Posts tonen met het label Amsterdam. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Amsterdam. Alle posts tonen

dinsdag 24 september 2013

Economie en arbeidsmarkt Amsterdam

Uit de nieuwsbrief Vakbeweging in beweging Lokaal Amsterdam september 2013


Pijnlijke tegenwind in 2e fase Grote Recessie
  
De stad Amsterdam is één van de belangrijkste centra van economische activiteit in Nederland. Handel, Financiële Dienstverlening, Transport, Toerisme, Wetenschap, Cultuur en de Creatieve Industrie zijn de belangrijkste bronnen voor economisch welzijn voor Amsterdam. De “Grote Recessie”die is ingetreden na de “bijna ineenstorting” van het Bank- en Kredietwezen in de Atlantische wereld in 2008-2009 heeft de Amsterdamse economie geraakt. Allereerst, 2008-2010, minder sterk dan elders in Nederland. De 2e fase van conjuncturele neergang 2011-2013 doet zich echter nu pijnlijk voelen.
   
Basis wel op orde
  
Handel, Transport, Toerisme bewegen door de internationale vervlechting mee met economische ontwikkelingen in de Europese Unie en in de rest van de wereld. De Aziatische en Amerikaanse economieën hebben tot nu toe weer de weg omhoog gevonden na het “Lehman" - debacle. De Europese Economie toont voorzichtige tekenen van herstel. (zomer 2013) Zij het dat dit herstel vooralsnog kwetsbaar is en vooral in de industriële productie een grillig patroon vertoont van groei gevolgd door terugval. De Europese groei aanjagende factor is daarnaast nogal eenzijdig afhankelijk van de economische motor van de Duitse Bondsrepubliek. De andere economische Europese grootmachten (Span-je, Italië, Frankrijk en Groot-Brittannië) kampen nog met structurele problemen. Problemen die er toe leiden dat hun Binnenlands Product nog onder het niveau ligt van 2008. Het jaar waarin de “Grote Recessie” intrad. De klassieke Amsterdamse welvaartsproducenten hebben door hun verworven voorsprong in kennis en vaardigheden hun plaats in de wereld weten te behouden. Toename van activiteit is echter gering. De klassieke Amsterdamse economische krachtbronnen draaien tot nu toe stationair. De Stad zelf is door haar ligging en de kwaliteit van haar hooggeschoolde beroepsbevolking nog steeds een aantrekkelijke vestigingsplaats voor bedrijven die werkzaam zijn in de bedrijfs-takken van Groothandel en Transport.
  
Manifeste krimp

De Amsterdamse economie wordt bovenmatig getroffen door een manifeste afbrokkeling van 2 eertijds sterke krachtbronnen van haar economie. Dit zijn de sectoren van Financieel Dienstverlening en de Creatieve Industrie. Elk idee, vroeger gekoesterd door de Amsterdamse Stadsbestuurders, dat de Zuid-As het Canary Wharf op het Europese continent zou kunnen worden zal moeten worden bijgezet in het Museum van Illusie Denken. Het financiële centrum van Frankfurt is hiervoor beter toegerust en beschikt over de Europese Centrale Bank. Daarnaast herstructureert de financiële sector op wereldniveau zich zelf door vereenvoudiging en het afscheid nemen van onnodige exotische activiteiten. De opkomst van Azië vertaalt zich ook in een beweging in de Financiële sector naar het Oosten. Werkgelegenheid in de eertijds belangrijke financiële dienstverlening in Amsterdam neemt sterk af. De sector krimpt letterlijk en figuurlijk. Technologische vernieuwingen versterken het proces van uitstoot van arbeid. Er is manifest sprake van werkgelegenheidsverlies. Het baanverlies en het wegtrekken van hooggeschoold personeel remt de groei van consumptie en dempt daarmee economische activiteit in de stad in allerlei dienstverlenende activiteiten en detailhandel. Ook al is er elders sprake van groei dan geschiedt dit in een omgeving waarin stevige remmende krachten aan het werk zijn. Technologische veranderingen doen de eertijds bloeiende Creatieve Industrie (reclamewezen, mediawereld, specialistische drukkerijen. Kunst en cultuur ) in de Stad Amsterdam kraken. Het nieuwe speelgoed van I-pad, E-boek, Legal en IlIegal down loading doet de arbeidsintensieve Creatieve Industrie op haar grondvesten schudden. De toegevoegde waarde is aan ernstige erosie onderhevig meldt de Economische Verkenning 2012 van de gemeente Amsterdam.
De negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid van technologische vernieuwing in de Creatieve Industrie worden versterkt door afname van opdrachten die voortvloeit uit de reeds gememoreerde krimp van de eertijds supervermogende Financiële Dienstverlening.
  
Extra tegenwind
  
De Nederlandse economie is in de eerste decade van de 21e eeuw in het spoor van een Kredietbel Economie terecht gekomen. Ongeremde particuliere krediet verlening heeft een kunstmatige over-consumptie gegenereerd. Het Bankenstelsel is door riskante financiering d.m.v. interbancaire leningen zwak. De benodigde staatsinterventie in het Bankenstelsel heeft naast de toenemende uitgaven ingevolge ons sociaal zekerheidsstelsel geleid tot toename van staatsschuld en financierings-tekorten op de Rijksbegroting. De 3 kredietbellen van Nederland worden in het kader van gemaakte afspraken in de Europese Muntunie en in andere internationale instellingen naar beheersbare proporties teruggebracht. Het rijk bezuinigt en verschaft aan alle andere overheden minder middelen voor het verrichten van taken. Deze krimp vertaalt zich in afbrokkeling van werkgelegenheid bij de overheden zelf. Middelen om een activerend economisch en arbeidsmarktbeleid te voeren nemen in omvang af. De reeds aanwezige remmende krachten in de economie krijgen volgens de theorie een extra remkracht.

Negatieve spiraal in Amsterdamse Arbeidsmarkt

Vooral voorjaar en zomer 2013 is de Arbeidsmarkt in Amsterdam vanuit het werknemersperspectief in een uiterst onaangename negatieve spiraal terecht gekomen. Het aanbod van arbeid, (hoogge-schoold- middelbaar geschoold- laag geschoold) neemt toe. De vraag naar arbeid, ( de aanwezige vacatures van bedrijven en instellingen), neemt af. Het starters klimaat voor beginnende ondernemers is verre van rooskleurig. De Arbeidsmarkt staat op zijn kop zeggen onze Zwolse FNV Collega’s in een aankondiging voor een openbare FNV -Bijeenkomst. Wat voor Zwolle geldt is ook voor Amsterdam waar. De waarheid is dat Nederland wordt geconfronteerd met recordwerkloosheid. Volgens de Werkloosheidmeter nam de werkloosheid in de maand september 2013 met 700 per dag toe. Elk idee dat snel verbetering zal optreden is voorlopig uitgesloten. Wat we zien is het verschijnsel van “Baanloze Groei”. D.w.z. dat de toename van activiteiten niet evenredig leidt tot het creëren van arbeidsplaatsen doordat bedrijven van ongebruikte capaciteit gebruik maken en technologisch vernieuwen. Opmerkelijk is dat hooggeschoolde en duurbetaalde werknemers niet meer vrijgesteld zijn van “exit beleid”. Velen van hen kunnen in de eigen sector niet meer aan de slag en moeten na een grondige heroriëntatie elders op de arbeidsmarkt een nieuwe loopbaan opbouwen. Het oplossen van de zich voordoende vraagstukken gaat lang duren. Het enige lichtpunt is dat bij een vergrijzende Nederlandse bevolking een onontkoombare vervangingsvraag gaat optreden. Echter de Amsterdamse beroepsbevolking is in relatieve zin tamelijk jong.
  
Kengetallen Amsterdamse Arbeidsmarkt
  
Adequate beleidsvorming door de FNV leiders in Amsterdam vraagt allereerst om kennis van feiten. Hieronder worden een aantal relevante kengetallen weergegeven:
  
WERKLOOSHEID NEDERLAND     SEPT.2013                 8,6%                                      746 505
WERKLOOSHEID NEDERLAND  2009                              3,7%                                      302 000
WERKLOOSHEID EUROPESE UNIE K2-201                  11,9 %                                 26 000 000
WERKLOOSHEID AMSTERDAM   K2-2013                   10,4 %                                      44 000
JEUGDWERKLOOSHEID AMSTERDAM K2-2013        20%                                           15 000
WERKLOOSHEID JONGE VROUWEN ASD K2-2013                               18  %
WERKLOOSHEID JONGE MANNEN ASD K2-2013                                  22  %
WERKLOOSHEID JONGE MIGRANTEN ASD NIET-WESTERS             39 %
WERKLOOSHEID LAAGOPGELEIDEN ASD K2-2013                             17,5 %
WERKLOOSHEID MIDDELBAAR OPGELEIDEN ASD K2-2013            12,5 %
WERKLOOSHEID HOOGOPGELEIDEN ASD K2-2013                                5%
WERKLOOSHEID AMSTERDAM  ZUIDOOST                                            19 %
WERKLOOSHEID AMSTERDAM NOORD                                                  14 %
WERKLOOSHEID AMSTERDAM NIEUWWEST                                        13 %
WERKLOOSHEID AMSTERDAM WEST                                                       11%

Mondriaan Akkoord Werknemers –Werkgevers –Rijksoverheid

Werknemers, Werkgevers en Rijksoverheid hebben in het Mondriaan Akkoord (Sociaal Akkoord) afgesproken door gezamenlijke inspanning een ondernemend en socialer Nederland op de kaart te zetten . (www.stvda.nl/persberichten). Doel is te komen tot intensivering van het regionale arbeidsmarktbeleid. Het middel hiertoe is samenwerking tussen regionale werkgevers, vakbondsbestuurders en wethouders. Dank zij het onvermoeibare werk van Jan Bakker, (oud voorzitter OR ABNAMRO) , van FNV Bond-genoten is vanuit de FNV een eerste stap op dit terrein ondernomen. Jan Bakker, heeft in april 2013 een bijeenkomst georganiseerd waarin tussen relevante betrokkenen de rol van de MBO - stage aan de orde is gesteld. Het doel was om te komen tot een verbetering van de uitvoering van het stage-beleid voor MBO -studerenden in Amsterdam. Beraad is nodig welke verdere stappen door de FNV in het Amsterdamse nodig zijn om op adequate wijze de belangen van werknemers, toekomstige werk-nemers en voormalige werknemers te behartigen op het terrein van het Arbeidsmarktbeleid in Amsterdam.
   
Jan Witting. ( Coördinator FNV Lokaal Amsterdam)

maandag 8 juli 2013

Verslag enquêteactie Laarderhoogteweg van het comité DwangarbeidNee

Verslag enquêteactie Laarderhoogteweg van het comité DwangarbeidNee
 Inleiding

Het actiecomité DwangarbeidNee heeft op maandag 27 mei, woensdag 29 mei, dinsdag 4 juni en donderdag 6 juni 2013 bij het Praktijkcentrum DWI aan de met prikkeldraad omgeven Laarderhoogteweg 51 een enquête gehouden onder de mensen die daar werken met behoud van uitkering. Mensen die in het pand werken verrichten werkzaamheden als
– werkschoenen poetsen van collega’s en werkmeesters;
– werkkleding strijken van collega’s en werkmeesters;
– formulierenbrigade;
– printerpapier vervangen;
– houtjes lakken en schuren;

Doel van het houden van de enquête was om te horen hoe men het werken met behoud van uitkering op de Laarderhoogteweg ervaart. In totaal heeft het comité 37 enquêtes afgenomen.

