociaal-democratie weer ontbreekt, lijkt
het zeer waarschijnlijk dat het scenario van 2010/2011 zich zal
herhalen. Weliswaar heeft de Partij van de Arbeid een historische
nederlaag geleden, maar haar kaderleden nemen nog steeds sleutelposities
in bij het maatschappelijk middenveld van vakbonden, lokale
bestuursorganen, ambtenarij, milieu en organisaties op het gebied van
wonen, etc. Zij zullen zich nu samen met anderen met hand en tand gaan
verzetten tegen de maatregelen in het regeerakkoord. Met andere woorden:
de mensen in het land, het maatschappelijk middenveld en delen van de
lagere bestuursorganen zullen dit akkoord gewoon niet uitvoeren.
In dit verband zijn de gemeenteraadsverkiezingen meer dan ooit
belangrijk. Het lot van het nieuwe kabinet zal deels afhangen van de
krachtsverhoudingen in de gemeenten en bij de VNG die wel of niet in
verzet zullen komen tegen de regeringsmaatregelen. In Amsterdam hebben
Groen Links, Partij van de Arbeid en SP, dus de sociaal-democratie in de
hoofdstad, al een Pact van Amsterdam gesloten, gepresenteerd op een
bijeenkomst in De Balie op 22 october, waarbij ze in de aanval gaan
tegen de nieuwe regering en grotere autonomie voor de regio’s eisen.
Ook de FNV lijkt op oorlogspad te willen gaan. Hoewel ze die plannen
in het verleden ook hadden, toen er niets van terecht kwam, kunnen dit
toch de eerste voorboden zijn van massaal maatschappelijk verzet tegen
de nieuwe regering. Hoewel, in het verleden heb ik dit ook wel eens
voorspeld, en toen kwam er niks van terecht omdat ik mij vergiste in de
toenmalige betekenis van de oorlogsrituelen vanuit de
sociaal-democratie, die altijd weer naadloos overgingen in een
compromispolitiek met de neoliberalen die er bij vele sociaal-democraten
tot op het bot ingebakken zit.
Maar ik hoop ook dat velen ervan doordrongen zijn dat ze deze keer de
oppositie op een waarachtige manier zullen moeten voeren, en niet zoals
in het verleden is gebeurd op nationaal niveau compromissen gaan
sluiten, waarbij eenvoudigweg het neoliberale beleid van de afgelopen
decennia wordt voortgezet. Anders wordt de PVV bij de volgende
verkiezingen alleen maar weer veel groter.