Meriç Esin
Nog niet lang geleden hield koning
Willem-Alexander zijn jaarlijkse kersttoespraak. Heel even
had ik de neiging om daar onmiddellijk commentaar op te
schrijven. Toch zag ik daar in eerste instantie van af. Je
hoeft ook niet overal commentaar op te schrijven, niet waar?
Maar toen ik onlangs in een artikel de nieuwjaarsverklaring
van António Guterres (algemeen secretaris van de VN) las,
besloot ik het commentaar toch maar te gaan schrijven.
De essentie van de
kersttoespraak van de koning en die van de verklaring van
António Guterres hebben namelijk inhoudelijk met elkaar te
maken. De koning gaf in zijn toespraak aan zich grote zorgen
te maken over de afnemende gemeenschappelijkheid in de
samenleving en de zwakker wordende verbinding tussen de
burgers onderling. António Guterres stelde in zijn
verklaring vast dat het jaar 2017 teleurstellend was omdat
parallel aan de toegenomen crises ook het nationalisme
wereldwijd toegenomen zou zijn, net als vreemdelingenhaat en
sociale ongelijkheid. António Guterres waarschuwde ons
bovendien voor nieuwe gevaren in 2018 en meldde hij het
alarmniveau tot rood te zullen verhogen.
In de verhalen van de
beide lieden worden belangrijke maatschappelijke problemen
aangestipt waar wij sinds jaar en dag over horen en lezen en
die we bovendien ook zelf aldoor beleven, in verschillende
vormen en maten. Problemen die de loonafhankelijke en
uitkeringsgerechtigde mensen ongelukkiger maken, problemen
die de levens van mensen ‘kapot maken’ en problemen die
mensen tot wanhoopsdaden drijven en tot zelfmoordpogingen
die soms lukken en soms ook mislukken.
Maar dat alles, wisten we
al lang. Dat hadden we niet nog eens van de koning, algemeen
secretaris of welke andere ‘hoogwaardigheidsbekleder’ dan
ook hoeven te horen. Wij kennen onze problemen, beter dan
wie dan ook. Ons interesseren echter meer de oplossingen?
Wat en waar zijn die? Hoe zullen die oplossingen
gerealiseerd worden? En wanneer? Daarover spreken de ‘hoge’
lieden geen enkel woord uit. Door onze problemen te benoemen
en die bijna op poëtische wijze te beschrijven trachten zij
ons te paaien en in slaap te sussen. Want oh, ‘wat zijn zij
solidair met ons en wat knap dat zij onze problemen zo goed
kennen en ons zo goed begrijpen’.
De manier waarop zij ons
aanspreken lijkt empathisch, begripvol en solidair maar is
in werkelijkheid erg bespottend, vernederend en bedrieglijk.
Zij spreken ons aan met het ‘medeleven’ waarmee dieven hun
slachtoffers aanspreken die zij zojuist bestolen hebben. Ook
de manier waarop zij het over onze problemen hebben is erg
opmerkelijk. Zij spreken over onze problemen als of het
natuurverschijnselen zijn, als of het meteorieten zijn die
uit de hemel op de aarde zijn gevallen. Als of die door
niemand veroorzaakt worden omwille van smerige belangen en
grote winsten van uitbuitende, parasitaire klassen. Zij
spreken over onze problemen als of wij voorbestemd zijn die
problemen te hebben, ons er bij neer te leggen en er nooit
van af te komen.
Laten we niemand toestaan
om ons voor de gek te houden. Laten we ons ook niet wijs
maken dat zulke zaken toevallig, doelloos en onschuldig
zijn. Alles heeft een oorzaak en zulke zaken komen voort uit
zekere belangen. Die belangen worden door zekere lieden
nagestreefd. Die lieden denken en handelen in
overeenstemming met hun belangen. Hun belangen bepalen hun
plannen en doelen, hun positie, hun verhaal en hun retoriek.
En hun belangen bepalen hun verhouding tot diverse groepen
burgers in de samenleving.