Bevindingen

- Van de 37 ondervraagden werken er 35 met behoud van uitkering.
- De meerderheid (29) heeft nog maar kort (korter dan een jaar) een uitkering
- De helft (19) werkt er korter dan drie maanden. Twee van de ondervraagden werken er al 3 jaar.
- van de 37 ondervraagden werken er 25 ten minste 32 uur per week.
- 32 van de ondervraagden geven aan dat de trajectvergoeding die ze krijgen veel lager is dan de reiskosten die ze maken.
- 15 van de ondervraagden geven aan dat ze in de schulden zijn gekomen door het werken behoud van uitkering.
- 21 geven aan dat DWI hen verschillende beloftes heeft gedaan, die DWI vervolgens dan niet na kwam.
- 26 van de ondervraagden geven aan dat ze het erg vinden om gratis te moeten werken.
- Vrijwel alle ondervraagden (34) hebben liever een gewone betaalde baan met een minimumloon dan een uitkering.
- Vijfentwintig van de ondervraagden ervaren een sfeer van wantrouwen: ze moeten in dit traject, omdat DWI ervan uit gaat dat ze ‘uitvreters’ zijn. Ze voelen zich ook geïntimideerd door de DWI.
- 14 ondervraagden hebben al eens een strafkorting gehad.
- Iets meer dan de helft (20) ervaart de Laarderhoogteweg als een gevangenis. Men voelt zich gekleineerd.
- 20 van hen geeft aan dat als ze ziek zijn, de DWI hen onder druk zet toch te komen.
- 19 van de ondervraagden geven aan dat de DWI naar medische gegevens vraagt waar de DWI hen volgens hen niet naar mag vragen.
- 21 van hen had recente werkervaring toen ze op de Laarderhoogteweg
kwamen.
- Een ruime meerderheid (26) geeft aan dat ze door hun aanwezigheid op Laarderhoogteweg nauwelijks tijd overhouden om een echte baan te
vinden.
- 19 van hen geven aan dat ze verwachten dat ze door de trajecten van de DWI nooit meer aan echt werk komen.

Conclusie

De gevolgtrekking die we op grond van de hierboven gepresenteerde resultaten kunnen trekken is dat de het werken op de Laarderhoogteweg niet wordt gewaardeerdHet werk wordt als een strafexercitie ervaren. Een exercitie waar ze dan ook nog eens niets mee opschieten aangezien ze door dat alles niet aan werk zoeken toekomen. Mensen raken ernstig gedemotiveerd en komen zo in een eeuwige cirkel terecht.

Verhalen die we hoorden

Hieronder, in willekeurige volgorde, een aantal van de verhalen die ons werden verteld.

Trajectvergoeding
Veel mensen klagen over het verschil tussen het bedrag van de trajectvergoeding en het bedrag dat ze daadwerkelijk kwijt zijn aan reiskosten. Sommige mensen krijgen kennelijk die 20 euro niet. DWI heeft hen daarvan niet op de hoogte gesteld, ze moeten er zelf achter komen en het zelf ter sprake brengen. En ook dan is die 20 euro veel te weinig vaak.

Vergoeding kinderopvang
Deze is er helemaal niet en dat is lastig voor (met name) alleenstaande moeders, en die werken er ook.

Strafkorting
Mensen die te laat komen of afwezig zijn , maar ook mensen die voor hun mening uitkomen, krijgen regelmatig een strafkorting opgelegd. Deze is meestal 30% van de uitkering en nogal eens wordt deze korting zonder nader schriftelijk bericht uitgevoerd. Soms krijgen mensen geen strafkorting als ze te laat komen, dan moeten ze de tijd inhalen, ook als je een geldige reden had.

Schulden
Veel mensen raken (verder) in de schulden omdat het traject hen geld kost. Zij moeten bijvoorbeeld brommerbrandstof of ov-abonnementen kopen om op de werkplek te komen. Daarnaast moeten mensen met kinderen iemand zoeken om de kinderen naar school te brengen en na school op te vangen, wat dikwijls geld kost. Als daar ook nog een strafkorting bovenop komt, zijn de rapen gaar. Overigens zijn mobiele telefoons verplicht, maar wie er geen heeft, krijgt er niet een vergoed.

Werkmeesters en ander DWI-personeel
Er zijn ongeveer 40 ‘werkmeesters’. Er zijn veel klachten over hen. Je mag officieel nu wel naar buiten in de pauze, maar van sommige van de werkmeesters mag dit niet. In de pauze bellen is niet toegestaan. De consulenten van de medewerkers zijn tegelijk ook hun klantmanager waardoor ze het idee hebben bij niemand terecht te kunnen met hun klachten over de werkmeesters.
Ook over de consulenten/klantmanagers zijn veel klachten. Wanneer men bijvoorbeeld klaagt over de reiskosten, krijgen ze dingen te horen als “kom maar lopend” of “je moet maar fietsen”, terwijl ze van Osdorp of Geuzenveld moeten komen. Ook vertelde een mevrouw ons dat haar consulent/klantmanager in de kantine openlijk en op luide toon haar financiële situatie ter sprake bracht zodat iedereen mee kon luisteren. Een meneer vindt dat de DWI ‘de boel aan het flessen is’ onder andere omdat zij niet op de Laarderhoogteweg naar werk mogen zoeken en hij en anderen zijn ervan overtuigd dat de consulenten/klantmanagers helemaal niet willen dat de dwangarbeiders een baan vinden.

Beloftes
De DWI maakt vaak beloftes niet waar. Zo moeten sommige mensen die al op de Laarderhoogteweg werken, elders, bijvoorbeeld in de bouw, zonder salaris werken in het kader van een zogenaamde ‘proefperiode’, maar wanneer deze verstreken is, moeten ze weer terug naar de Laarderhoogteweg. Zij worden daar in de bouw dan vervangen door andere klanten van de DWI. Wat ook gebeurt, is dat wanneer het personeel van schoonmaakbedrijven met vakantie gaat, zoals in de zomervakantie, de DWI cliënten van de Laarderhoogteweg als vakantiekrachten ter vervanging stuurt, zonder salaris, in het kader van een ook weer zogenaamde ‘proefperiode’. Wanneer de schoonmakers terug van vakantie gekomen zijn, moeten zij weer terug naar de Laarderhoogteweg.
Een ander verhaal: DWI had iemand beloofd dat hij door op de Laarderhoogteweg te
werken een heftruck- en een VCA-certificaat zou krijgen. Maar daar kwam niks van terecht.

Discriminatie
Veel mensen voelen zich gediscrimineerd.

Ziek melden
Wanneer mensen ziek zijn, worden ze eerst onder druk gezet toch te komen; “take a paracetamol and come here!” Wanneer dit niet helpt, wordt er vertrouwelijke medische informatie geëist; “let me see your prescription!” Dit terwijl er bijvoorbeeld helemaal geen ‘prescription’ is, omdat de huisarts had gezegd dat het gewoon een kwestie is van thuis in bed uitzieken.

Formulierenbrigade
Sommige medewerkers zitten in de formulierenbrigade. Er zijn veel klachten over de werkwijze. Met de werkbegeleider is weinig overleg mogelijk, waardoor men de klanten van de formulierenbrigade vaak tekort moet doen.  

zondag 12 februari 2012

Discussie over Work First op de website van actieblad Ravage met bijdragen van oa Joop Lahaise en Pieter Hilhorst, VARA Ombudsman

Ron Kretzschmar heeft op de website van actie blad Ravage een artikel laten plaatsen waarin hij kritiek levert op het Maandblad Uitkeringsgerechtigden (MUG) en op VARA Ombudsman Pieter Hilhorst. Ron begint zo: 'Als columnist, presentator en VARA Ombudsman maakt Pieter Hilhorst een integere indruk. Wat weinigen weten is dat de man jarenlang het omstreden Amerikaanse re-integratieprogramma Work First heeft gepromoot, terwijl de kritische rapporten van overzee voor het oprapen lagen'. “In deze gepolariseerde tijd gebruikt rechts hun afkeer om links de mond te snoeren, door ze als moralisten weg te zetten. Idealisten zijn hypocriet, omdat ze doen alsof ze beter zijn dan anderen”, vertelt VARA Ombudsman en columnist Pieter Hilhorst in een interview met HP/De Tijd in 2011. Maar hij sprak vooral als lid van de PvdA. Hij heeft gelijk, zegt Ron vervolgens, de competitie tussen links en rechts is verworden tot een politieke pingpong wedstrijd. Dat neemt niet weg dat de columnist Hilhorst zelf ook wel eens aanleiding geeft om slecht over hem te denken. Daarna vertelt Ron wat de standpunten zijn van Pieter Hilhorst over de zogenaamde Work First methoden om werklozen in de bijstand aan het werk te zetten. En hoe de berichtgeving van de MUG verbonden is met de manier waarop de DWI dat doet. Hierop is zowel door Joop Lahaise, hoofdredacteur van de MUG als door Peiter Hilhorst gereageerd. Ravage blijkt op het moment van schrijven van dit stukje echter uit de lucht te zijn. Zodra daar alles weer werkt zal ik een link plaatsen. Hier is de link  

PvdL

dinsdag 5 januari 2010

Chronisch zieken in Amsterdam zijn verbijsterd over nieuw gemeentelijk beleid

Eerste oproep

Op 5 januari 2010 om 19.30 uur houdt de Bijstandsbond een eerste protestbijeenkomst naar aanleiding van het feit, dat bij veel chronisch zieken en gehandicapten in Amsterdam in de week van 8 december een brief in de bus is gerold, waaruit blijkt dat ze op grond van een nieuwe gemeentelijke regeling voor chronisch zieken er soms tot 200 euro netto in de maand op achteruit gaan.

 Als gevolg van de nieuwe wettelijke landelijke regeling voor chronisch zieken wordt de gemeentelijke regeling chronisch zieken en gehandicapten afgeschaft en vervangen door de nieuwe regeling aanvullende tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten. Dit betekent dat verschillende kosten in verband met ziekte of handicap niet langer vergoed worden.

 Concreet voorbeeld: iemand kreeg een bijdrage chronisch zieken en gehandicapten van 232,84 eur per maand en in de nieuwe regeling 40 euro alleen voor extra energiekosten en vergoeding wettelijke eigen bijdrages. Een achteruitgang van ruim 190 euro! Als doekje voor het bloeden krijgt de betrokkene een bedrag ter compensatie tot 1 januari 2011 van omgerekend 25 euro per maand. Een dergelijk grote inkomensval is geen uitzondering! Andere mensen gaan er minder in inkomen op achteruit. Iemand anders kreeg bijvoorbeeld 109,95 euro per maand en gaat nu 100 euro per maand ontvangen. De reden voor deze verschillen zijn waarschijnlijk gelegen in het feit, dat de situatie niet meer persoonlijk wordt beoordeeld maar dat men nu uitgaat van bepaalde modules, maximaal 8 verschillende kostensoorten, waarvoor je maximaal 20 euro per module vergoeding kunt ontvangen. Bijvoorbeeld bewassing, kledingslijtage, dieet, energie en telefoon, maaltijdvergoeding, pedicure/manicure, wettelijke eigen bijdrages. Vallen je bijzondere uitgaven/kosten buiten een van deze modules, of zijn die er niet bij in te delen, dan krijg je automatisch geen vergoeding. Of je krijgt maximaal 20 euro terwijl de kosten meer zijn.

