zaterdag 24 november 2018

Kritiek op het Centraal Plan Bureau CPB



Op 23 november publiceerde het Centraal Plan Bureau (CPB) de notitie ‘Vertraagde loon ontwikkeling in Nederland ontrafeld’. https://www.cpb.nl/publicatie/vertraagde-loonontwikkeling-in-nederland-ontrafeld

Op twitter reageerde Rodrigo Fernandez, onderzoeker aan de KU Leuven en medewerker van SOMO. @fernandezamster

Bij een reeks tweets en de reacties daarop spreekt men op twitter van een ‘draad’. Voor degenen die niet actief zijn op sociale media of het niet hebben gezien laat ik hier een gedeelte van de draad volgen.

Het CPB kwam vandaag met een paar studies over de lage stijging van de lonen. Hiermee laat het CPB een kans voorbij gaan om in te gaan op het dalende AANDEEL vd lonen in de economie, terwijl hier nu juist zo veel om te doen is. hier een draadje:

Het CPB komt met de conclusie dat de lage productiviteitsgroei de oorzaak is van de lage groei van de reële lonen. De vraag waarom lonen achterblijven bij de productiviteitsgroei en investeringen achterblijven bij de winsten komt niet aan de orde.


Het dalende aandeel van de lonen is al sinds 1980 gaande in vrijwel alle landen, vanaf 2010 ook in zogenaamde ‘lage loon’ landen (ILO). Veel internationale organisaties hebben zich hiermee bezig gehouden en veel academische studies zijn hieraan gewijd
Het CPB schuift vrijwel alle verklarende mechanisme terzijde (globalisering, flexibilisering, minder invloed vakbonden, marktmacht) omdat ze aangeeft dat ze geen idee heeft hoe deze factoren in haar rekenkundige universum passen

Wat overblijft is productiviteit en inflatie, want dat rekent lekker. Nogal een selectieve onderzoeksmethode dus die meer aangeeft over de beperkingen van een strikt rekenkundige analyse en aangeeft dat het ook verstandig kan zijn om uit het raam te kijken (en een boek te lezen)

Opvallende afwezige uit het hele verhaal zijn de bedrijven. Het spiegelbeeld van een dalend aandeel van de lonen was een stijging van het aandeel van de overheid (sociale premies) en hogere winsten. Tegenover de hoge winsten stonden geen investeringen en/of meer onderzoek

Wat wel gebeurde was een stijging van de opgepotte winsten die werden geïnvesteerd in financiële markten – deze financialisering is volgens de ILO (VN), die zich met loonontwikkeling bezighoud de belangrijkste oorzaak van het achterblijven van de productiviteit en de lonen.

Opvallend is dat dit element niet is meegenomen door het CPB terwijl de omvang van de financiële reserves van Nederlandse bedrijven de op een na grootste van de wereld zijn. Wederom selectief shoppen in determinanten door het CPB.

Enkele reacties

Het is niet te begrijpen dat het CPB in haar studies naar de lage loongroei geen aandacht heeft voor ‘hysterese’ door de Grote Recessie. Hysterese is het verschijnsel dat vraaguitval leidt tot permanente schade aan het aanbod van de economie. /1 https://www.cpb.nl/publicatie/vertraagde-loonontwikkeling-in-nederland-ontrafeld … #cpb
Die permanente schade ontstaat doordat mensen hun vaardigheden verliezen bij werkloosheid en bedrijven minder investeren in kapitaal en nieuwe technologie of doordat bedrijfsspecifieke technologie helemaal verloren gaat als bedrijven failliet gaan. /2

Wetenschappelijk onderzoek van bijvoorbeeld @RidderMaarten en @CoenTeulings laat zien dat hysterese door lagere investeringen in R&D belangrijk is om de achterblijvende productiviteitsgroei (en dus loongroei) te begrijpen: https://voxeu.org/article/endogenous-growth-and-lack-recovery-global-crisis … /5

Om de lage loon- en productiviteitsgroei te begrijpen kan het CPB niet om de gevolgen van de Grote Recessie heen. Het CPB bagatelliseert echter de mogelijkheid van hysterese al jaren en blijft dat doen. /6



Geen opmerkingen:

Een reactie posten