Deze week kwam er wat het bovenstaande betreft nieuwe informatie. De
Raad voor de Rechtspraak publiceerde begin april haar jaarverslag. Uit
dit jaarverslag blijkt dat het aantal rechtszaken dalende is. Op zich
houdt dat natuurlijk verband met het bovenstaande: als in de eerste fase
minder bezwaarschriften worden afgehandeld, zal het aantal zaken in het
vervolg van de juridische keten ook afnemen. Met name het aantal
incassozaken over het niet betalen van rekeningen is afgenomen. In 2017
werden 81 duizend minder zaken hierover aan de rechter voorgelegd. De
daling van het aantal rechtszaken is overigens al een paar jaar
zichtbaar.
Een van de redenen voor de daling die de Raad voor de Rechtspraak noemt is het einde van de economische crisis. Burgers kunnen simpelweg hun rekening makkelijker betalen. Ook worden geschillen steeds vaker buiten de rechter bemiddeld, via bijvoorbeeld mediation. De Raad maakt zich echter zorgen dat de hoge griffierechten, de kosten die moeten worden betaald voor het voeren van een rechtszaak, burgers afschrikt. Steeds meer mensen vinden de gang naar de rechter te duur, te ingewikkeld en te ongewis.
Vooral het noemen van de 'mediation' is interessant in het licht van wat ik heb geschreven. Alex Brenninkmeijer, hoogleraar Institutionele aspecten van de rechtsstaat aan de Universiteit Utrecht en voorheen Nationale ombudsman ziet in de Volkskrant alleen maar voordelen. ‘Het is heel verheugend dat het aantal zaken terugloopt. Dat conflicten op een andere manier worden opgelost, door bijvoorbeeld mediation, is een goed teken. De deskundigheid van mediators in Nederland is toegenomen en breder bekend. Er zijn veel voordelen aan verbonden: het is sneller, overzichtelijker en kost minder dan een rechtszaak.’
Maar is het wel zo eenvoudig? Zijn officiële, heldere
rechtsprocedures die duidelijk staan omschreven niet te verkiezen boven
vage onderhandelingen? Ontstaat er met mediation niet een grijs
schemergebied, waarin de individuele burger maar moet zien door
(gewiekste) onderhandelingen zijn of haar doel te bereiken in plaats van
door een oordeel van de onafhankelijke rechter. (Even afgezien van
discussies over de mate van onafhankelijkheid van de rechterlijke macht)
Hoe controleer je of in dat schemergebied een rechtvaardige afhandeling
niet ontaardt in een structureel ontmoedigingsbeleid, waarbij de
rechten van de burger in de knel komen op basis van financiele
argumenten (het mag niet teveel geld kosten) waarbij die kosten
belangrijker zijn dan de rechten van de burger?
We gaan steeds meer toe naar een maatschappij, waarin niet heldere rechten van de burger centraal staan maar vage onderhandelingssituaties, waarin je moet onderhandelen over je rechten. Keukentafelgesprekken in het kader van de WMO, gesprekken met reïntegratieconsulenten in het kader van de Participatiewet of de WW, keuringen op arbeidsongeschiktheid en loonwaardebepalingen, mediation bij conflicten tussen partijen. Ik denk dat in dit schemergebied uiteindelijk het recht van de sterkste geldt. Niet alleen op het gebied van inkomen, met een steeds grotere kloof tussen arm en rijk, maar met een instututioneel onderscheid tussen eerste en tweederangs burgers op alle rechtsgebieden.
Een van de redenen voor de daling die de Raad voor de Rechtspraak noemt is het einde van de economische crisis. Burgers kunnen simpelweg hun rekening makkelijker betalen. Ook worden geschillen steeds vaker buiten de rechter bemiddeld, via bijvoorbeeld mediation. De Raad maakt zich echter zorgen dat de hoge griffierechten, de kosten die moeten worden betaald voor het voeren van een rechtszaak, burgers afschrikt. Steeds meer mensen vinden de gang naar de rechter te duur, te ingewikkeld en te ongewis.
Vooral het noemen van de 'mediation' is interessant in het licht van wat ik heb geschreven. Alex Brenninkmeijer, hoogleraar Institutionele aspecten van de rechtsstaat aan de Universiteit Utrecht en voorheen Nationale ombudsman ziet in de Volkskrant alleen maar voordelen. ‘Het is heel verheugend dat het aantal zaken terugloopt. Dat conflicten op een andere manier worden opgelost, door bijvoorbeeld mediation, is een goed teken. De deskundigheid van mediators in Nederland is toegenomen en breder bekend. Er zijn veel voordelen aan verbonden: het is sneller, overzichtelijker en kost minder dan een rechtszaak.’
Oud Ombudsman en thans hoogleraar in Utrecht Alex Brenninkmeijer ziet geen probleem in het vervangen van officiele rechtsprocedures door onderhandelingen en mediation |
We gaan steeds meer toe naar een maatschappij, waarin niet heldere rechten van de burger centraal staan maar vage onderhandelingssituaties, waarin je moet onderhandelen over je rechten. Keukentafelgesprekken in het kader van de WMO, gesprekken met reïntegratieconsulenten in het kader van de Participatiewet of de WW, keuringen op arbeidsongeschiktheid en loonwaardebepalingen, mediation bij conflicten tussen partijen. Ik denk dat in dit schemergebied uiteindelijk het recht van de sterkste geldt. Niet alleen op het gebied van inkomen, met een steeds grotere kloof tussen arm en rijk, maar met een instututioneel onderscheid tussen eerste en tweederangs burgers op alle rechtsgebieden.
Piet van der Lende