We hebben verschillende mensen op het spreekuur gekregen die er fors op achteruit gaan. Deze brief dateert van 8 december. Let op! De brief is een voor bezwaar vatbare beslissing en we zijn van plan verschillende rechtszaken te beginnen om de gang van zaken aan de kaak te stellen. Dus let op! iedereen!. Je moet zelf binnen zes weken na dagtekening van de brief bezwaar aantekenen. Dus denk niet: de Bijstandsbond is er al mee bezig, ik wacht af. Zelf een bezwaarschrift indienen binnen de wettelijke termijn of het een advocaat of andere hulpverlener laten doen.

Bijeenkomst Bijstandsbond over vergoedingen voor chronisch zieken in de gemeente Amsterdam dinsdag 5 januari 2010 om 19.30 Dijktheater, Da Costakade 160, 1053 XD Amsterdam Bijstandsbond./ Da Costakade 162, 1053 XD Amsterdam, 020-6898806 info@bijstandsbond.org

vrijdag 4 december 2009

Re-integratie: een moeizaam traject


Amsterdam | 04-12- 2009
Gemeentelijke Ombudsman Ulco van de Pol in Amsterdam heeft onderzoek gedaan naar de wijze waarop de Amsterdamse Dienst Werk en Inkomen de re-integratie van haar klanten uitvoert. Hij concludeert in zijn rapport dat het proces van re-integratie met name door problemen met de trajectkeuze en een opeenstapeling van gebrekkige communicatie, moeizaam verloopt.
AanbevelingenDe ombudsman verbindt een aantal aanbevelingen aan het rapport. Hij stelt diverse maatregelen voor met de strekking het trajectaanbod overzichtelijker te maken, de communicatie tussen alle partijen en de verslaglegging te verbeteren en duidelijke afspraken te maken over de klachtbehandeling.
OnderzoekHet onderzoek bestond uit ruim 70 interviews met klanten, klantmanagers van DWI en trajectbegeleiders van re-integratiebedrijven. Daarnaast is dossieronderzoek gedaan.
TrajectaanbodUit het onderzoek blijkt dat er een groot trajectaanbod is waardoor voor klantmanagers onduidelijk is welk traject het meest geschikt is. Anderzijds is er een tekort aan trajecten voor klanten met een kleine afstand tot de arbeidsmarkt en ontbreken trajecten voor specifieke doelgroepen. Klantmanagers maken vaak gebruik van dezelfde trajecten omdat ze die kennen. Of het ook het meest geschikte traject voor de klant is, blijft onduidelijk.
Communicatie en klachtbehandeling
De communicatie tussen de verschillende betrokken partijen laat te wensen over. Re-integratiebedrijven zeggen onvoldoende informatie over de klant te ontvangen. DWI geeft aan te weinig informatie te krijgen van het re-integratiebedrijf over de voortgang van het traject. Klanten krijgen te weinig of geen informatie over inhoud en doel van het traject. Ook worden klanten van DWI niet geïnformeerd over de mogelijkheid een klacht in te dienen. Wanneer ze een klacht hebben, is in veel gevallen ook niet duidelijk of DWI of het re-integratiebedrijf de klacht behandelt. De resultaten van de klachtbehandeling worden niet teruggekoppeld naar de werkvloer.
Meer informatie:
Rapport Re-integratie: een moeizaam traject

woensdag 4 november 2009

Nieuw! Blijf-Aan-De-Bal-Banen van de gemeente Amsterdam

Schoon is schoon, maar schoon kan ook soms net iets schoner We hadden in Amsterdam al Sociale Activerings Plaatsen (SAP), Maatschappelijke Activerings Plaatsen (MAP), Participatie Banen (PP), VrijwilligersWerk reintegratie (VRW) en VrijwilligersWerk Maatschappelijk (VRM). Om het onderscheid aan te duiden maken klantmanagers van DWI en consulenten van Pantar graag een vergelijking met het koffiegebeuren.

Je moet het zien als treden van een participatieladder, waarbij je telkens naar een hogere trede kunt promoveren. De klanten op een SAP plaats kunnen nog niet zoveel, alleen koffiedrinken. De mensen op een MAP plaats kunnen al iets meer, ze kunnen ook koffie zetten. En de mensen op een PP plaats kunnen weer iets meer, ze kunnen ook de inkoop van de koffie plannen en uitvoeren. Dit heeft consequenties. Zo is een SAP plaats voornamelijk consumptief, dus die mensen mogen een cursus volgen. Maar van de mensen op een MAP plaats of een PP plaats wordt verwacht dat ze zelf iets doen, dus die mogen geen cursus volgen maar wel bv de pennen en het papier klaarleggen voor de curisisten. Althans zo heb ik het begrepen.

De gemeente Amsterdam noemt het zelf een ‘zorgvuldig doordacht opgebouwd systeem van participatie’. En ach, nu moet de gemeente op dit systeem gaan bezuinigen. De kerstboom kent nog veel meer ballen, zoals de vacature carroussel en de mobiliteitscentra.

Maar dat weerhoudt de ambtenaren er niet van weer iets nieuws te bedenken. Nieuw! Een vervolmaking van het SYSTEEM. De Blijf-Aan-De-Bal-Banen! (In de wandeling al de Blijf-Van-Mijn-Ballen-Banen genoemd) De gemeente Amsterdam wil een nieuwe tijdelijke vorm van ‘additioneel’ werk invoeren voor werkzoekenden: de blijf aan de bal baan. Ter voorkoming van verdringing van banen het werk vooral zoeken in de non-profitsector. De deelnemers krijgen een vergoeding in de vorm van een stageovereenkomst, volgens het systeem dat ook al bestond voor instromers in de WWB. De werkgevers krijgen een vergoeding van 100 euro per deelnemer per maand. De mensen op een blijf aan de bal baan mogen geen werk doen dat minder dan een half jaar geleden is gedaan door iemand met een oude ID baan, dus dat is voor de werkgevers geen probleem. Even wachten en je kunt de nu te dure ID-ers eruit gooien (voorzover dat nog niet gebeurt is) en blijf aan de bal banen nemen. Daar verdien je weer mee.

Er komen in 2010 1000 van dergelijke banen, die maximaal een jaar mogen duren. Wat voor werk moeten die mensen doen? In de eerste plaats ‘Welkom-medewerker Topstad Amsterdam’. Deze medewerker heet toeristen welkom maar voert ook extra schoonmaakwerkzaamheden uit. Letterlijk citaat uit de brief van de wethouder: ‘Het betreft hier schoonmaakwerkzaamheden die niet in het pakket van de gemeentereiniging vallen, maar die incidenteel of aanvullend plaatsvinden. Het gaat hier om de schoonmaakwerkzaamheden die de normale vorm van de gemeentereiniging overtreffen. Schoon is schoon, maar schoon kan ook soms net iets schoner’.
Verder gaan de mensen in de blijf aan de bal banen buurtvoorlichter en assistent bewoners adviseur worden. DWI wil verder in het Amsterdamse Bos het gevoel van gastvrijheid en veiligheid vergroten. Daarvoor worden in het Bos blijf aan de bal banen gecreeerd, waarin toezicht en gastvriendelijkheid gecombineerd wordt.Het Blijf aan de Bal project is een meer algemene benaming voor nog meer maatregelen, die u hier kunt lezen.http://tinyurl.com/yglbmqj

Gemeente Amsterdam bezuinigt op reintegratiebudget

Bezuinigingen op de zgn ID banen enkele jaren geleden leverde de gemeente een reserve op in het Participatiebudget op die volgend jaar moet worden ingeleverd bij het Rijk. Nieuwe forse bezuingingen op het reintegratiebudget op komst.

04-11-2009. Uit een brief van wethouder Ossel aan de gemeenteraad blijkt, dat de gemeente Amsterdam gaat bezuinigen op reïntegratie. Er is op dat budget een tekort ontstaan van ongeveer 43 miljoen euro. Oorzaken voor het ontstaan van het tekort zijn oa:
1. Door de economische crisis wordt een verhoogd beroep gedaan op bijstand.
2. Het budget dat de gemeente van het Rijk krijgt wordt jaarlijks verlaagd. Daarnaast zijn er extra bezuinigingen door het Rijk aangekondigd bij de Rijksbegroting 2010
3. Er zijn minder inkomsten uit het Europees Sociaal Fonds (?)
4. De kosten van inburgeringstrajecten voor nieuwe- en oudkomers, die uit dezelfde pot (het participatiebudget) worden gefinancierd als de reïntegratie, lopen op en moeten voor een deel worden gefinancierd uit het reintegratiebudget.
De gemeente Amsterdam heeft in het reintegratiebudget (het zogenaamde W-deel van de Wet Werk en Bijstand) in de afgelopen jaren een reserve opgebouwd van 76 miljoen euro. Deze reserve wil men de komende jaren gefaseerd inzetten om tekorten op te vangen. Als ik het goed begrijp blijft er dan nu nog een tekort op de begroting van 43 miljoen euro op de begroting. Met het opbouwen van deze reserve snijdt de gemeente zichzelf in de vingers (deze reserve is ongetwijfeld oa ontstaan door de forse bezuinigingen op de voormalige Instroom en Doorstroombanen, de zgn ID-banen) want het Rijk heeft besloten dat het ‘meenemen’ van het spaarsaldo naar volgende jaren zal worden beperkt. Hoe die beperking eruit zal zien is nog niet bekend, maar bij het berekenen van het huidige tekort van 43 miljoen is hiermee geen rekening gehouden, zodat nieuwe bezuinigingen in de komende jaren voor de hand liggen, zeker als gevolg van het feit, dat de voorspellingen zijn dat de werkloosheid nog fors zxal oplopen.
De gemeente kiest er vooralsnog niet voor het ‘zorgvuldig doordachte systeem van participatie’ gedeeltelijk weer af te breken. Men wil groepen niet uitsluiten en in voorzieningen snijden.
Wethouder Ossel neemt de volgende maatregelen:
  1. Geen verdere stijging aantal Sociale Ativerings en Maatschappelijke activeringsplaatsen. (Map en Sap plaaten) Er zijn momenteel 2200 van dergelijke plaatsen. Men wilde dit aantal verdubbelen maar men focust nu op een stijging van 1000 plaatsen.
  2. stopzetten integrale activeringsplaasen, een voortraject voor Map en Sap plaatsen.
  3. stopzetten vergoeding werkgevers participatieplaatsen. Werkgevers ontvangen op dit moment een vergoeding van 2000 euro per plaats per jaar. Dit wordt stopgezet. Werkgevers ontvangen geen vergoeding meer.
  4. Afbouw Leren door Doen contracten
  5. Mensen die instroomden in de bijstand kregen tot nu toe dit jaar een stagevergoeding in plaats van een uitkering, gefinancierd uit het W-deel van de WWB. (Het is geen loon en het is geen uitkering) Wij hadden op het spreekuur al mensen, die nu weer gewoon een WWB uitkering krijgen; men gaat op deze stagevgergoedingen bezuinigen door de groep te beperken en bij een aantal activiteiten wordt de stagevergoeding stopgezet.
  6. Minder inzet van reintegratietrajecten
  7. Bezuinigingstaakstellingen Dienst Werk en Inkomen en pantar. Beide organisaties moeten 1,15 miljoen bezuinigen.
En ondanks deze bezuinigingen rest een tekort van 10,7 miljoen euro. Daarom stelt de wethouder voor dit bedrag te dekken uit de algemene middelen bij de begroting van 2010. Zie voor de brief http://tinyurl.com/yfhz3hd

dinsdag 30 januari 2007

Driedubbele premie voor opjagen werkloze


30 januari 2007 - Het bedrijf Fourstar krijgt in sommige gevallen drie keer betaald voor de begeleiding van werklozen. Bovendien sluiten de tewerkstellingsprogramma’s voor werklozen slecht aan op de arbeidsmarkt. Dit concludeert de Rekenkamer in een kritisch rapport over de Dienst Werk en Inkomen (DWI).