Koning Willem-Alexander
zegt zich zorgen te maken om het feit dat de eenheid van de
samenleving onder druk staat.
Maar de regering waar de
koning deel van uitmaakt voert een beleid dat die
verdeeldheid juist bevordert. Alle ‘optimistische’ analyses,
statistieken en vergelijkingen met slechtere situaties in
andere landen ten spijt, zijn de maatschappelijke problemen
in Nederland nog altijd groot, chronisch en schrijnend. De
kloof tussen de sociaal-economische groepen in de
samenleving is groot. Aan de ene kant de multimiljardairs,
de multimiljonairs en de miljonairs en aan de andere kant
degenen die met een loon of een uitkering moeten rondkomen.
De trant van ‘rijk wordt rijker en arm wordt armer’ wordt in
het economische en politieke crisisklimaat van vandaag maar
niet doorbroken. Integendeel zelfs, deze trant is
onverminderd van kracht en wordt bovendien door neoliberaal
regeringsbeleid zelfs verder gestimuleerd.
Een ander punt is de
groeiende extreemrechtse beweging met haar fascistische,
rechtspopulistische, racistische, islamofobische en andere
soortgelijke ingrediënten. De propaganda, de manier van
politiek bedrijven en het praktische optreden van
verschillende onderdelen van deze beweging hebben een
afbrekend effect op dit land en deze samenleving. Deze
beweging bevordert op alle terreinen van het sociale leven
de tweedeling en het conflict. Waar er tussen groepen
burgers aan verzoening, samenwerking, solidariteit en
verbroedering gewerkt zou moeten worden, pleit deze
extreemrechtse beweging met al haar onderdelen voor haat,
angst, wantrouwen en geweld tussen die groepen burgers. Zo
wordt door extreemrechtse krachten op alle fronten de basis
gelegd voor een toenemende polarisering en vervreemding.
Twee fenomenen die wij onwenselijk dienen te achten, gezien
hun schadelijkheid voor onze gezamenlijke belangen.
Het is zeer
verbazingwekkend en bovendien erg bevreemdend en ronduit
teleurstellend dat de koning het niet eens met een enkel
kritisch woord heeft gehad over de bovenbeschreven
problematiek die toch zo breed leeft. Hij had met een zin
kunnen wijzen op de schadelijkheid en onwenselijkheid van
de extreemrechtse benadering die een aanslag vormt op het
maatschappelijk leven. Het is niet toevallig of onbewust dat
hij dat niet gedaan heeft. Bij nader inzien is het eigenlijk
ook niet vreemd of raar dat hij dat niet gedaan heeft. Hij
maakt immers deel uit van een sociale klasse met veel geld
en macht en van een regering die door en door neoliberaal en
conservatief is.
Blijkbaar hebben
neoliberalen en conservatieven, waaronder de koning, geen
problemen met extreemrechts en de verschillende ingrediënten
daarvan. Blijkbaar hebben neoliberalen en conservatieven de
propagandistische activiteiten en andere (mis)daden van
extreemrechts juist nodig om hun roof- en afbraakplannen uit
te kunnen voeren. Blijkbaar hebben de neoliberalen en
conservatieven aan de ene kant en de rijkgeschakeerde
extreemrechtsen aan de andere kant meer dan genoeg
gemeenschappelijke en wederzijdse belangen om elkaar niet de
pas af te snijden. Het zijn net meerdere vieze vuile handen
op een dikke vette buik.
Voor ons de conclusie dat
deze neoliberaal-conservatieve regering, met inbegrip van
het koninklijke aandeel, het verdient om stevig door ons
bestreden te worden. Zoals ook extreemrechts het verdient
met dezelfde stevigheid door ons bestreden te worden. De
strijd tegen extreemrechts gecombineerd met de strijd tegen
de roof- en afbraakpolitiek van deze
neoliberaal-conservatieve regering en de rijken daarachter!
In de combinatie zit de essentie! In die richting dienen we
gezamenlijk onze gedachten en strijdpraktijk verder te
ontwikkelen.
Meriç Esin
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten