Persbericht
Bijstandsbond
Oud nieuws om de
reeds eind 2014 gehouden discussie over te doen
Met
verbijstering heeft de Bijstandsbond kennis genomen van de uitspraken
van Irma
Heintzberger, voorzitter van het Landelijk Contact Sociaal
Rechercheurs (LCSR) in
het dagblad Trouw van vandaag.
Van
tijd tot tijd laait de discussie over fraude in de bijstand weer op
meestal met als gevolg nog strengere maatregelen,
nog hogere straffen en nog meer geld voor het aanstellen
van sociale rechercheurs met een nog ruimer budget. Het
artikel in Trouw is oud nieuws. Het
bericht in Trouw is
eigenlijk een weergave van het onderzoeksrapport, de boete belicht
van 16 december 2014, wat daarin staat wordt door de ombudsman
onderuit gehaald en ook een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep
van 24 november 2014 haalt het rapport onderuit, vandaar dat er in
december 2014 geen ruimte en aandacht was voor het rapport De boete
belicht, maar ja, we zijn nu maanden verder en dan stoffen we het
rapport af en brengen een persbericht uit, alsof de ombudsman en de
centrale raad uitspraak al van de vorige eeuw zijn. kort geheugen en
we roepen maar weer dat het zo verschrikkelijk is die fraude.
Zie
En
voor het antwoord van de minister
Verder
vinden
wij, dat de voorzitter van de LCSR een volkomen verkeerd signaal
afgeeft. Zij wekt de suggestie, dat fraude in de bijstand zou lonen.
Dit kan mensen op ideeen
brengen, zo van: o, ze pakken me toch niet, ik ga ook zwart werken,
of andere fraude plegen, want ik loop toch niet tegen de lamp. Onze
ervaring is, dat het tegendeel het geval is. Vroeg of laat ben je de
pineut. Afgezien van de morele discussie over fraude, wij raden
daarom iedereen ten sterkste af fraude te plegen. Op ons spreekuur
zien wij wekelijks de ellendige
gevolgen voorbij komen van mensen die in grote moeilijkheden zijn
gekomen omdat ze tegen de lamp liepen. Begin er niet aan! Het is niet
waar dat fraude loont!
In
de tweede plaats beweert de voorzitter van de LCSR dat alleen de
kleine gemakkelijke zaken worden aangepakt en de moeilijke
omvangrijke fraudezaken blijven liggen. Daarbij verwijst ze naar 'de
gemeente'. Maar 'de
gemeente',
dat zijn toch de sociale rechercheurs zelf? Zij hebben een grote
invloed op de prioriteiten die gesteld worden bij de aanpak van
fraude in de gemeenten. Met andere woorden, de voorzitter van de LCSR
zegt in feite over haar eigen achterban, dat ze teveel de
gemakkelijke kleine zaken nemen en zich niet wagen aan grote
moeilijke zaken. Er moet gescoort worden!
In
de derde plaats stelt de voorzitter van de LCSR, dat gemeenten veel
te weinig boetes opleggen en ook nog een veel te laag bedrag. Uit
bovenstaande rapporten en brieven blijkt, dat dit onzin is. In
de rechtspraak zijn (o.a. in een
uitspraak van de Centrale Raad van Beroep in november en
het rapport van de Ombudsman)
gemeenten op hun vingers getikt omdat ze na de invoering van de wet
boeten en maatregelen standaard een hoge boete opleggen gelijk aan
het benadelingsbedrag, zonder rekening te houden met de mate van
verwijtbaarheid. Gemeenten leggen dus geen lage boetes op, ze leggen
juist veel te hoge boetes op, vaak tot in het absurde, en tot nu toe
hebben veel gemeenten de uitspraken van de rechters hierover naast
zich neergelegd.
Al
met al zijn de uitspraken in Trouw onbegrijpelijk en begrijpen wij
niet, waarom daar nu deze publiciteit wordt gemaakt.