Fourstar weet extra premies op te strijken door werkzoekenden door te verwijzen naar Workstar, een onderdeel van hetzelfde bedrijf. Het kan zelfs voorkomen dat de gemeente het bedrijf drie keer betaalt om één en dezelfde werkloze aan het werk te helpen: “€800 aan Fourstar voor arbeidsmarktkwalificatie, €1.200 aan Fourstar voor plaatsing bij Workstar en €3.000 aan Workstar voor plaatsing op regulier werk”.

Fourstar is vooral bekend om de zogenaamde ‘work first’ tewerkstellingsprogramma’s waarbij werklozen verplicht eenvoudig werk moeten doen zoals stickeren of inpakken. Volgens Workstar doen ze hierbij nuttige ervaring op: er zou in Amsterdam vraag zijn naar de ‘in- en ompakvaardigheden’ die ze opdoen.

Veel deelnemers noemen het werk echter zinloos. De Rekenkamer is het hiermee eens: het programma ‘sluit nauwelijks aan op de arbeidsmarkt’. De DWI geeft ook min of meer toe dat het project niet bedoeld is om vaardigheden op te doen, maar vooral om werkzoekenden te disciplineren en om het gebruik van de bijstand te ontmoedigen.

Eerder leverde de Bijstandsbond al kritiek op Fourstar, omdat het bedrijf op een opportunistische manier gebruik zou maken van de mogelijkheden om geld te verdienen aan werklozen. De Bijstandsbond wees niet alleen op de constructies met BV’s, maar ook op het feit dat werkzoekenden werden ingezet om bedrijfspanden om te bouwen tot cursuslokalen voor Fourstar.
Daarbij zou bovendien sprake zijn van onveilige arbeidsomstandigheden. Een deelnemer aan een tewerkstellingsproject verloor het topje van zijn duim door een ongeluk met een zaagmachine. Later werd het project vanwege brandgevaar stilgelegd door Bouw- en Woningtoezicht.

Het rapport van de Rekenkamer gaat over het hele reïntegratiebeleid van de gemeente, waarvan de trajecten van Fourstar maar een klein onderdeel vormen. Totaal zou de gemeente gemiddeld 17.000 euro kwijt zijn aan elke bijstandsgerechtigde die aan een reguliere baan wordt geholpen. Dat komt overeen met de kosten van anderhalf jaar een uitkering. Van de deelnemers aan projecten vindt slechts 11% werk.

Het college van B&W heeft toegezegd om de meeste aanbevelingen uit het rapport over te nemen. De Rekenkamer is hier niet helemaal gerust op en adviseert de gemeenteraad om hierover goed door te vragen. In een reactie op het rapport zegt Piet van der Lende van de Bijstandsbond dat hiermee ‘het failliet van het huidige beleid wel duidelijk is geworden’.

Het rapport is hier te vinden

maandag 4 september 2000

Fraude in de arbeidsbemiddeling

In augustus 2000 kreeg de Bijstandsbond twee teksten uit het interne netwerk van het Arbeidsbureau, BRAINS genaamd, waaruit bleek dat er problemen waren met de verantwoording van ESF subsidies tussen het Arbeidsbureau en de gemeente Amsterdam. Hieronder volgt een van de twee teksten. Zie voor de andere tekst 28 augustus 2000.

Tussenrapportage Amsterdam

Zoals eerder via Brains vermeld wordt momenteel langs drie wegen gewerkt om met de gemeente Amsterdam on speaking terms te komen voor een nieuwe contractrelatie:

1. Arbeidsvoorziening dient voor het terug te betalen bedrag aan Amsterdam over de jaren 1997, 1998 en 1999 een vrijwaring te geven,
2. De declaratie 1999 wordt voor 13 september 2000, voorzien van een verklaring van de accountant, afgerond.                                                                      
3. Met gebruikmaking van andere financieringsbronnen zoals prestatiebudget Minister, KVA, BBSW, Sluitende Aanpak en commerciële opdrachten dient Arbeidsvoorziening zodanige resultaten te boeken dat Amsterdam niet om Arbeidsvoorziening (c.q. KLIQ) heen kan als belangrijke partner in business.

1. Afgelopen woensdag is op het eerste punt een belangrijke stap gezet. Met steun van de Algemene Directie in Zoetermeer en met instemming van het RBA is een vrijwaring verzonden voor dat deel van de door Amsterdam te derven inkomsten, waarvoor Arbeidsvoorziening geen goedkeurende accountantsverklaring kon overleggen. Hoe groot dat bedrag uiteindelijk wordt is nu nog niet te zeggen; het Ministerie van SoZaWe zal de einddeclaratie van Amsterdam pas over enige tijd vaststellen. Vanuit Arbeidsvoorziening Zoetermeer wordt over deze zaak ook rechtstreeks met het ministerie gesproken.

2. Ten aanzien van het tweede punt wordt momenteel met man (/vrouw) en macht gewerkt om tot een tijdige afronding te komen. Vanaf afgelopen maandag zijn zo'n twintig collega's in wisselende samenstelling bezig 2000 dossiers te controleren op inhoud en juistheid. Tot nu toe blijkt 50 % van de in PGI vastgelegde activiteiten niet aan de afgesproken contractspecificaties te voldoen! Deze activiteiten kunnen derhalve niet in de op te stellen declaratie worden
meegenomen. Bob Bergkamp heeft projectleiders Rob Anink en Joop Schijf gevraagd om na afloop samen met de bij de reparatiewerkzaamheden betrokken collega's een evaluatie op te stellen. Daaruit moet input komen voor het antwoord op de cruciale vraag: hoe zorgen we ervoor dat dergelijke problemen zich in de toekomst niet meer zullen voordoen?

3. Voor het derde punt heeft de directie Henri van Hensbergen inmiddels gevraagd de komende maanden extra ondersteuning te bieden. Henri zal, in overleg met de contractmanagers, sectorhoofden en teamleiders bezien in hoeverre werkzaamheden (en kosten) in Amsterdam declarabel gemaakt kunnen worden op andere contracten. Dit omdat het nieuwe inkoopcontract door de gemeente, hangende de geschetste problematiek, nog niet is ondertekend. Henri is gemandateerd om namens de directie in Amsterdam maatregelen te nemen, gericht op het inzetten van medewerkers op declarabele werkzaamheden, c.q. voorstellen te doen niet
rendabele activiteiten te beëindigen en de betrokken medewerkers voor andere werkzaamheden in te zetten.

Omtrent de resultaten van de genomen maatregelen en eventuele vervolgwerkzaamheden zal via Brains gerapporteerd worden zodra er inhoudelijk iets te melden is.


4 september 2000

maandag 28 augustus 2000

Fraude in de arbeidsbemiddeling

In augustus 2000 kreeg de Bijstandsbond twee teksten uit het interne netwerk van het Arbeidsbureau, BRAINS genaamd, waaruit bleek dat er problemen waren met de verantwoording van ESF subsidies tussen het Arbeidsbureau en de gemeente Amsterdam. Hieronder volgt een van de twee teksten. Zie voor de andere tekst 4 september 2000.

Financieel probleem met gemeente Amsterdam nog niet opgelost

De einddeclaratie van de inkoopregeling met de gemeente Amsterdam over de jaren 1997 en 1998 is enige tijd geleden door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid afgekeurd.
Sindsdien is met de gemeente overlegd over het opstellen van een nieuwe einddeclaratie, die voorzien dient te worden van een goedkeurende accountantsverklaring.

Zoals we twee weken geleden hebben gemeld, is het (tot op heden) niet gelukt een einddeclaratie op te stellen die voldoet aan de inkoopregeling en die de goedkeuring van de accountant kan verkrijgen. Dat heeft als consequentie dat de inmiddels door de gemeente aan Arbeidsvoorziening betaalde 20 miljoen gulden moet worden terugbetaald. Door de gemeente is daaraan tevens gekoppeld, dat zolang deze kwestie niet is afgehandeld, het contract 2000, dat l juli dit jaar in zou moeten gaan, niet wordt ondertekend.

Omtrent de ontstane situatie is de afgelopen twee weken door Bob Bergkamp en de voorzitter mevrouw Van Leeuwen intensief overleg geweest met zowel de gemeente Amsterdam als de Algemene Directie.

Een oplossing van de nu ontstane situatie wordt langs drie lijnen gezocht:

1. Arbeidsvoorziening zal de gemeente Amsterdam moeten vrijwaren voor het bedrag van de inkoopregeling dat uiteindelijk niet door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de gemeente wordt betaald maar wel al door de gemeente aan Arbeidsvoorziening is betaald. Dat kan dus oplopen tot 20 miljoen gulden.

2. De eindafrekening van de overeenkomst over 1999, die afliep op l juli 2000, wordt met spoed opgesteld en voor 13 september a.s. bij de gemeente ingediend, voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring.

3. Arbeidsvoorziening Zuidelijk Noord-Holland zorgt in Amsterdam voor een dusdanig prestatieniveau, dat de gemeente overtuigd is/blijft van het belang om Arbeidsvoorziening (t.z.t. KLIQ) als belangrijke leverancier te behouden.

Ad 1. omtrent het eerste punt vindt overleg plaats met de Algemene Directie in Zoetermeer. De AD zal met het Ministerie van SoZaWe bezien in hoeverre enerzijds een vrijwaring aan Amsterdam gegeven kan worden en anderzijds vergoeding kan plaatsvinden van de door Arbeidsvoorziening verrichte werkzaamheden. Deze voldoen weliswaar niet aan de voorwaarden van de inkoopregeling, maar hebben wel geleid hebben tot het aan het werk gaan van werkzoekenden. Er is nog geen resultaat te melden van deze actie.

Ad 2. Met het tweede punt wordt op maandag 28 augustus een aanvang gemaakt. Een groep medewerkers is verzocht de komende twee weken op Orly alle dossiers die onder het contract 1999 vallen, opnieuw te beoordelen op juistheid en volledigheid. Onze accountant zorgt gelijktijdig voor controle. Op dit moment is nog niet duidelijk wat deze actie oplevert.

Ad 3. Voor het derde punt is het van belang dat in Amsterdam ook de komende tijd concrete resultaten worden behaald op het gebied van reïntegratie. De inspanningen hiervoor moeten geboekt worden op het prestatiebudget Minister, of KVA en/of BBSW. Dit punt wordt de komende dagen verder geoperationaliseerd. Ook worden extra acties ontwikkeld om nog meer gebruik te maken van het prestatiebudget. Hier zit namelijk nog voldoende financiële ruimte, mits
er daadwerkelijk activiteiten voor werkzoekenden plaatsvinden en deze op de juiste wijze in PGI worden vastgelegd.


28 augustus 2000

zondag 23 juli 2000

De geruchtenmachine

De geruchtenmachine draait sowieso al op volle toeren als het om de sociale dienst gaat. Er verschijnen soms vage berichten in de krant over calamiteiten bij de sociale dienst, terwijl clienten bij ons op het spreekuur komen met verhalen over haperingen in de uitbetaling van uitkeringen. Bijvoorbeeld in het Overtoomse Veld, waar op een donderdag bijstandsgerechtigden en masse tegelijkertijd verhaal kwamen halen omdat de uitkeringen in die regio niet waren uitbetaald. Er ontstond een dreigende situatie die maar net onder controle kon worden gehouden. De geruchtenmachine kwam echter pas goed op gang toen een groepje ambtenaren en anderen die betrokken waren bij de arbeidsbemiddeling in Amsterdam naar het Amerikaanse Wisconsin trokken om daar de methode van arbeidsbemiddeling in ogenschouw te nemen. De deelnemers aan de reis kwamen enthousiast terug. Zoiets moesten we in Amsterdam ook hebben! 

Maar voordat het model in Amsterdam kon worden gerealiseerd, moest er eerst nog heel wat worden overlegd en ruzie gemaakt. Wij hebben gesprekken gevoerd met diverse mensen, maar veel bleef onduidelijk. Alles vond plaats op initiatief van het onderzoeksinstituut Nijfer. Achter gesloten deuren vergaderden de ambtenaren van de sociale dienst, medewerkers van organisaties als Maatwerk, NV Werk, Arbeidsvoorziening en medewerkers van adviesbureau' s die door de verschillende gesprekspartners waren ingehuurd. Wij voerden gesprekken, maar veel kwam daar niet uit. Nu al kan worden opgemerkt, dat gemeenteraadsleden in het geheel niet betrokken waren bij de besprekingen. Hoewel, het gerucht gaat dat er ook gesprekken plaatsgevonden hebben met de toenmalige minister Melkert, die al in een vroeg stadium de grenzen van de mogelijkheden zou hebben aangegeven: geen privatisering van de uitkeringsverstrekking, wel van de arbeidsbemiddeling.

Tijdens onze gesprekken werd duidelijk, dat een experiment in Zuid-Oost met het Wisconsinmodel opgestart zou worden. Maar na enige tijd kwam het gerucht, dat door het leven gaat als de 'nacht van schiller' . Hier had de samenwerking definitief moeten worden bezegeld,  maar de verschillende gesprekspartners hadden grote ruzie  gekregen zodat alles weer op losse schroeven stond.  Onder de clienten van de sociale dienst zoemde wel het gerucht rond: alles wordt strenger, ze gaan ons dwingen verplicht vrijwilligerswerk te doen, en andere laakbare dingen, mensen werden bang en wantrouwig. De onderhandelingen mochten dan grotendeels achter gesloten deuren plaatsvinden buiten de Amsterdamse gemeentepolitiek om, er verschenen grote artikelen in vele kranten over de Amsterdamse plannen.  Van de ' nacht van Schiller' bestaan verschillende versies. Een daarvan is, dat de toenmalige directeur van de sociale dienst, Hans Denijs binnengekomen zou zijn, toen iedereen al rond de tafel zat, en hij zou alle externe adviseurs de deur uitgestuurd hebben. Daarna had hij de andere aanwezigen een voor een de huid volgescholden en had hij het hele experiment opgeblazen. Wat uiteindelijk uit de bus kwam, was een experiment in Zuid-Oost waarbij alleen de sociale dienst en arbeidsvoorziening gesprekspartners waren. Zo is het experiment er ook gekomen. 

De NV Werk startte echter -buiten directeur Denijs van de sociale dienst om- onderhandelingen met wethouder Krikke van economische zaken over nog zo' n experiment. De hoodrolspelers- Denijs en Verhey waren in dezelfde week in onderhandeling met resp. de wethouders van sociale zaken en van economische zaken over de financiering van de projecten.  Dit leidde uiteindelijk tot een experiment in Bos en Lommer, waar NV Werk onderaannemer is van de sociale dienst en een soortgelijk experiment als in Zuid-Oost van de grond kwam.

Wij zouden hier verder de onderhandelingen van de afgelopen jaren kunnen proberen te reconstrueren uit de vele geruchten die de ronde doen, maar dat is niet de bedoeling van dit stukje. De bedoeling is duidelijk te maken, dat de gesprekken en onderhandelingen buiten de gemeentepolitici om achter gesloten deuren plaatsvonden, en dat pas achteraf en dan nog slechts gedeeltelijk debatten in de gemeenteraad plaatsvonden over het beleid. En er mochten dan voortdurend berichten in de krant verschijnen over de Amsterdamse plannen, die vaak hele of halve waarheden bevatten, omdat de journalisten vaak ook maar een of enkele onbevestigde versies van het verhaal kenden, een maatschappelijk debat tussen het maatschappelijk middenveld in Amsterdam, de politiek en de ambtelijke beleidsmakers was ver te zoeken, terwijl er toch ingrijpende beleidswijzigingen op het programma stonden. 

Hoe slecht de ontwikkeling van de afgelopen jaren geweest is, blijkt wel als we de geruchtenmachine verder analyseren. De machine wordt gecompleteerd met geruchten van onderop, van de clienten, die met de nieuwe systemen van arbeidsbemiddeling worden geconfronteerd. Deels zullen hun verhalen tot stand komen door het aloude mechanisme, dat aan het begin van de straat iemand zijn pink heeft gebroken en dat-als het vele malen is doorverteld zo iemand aan het eind van de straat al zijn ledematen heeft gebroken. Maar de geruchtenmachine van onderop wordt ook veroorzaakt door het feit, dat de lagere ambtenaren, waar clienten mee te maken krijgen vaak ook niet weten wat de stand van zaken is, waarna ze maar wat tegenover de clienten beweren. Zoals het gerucht over Amsterdam Noord, waar werkgevers onder druk gezet zouden zijn.

Een van de belangrijkste schakels in de geruchtenmachine is Het Parool. Jos Verlaan gunt ons regelmatig een kijkje in de diepste ziele roerselen van wethouders, gemeenteraadsleden en hoge ambtenaren en hij geeft naar eigen zeggen ware informatie over geheime onderhandelingen en machtsspelletjes op het stadhuis. Cees Tamboer verwerkt in zijn artikelen regelmatig citaten uit geheime concept nota's, die vaak qua tekst aanzienlijk afwijken van wat de gemeenteraad onder ogen krijgt. De tekst verschillen tussen door niemand te verifieren conceptnota's en de definitieve versies worden door Tamboer gebruikt om de wethouder van sociale zaken een veeg uit de pan te geven.

En de clienten van de sociale dienst of andere werkzoekenden lezen die artikelen in Het Parool dan weer, en zo komen de geruchten van bovenaf en van onderop bij elkaar, en vormen een geheel, de geruchtenmachine.
Een centraal gecoordineerd voorlichtingsbeleid over al die onderhandelingen ontbreekt.
De gemeenteraad lijkt pas bij de plannen te worden betrokken, als alles al in kannen en kruiken is.

En het wantrouwen van clienten van de sociale dienst en hun organisaties groeit. Iedereen die in de geruchtenmachine meespeelt heeft zo zijn belangen, meningen, contacten, gesprekken en onderhandse onderhandelingen. Niemand schijnt de regie in handen te hebben.

Piet van der Lende

woensdag 7 juni 2000

Hoe kan een ID-baan van 32 uur beneden het bijstandsniveau zijn?

07-06-2000 belde A dat ze twijfelt of ze een ID baan wel zal nemen. Ze heeft een sollicitatiegesprek gehad met de MDSO om als baliemedewerkster te gaan werken, en het is een ID baan, via Maatwerk. Ze denkt erover om het te gaan doen, want ze heeft met de sociale dienst in de clinch gelegen, naar eigen zeggen, waarbij dingen uit haar sociale dienst dossier aan het arbeidsbureau waren doorgegeven, waarmee ze bestookt werd, toen ze vertelde wat ze eigenlijk zelf wilde, en ze heeft grote moeite moeten doen om die dingen uit het dossier verwijderd te krijgen. Ze heeft zoiets van: dit is weliswaar niet wat ik zoek, maar dan ben ik van het gelazer van de sociale dienst af. "alles wordt strenger hier in Oost' .De gesprekken met arbeidsbureau, sociale dienst en maatwerk waren vreselijk. Maar het gesprek met de MDSO was goed. Het zijn leuke mensen, waarmee je in een team werkt en dat leek haar wel wat, ook al omdat de MDSO een goede naam heeft.
Als ze negatieve dingen in je dossier opnemen bij het arbeidsbureau, dan kun je het wel schudden.
Nu is het probleem: dat ze in het eerste gesprek met de productmanager van de MDSO vroeg, hoeveel uur ze kon werken en hoeveel ze ging verdienen. Ze zei, dat ze het liefste 32 uur wilde werken. De productmanager zei, dat hij niet wist, of de sociale dienst dat wel goed zou vinden, en dat er dan eerst onderhandelingen met de sociale dienst geopend zouden moeten worden omdat ze bij 32 uur onder bijstandsniveau zou zakken. De sollicitante is verbaasd, want bij 32 uur op basis van minimumloon kom je toch boven de alleenstaanden-norm in de bijstand op basis van tariefgroep 2 in de belastingen? Ze begon weer te twijfelen. Ze ging weg en dacht, dat ze niet voor een tweede gesprek zou worden uitgenodigd. Maar dat gebeurde wel. Aanwezig waren vervolgens een viertal personen, een andere baliemedewerkster, die ook een ID-baan had, en de ' leider' van de Balie en een maatschappelijk werkster. Toen het onderwerp beloning ter sprake kwam, deelde de Id ster mee, dat ze in het begin ook niet boven het bijstandsniveau zat, en dat ze pas later meer ging verdienen. De maatschappelijk werkster antwoordde dat als ze geen 36 uur ging werken, ze in overleg moesten treden met de sociale dienst over een toestemming. (De sociale dienst moet ook een ' Melkertverklaring' afgeven.) Ik heb haar uitgelegd, dat ze minstens 1650,- gulden moet verdienen. Daar was ze heel opgelucht over. Ze moest vanmiddag de afdeling P en O bellen, want ze wisten tijdens het tweede gesprek nog niet op die afdeling, wat ze ging verdienen.


Vraag: hoe kan het, dat Id sters die via Maatwerk bemiddeld worden (Dus naar de publieke sector) beneden het bijstandsnivo verdienen bij 32 uur?

donderdag 10 oktober 1996

Selectieprocedures sociale werkvoorziening



Gepubliceerd in Maandblad Uitkerings Gerechtigden november 1996 

selectieprocedures sociale werkvoorziening

Onlangs schreven wij een bezwaarschrift voor iemand, die uit zichzelf had gesolliciteerd bij de sociale werkvoorziening. In gesprekken voorafgaande aan de in diensttreding werd echter door een ambtenaar vastgesteld, dat betrokkene niet tot regel­matige arbeid in staat was. Dit gebeurde niet na een medische keu­ring, maar op basis van een formulier, dat door de sollici­tant was ingevuld. Ondanks de kwalificatie 'niet tot regelma­tige arbeid in staat' op basis van een ingevuld formulier en beoor­deeld door iemand die niet medisch deskundig was, besloot men het toch met de sollicitant te proberen. Inderdaad bleek tijdens de proefperiode, dat betrokkenen moeite had te wennen aan een regelmatig arbeidsritme. Wat wil je ook, na vele jaren werkloosheid. Men was echter wel erg snel met de conclusie, dat betrokkene niet geschikt was voor werk in de sociale werkvoorziening. De eerste werkdag was op 29 januari en al op 31 januari meldde de plaatsingsambtenaar: "niet tot regelmati­ge arbeid in staat". Vanaf dat moment ging de negatieve kwali­ficatie die hierboven werd genoemd betrokkene achtervolgen. In de periode van 5 tot 16 februari werd hij op een andere afde­ling geplaatst. Hier werd hij voor bepaalde routine werkzaam­heden achter de computer gezet. Na enige uitleg liet men hem de hele dag aanmodderen, zonder enigerlei begeleiding of controle. Er was uiteindelijk een lid van de ondernemingsraad, die zich over betrokkene ontfermde en die hem de gang van zaken in het bedrijf en op de computer probeerde uit te leg­gen. Er was geen mogelijkheid, in eerste instantie met kortere werkdagen te beginnen en dit na enige tijd uit te bouwen tot volledige werkdagen. Overleg daarover was nauwelijks mogelijk. Betrokkene moest vanaf het begin acht uur per dag werken en als dat niet kon, hield het op.

Uit de toelichting op het bezwaarschrift:

" Ik had gedacht dat instellingen als de sociale werkvoorzie­ning bedoeld waren voor mensen zoals ik, die misschien wat minder geschikt zijn voor de reguliere arbeidsmarkt en dat daarmee extra rekening wordt gehouden in de aard van de werk­zaamheden en de arbeidsvoorwaarden waarbij een geleidelijke opbouw plaats vindt naar een volledige werkweek. Ik heb echter de indruk, dat de noodzaak om op korte termijn te voldoen aan bepaalde produktienormen bij instellingen op het gebied van de sociale werkvoorziening steeds belangrijker worden".

Met dit laatste wordt bedoeld, dat bedrijven in de sociale werkvoorziening steeds commerciëler moeten gaan draaien en dat ze een groot gedeelte van de kosten zelf door verkoop van produkten moeten terug verdienen. In de selectieprocedures lijken kandidaten voor de sociale werkvoorziening hiervan de dupe te worden. In de bovenstaande situatie konden we ons niet aan de indruk onttrekken, dat de negatieve beoordeling op basis van het vragenformulier een soort self full-filling prophecy was. De beoordeling bleef betrokkene achtervolgen en was voortdurend leidraad voor de opstelling van het personeel dat hem moest begeleiden.

Piet van der Lende.




maandag 14 november 1994

Ontwikkelingen op het gebied van de ruimtelijke ordening en investeringsbeleid van de gemeente Amsterdam.

De zeventiger jaren waren op het gebied van de ruimtelijke ordening in Amsterdam de jaren van Lammers en De Cloe. Zij vonden dat de gewone amsterdammers de stad uitmoesten om in plaatsen als Almere en Lelystad te genieten van ruimte en groen. Zaken die tot dan toe als een voorrecht van welgestelden werden gezien. Op deze manier zou er in de hoofdstad plaats vrijkomen voor de rijke mensen, waarmee voorkomen werd dat amsterdam een stad van rela­tief arme mensen werd, omgeven door groene voorsteden van welge­stelden. Amsterdam zou in deze visie ruim van opzet worden. De Dapperbuurt zou bijvoorbeeld worden afgebroken om plaats te maken voor ruimer opgezette wijken. Zie Michiel Mastenbroek. Segregatie in Amsterdam, paper uitgereikt tijdens een debat in de Balie over segregatie in Amsterdam op 11 november 1993.

1978 is het omslagpunt. Het begrip "compacte stad" (een dicht­bebouwde stad, de Dapperbuurt hoeft dus niet afgebroken worden) wordt naar voren gebracht door wethouder van der Vlis. Deze wethouder heeft blijkens het onderzoek "Het stempel van de besluitvorming. Macht, invloed en besluitvorming op twee Amster­damse beleidsterreinen" door Jaco Berveling een grote invloed uitgeoefend op het beleid in Amsterdam gedurende de tachtiger jaren. Het uitgangspunt van de compacte stad werd aangevuld met Schaeffers "bouwen voor de buurt". De oorspronkelijke bewoners hoefden niet meer te verdwijnen naar de voorsteden, integendeel, er wordt met hun woonwensen rekening gehouden en na de bouw of renovatie keren de bewoners terug naar hun duurdere, dat wel, woning. Het idee van menging van inkomensgroepen wordt daarbij bevorderd. Het idee compacte stad doet tot op de dag van vandaag opgeld. Functiemenging voor de binnenstad, dat houdt in wonen, werken en vermaak gehandhaafd in het centrum van de stad. Dit is een belangrijke richtsnoer.

Het hele idee van een multifunctioneel centrum speelde ook een rol bij de diskussies over de IJ-oevers; tegenover de zich min of meer spontaan ontwikkelende kantoorkolossen aan de Zuid As moest in het centrum een plan worden bedacht, dat het centrum nieuwe ekonomische impulsen zou geven, om het evenwicht op verschillende lokaties tussen wonen, werken en vermaak te handha­ven. Ook het thema van de verdichtingsbouw speelde daarbij; hoe hoog mochten de kantoren aan de IJ oevers worden en hoeveel groen komt tussen de huizen? De IJ-oevers zijn echter behalve een handhaven van het concept van de compakte stad ook een uiting van een nieuwe belangrijke beleidswijziging. Scheaffers slogan "bouwen voor de buurt" wordt afgeschaft. In de loop van de jaren tachtig gaat de aandacht meer uit naar "stedelijke vernieuwing" en niet meer naar stadsvernieu­wing. De aandacht van de sociaal-demokraten wordt verlegd van van het bouwen van goede en goedkope woningen in de buurten naar een herorientering op het stedelijk vernieuwingsproces. "Bouwen voor de buurt" wordt "bouwen voor de markt". Daarbij worden nieuwe financieringsgrondslagen ontwikkeld, de publiek-private samenwer­king. Er moeten financieringsmaatschappaijen worden opgezet, waarin overheid en bedrijfsleven deelnemen. Door die samenwerking kan een geldstroom in de richting van concrete projekten op gang worden gebracht. De financieringsmaatschappij moet zich bezig houden met het aantrekken en uitzetten van gelden voor ontwikke­lingsmaatschappijen die concrete projekten ter hand nemen. Bij de IJ-oevers is deze construktie beproefd maar roemloos ten onder gegaan. Allerlei grote projekten staan echter nog steeds op stapel. Allerlei varianten voor de toekomstige inrichting van Amsterdam zijn al in een vergevorderd stadium van besluitvorming. Het gaat daarbij om projekten als een autoluwe binnenstad, Nieuw Oost, de Noord-Zuidlijn van de metro en de Westpoort.

Deze grote her­struktureringen van de "compacte stad" zullen een grote invloed hebben op het stedelijk sociaal leven. Daarbij denken niet alle groepen in de stad hetzelfde en leggen zij verschillende priori­teiten. Op de door de gemeente (Eise kalk) en het Instituut voor Publiek en politiek georganiseerde stadsconferentie op 29 januari 1994 in de Beurs van Berlage discussieerden Vera Dalm van het Milieucentrum (een samenwerkingsverband van milieuorganisaties) en Jacqueline Kuhn van het Amsterdams Steunpunt Wonen met elkaar. Zij waren het niet eens over het tema van de compacte stad en de verdichtingsbouw. Door de alarmerende woningnood wint de gedachte om groene ruimtes op te offeren voor woningbouw terrein, met name in de westelijke tuinsteden wordt er steeds meer voor verdichtingsbouw gekozen. Door deze ontwikkelingen komen milieu (groenvoorzieningen ) en woningbouw (voor met name kansarmen) op gespannen voet met elkaar te staan. De discussianten waren het met elkaar eens dat anders bouwen (niet langer de eengezinswoning met tuin als standaardmodel) de beste oplossing is. Verdichtings­bouw heeft op dit moment niet de voorkeur van de ASW ("Maar als ons het mes op de keel wordt gezet kiezen we uiteindelijk wel voor verdichtingsbouw, het MCA vergeet wel eens dat leefbaarheid niet alleen slaat op de openbare ruimte maar ook op de wonin­gen".)

De stadvizier, een verslag van de stadsconferentie 29 januari 1994 in de Beurs van Berlage, blz 14.
Het concept van de publiek-private samenwerking om in een tijd van toenemende overheidsbezuinigingen op sociale voorzieningen toch voldoende geld voor bepaalde projekten los te krijgen vinden we ook op andere beleidsterreinen, zoals de sociale vernieuwing. Op buurtniveau moeten stadsdeelraden, bewonersgroepen, leefbaar­heidsgroepen, en projektontwikkelaars in innige samenwerking de verloedering in de buurt tegengaan en werkgelegenheid in de buurt scheppen. Bij de sociale vernieuwing speelt het "upgraden' van de buurt een grote rol. Niet alleen sociale huurwoningen in de buurt, maar ook koopwoningen, te bouwen door partikuliere maat­schappijen, zodat een menging van verschillende bevolkingsgroepen en inkomensgroepen ontstaat. Je zou kunnen zeggen, dat op Amster­dams niveau de pogingen tot publiek-private samenwerking gepaard gaande aan decentralisatie en deregulering, pogingen zijn van sociaal-demokraten op lokaal niveau, investeringen in de stad op peil te houden en daarbij een verbinding te leggen met het tegen­gaan van verloedering in de stad en de steun aan de armere bevolkingsgroepen. De sociale vernieuwing is, evenals de pu­bliek-private samenwerking bij de IJ-oevers, een roemloze dood gestorven, en heeft vooral gefungeerd als propaganda middel van het kabinet Lubbers/Kok.

Verder blijkt dat het beleid op het gebied van ruimtelijke ordening is verbonden met het vraagstuk van segregatie en getto­vorming en hoe de overheid daartegenaan kijkt. Dit bleek hierbo­ven ook al bij de ideen van Lammers en De Cloe. Hier volgt een opsomming van de notaas waarin bovengenoemde beleidsuitgangspunten zijn vastgelegd. De eerste nota waarin de ruimtelijke ordening in en om Amsterdam systematisch wordt behandeld is de nota over de uitbreidingspla­nnen van 1935. Na de oorlog is er een Struktuurplan voor Amsterdam uit 1974. Dit wordt gevolgd door het Struktuurplan uit 1981. Dan is er het Struktuurplan uit 1985 (1986) en het Struktuurplan 1991. Dan is er nog het Ontwerp Struktuurplan 1994 Ten slotte is er het Regio-Struktuurplan van de ROA voor 1994. (Voorontwerp Regionaal Struktuurplan 1995-2005) Deze struktuurplannen gaan gepaard met onderhandelingen met het rijk over investeringen. Deze onderhandelingen werden gevoerd ook op basis van de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening en de Vierde Nota Extra (VINEX), waarbij de ROA de verplichting op zich nam om in de periode 1995-2005 tussen de 100.000 en 120.000 woningen te bouwen. Inbreng van de gemeente Amsterdam bij de onderhandelingen van de in 1994 tot stand gekomen VINEX-akkoorden was de nota "Amsterdam op weg naar 2005". Amsterdam is in de vierde nota Ruimtelijke ontwikkeling aangwezen als toplokatie; het stedelijk knooppunt Amsterdam moet worden klaargemaakt voor de concurrentieslag met andere europese steden. Wil de randstad "Gateway" tot Europa blijven, dan zal een toplokatie als de IJ-oevers moeten worden benut. Gebeurt dit niet, zo is de redenering, dan zal de Randstad worden overvleu­geld door andere regio's zoals rond Londen, Parijs en Dusseldorf.

De IJ-oevers moeten een groot-stedelijk vestigingsmilieu worden dat zich kan meten met La Defence in Parijs. Berveling blz 93. Hiermee zijn we dus op een ander argument gekomen voor de ontwik­keling van de IJ-oevers; het eerste staat hierboven al genoemd, en was, dat in de compakte stad een evenwicht moet worden gevon­den ten opzichte van de Zuid-as. De plannen over de ontwikkeling van de IJ-oevers zijn gepaard gegaan met een stroom van nota's alle genoemd in het boek van Berveling. Ook het milieu krijgt aandacht in de plannen van de gemeente Amsterdam. Met name in het Ontwerp Beleidsnota Ruimtelijke Ordening en Milieu (BROM). Men ontwikkelt daarbij modellen, waarbij een relatie gelegd kan worden tussen de lokatie van bepaalde functies en het milieueffekt ervan. Op die manier wil men komen tot optimale keuzen die zowel voor het milieu als voor de ekonomie het meeste rendement opleveren.

Je kunt je echter afvragen, of al die bovengenoemde notaas wel een reeel beeld geven van wat de overheid in feite doet. Is die planning die door de sociaal-demokraten in de stad wordt nage­streefd, er eigenlijk wel? Op een conferentie over het Zeeburgereiland het afgelopen voor­jaar kwam het volgende naar voren. Je kunt de stad beschouwen als een struktuur, waarbij er goederen en personen voortdurend de stad binnengaan, vooral forensen en eindprodukten, en andere goederen en personen de stad uitgaan. Weer forensen en bijvoor­beeld afval. Bij het reguleren van deze stroom van goederen en personen moet met verschillende specten rekening worden gehouden: milieu, be reikbaarheid, afstand wonen werken, leefbaarheid, etc. Er zou eigenlijk voor zo'n stedelijke regio een totaal-plan moeten worden ontwikkeld, op grond waarvan vragen worden beant­woord als: welke industrie of dienstverlening willen we in de stad hebben? Wat kan verderweg? Hoe is de verhouding tussen wonen en werken in de stad en hoe kan dit worden geintegreerd? Welke delen van de stad maken we autoluw of zelfs autovrij, etc. Ten behoeve van welke groepen creeeren we werkgelegenheid in de stad, en hoe wordt die werkgelegenheid in de vorm van bedrij ven opgezet?. En ook: hoe kan er een evenwicht ontstaan tussen woon- en werkfuncties? Nu blijkt het zo te zijn, dat in Am- sterdam een dergelijke totaal-visie geheel ontbreekt. Er is een ambtelijke molen, die doordraait, en waarin deelbeslissingen worden genomen, die niet meer kunnen worden teruggedraaid. Als voorbeeld werd oa genoemd, dat er bij het Zeeburgereiland nu al een tunnel wordt gebouwd voor een sneltram die daar zou moeten komen voor de bewoners, terwijl de bestemming van het eiland officieel nog moet worden vsstgesteld!. Een van de sprekers gaf aan, dat in Amsterdam in feite visies op deelter- reinen worden ontwikkeld door gespecialiseerde afdelingen van ambtenaren, die geen rekening houden met het totaal. Integratie van die verschillende beleidsterreinen in een visie vindt niet plaats. Professor Lambooy zei het zo: de ontwikkelingen in Amsterdam zijn zodanig dat deze stad in feite niet een structuurplan heeft voor de ekonomie. De ekonomie is onderdeel van de ruimtelijke plannen. Er is geen ruimtelijk ekonomisch plan waarin, uitgaande van ekonomische functies, en de logistieke analyses, een behoeftenlijstje is opgezet.

Vaak wordt ad-hoc per gebied gewerkt of het wordt helemaal afhankelijk gemaakt van woningbouw. Deze eenzijdige gerichtheid van het Amsterdamse beleid op woningbouw versterkt ook effecten in het kader van het marktmechanisme: de woonfunctie in de binnenstad overvleugeld de werkfunctie, en verdringt deze, omdat door de grote vraag naar woningen er voor een vierkante meter wonen inmiddels op sommige plaatsen meer betaald wordt dan voor een vierkante meter kantoor. Daarom worden bedrijven door partikuliere woningen verdrongen. Bedrijven willen echter graag in de binnenstad zitten: aan de rand van Amsterdam, waar veel bedrijven naartoe verhuizen, is kantoorruimte over, in de binnenstad is een groot tekort aan kantoorruimte. Door het Amsterdamse beleid en de werking van het marktmechanisme worden werken en wonen nog steeds sterk gescheiden, hetgeen weer gevolgen heeft voor de vervoersstromen. De lobby van het bedrijfsleven speelt handig op deze situatie in. Bedrijven of groepen van bedrijven proberen met verschillende argumenten erdoor te drukken, dat met hun specifieke bedrijfsbelangen rekening wordt gehouden. Zo zeggen de bedrijven die nu op het Zeeburgereiland zitten en die daar willen blijven: "Nieuw Oost komt er toch, evenals allerlei snelwegen, trams en spoorverbinden en de ontwikkeling van de IJ-oevers, dan is het zeeburgereiland in dit geheel een steeds belangrijker knooppunt, waar bedrijven gevestigd moeten zijn, dichtbij de stad, die afval verwerken, bouwmaterialen aanvoeren en rioolwater zuiveren". Terwijl over al die projekten nog moet worden beslist!. Zo spelen de bedrijven dus handig in op de nauwelijks te beinvloeden ambtelijke doorloop. Maar ook chan-tage wordt niet geschuwd: "als wij moeten verhuizen, dan gaan we ver weg, en dan kost dat 60 miljoen, en dat konden we wel eens gaan verhalen op de gemeente Amsterdam, we eisen in ieder geval schadevergoeding, en als we mogen blijven zitten, inves- teren we veel in nieuwe ontwikkelingen ter plaatse. Zo ontstaat er in mijn ogen een congsi van lobbyende bedrijven, amtenaren en politici, die beslissingen nemen op deelterreinen, waarbij niemand een totaal-overzicht heeft. De conclusie kan luiden, dat de ekonomische ontwikkeling van de regio amsterdam ondergeschikt gemaakt is aan de ruimtelijke ontwikkeling, waarbij een soort ad-hoc beleid wordt gevoerd: we kijken waar bedrijven zich vestigen, en gaan dan nadenken over wat we daarmee doen, of er wordt op grond van niet-ekono mische overwegingen ergens een bedrijfsterrein gepland. (een voorbeeld daarvan is volgens mij ook de IJ-markt).

Vanuit ekonomisch oogpunt gezien zijn de miljardeninvesteringen die amsterdam aan het plannen is slecht onderbouwd en de werkgelegenheid lijkt al helemaal een ondergeschikte rol te spelen, ondanks fraaie woorden in beleidsnota's waar men het tegendeel poogt aan te tonen. Het gemeentebeleid is een rommelig zooitje en met name de Amsterdammers, die op een minimum leven, zijn hiervan de dupe. De verschillende miljardeninvesteringen hebben zo hun gevolgen voor met name mensen met een minimuminkomen. Tegenover de vele investeringen staan forse bezuinigingen op de gemeentebegroting om alles te financieren. Er heerst een grote strukturele werk­loosheid, die met al die investeringen niet lijkt te worden opgelost. Daarom wil de gemeente via het plan Scheaffer werkgele­genheid scheppen; daar is echter dan vervolgens weer geen geld voor. De bezuinigingen en de investeringsinspanningen leiden tot hogere lasten voor de burgers, die indirect zijn, dwz iedereen moet bepaalde belastingen betalen ongeacht de hoogte van het inkomen. Voor de sociale woningbouw (stadsverniewuing ) is geen geld meer.

Ik had daar nu nog geen tijd voor, maar het lijkt me, dat we ons moeten afvragen, of er in Amsterdam sprake is van gettovorming, segregatie, tweedeling, onderklasse, sociaal isolement van bepaalde groepen en of dit steeds sterker wordt en wat de effec­ten zijn van het overheidsbeleid in dit opzicht. Daarvoor is het allerleerst noodzakelijk, de verschillende begrippen goed te definieren. Op Amsterdams niveau zijn mij wat dit betreft geen uitgebreide onderzoeken bekend.

Piet van der Lende

zondag 7 augustus 1994

Protestmuur op de Dam

Op Prinsjesdag, dinsdag 20 september, bouwt het Komitee Am­sterdam Tegen Verarming om elf uur een protestmuur op de Dam. Het komitee is een samenwerkingsverband van de vakbonden, organisaties van uitkeringsgerechtigden en kerkelijke organi­saties. Amsterdammers kunnen op Prinsjesdag hun mening over het nieuwe paarse kabinet op de protestmuur schrijven. Het gaat ons met name om de wijzigingen in de sociale zekerheid, vooral m.b.t de bijstandswet, die het kabinet heeft voorge­steld. De protestmuur is tevens bedoeld als start voor een klachten­aktie over de sociale dienst in Amsterdam die het Komitee Amsterdam Tegen Verarming dit najaar houdt.

De laatste tijd komen er bij de belangenorganisaties veel klachten binnen over de Sociale Dienst in Amsterdam. Bij een enquete van de dienst zelf vulde 25% van de clienten in, dat de dienst bij hen fouten had gemaakt. En dit zijn dan alleen fouten, die de clienten zelf in de gaten hadden. In werkelijk­heid ligt het percentage fouten dus nog hoger. Om de ervaringen met de sociale dienst te verzamelen organi­seert het komitee drie schrijfdagen onder het motto: "Schrijf het van je af". Mensen kunnen op de schrijfdagen hun klachten komen vertellen op 10 verschillende plaatsen in de stad. Daarnaast nodigen we mensen uit te komen vertellen wat hun ervaringen zijn met vrijwilligerswerk. Zo kan duidelijk worden dat veel mensen, in tegenstelling tot het beeld dat van mensen zonder betaald werk bestaat, veel doen in allerlei vormen van onbetaald werk.

De ervaringen worden opgetekend in een klach­tenboek. Daarbij zal het Komitee een aantal eisen formuleren waaraan de nieuwe bijstandswet en een sociaal gemeentelijk beleid moet voldoen. De schrijfdagen worden gehouden op 18 oktober, 15 november en 13 december.

Overwegingen bij de aktie

In verschillende sociale zekerheidswetten zijn grote verande­ringen op komst. Er moet bijvoorbeeld 380 miljoen worden bezuinigd op de bijstand. Bovendien zullen de basisuitkeringen omlaag gaan. Daarnaast komt een systeem van toeslagen, waar­voor men in aanmerking komt als men aan bepaalde voorwaarden voldoet. Het is de bedoeling, dat de bijstandswet wordt gein­dividualiseerd, dwz minder door het Rijk opgestelde regels en grotere beleidsvrijheid van de gemeenten om wel of geen toe­slagen te geven. De gemeenten hebben hier zelf op aangedron­gen. Daarnaast is de kans groot dat er strengere eisen gesteld worden aan het aktief naar werk zoeken, het volgen van een scholing of het uitvoeren van maatschappelijk 'nuttige' taken. Het Komitee Amsterdam Tegen Verarming vraagt zich in de eerste plaats af of de sociale dienst in Amsterdam wel in staat is om al de bovengenoemde veranderingen in de bijstandswet, met name de individuele beoordeling, goed te organiseren. Wat zijn de knelpunten en aan welke voorwaarden moet worden voldaan om de dienstverlening van de sociale dienst in Amsterdam te verbete­ren, zodat de sociale dienst en de gemeente de grotere be­leidsvrijheid die zij krijgen op een goede manier invullen? Wat het landelijk beleid betreft stellen wij de vraag: in welke vorm moet de beleidsvrijheid van de gemeenten in de nieuwe bijstandswet worden vastgelegd? In de tweede plaats vraagt het Komitee zich af waar het verder onder druk zetten van werklozen toe zal leiden gezien het feit, dat de werkloosheid onveranderlijk hoog blijft en dat er knelpunten zijn in de samenwerking tussen arbeidsbureau en sociale dienst.

Er wordt gesproken over de verplichting, vrijwilligerswerk te verrichten in ruil voor een toeslag tot het sociale minimum. De vraag is natuurlijk: wie bepaalt wat maatschappelijk nuttig is? Is dat vrijwilligerswerk dat nu door veel uitkeringsgerechtigden wordt gedaan of zijn dat wegbezuinigde banen in de groenvoorziening, het welzijnswerk, etc.? Wij willen met onze aktie aantonen dat nu al vrijwilligerswerk door duizenden uitkeringsgerechtigden wordt gedaan. Sommigen gebruiken dit als opstapje naar betaald werk, anderen hebben er hun levensvervulling in gevonden. Gezien de grote werkloos­heid is het onjuist dat mensen in de bijstand onder druk gezet worden door de overheid vastgesteld vrijwilligerswerk te doen. Dit vergroot de kans op verdringing van betaald werk en leidt niet tot meer werkgelegenheid op de reguliere arbeidsmarkt.

maandag 6 juni 1994

Zeeburgereiland- een onmisbare schakel

Op dinsdag 14 juni werd door een lobby-groep uit het bedrijfs­leven een symposium gehouden over de toekomst van het Zeebur­gereiland. Op dat eiland zijn namelijk verschillende bedrijven gevestigd, die daar willen blijven, terwijl de gemeente van plan is, er woningen te bouwen. (althans volgende de voorlopi­ge plannen). Verschillende deskundigen waren uitgenodigd om hun visie te geven over de ontwikkeling van Amsterdam in het algemeen en Zeeburgereiland in het bijzonder. Wij gingen maar eens een kijkje nemen, want het symposium was gratis, dus ook toeganke­lijk voor werklozen.

Het symposium werd gehouden in het sjieke hotel Krasnapolsky. Waarom gingen wij er eigenlijk naar toe?. Amsterdam heeft grootse plannen. Er komen grootschalige miljardeninvesteringen in de regio, zoals de noord-zuid lijn van de metro, nieuw oost, uitbreiding schiphol en uitbreding van de haven in de westpoort. Uit de nota "Amsterdam naar 2005" blijkt, dat de financieringsgrond­slag voor deze investeringen krakkemikkig is. De bijdragen van het rijk zijn onvoldoende om alles te financieren. De gemeente moet hiervoor zelf diep in de buidel tasten. In "Amsterdam naar 2005" wordt aangegeven, dat er daarvoor ook bezuinigingen nodig zijn op de consumptieve uitgaven. In konreto: minder buurthuizen, bibliotheken, etc, dus de investeringen gaan ten koste van een grote groep am­sterdammers, die nu al op een minimum leven. Ook de sociale dienst zal miljoenen moeten bezuinigen in de komende jaren. Blijkbaar wordt bij al die investeringen met de groepen aan de onderkant geen rekening gehouden. Hoe verlopen besluitvor­mingsprocessen over dit soort investeringen eigenlijk, en welke argumenten worden daarbij gebruikt? Welke rol speelt de bestrijding van de werkloosheid daarin? Daarom gingen we maar eens naar dit symposium om dit van nabij mee te maken.

struktuur

Je kunt de stad beschouwen als een struktuur, waarbij er goederen en personen voortdurend de stad binnengaan, vooral forensen en eindprodukten, en andere goederen en perosnen de stad uitgaan. Weer forensen en bijvoorbeeld afval. Bij het regule­ren van deze stroom van goederen en personen moet met ver­schillende specten rekening worden gehouden: milieu, be­reik­baarheid, afstand wonen werken, leefbaarheid, etc. Er zou eigenlijk voor zo'n stedelijke regio een totaal-plan moeten worden ontwikkeld, op grond waarvan vragen worden beantwoord als: welke industrie of dienstverlening willen we in de stad hebben? Wat kan verderweg? Hoe is de verhouding tussen wonen en werken in de stad en hoe kan dit worden geintegreerd? Welke delen van de stad maken we autoluw of zelfs autovrij, etc. Ten behoeve van welke groepen creeeren we werkgelegenheid in de stad, en hoe wordt die werkgelegenheid in de vorm van bedrij­ven opgezet?. En ook: hoe kan er een evenwicht ontstaan tussen woon- en werkfuncties?

Nu blijkt het zo te zijn, dat in Am­sterdam een dergelijke totaal-visie geheel ontbreekt. Er is een ambtelijke molen, die doordraait, en waarin deelbeslissin­gen worden genomen, die niet meer kunnen worden teruggedraaid. Als voor­beeld werd oa genoemd, dat er bij het Zeeburgereiland nu al een tunnel wordt gebouwd voor een sneltram die daar zou moeten komen voor de bewoners, terwijl de bestemming van het eiland officieel nog moet worden vastgesteld!. Een van de sprekers gaf aan, dat in Amsterdam in feite visies op deelter­reinen worden ontwikkeld door gespecialiseerde afdelingen van ambtenaren, die geen rekening houden met het totaal. Integra­tie van die verschillende beleidsterreinen in een visie vindt niet plaats. Professor lambooy zei het zo: de ontwikkelingen in Amsterdam zijn zodanig dat deze stad in feite niet een structuurplan heeft voor de ekonomie. De ekonomie is onderdeel van de ruimtelijke plannen. Er is geen ruimtelijk ekonomisch plan waarin, uitgaande van ekonomische functies, en de logis­tieke analyses, een behoeftenlijstje is opgezet. Vaak wordt ad-hoc per gebied gewerkt of het wordt helemaal afhankelijk gemaakt van woningbouw. Deze eenzijdige gerichtheid van het amsterdamse beleid op woningbouw versterkt ook effecten in het kader van het marktmechanisme: de woonfunctie in de binnenstad overvleugeld de werkfunctie, en vedringt deze, omdat door de grote vraag naar woningen er voor een vierkante meter wonen inmiddels op sommige plaatsen meer betaald wordt dan voor een vierkante meter kantoor. Daarom worden bedrijven door partiku­liere woningen verdrongen. Bedrijven willen echter graag in de binnenstad zitten: aan de rand van Amsterdam, waar veel be­drijven naartoe verhui­zen, is kantoorruimte over, in de bin­nenstad is een groot tekort aan kantoorruimte. Door het am­sterdamse beleid en de werking van het marktmechanisme worden werken en wonen nog steeds sterk gescheiden, hetgeen weer gevolgen heeft voor de vervoersstromen.

De lobby van het bedrijfsleven speelt handig op deze situatie in. Bedrijven of groepen van bedrijven proberen met verschil­lende argumenten erdoor te drukken, dat met hun specifieke bedrijfsbelangen rekening wordt gehouden. Zo zeggen de bedrij­ven die nu op het Zeeburgereiland zitten en die daar willen blijven: "Nieuw Oost komt er toch, evenals allerlei snelwegen, trams en spoorverbinden en de ontwikkeling van de IJ-oevers, dan is het zeeburgereiland in dit geheel een steeds belangrij­ker knooppunt, waar bedrijven gevestigd moeten zijn, dichtbij de stad, die afval verwerken, bouwmaterialen aanvoeren en rioolwater zuiveren". Terwijl over al die projekten nog moet worden beslist!. Zo spelen de bedrijven dus handig in op de nauwelijks te beinvloeden ambtelijke doorloop. Maar ook chan­tage wordt niet geschuwd: "als wij moeten verhuizen, dan gaan we ver weg, en dan kost dat 60 miljoen, en dat konden we wel eens gaan verha­len op de gemeente Amsterdam, we eisen in ieder geval schade­vergoeding, en als we mogen blijven zitten, inves­teren we veel in nieuwe ontwikkelingen ter plaatse.

Zo ontstaat er in mijn ogen een congsi van lobbyende bedrij­ven, amtenaren en politici, die beslissingen nemen op deelter­reinen, waarbij niemand een totaal-overzicht heeft.
Het kersverse gemeenteraadslid A Bijlsma van de Partij van de Arbeid geeft dit ook toe. Hij bracht oa het volgende naar voren: "Ik vind dat voor elke belangrijke uitbreiding of belangrijke wijziging van bestemming een milieu-effect rappor­tage moet worden ge­maakt. Dat moet een rapport zijn waarin alternatieven naast elkaar worden gezet. Voor mijn gevoel ontbreekt dat er tot nu toe vaak aan. Voor Nieuw Oost is wel zo'n rapportage gemaakt, maar de alternatieven zijn nooit in een breder kader afgewogen." Doet Blijlsma een frisse wind waaien in de amsterdamse gemeentepolitiek? Ook hij lijkt zich neer te leggen bij de voldongen feiten poli­tiek. "Het verve­lende is natuurlijk dat we de komen­de maanden een aantal belangrijke beslissingen nemen die de zaak tot 2005 vastleg­gen. Het gaat met name om grote investe­ringen in het kader van de VINEX ".

De conclusie kan luiden, dat de ekonomische ontwikkeling van de regio Amsterdam ondergeschikt gemaakt is aan de ruimtelijke ontwikkeling, waarbij een soort ad-hoc beleid wordt gevoerd: we kijken waar bedrijven zich vestigen, en gaan dan nadenken over wat we daarmee doen, of er wordt op grond van niet-ekono­mische overwegingen ergens een bedrijfsterrein gepland. (een voorbeeld daarvan is volgens mij ook de IJ-markt). Vanuit ekonomisch oogpunt gezien zijn de miljardeninvesteringen die amsterdam aan het plannen is slecht onderbouwd en de werkge­legenheid lijkt al helemaal een ondergeschikte rol te spelen, ondanks fraaie woorden in beleidsnota's waar men het tegendeel poogt aan te tonen. Het gemeentebeleid is een rommelig zooitje en met name de Amsterdammers, die op een minimum leven, zijn hiervan de dupe. 

Piet van der Lende.

Open monumentendag in woon werk pand Tetterode in Amsterdam

 Beste mensen, Dit weekend is woon werk pand Tetterode in Amsterdam geopend in het kader van Open Monumentendag. Ook de Bijstandsbond, geves...